Roots

Het thema van het Brindofestival 9 mei jl. was het overdragen en borgen van het Indisch en Moluks cultureel erfgoed voor de volgende generaties.
Zie het gesprek van een jongerenforum en publiek olv Ricci Scheldwacht

+++
Nog meer rootsonderzoek van jongeren:

Of de interesse en zelfs drang om naar Indonesië te gaan, genetisch is doorgegeven of wellicht is aangepraat door de omgeving, feit is dat Indonesië vaak in trek is bij de derde generatie Indischen. De bezoeken zijn soms teleurstellend, omdat niet aan de volwachtingen wordt voldaan, maar laten altijd wel een grote indruk achter. De Indische nakomelingen spreken van teruggaan naar het land van de voorouders, ook al zijn ze er nog nooit geweest. En met de term teruggaan wordt voor mij de band met Indië (of Indonesië) en de Indische afkomst bevestigd, een bewijs dat het Indisch-zijn en het Indische gevoel niet is gestopt na de tweede generatie Indischen.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

24 Responses to Roots

  1. van den Broek schreef:

    Op filmpjes van aanstormende 3rd generation Indischen irriteer ik me aan het gebruik van de woorden gemengdbloeden, mixed en wat al dan niet meer, ook aan bvb

    Genetisch doorgegeven
    Om met bovenstaande quote uit het boek te beginnen: …… Zijn verklaring is dat de ervaringen van zijn moeder genetisch aan hem zijn doorgegeven. En daar geloof ik wel in, als ouder geef je onbewust emoties door, en in zijn geval zijn dat de ervaringen over Indië…….
    Als deze zin in me laat doordringen dan vraag ik me af hoe mijn ouders tijdens het Indisch koken mij genetisch hebben gemanipuleerd, Indischen zijn volgens deze Heer een soort GMO’s geworden
    Maar welke geneticus heeft dit Indisch gen danwel ontdekt en daarvoor de Nobelprijs gekregen?, wat voor informatie zit daar danwel opgeslagen?, de bottel tjebok, Indisch eten, de Indische emoties?… En dan heb ik het niet over het Indisch gevoel, ook zo’n gevleugeld woord van de 3de generatie. …. langzaam bekruipt mij het gevoel bij een generatie van randanalfabeten en pissebedkijkers de weg ben kwijt geraakt. Zij, die ondanks hun hogere opleiding (wel bewezen) zich niet in normaal Nederlands kunnen uitdrukken.

    Op basis van enkele indrukken (zie Roots) worden de grootste algemeenheden verkondigt waarbij het ogendeur intrappen een nieuw Olympisch onderdeel is die bij voorbaat door de derde generatie wordt gewonnen. Als het Indisch zijn niet genetisch bepaald is, kan het dan niet geconditioneerdheid zijn. Een beetje 3rd generation socioloog kan daarover toch wel wat zeggen, anders blijven we elkaar napraten.

    • P.Lemon schreef:

      @Hr vden Broek. “Indischen zijn volgens deze Heer een soort GMO’s (general modified organism) geworden
      Maar welke geneticus heeft dit Indisch gen danwel ontdekt….’

      Misschien dat u het antwoord op die vraag uit het onderstaande artikel kunt halen…?

      ***“De beste antropologen komen van mars: Culturele overeenkomsten als bewijs voor de erfelijke basis van gedrag”
      Zoals bekend kan natuurlijke selectie alleen tot ontwikkeling van adaptaties leiden als deze eigenschappen een erfelijke basis hebben en aldus doorgegeven kunnen worden van ouders op hun nageslacht. Er zijn verschillende bewijzen voor een erfelijke, genetische basis van gedrag. Hierbij moet niet gedacht worden aan één op één relaties tussen genen en gedrag. Hoewel sommige gedragsverschillen bij fruitvliegen en bijen wel zijn gerelateerd aan specifieke varianten van één bepaald gen, is dit niet waarschijnlijk voor menselijk gedrag. Immers de hersenstructuren die ons gedrag aansturen worden gecodeerd door vele duizenden genen.

      Toch blijkt ook menselijk gedrag in bepaalde mate genetisch bepaald. Hiervoor zijn verschillende bewijzen gevonden. In de eerste plaats blijken er duidelijke overeenkomsten te bestaan in het gedrag van mensen uit verschillende culturen. Zo toonde Irenäus Eibl-Eibesfeldt aan dat mensen overal ter wereld wanneer zij een kennis ontmoeten een kleine, korte groet brengen waarbij de wenkbrauwen omhooggetrokken worden (fig.1). Deze wenkbrauwgroet is een onbewuste respons (hij duurt slechts 1/6 seconde) en kan beschouwd worden als een soortspecifiek signaal. (Afb 1.)

