In familiearchieven sluimeren vaak onvermoede schatten. Onlangs kwam een zeldzaam kleinood aan het licht, een familieportret uit Batavia, uit het midden van de negentiende eeuw. Op het verzilverde koperplaatje schemeren de gestalten en gezichten van een echtpaar en drie kinderen.
Uit Nederlands-Indië zijn nauwelijks daguerreotypieportretten bekend, omdat deze vroege foto’s het warme, vochtige klimaat slecht verdroegen. Extra bijzonder is de samenstelling van het afgebeelde gezin: de vader Nederlands, de moeder vermoedelijk Javaans-Chinees en hun drie kinderen Euraziatisch. Dit is de oudst bekende afbeelding van een ‘gemengd’ gezin in de toenmalige kolonie Stadsarchief Amsterdam
Citaat stadarchief:
” Huwelijken tussen Nederlandse mannen en hun njai waren in deze tijd nog heel ongebruikelijk. Thomas was de uitzondering: al na de geboorte van hun eerste kind wilde hij trouwen, maar de brief die hij hierover aan zijn vader in Amsterdam schreef was door een van zijn broers achtergehouden. De standsbewuste familie in Nederland wees het idee van een niet-Europese vrouw als levensgezel onverbiddelijk af ”
Wat verstond men ca 1850 onder Njai?
Was Louisa Wilhelmina Thomass een Njai ?
Ze was christelijk gedoopt, haar geboorte werd aangegeven bij de europesche burgerlijke stand. Haar grootvader Christoffel Thomass, geb ca 1767 was koster in Batavia.
Ook haar ouders hadden geen Javaanse of Chinese naam.( Willem Christoffel Thomass en Engeltina Dianira Louis)
Was ze dan eerder indo-europeaan te noemen. Van Javaanse, en/of Mardijkse en Chinese komaf ?
Boeroeng, Het is niet wat verstond men ca 1850 onder njai, maar juist wat verstaat de auteur Anneke v Veen onder Njai. Zij neemt veel dingen gewoon aan.
Maar zelfs als louisa Whilmina Thomass een Indo-Europeaan was (lijkt mij ook) kan ze nog steeds een njai zijn. Het is al heel duidelijk dat zij zijn concubine was maar dan neem ik niet automatisch aan dat hij eerst haar werkgever was of een minderjarige,inheems, etc. Het kan simpel van alles zijn. Alsof er geen ander situatie mogelijk is.
Net als de boeken van Dido Michelsen waarin concubinaat allleen is voorbehouden voor de Hollander en de concubines alleen inheemse vrouwen zijn.
Tragisch verhaal. Blijkbaar overleed de vader van Thomas in 1855 dus daarmee heeft hij het ook nooit kunnen goedmaken. Ik vraag me toch af wat er met de jonge dochters na zijn zelfdoding gebeurd is.
Het lijkt me wel een beetje twaalf stielen en dertien ongelukken situatie maar het blijft giswerk. Dit orgel uit palissander was onderdeel van zijn inboedel en werd kort na zijn dood openbaar verkocht:
Bernadette S. zegt 17 december 2022 om 04:14: “Dit orgel uit palissander was onderdeel van zijn inboedel en werd kort na zijn dood openbaar verkocht”.
Dat doet mij denken aan iemand die mij ooit zei dat je een gereformeerde gemakkelijk kon herkennen aan “10 kinderen en een orgeltje in de woonkamer”.
Van daar een gedachtensprongetje naar het citaat uit het stadsarchief, van Boeroeng: ”Huwelijken tussen Nederlandse mannen en hun njai waren in deze tijd nog heel ongebruikelijk. Thomas was de uitzondering: al na de geboorte van hun eerste kind wilde hij trouwen ………”.
“Thomas was de uitzondering ….”. Mogelijk was Thomas gereformeerd en wilde hij uit hoofde van zijn geloof niet langer in zonde voortleven met zijn “njai”, die hij misschien ook écht lief had.