      Bij het zien van een bekend (bevriend) persoon vertonen mensen uit verschillende culturen een zelfde reactie. Deze wordt gekenmerkt door een gezichtsuitdrukking waarbij de wenkbrauwen opgetrokken worden en de mondhoeken

      Zijn leerling, Paul Ekman, deed onderzoek naar gezichtsuitdrukkingen die kenmerkend zijn voor bepaalde emoties. Dergelijke emotionele gezichtsuitdrukkingen bleken eveneens universeel (fig.2). Mensen uit westerse landen bleken feilloos in staat de emotionele toestand af te kunnen lezen van gezichtsuitdrukkingen van mensen uit een heel andere cultuur (Papoea’s uit Nieuw-Guinea). Ook het omgekeerde was waar.

      http://www.kennislink.nl/publicaties/evolutionaire-verklaringen-voor-menselijk-gedrag-i

    • Jan A. Somers schreef:

      “Als het Indisch zijn niet genetisch bepaald is,” Toch wel een beetje? (min of meer) licht getint, (min of meer) platte neus, tong bestand tegen lombok en tjabeh rawit, longen bestand tegen kretek, neus bestand tegen doerian en trassie.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Handen en vingers gevormd naar de gitaar en smoel aangepast aan het tempé vreten.

        Pak Pierre

  2. patrick vern schreef:

    Of de derde generatie een reis naar Indonesië alleen zal ervaren als toerist en of het op een teleurstelling zal uitlopen lijkt mij in de eerste plaats helemaal afhankelijk van de individuele aspiraties, doelstellingen en verwachtingen.

    Mijn beeld is dat er nogal wat derde en inmiddels ook vierde generatie Indische jongeren heel oprecht op zoek zijn naar informatie over hun achtergrond. De ene met al aardig wat informatie, de andere met hele beperkte informatie en soms ook nogal wat misvattingen over de Indische achtergrond. Anders dan generatie die (de laatste) periode Nederlands-Indië en/of Indonesië nog bewust hebben meegemaakt zullen deze jongeren überhaupt al een minder ‘ingevuld’ Indisch bewustzijn in de baggage hebben. Juist mooi dat het ieders individuele keuze is om daar wel of geen interesse voor te hebben. Niet perse om het Indisch zijn te verrijken maar eventueel ook gewoon omdat je het interessant kan vinden om te hebben van zijn of haar achtergrond.

    • masrob schreef:

      Daar kan ik me wel in vinden, Patrick… Het is aan ieder om zelf invulling te geven aan de eigen achtergrond. Alleen, ongeacht wat jonge Indo’s ervaren of verwachten, ze ZIJN toeristen in Indonesië als het land slechts voor beperkte tijd wordt bezocht.

      Maar dat is helemaal niet erg of raar. Eerder vanzelfsprekend.

      Ik heb even op je blog rondgeneusd. Mooi stuk over de Indische identiteit: https://vernackblog.wordpress.com/2015/05/19/de-indische-identiteit-het-blijft-ons-bezighouden-gelukkig-maar/

      • Loekie schreef:

        “Alleen, ongeacht wat jonge Indo’s ervaren of verwachten, ze ZIJN toeristen in Indonesië als het land slechts voor beperkte tijd wordt bezocht. ”
        Niet vanwege het feit dat zij slechts korte tijd in Indonesie zijn, maakt hen toerist…maar omdat zij in een ander land zijn. Ook al zouden ze jaren in Indonesie verblijven, dan nog zijn ze in een ander land.
        Indo’s hebben geen land. Ze hadden een land: Nederlands-Indie.

    • Surya Atmadja schreef:

      patrick vern zegt:
      28 mei 2015 om 16:02
      Of de derde generatie een reis naar Indonesië alleen zal ervaren als toerist en of het op een teleurstelling zal uitlopen lijkt mij in de eerste plaats helemaal afhankelijk van de individuele aspiraties, doelstellingen en verwachtingen.
      =======================================================
      En de persoonlijke ervaringen van hun ouders/grootouders in Nederlands Indie.
      Mijn inziens een belangrijke factor hoe het overgedragen werd aan hun kinderen en kleinkinderen.
      Hebben ze het goed, wonen in grote huizen , veel baboe en djongos plus kebon, dan kan het verhaal positiever dan verhaal van opa en oma die in de periferie van de stad , naast de kampong van de “inlanders”wonen.
      Woon je in de goede buurten zoals Darmo e.o in Surabaya, “Tjandi”e.o in Semarang , Dagoweg Bandung, Menteng in Batavia zijn de verhalen anders.

      Hebben ze vroeger het slecht , en slechte/traumatische ervaringen gehad(o.a bersiap) , dan is het begrijpelijk dat ze het willen vergeten.
      Zoals door sommigen van de 3de generatie duidelijk werd gezegd, ze vertellen ons (bijna) niets.

      Zie 1ste verhaal van Bobby over de koloniale huizen of van Zender (2de verhaal) over de enorme patio’s.

      Het verhaal van Michael is ook mooi , hoe hij probeerde een plaats te geven over zijn binding met Nederlands Indie of Tempo Doeloe , die in feite vlak na 1945 al opgehouden te bestaan.

    • GdlC schreef:

      Net op het moment dat ik weer eens begon te constateren dat ik misschien wel “Indisch Moe” ben lees ik weer zo’n mooi stukje.
      Dank MasRob voor het plaatsen van het stukje van Patrick. (Herkenbaar voor mij….ouders die pas in 1964 naar Nederland kwamen, Indonesisch spraken en geen Pasar Maleis….)

      Weg mijn moeheid!

      • P.Lemon schreef:

        Uit Patrickz betoog een onverwacht kijkje in de zieleroerselen van de 3e generatie,…:

        ***Waar ik ooit in de veronderstelling leefde dat mijn grootste irritatie was dat de ‘derde generatie’ het verschil niet kende tussen Indischen of Indo’s en Indonesiërs werd ik op dat moment om de oren geslagen met volledige nieuwe onwetendheid. Het regende verwijten aan de eerste en tweede generatie Indischen, deze twee generaties hadden ons cultureel erfgoed verkwanseld! Ze hadden zich wat al te nadrukkelijk aan de Nederlandse samenleving aangepast waardoor de Indische cultuur zo goed als verdwenen zou zijn. Ik ben natuurlijk van een leeftijd dat ik onder alle sowieso allergisch reageer op respectloze verwijten aan de generatie van mijn ouders en grootouders maar ik schrok vooral van de onwetendheid bij deze leden van de jongste generaties.

        Natuurlijk is het van belang dat de oudere generaties hun inzichten en kennis delen. Het gebeurt inmiddels gelukkig ook steeds meer, althans ik zie meer en meer initiatieven die een bijdrage willen leveren aan kennis overdracht in een poging de Indische identiteit levend te houden. ***

        -Je probeerde in het verleden zo af en toe met je ‘twents meisje’ en de kinderen de indische eigenaardigheden te bespreken en herinneringen ( foto albums) op te halen.Ze nemen het voor kennisgeving aan en houden er misschien vaag rekening mee en als er in het algemeen ‘buiten’ naar gevraagd wordt hoe ze aan hun ‘uiterlijke verschijning’ komen, wordt het met een licht schouderophalen beantwoord met ‘pa is indisch of komt uit nederlands indië/indonesië) en dan al…. 🙂 Hoewel dochter 2 enige bemoeienis heeft gehad met de inmiddels afgesloten Indisch3.0 , dus toch die roots of een teken aan de wand. I4E poekoelt in ieder geval teroes.

      • Boeroeng schreef:

        Zulke scherpe kritiek van jongeren heb ik ook gelezen, maar het was van enkelen.
        Kijk uit voor generaliseren tot de hele 3e en 4e generatie.
        In 2006 schreef ik dit:

        Verkwanseld

      • P.Lemon schreef:

        Boeroeng : “Het uiteenvallen en verdwijnen van Indisch heb ik altijd maar berustend aanvaard… zo belangrijk was het immers niet….”

        Zo doordenkend dat het op wat uitzonderingen na , niet zo belangrijk is…
        Ws omdat in de loop vd tijd die massa instromende tropische nederlanders hier en in andere opvanglanden optisch in het straatbeeld door de verkleuring vd bevolking niet meer zo opvallen. De 3e en volgende generaties hadden vervolgens baat bij hun nederlandse/westers georienteerde opvoeding om zich niet ontheemd te voelen en als ze zich (later) hun aziatische roots bewust worden juist wel of niet voor een cultuurmix kiezen. De tijd zal het leren of het ‘indisch stokje’ nog generaties lang zal worden doorgegeven.