Just my 2 gobangs.
Pak Pierre
De dochters huwden te Java. Ik neem aan dat ze daar bleven wonen
Er waren meer huwelijken van Europeanen en Indonesische vrouwen ca 1855
Zoals Hans Boers meldde op zijn Toontje Poland-pagina
https://www.imexbo.nl/toontje-poland-1.html
“….Toon was in Indië vader van totaal 22 kinderen, die hij bij zijn vaste Javaanse Niyai Fien had en met wie hij uiteindelijk in 1855 huwde, uit erkentelijkheid jegens haar trouw aan hem in al die jaren en om haar te verzekeren van een weduwen pensioen, mocht hij eerder het aardse leven verlaten…”
Maar mijn voorouders Jacob Krab en Sariah huwden weer niet in die periode van 1855
https://indisch4ever.nu/2018/10/28/indisch-in-beeld-221/ Waarom niet?
Ze bleven ca 50 jaar samen. Dus Sariah werd niet gedumpt na gebruik, wat ook te veel wel gebeurde.
terzijde:
Een achterkleinzoon van Poland en Fifina was Gerrit Niggebrugge
Zijn dochter Ivonne huwde in 1940 Jan Boon (Tjalie Robinson), van hen kinderen
Kleine correctie c.q. aanvulling op bovenstaand:
De door Boeroeng geplaatste link over Toontje naar mijn website http://www.imexbo.nl komt te vervallen per 7 april 2023. (De hele website trouwens)
Daarentegen heb ik al een paar maanden de nieuwe website http://www.imexbo.site waar het verhaal van Toontje en Fien gelezen kan worden en dat is: https://www.imexbo.site/diverse-verhalen/theodorus-toontje-poland-de-lt-kol-tlr-met-zijn-eigen-barisan-madoera/ Deze website blijft voorlopig nog een groot aantal jaren in de lucht, ook al is deze in de verre verte gerelateerde (via familie Johan/Poland) wellicht al aan het spelen in de tropische hemelse klappertuin en – indien geserveerd – onder het genot van een bord soto Madura? (Verre gerelateerde? Jawel: Toontje en Fien hadden een dochter Theodora Wilhelmina Poland die huwde met Hendrik Johan (Armeense vader Lazar Ohanian gehuwd met Johanna Charlotte Schalk)
Een aanvulling op het feit, dat Toontje alsnog huwde met Fien om haar verzekerd te laten zijn van een pensioen na zijn verscheiden….
En dat pensioen werd haar na het verscheiden van Toontje heel grotesk en zonder scrupules door de legerleiding/-administratie geweigerd. Vrienden van Toontje en overige bekenden hebben toen via “crowdfunding” een bedrag bij elkaar weten te schrapen, waardoor Fientje in staat was om een soort hotel/pension te openen en daaruit haar inkomsten te halen.
Veel dank Hans,
Om de nieuwe adressen door te geven hier.
Een idee straks de nieuwe site aan te geven bij Google ?
Hans Boers zegt 17 december 2022 om 14:57: “Een aanvulling op het feit, dat Toontje alsnog huwde met Fien om haar verzekerd te laten zijn van een pensioen na zijn verscheiden…. En dat pensioen werd haar na het verscheiden van Toontje heel grotesk en zonder scrupules door de legerleiding/-administratie geweigerd”.
Tja Pak Hans …. daar in Indië geschiedde natuurlijk heel veel onrecht.
Maar …. in een vorig leven heb ik ook veel te maken gehad met pensioenen en statuten en reglementen van pensioenfondsen voor werknemers (je weet wel, de goeie ouwe tijd, waar een iegelijk werkte voor een baas en de baas zorgde voor een levenslange aanvullende oudendags- en nabestaandenvoorziening.