  3. Huib schreef:

    De Willem Ruys van de Rotterdamse Lloyd bracht me in September 1950 naar Nederland. Door mijn moeder uit veiligheid meegestuurd met een repatriërende weduwe en haar kinderen. Via een winters kwartaal in Valkenburg (L) uiteindelijk terechtgekomen in Amsterdam, hotel Fleissig in de Warmoesstraat, midden in de warme buurt. Heb er leuke bijverdienste gehad door boodschappen te doen voor de dametjes bij het Oudekerksplein..

    Aldaar (in Amsterdam-Zuid) toelatingsexamen voor de HBS gedaan en wonderlijk genoeg ook nog geslaagd.

    Na een jaartje 4e 5jarigeHBS bracht de Oranje van Stoomvaartmij Nederland me in 1952 weer naar huis. Kennelijk was naar het oordeel van mijn moeder de rust in Indonesie toen weergekeerd en kon ik me rustig weer melden bij het Christelijk Lyceum in Bandoeng.

    Maar in 1955 was het weer mis en hup daar ging ik weer naar Holland. Deze keer bracht een Constellation met propeller aandrijving me in twee dagen weer in Amsterdam. Dit maal voorgoed.
    Want aan verleidingen om te emigreren naar Australie, USA of Canada heb ik nooit (kunnen) toegeven mede dankzij een redelijk vroeg huwelijk en gezinsuitbreiding.

    Toen was het dus buffelen geblazen om het hoofd boven AP te houden. Maar zoals gezegd behoefte om het geboorteland weer te zien heb ik nooit gehad. Het is dat mijn vrouw buiten mij om een vakantietrip van ruim 6 weken heeft geboekt dat ik daar weer ben gaan kijken.

    Trouwens toen ik mijn tjoe-tjoe vroeg waarom hij het meisje niet eens naar Nederland liet komen, uiteraard gesponsord door opa en opoe, zei hij dat zij geen toeristen visum kon krijgen omdat ze Filipijnse is. Wie denkt er nu nog dat onze buitengrenzen niet goed bewaakt worden door onze parate overheid?

    Huib

  4. Huib schreef:

    @Mas Rob

    Ik kan je uit eigen ervaring helemaal gelijk geven. Toen ik medio 80-er jaren voor het eerst voet op Indonesische grond zette op het vliegveld van Medan had ik echt een thuiskomst gevoel. Mede door de allerhartelijkste verwelkoming van de dienstdoende uniformist.
    Maar gaandeweg de rondreis over Sumatra naar Java en met name in mijn voormalige woonplaats Bandoeng was het totaal verdwenen. In Tretes, Soerabaja en op Bali was ik gewoon een toerist net alsof ik in Thailand of Maleisie rondtoerde en mijn ogen uitkeek naar de typisch Aziatische taferelen. Besloot toen dat ik nooit meer terug hoefde want ik had er totaal geen band meer mee.

    Mijn 20 jarige kleinzoon liep vorig jaar stage in Kuala Lumpur en heeft ook geen behoefte gevoeld naar Indonesia te gaan. Wel ging hij naar de Filipijnen. Ik ken nu de reden want hij ging deze maand weer twee weken naar Maleisie. Hij heeft er een Filipijns meisje( Leica) leren kennen..
    Huib

    • Pierre de la Croix schreef:

      Ik ben ook maar één keer terug geweest. In 1981, na 29 jaar en nog wel in het kader van een dienstreis voor mijn toenmalige baas. De emotie maakte zich van mij meester toen ik de aankomsthal van Soekarno-Hatta binnentrad. De geluiden en geuren, vooral die van krètèk, brachten mij thuis.

      De dienstreis duurde 2 dagen, maar ik kon 2 dagen extra vrij nemen om mijn oude hunting grounds te bezoeken. Niet in Semarang helaas, dat was te ver voor die 2 dagen, maar Bandoeng, waar ik in het kader van een “omgangsregeling” tussen mijn gescheiden ouders van 1948 t/m 1950 veel mooie vacanties had doorgebracht.

      Autootje met chauffeur gehuurd en rondgereden, ook naar Tjioemboeloewiet, Lembang (het zwembad), Tangkuban Perahoe, waar ik zo vaak kwam. De Braga ook natuurlijk en Hotel Homan, waar mijn vader wekelijks bridgete. Dan vader’s huis in de Tjitaroemstraat, met zicht op Gedong Saté. De chauffeur van toen kende nog alle Nederlandse (straat)namen (“Nah … di sitoe Sterrenwag”).

      Die twee dagen waren één feest van herkenning voor mij, maar brachten ook een sterk gevoel van heimwee naar vroeger en de mensen van toen. Als ik langer zou zijn gebleven, dan zou ik misschien ook meer de doorsnee toerist zijn geworden. Ieder nadeel hep s’n foordeel.

      Ik ben nooit meer terug geweest. Ik durf(de) niet, indachtig het motto “tidak ada soesah, djangan tjari soesah”. Ik sleep te veel boze herinneringen aan het volk met mij mee, uit roerige dagen. Mijn geboorteland Java en zijn bergen zal ik nooit vergeten. Mijn heimwee gaat daar naar uit. Ik stel mij tevreden met dromen bij de aquarelletjes van bergen en sawahs op mijn “jongenskamer” op zolder, poesaka’s uit het huis mijner moeder.

      By the way …… Vandaag, 28 mei, is het precies 63 jaar geleden dat ik in mijn 14de levensjaar met mijn zusje op de “stoombarkas” stapte (van het SSPV ofwel “Semarangs Stoomboot- en Prauwenveer”) die mij naar het grote schip op de rede zou brengen, de “Zuiderkruis”.

      Jongen op weg naar Europa, Nederland, Den Haag en dan de wereld. Op weg naar een nieuw leven. Op weg naar de vrouw, die hij 7 jaar later zou ontmoeten. Een soort Zeeuws meisje, maar dan uit Duitsland.

      Pak Pierre.

      • Boeroeng schreef:

        Neem nog een neut/sigaar/lemper op deze heuglijke dag, de 28ste mei

        De Zuiderkruis was in 1952 net onder beheer van de Stoomvaart Maatschappij Nederland, gevestigd te Amsterdam.
        Een van de topdirecteuren in die jaren was Jan Aalten Verbaarschott.
        Zijn vader was koetsier bij de familie van Loon te Amsterdam en diens vader was treinconducteur die overleed na een val in de rijdende trein in 1872 . Koningin Sophie zat op de trein. Allemaal in de vervoersector dus

        Een ouwe krant meldt dat de Zuiderkruis enkele uren vertraging had en pas op zondagavond zou arriveren. De ontscheping zou dan maandagochtend zijn.

        Een andere ouwe krant meldt dat een van de passagiers hartpatiënt was . Hij zag zijn broer weer en dat werd hem teveel

      • Pierre de la Croix schreef:

        Dank voor die mooie foto van de “Zuiderkruis”. Met mij aan boord voer zij toen inderdaad onder SMN vlag.

        Ik heb een passagierslijst van die reis gezien. Vreemd genoeg sta ik er niet op. Wel mijn oudere zus van 17. We reisden alleen. Ik had toch niet de status van verstekeling. Die waren er ook, zij moesten hard werken aan dek. Van een oudere Indisch-man die mij steevast “Delakroeks” noemde kregen die stow aways, Indische jongens, wel eens een koud biertje.

        Die Jan Aalten Verbaarschott heeft het dan ver geschopt voor een koetsierszoon. Het rederswereldje van toen was een redelijk gesloten circuit van Nederlands patriciaat en adel, waar je als buitenstaander niet zo maar in doordrong.

        Dank ook voor de krantenknipsels over “mijn” reis. Ik kan mij die vertraagde aankomst niet meer herinneren. Als jong teenager zal ik er niet mee hebben gezeten. Het leven aan boord was spannend en goed en mocht van mij langer duren.

        Dat er een ernstig zieke meevoer had ik wel gehoord, maar zo’n bericht ging bij mij en mijn leeftijdgenoten het ene oor in, het andere uit.

        Drifters, off to see the world,
        There was a lot of world to see ….

        (Moon river)

        Pak Pierre

  5. Stacey Marwegen schreef:

    Wat een herkenbaar stuk ‘Geboortegrond in een fles’ (wel even doorklikken voor het hele verhaal). Weinig verrassingen voor mij in dit verhaal over de herkenning en het gevoel van teruggaan van de 3e generatie Indischen. En weinig verrassingen voor mij ook weer als ik de reacties hierop lees. Wordt het artikel in twijfel getrokken? En waarom is dit? Met name de 2e reactie: …. Maar drang?