Met betrekking tot een nabestaandenvoorziening, in mijn tijd doorgaans nog “weduwenpesioen” geheten, was in menig reglement opgenomen dat van nabestaanden/weduwenpensioen was uitgesloten die gene die “in extremis” met de overleden pensioengerechtigde was gehuwd.
Ik weet het niet precies, maar als ik je verhaal zo lees heeft het er alle schijn van dat Toontje “in extremis”, dus (nagenoeg) op zijn sterfbed, zijn Fientje huwde.
Dan kijkt een plichtsgetrouwe KNIL administrateur in het reglement en zegt na aandachtige lezing: “Waaah tjilaka, tidak bisa” en meldt zijn bevinding aan zijn commandant.
Pak Pierre
Ik heb in de familie een voormoeder met de naam Thomas, ook wel geschreven als Thomasz, Zij was een nazaat van slavenkinderen van de VOC. Hun adoptie-akten zijn te vinden in het VOC archief. Slaven/slavinnen en hun nazaten konden in die tijd opklimmen in de Indische maatschappij. Deze voormoeder had een gelukkig huwelijk met mijn bet-overgrootvader.
Susette (of Suzette) Eugenie Thomas (1843-1914) was een nazaat van adoptiefkinderen, oftewel een nazaat van de onechte kinderen van de Compagnie. Haar vader (Johannes of Jacob Albertus Thomas) was de zoon van de slavin Rampe van Bougis (of Boegies). Haar moeder (Petronella Francina Dat) was de dochter van de slavin Victoire van Kasiol (of Kasiot). De Europese vaders waren VOC-dienaren (of afkomstig daarvan).
De oma van Susette Eugenie Thomas was Maria Teisseire (geb. Ligore 1740/1741, overl. te Batavia 1814), de – oudere – zuster van de ambitieuze Indo-Europeaan Andries Teisseire. Dit laat zien, dat slavinnen en hun nazaten tot in de hogere regionen van de oude Indische maatschappij konden komen. De familie Teisseire staat in Indië bekend als grootgrondbezitter van landgoederen in de Bataviasche Ommelanden (landhuizen, veestallen, peper- en suikerplantages) en bezitter/eigenaar van bedrijven. Ook bekleedde deze familie hogere functies in de koloniale Indische samenleving. De familie woonde in – Indische – grandeur op de landerijen.
ellen zegt 17 december 2022 om 11:57: “Dit laat zien, dat slavinnen en hun nazaten tot in de hogere regionen van de oude Indische maatschappij konden komen”.
En in algemene zin ook, dat er niet altijd ondoordringbare waterdichte schotten tussen de klassen en kleuren in die maatschappij bestonden, wat zo vaak wordt beweerd, ook op deze site. .
De grootvader van Louisa Thomass was Christoffel Thomass, geboren ca 1767 en in 1833 wonend in de Portugese Buitenkerk te Batavia, waar hij koster was.
Deze kerk was vanouds een kerk van Mardijkers en heet nu Gereja Sion.
@ mevr. Ellen, wellicht kan deze informatie U verder helpen.
Volgens de Regeringsalmanak van Nederlands-Indie trouwde ene Maria Eliza Teisseire in 1819 in Batavia met ene Marten Rudolph. Deze Maria Eliza Rudolph geboren Teisseire overleed op 16/02/1849 in Batavia
Verder lees Ik in de Regeringsalmanak dat ene Johannes Albertus Thomas in 1828 in Batavia trouwde met ene Petronella Francina Dat. Ook in de Regeringsalmanak staat dat deze Johannes Albertus Thomas overleed op 15-04-1859 in Batavia.
Susette Eugenie Thomas:
opmerkelijk is wel dat datum van de geboorte van ene Susette Eugenie Thomas in de Regeringsalmanak is aangegeven als 8-02-1847 i.t.t. tot wat mevr. Ellen opgeeft. Dat is het verifïeren waard!
De Regeringsalmanak gaat verder: Susette Eugenie Thomas trouwde op 09-08-1862 in Batavia met Leonard Bouwe Cornelis van Rooijen
Als de voorouders van mevr. Ellen van het christelijk geloof waren, dan verwacht ik een bevestiging van bovenstaande data kan worden gevonden in kerkelijke registers. Toevallig ken ik iemand die bezig is kerkelijke registers van geboorte, huwelijk en overlijden uit het voormalig Nederlands-Indie vast te leggen, hij is/was in Indonesie, zelfs in Jakarta. Als U meer informatie nodig hebt, dan kan ik U met hem in contact brengen.
Wat de sociale mobiliteit van Slaven/slavinnen en hun nazaten, ben ik juist bezig gegevens te verzamelen over het fenomeen van de sociale mobiliteit van deze slavinnen en hun nazaten in Nederlands-Indie , de laatsten waren in wezen Indo-Europeanen. Op basis van enkele variabelen is Sociale Mobiliteit te meten. Zoals o.a. Jean Gelman Taylor in haar boek “Smeltkroes Batavia Europeanen en Euraziaten in de Nederlandse vestigingen in Azie beschrijft beperkte de sociale mobiliteit van deze groep in het voormalig Nederlands-Indie tot de 19de eeuw. In de 20ste eeuw veranderde dat. Kan best een aardige kwantitatief verhaal worden!
Toevallig ken ik iemand die bezig is kerkelijke registers van geboorte, huwelijk en overlijden uit het voormalig Nederlands-Indie vast te leggen, hij is/was in Indonesie, zelfs in Jakarta.
Dat wordt een hele klus als HEEL voormalig Ned.Indië wordt bedoeld…. want veel registers e.d. zijn of vernietigd / verbrand / verdonkeremaand of door de witte mierten opgevroten. Succes voor diegene, die u kent, met deze toer…..
mierten is mieren. Excuses voor type fout
Tja ….. de nachtmerrie voor de serieuze kwantitatieve vorser: Een incomplete puzzel. Ook de rajaps op 2 poten zullen hier en daar in en rond kerken hun vernietigende werk hebben gedaan.
Overigens: “mierten” kan toch ook de verleden tijd van “mieren” zijn?
@ Augias. Het is weliswaar een Sysyfusarbeid maar door zulke mensen, die door hun inzet en doorzettingsvermogen respect afdwingen, wordt ons geschiedkundig inzicht met sprongen vergroot.
Ik ga verder met Petronella Francina Dat. Zij overleed op 11-04-1897 te Meester Cornelis (Batavia) . Op zich niks vreemd, maar zij trad wel in 1828 in het huwelijk, 69 jaar voor haar overlijden. Als het de één en dezelfde persoon was geweest dan zou ze erg oud zijn geworden, toch opmerkelijk voor die periode. Dit vraagt nadere toetsing door te zoeken naar een document waarop ook de ouders van haar zijn vermeld.
Dit was mijn intermezzo, ik ga verder met mijn eigen pseudo-wetenschappelijk onderzoek
Dank, heer v.d. Broek voor uw opmerkingen. Ik heb samen met een paar neven en nichten met voornamelijk online contact, iets uitgezocht over onze familie. De een kwam met dit, de ander met dat, ook v,w,b, archiefwerk. Soms kwamen data inderdaad niet overeen. Zo heb ik bij mijn voorouder Susette Eugenie Thomas de datum van haar grafschrift genomen. Bij de families Dat en Teisseire vermoeden wij dat zij Hugenoten waren, gevlucht vanuit Z. Frankrijk naar de Noordelijke Nederlanden. Als chirurgijn gingen zij met de VOC naar Indie. De dochter van Teisseire (Maria Teisseire) huwde in Batavia met de chirurgijn Dat, die in Batavia broodbakker werd. Teisseire is arts gebleven. Beiden hadden relaties met lokale vrouwen, waaronder ook slavinnen. Slavenkinderen werden vervolgens geadopteerd, Dit werd nauwkeurig bijgehouden door de VOC, die er controle op hield.
De Europese (Fransman) vader van de moeder van Susette had de naam Dat (Petronella Francina Dat). De Nederlandse vader van de vader van Susette was Abraham Julius Thomas. Ingeval de Oost-Indische adoptie ging het meestal niet om de aanneming van een vreemd kind, maar om de adoptie van een kind door zijn Europese verwekker. Het kind kon dan ook christelijk gedoopt worden. Geen doop zonder notariële adoptieakte. Op grond hiervan mochten christelijke lijfeigenen niet meer worden verkocht of “op een andere wijze vervreemd”. Ze mochten alleen nog vrijgelaten worden. “Het is inderdaad zeer waarschijnlijk dat veel Europeanen de adoptie hebben gebruikt om aan eigen buiten huwelijk, meestal bij eene niet-Europeesche vrouw, verwekte – en dus enkel in rechtskundigen zin ‘vreemde’- kinderen, een staat te bezorgen. Bovendien verschafte de adoptie de gehuwde Europeaan ‘het middel, om zonder stoornis van den huwelijksband de gevolgen eener onwettige verbintenis goed te maken.” Susette Eugenie Thomas was zo’n nazaat van adoptiefkinderen.
citaat mevr. Ellen: Geen doop zonder notariële adoptieakte?
Bij katholieken speelde adoptie geen rol. Kinderen uit een gemengde verbintenis moesten volgens de Katholieke Leer van het vagevuur gered en gedoopt worden. Bij de doop werd de vader erkend en Meneer pastoor liet de twee netjes trouwen.
Bij de verfoeide protestant-christenen was er sprake van een huisgemaakt moreel probleem: al dan niet erkennen van het kind. Om rechtskracht te hebben moest het kind dan wel volgens een notariële akte erkend worden? De hypocrisie en dubbele moraal bij de totoks vierde hoogtij.
Wat de (juridische) positie van de Inlandse vrouw was werd pas in 1854 op een geheel Nederlands-Indische manier geregeld. In art. 109 RR werd de bevolking van Nederlands-Indië verdeeld in twee hoofdgroepen, de Europeanen en de Inlanders. Daarnaast had elke groep een subgroep die werd aangeduid als ‘de met hen Gelijkgestelden’.
Het onderscheid in de wet tussen de twee hoofdgroepen berustte tot 1920 op ras en op geloof. Er kan dus van “Apartheid” gesproken worden
Europeanen en Inlanders waren, tezamen met hun subgroep, ieder aan een afzonderlijk rechtssysteem onderworpen, m.a.w. zij hadden een van elkaar afwijkende rechtspositie, een ander ‘geheel van mogen en
moeten’. Het mogen was veelal voorbehouden aan Europeanen, het moeten aan de Inlanders.
Zie ook https://igv.nl/het-vroegste-portret-van-een-euraziatisch-gezin-wie-is-de-afgebeelde-vrouw/
Veel dank Maarten voor het artikel en de link hier wegzetten.
Ik had ook al mijn bedenkingen over het woord ‘njay’ voor Louisa.
Gezien de naamgevingen van haar ouders (Thomass en Louis hadden een patroniemoorsprong? Veel voorkomend in Mardijkerkringen) en dat haar grootvader koster was van de Portugese Buitenkerk, denk ik aan een Mardijker-afkomst, al dan niet ook van Chinese of indo-europese voorouders.
De christelijke doop van Louisa in een bronnenpublikatie van de Indische Genealogische Vereniging
De doopgetuige Christoffel Thomass moet haar grootvader geweest zijn die in 1833 66 jaar was, als koster werkzaam en wonend in de Buitenkerk te Batavia. (=Portugeese Buitenkerk=Maleise Kerk)
Zie onder:
Mooie vondst, de familie Thomass bewoog zich zeker in Mardijerkringen. Antonijs / Antonijsz is een klassieke Mardijkers-achternaam bij de doop gegeven (in de VOC tijd mocht dat kennelijk), het zou kunnen dat Thomass oorspronkelijk Thomasz was, en ook een doop-achternaam.
Je kunt niet zeggen dat zij geen concubine is geweest. Zij leefden ongehuwd, had heel vroeg kinderen( hij dacht aan trouwen pas na eerste geboorte van zijn kind) trouwde 10 jaar later na zijn eerste kind.
Dat haar positie anders was dan een inheemse of Aziatische daar heeft Maarten gelijk in. In het artikel is ook te lezen dat haar moeder een klein pensioen had, dat zegt ook al wat van haar afkomst. Maar ze valt onder de concubinaatschap.
Maarten, er zijjn er wel meer njais of relaties met Chinese vrouwen dan saf ent oe een Chinees.Ook andere Aziatische vrouwen zoals Japans.
Dat klopt helemaal, ze was een concubine in de zin van ongehuwd samenwonende en met kinderen voor het huwelijk. Maar het woord concubine betekent in het Nederlands iets meer dan dat en ik weet niet of je die andere connotaties allemaal op haar moet betrekken. Overigens was zij niet jong, voor die tijd, bij haar eerste kind, ongeveer 23 jaar. Njais waren vaak schrikbarend jong bij hun eerste kind, 13 of 14 jaar was geen uitzondering. Goed dat je “af en toe” nuanceert, heb ik eerlijk gezegd geen getallen bij.
Als Louisa Wilhelmina Thomass een Njai zou zijn geweest dan was het wel een zeer geleerde Njai. Zij kon niet alleen lezen en schrijvens maar had ook verstand van Duitse grammatica. Dat blijkt wel hoe zij haar naam schreef op haar trouwakte. Zij ondertekende met L.W. Thomaß, de laatste letter van haar naam schreef ze met de zgn Ringel-es., want zij Wist dat in het Duitse schrift na een lange klinkere een Ringel-es wordt gebruikt. Let wel zij trouwde in 1856, voorwaar een intelligente vrouw met een gedegen Indo-opvoeding.
Maar hoe verging de kinderen uit zo’n gemengdeverbintenis. Zij waren eigenlijk eerste generatie Indo-Europeanen. Hoe trouwden Indo-Europeanen in die tijd, met totoks, met andere Indo-Europeanen of met Inlanders?
Daarentegen leidden totoks hun liederlijk en amoreel leven, door het verwekken van kinderen en die niet te erkennen, erger nog totoks vertrokken met de Noorderzon naar hun land van Herkomst . Hun kinderen en de achtergelaten moeder verpauperden, geraakten aan lager wal en eindigden veelal in de kampong. Zo werd het pauperdom gecreeerd, huisgemaakt. Het doet lachwekkend aan dat dit pauper-probleem net in het begin van de Ethische politiek naar buiten kwam!
Er is werk voor pseudo-wetenschappelijk en kwantitatief onderzoek.
Meneer VdenBroek, u vraag zich af of Indo-Europeanen met totoks, andere Indo-Eoruopeanen of met inlanders trouwden. Ook heeft u vaak over de verbintenis tussen Europeaan en inheems. Het valt mij heel erg op dat u met geen ene woord heeft over Indo-Europeanen en Europeanen met Chinese of Japanse vrouwen of zelfs wat anders. Net als de discussie over Indisch eten geen woord over Oost Aziatisch invloeden. De mensen die enige kennis hebben of leuk vinden om te verdiepen if onderzoek doen over Indie, zullen niet ontkennen dat er relaties of zelfs huwelijken tussen Indo-Europeanen/Europeanen en Oost Aziatische vrouwen waren. Al wordt dat tegenwoordig gebagatelliseerd maar dat doet u ze;lfs niet eens.
U heeft ook over totoks die amoreel zijn door kinderen te verwekken en niet te erkennen. Alsof dat alleen is voorbehouden voor de totoks of de Europeaan.
U kijk op Indie is te rechtlijnig.
Quote [Alsof dat alleen is voorbehouden voor de totoks of de Europeaan.]
Inderdaad, het aantal rijke oudere Chinese mannen met een lokale ‘aanhoudster’ hier, is altijd zeer groot geweest. De dames krijgen een appartement met een wagen o.i.d. en leven een redelijk luxueus leven.
Ik zou aan uw quote nog willen toevoegen: “en alsof het alleen in het verleden voorkwam” omdat het iets is van alle tijden.
Zie bijvoorbeeld een Jessica Iskander, die een zoon kreeg met een Europeaan uit een adellijk geslacht die voor Google werkt(e). Het kwam niet tot een huwelijk (o.a. door druk van de familie) en ‘cold feet’. De geschiedenis blijft zich herhalen.
http://royalmusingsblogspotcom.blogspot.com/2015/03/jessica-iskandar-no-plans-to-take-baby.html
Tegenwoordig woont zij op Bali en is daar met een Indo (van Nederlandse afkomst) gehuwd.
Iets wat ook wel vermeld mag worden, is dat een kind dat tegenwoordig in Indonesië wordt geboren, nog steeds niet de naam van de vader op de geboorteakte krijgt ALS DE OUDERS NIET GEHUWD ZIJN. Dit wordt dus leeggelaten want dit is wettelijk zo vastgelegd. En voor niet ‘selebriti’ is het een schande en kan dat later in het leven een zeer groot probleem worden. De nieuw aangenomen wet zal dit alleen maar verergeren.
@Noordin: “Alsof dat alleen is voorbehouden voor de totoks of de Europeaan”.
uit onverdachte bron:
The previous policy of recruiting only unmarried workers was also in effect for the European staff. Recruiting Europeans along with their families would increase the cost of production, because the management would have to prepare facilities such as housing and schools as well as provide the costs of family returns to Europe for vacation. Stoler, in her study on East Sumatran plantations, showed that this would greatly increase the cost. Thus marriage was prohibited to all incoming European plantation employees. As a result many European employees took Javanese women as concubines (nyai).
Dit laatste werd ook wel bed-bediende of in het Engels bed-servant genoemd. Die Europeanen hadden in de gordel van smaragd gevoel voor humor. Hadden ze maar een kuisheidsgordel van smaragd aangehouden en d sleutel in het Moederland achtergelaten, dan was het hele Indo probleem helemaal niet geboren, letterlijk en figuurlijk bedoeld.
Dit gold voor plantage medewerkers uit Europa, maar ik kan mij herinneren dat dat voor veel Europeanen op Java gold, die bij de handelshuizen en plantages werkzaam waren , een soort company policy. Dus mijn bewering heeft wel enig fundament en dat ben ik ook aan het kwantificeren.
Ik verwacht van U nog steeds een kwantitatieve onderbouwing van Uw bewering of althans een logisch klinkende (consistente) verklaring. .
Het zijn veel vragen die Noordin stelt.
1) de vraag die ik mezelf stelt, houdt in dat ik al gegevens in het bijzonder over de Nederlands-Indische in de de 19de eeuw verzamel . Ook de burgerlijke Stand werd in Nederlands-Indie ingevoerd en dat betekent dat er eindelijk een gestandaardiseerd registratiesysteem ontstond, dat vergemakkelijkt mijn gezoek,U weet registreren=meten is Weten.
2) Ik heb het weliswaar niet over Indo-Europeanen, maar dat betekent natuurlijk niet dat zij geen onderwerp van studie zijn, in tegendeel. Wat die Oost-Aziatische invloeden betreft, spreek ik uit ervaring. Het kwam zelf bij mijn familie in de 19de eeuw voor. ik waag het nog niet een uitspraak daarover te maken of anders in beschrijvende, niet-kwantitatieve termen.
3) Ik heb voor de aardigheid de huwelijksleeftijd van “njais” vergeleken met de huwelijksleeftijd van andere bevolkingsgroepen, Europeanen en Indo-Europeanen. Natuurlijk niet representatief. Als ik daarover een uitspraak doe, krijgen anderen zeker hun gelijk dat ik me bezig hou met pseudo-wetenschap .
4) Of bepaalde totoks amoreel, of immoreel waren in d e19de eeuw blijkt wel uit de paupernota of het boek “de paupers”van Victor Ido, allebei omstreeks de Eeuwwisseling . Over paupers en hun problemen bestaan best interessante cijfers. Deze paupers, Indo-Europeanen, verdwenen op een gegeven moment uit beeld omdat ze niet meer geregistreerd werden i.c. ze telden als niet-Europeanen niet meer mee, ze werden gewoonweg Inlanders. Ze konden juridisch als Inlander gelijkstelling aanvragen. Op zo’n manier krijgt de Rangen- en Standenmaatschappij in Nederlands-Indie een vorm, niet al te positief als ik dat meet naar kwantitatieve maatstaven van Gelijkheid en Gerechtigheid.
Noordin heeft een minder rechtlijnige blik op het koloniale gebeuren in de 19de eeuw. Blijkbaar heeft hij betere en nauwkeuriger cijfers, welke mijn rechtlijnigheid weerspreken. Ik ben benieuwd naar de kwantitatieve onderbouwing van zijn beweringen.
Volkomen handelingsbekwaam in Europa waren vrouwen die ongehuwd samenwoonden (hokken) met een man. Getrouwde vrouwen waren echter handelingsonbekwaam. Zij mochten geen rechtmatige handelingen verrichten zonder de toestemming van de echtgenoot. Getrouwde vrouwen werden pas weer handelingsbekwaam wanneer zij weduwe werden of gescheiden waren. . Pas in 1956 veranderden de Europese wetten. Tot die tijd was de handelingsonbekwaamheid van de getrouwde vrouw bij wet vastgelegd.
https://www.trouw.nl/nieuws/zelfs-rechteloze-vrouw-had-veel-te-zeggen~b26049dc/
@ De situatie van de inlandse vrouw in Nederlands-Indie kan niet vergeleken worden met die in Nederland in de 19de en aan het begin van de 20ste eeuw. Een vergelijking gaat scheef want niet alleen de omstandigheden maar ook normen en waarden waren in het voormalig Nederlands-Indie totaal anders.
Erman Erwiza, een wetenschapper van Indonesische afkomst en vrouw, zegt in “Hidden Histories: Gender, Family And Community In The Ombilin Coalmines (1892-1965)” zinnige dingen over de rol van de Inlandse vrouw.
“(female) Labourers cannot be regarded as PASSIVE subjects, simply as objects of shifts in colonial policy. (female) Workers respond to changes in recruitment policy as well as to attitudes of family formation, often using the family as a means to ensure survival and for enhancing political alliances”
Het begrip “female worker” kan ook van toepassing zijn op de njai die in het algemeen simpelweg beschouwd wordt als de concubine, de “bed-servant” van de Europese , dwz blanke Nederlandse man. Een machtsrelatie in een koloniale maatschappij gekenmerkt door ongelijkheid en onrechtvaardigheid.
Rob Nieuwenhuys kan wel beweren dat “de inlandse huishoudster aan de wieg stond van alle Indische families” maar dan hij doet hij geen recht aan de sociaal-economische positie van de inlandse vrouw en bij nadere studie doorgetrokken worden naar de Indo-europese vrouw, zie Jean Gelman Taylor “smeltkroes Batavia, Europeanen en Euraziaten in de Nederlandse vestigingen in Azie”.
Rob Nieuwenhuys had toch wat meer koloniale kennis in zijn verhaal kunnen vervlechten.
Ondanks of dankzij het boek van Reggie Baay mag ook de rol van de Njai als “oermoeder” en Indo-Europese vrouw in de 19de eeuw gedekoloniseerd worden .