    • masrob schreef:

      Nu kan ik me wel iets voorstellen bij het gevoel dingen te herkennen in Indonesië, maar het moet me toch van mijn hart: op vakantie in Indonesië leer je het land slechts kennen als toerist.

      En als toerist loop je rond in je eigen cocon, je eigen perceptie gevormd door een Nederlandse opvoeding. Dat klinkt misschien hard, maar toch is het zo: derde generatie indo’s zijn voor alles Nederlands, spreken Nederlands, denken Nederlands – en bekijken de wereld vanuit Nederlands perspectief. Niets mis mee, maar ik vind het ‘het voelde alsof ik thuis kwam’ na een paar weken in Jakarta-Bandung-Yogya-Bali toch enigszins overtrokken.

  6. P.Lemon schreef:

    Ook met de 3e generatie teruggeweest en in het reisgezelschap bevond zich ook een indische moeder met haar 2 dochters. Bij onze volwassen kinderen kon ik geen speciale gevoelens over het land opmerken. Ze bekeken mens en landschap door toeristische ogen. Een dochter merkte alleen op dat er veel papa-look-a-like’s rondliepen.
    Ongetwijfeld zullen er 3e generatie genoten die zich (zoals in het filmpje) dit wel afvragen maar als je niet met de aziatische cultuur om je heen bent grootgebracht , vormen zij wel de positieve (?) uitzondering.
    cit: “Voelen we ons als derde generatie dan ontheemd, zou dat de keuze van teruggaan verklaren? Zijn we niet 100% senang in Nederland of voelen we een gemis dat we opzoek gaan naar een stukje van de puzzel in Indonesië? Voor velen geldt dat vragen worden beantwoord. Zo herkennen ze in Indonesië gebruiken en trekjes van hun Indische ouders die het beeld compleet maken.” (Geboortegrond in een fles)

    • masrob schreef:

      Hoeveel van die jonge indo’s zullen teleurgesteld van vakantie of roots reis zijn teruggekeerd omdat Indonesië toch heel anders was dan zij zich voorstelden?

  7. Jan A. Somers schreef:

    Mijn kleinkinderen zijn in Indonesië geweest. Waar opa is geboren, in de kerk is gedoopt, in de (restanten) van de Werfstraatgevangenis, gezworven door o.a. Surabaya. Waar (over)oma is geboren, Sumber Pakel, ver in de bush van Lumajang. Overal met mensen gesproken, zelfs in rudimentair bahasa, speciaal daarvoor geleerd. Ze hebben een prachtreis gehad, trein, bus, taxi, bromfiets, lopen. Maar roots? Drang? Genetisch bepaald? Teruggaan (zoals ik dat zelf beleef)? Gevoel?

    • Pierre de la Croix schreef:

      Ik heb geen kinderen en dus ook geen kleinkinderen. Ken wel binnen de familie en kennissenkring nogal wat mensen (m/v) met Indische roots, van de 2de en 3de generatie die, gegeven hun leeftijd, mijn kinderen en kleinkinderen zouden kunnen zijn.

      Van diegenen onder hen die het land-pan-erkoms hunner (groot) ouders hebben bezocht verhaalt slechts een minderheid daar een soort “déja vu” ervaring te hebben gehad, een bijzonder gevoel van herkenning en verbondenheid.

      Ik ken daarentegen ook 2 ras totoks, voor zover ook zij kunnen nagaan geheel vrij van Indische genen, die Indonesia als toerist bezochten en er het sterke gevoel kregen daar eerder te zijn geweest. Beiden zijn bereisd, hebben andere landen in de tropen bezocht, maar er nooit meteen het gevoel gekregen “thuis” te zijn gekomen.

      Genen zeggen dus ook niet alles.

      Pak Pierre

      • Jan A. Somers schreef:

        “als toerist bezochten en er het sterke gevoel kregen daar eerder te zijn geweest” Bij onze eerste reis keek ik steeds goed naar mijn Zeeuws meisje. Zij liep daar rond alsof ze er altijd had gewoond! Met de ellende dat ze steeds haar pas geleerde woordjes bahasa wilde gebruiken, met als resultaat werd een heel verhaal over haar uitgestort.

Laat een reactie achter op P.Lemon Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *