Hans Hoorn uit Bandoeng (1928-2009)

Mail:
Beste, Graag zou ik de volgende oproep willen plaatsen op de site:
Mijn grootouders zijn altijd zwijgzaam geweest over het verleden en waren gestorven toen ik nog te jong was om hiermee bezig te zijn. Omdat ze dus zo zwijgzaam waren, wisten hun kinderen (mijn vader, ooms en tantes) mij ook niets te vertellen. Omdat ik meer over mijn roots en mijn grootouders wil weten, ben ik in 2013 begonnen met een stamboomonderzoek. In het verleden hebben al veel mensen mij via dit platform kunnen helpen met het ontrafelen van het verleden van mijn oma. Nu heb ik wat vragen over mijn opa, ik hoop opnieuw dat mensen mij weer kunnen helpen.

Recent heb ik brieven van mijn opa Johan (Hans) Christiaan Hoorn (24 augustus 1928 Bandung – 30 maart 2009 Roosendaal) gevonden waarin hij zijn tijd in Nederlands-Indië beschrijft rond de Tweede Wereldoorlog. In de brief staan een aantal details waar ik nog vragen over heb, ik hoop dat iemand mij kan helpen.

Hij schrijft dat in (of wellicht rond) het jaar 1938 een dodelijke epidemie was uitgebroken in Bandung en dat hij en zijn zusje getroffen werden door deze ziekte. Zijn zusje overleefde het niet, hij wel. De stad was destijds totaal geïsoleerd van de buitenwereld. Na het zoeken op het internet kan ik niet vinden over welke ziekte dit ging. Hebben meer mensen hierover gehoord en/of weten jullie misschien over welke ziekte mijn opa sprak? Hij was toen uiteraard nog maar 10 jaar oud, de gebeurtenissen kan hij als een kind misschien vergroot hebben.

In de Tweede Wereldoorlog heeft hij en zijn familie onderdak gevonden bij een Zwitserse familie Flaks, waarschijnlijk was dit aan de Vesthofweg 24 te Bandung. De heer Flaks was een chemicus bij de BPM en werd vanwege zijn nationaliteit door de Japanners ontzien als er razzia’s gehouden werden. De familie Flaks was vrij snel na de Japanse capitulatie vertrokken. Weet iemand of kent iemand deze familie Flaks waar mijn opa over spreekt?

Mijn opa zegt dat hij bij een groep hoorde die zich ‘Belanda Gila’ noemde. Deze groep was ca. 80-90 man groot en bestond voornamelijk uit jongens die uit de kampen kwamen en ik citeer ‘het als hun plicht beschouwden om de burgers tegen de moordende en plunderende pemoeda’s te beschermen’. Later sloten steeds meer Ambonezen en KNIL militairen aan en werd de groep meer omgevormd toe een geregeld bataljon genaamd ‘Anjin Nica’ . Mijn opa schrijft dat ze rode dassen en emblemen droegen met een bloedrode hondenkop.

Hij noemt de volgende namen die bij deze groep (toen nog Belanda Gila) hoorde:
Ingenegre Freiburg, Luyke Roskott, Landau, Alting Sieberg (wellicht 2 broers) Juliën en Smit. Ook zijn vader Theodoor Hoorn en diens broer Willem Hoorn, sloten zich aan. Volgens mijn opa nam zijn vader een leidinggevende rol aan binnen de groep.

Weet iemand wellicht meer over de groep ‘Belanda Gila’ en/of Anjin Nica en wie de mannen zijn die er in de brief genoemd worden?

Ik hoor graag van jullie. Groetjes, Daniëlle Hoorn

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

14 Responses to Hans Hoorn uit Bandoeng (1928-2009)

  1. Sally Stekkinger schreef:

    Hallo Hans ik stuitte op dit bericht van jou ik ben nl. De dochter van e.c.e Amade zou het leuk vinden iets verder met jou hierover te hebben.
    Mijn vader was bij de Anjing Nica en heeft het embleem ontworpen

  2. Mister Bule schreef:

    In de jaren 30 waren er een flink aantal epidemieën op Java actief. Malaria was een biggie maar ook de pest kwam nog wel voor. (Vlooien en ratten zijn geen goede combinatie.) Natuurlijk werd een grote stad als Bandung er ook door getroffen. Ook waren er redelijk wat epidemieën die het vee troffen, vaak met bloedvergiftiging.

  3. jean7007 schreef:

    Beste,
    er was in Bandoeng een ingenieurs bureau genaamd IBIV de afkorting van (I)genieurs (B)ureau (I)ngenegeren en (V)rijburg. Ir. G.S. Vrijburg was compagnon van deze onderneming en architect. Tijdens de mobilisatie werd Vrijburg waarnemer – vlieger bij de KNIL Militaire Luchtmacht ML. Na de oorlog werkte Vrijburg bij de RAPWI en als contact persoon bij de Indian Ghurka’s 37 Div. Ik vermoed dat met ‘Ingenegeren Freiburg’ in de brief deze ir. G.S. Vrijburg compagnon van Ingenegeren Vrijburg waarnemer – vlieger ML wordt bedoeld. Interessant materiaal die brief, wat staat er nog meer in over deze gebeurtenissen? Jean

    • Danielle Hoorn schreef:

      Hallo Jean,

      Bedankt voor je reactie. Het zou inderdaad goed kunnen. Deze brief is namelijk niet door mijn opa geschreven, maar door iemand anders aan wie mijn opa zijn verhaal heeft gedaan. Er is veel genoteerd op basis van gehoor. Daarnaast is het duidelijk dat mijn opa emotioneel werd tijdens het gesprek, omdat het gesprek op een andere datum hervat moest worden. Ik kan mij voorstellen dat mijn opa niet alles meer helder had (waaronder evt. namen) toen hij dit vertelde. Hij was tijdens de gebeurtenissen ongeveer 17 jaar.

      Hij verteld o.a. nog over een bioscoop in Bandung genaamd Tivoli. In die tijd hing er boven dit pand de tekst ‘Openbaar slachthuis van Europeanen en Chinezen’. Hij verteld dingen over wat hij toen o.a. heeft gezien zoals lichamen aan spekhaken, mensen die aan baboeroentjings geregen waren, zwangere vrouwen met opengereten buiken. Tevens verteld hi het volgende over Engelse troepen daar; “De Engelsen, vooral de Brits-Indiërs en de Schotten, waren net beesten; die schoten alles kapot en ruilden zelfs hun wapens voor vrouwen. Alleen de Gurkha’s waren goede, gedisciplineerde soldaten.”

      Groetjes Daniëlle

    • A. Olive schreef:

      De jongste zuster van mijn moeder is aan typhus overleden in het Tjikini hospitaal , Batavia 1946. Men denkt dat het kwam vanwege het eten van tjem pedak ( soort duren of durian) die met besmettelijk kali water in aanraking was gekomen.. De Engelse dokter die onbekwaam was in tropische ziekten behandelde haar voor malaria. Verkeerde diagnoses dus.

  4. Caroline Richir schreef:

    Ik lees graag de reacties even mee. Mijn zwager ( Wim Voogt) schijnt ook Aktief geweest te zijn tegen de pemoeda’s en woonde ook in Bandoeng. Er bestaat een dagboek van hem maar zijn dochter kan of wil het niet laten lezen vanwege de gruwelijkheden, zegt ze.
    Mijn man is in ‘48 geboren in Bandoeng en in ‘55 naar Nederland gekomen. De bewuste broer bleef achter en is later naar Nederland gekomen. Hij is in 1988 overleden. Ik weet niet of hij in dezelfde groep Aktief was.
    Graag volg ik de reacties, maar kan helaas geen bijdrage leveren .

  5. Anoniem schreef:

    Haemorhagische septichaemie is inderdaad een veeziekte en komt vnl voor bj buffels maar ook geiten. Ik denk niet dat zij getroffen zijn door deze ziekte. Als klein kind belandde ik in 1949 in het ziekenhuis in Batavia met de diagnose pokken, een dodelijke ziekte. Ik herinner me nog vagelijk de gele blaasjes in mijn gezicht. Gelukkig was het een milde variant. De blaasjes droogden op en de korstjes vielen af. Ik heb slechts nog een klein littekentje overgehouden in mijn gezicht. Ik heb het overleefd. Wie weet was je opa ook door de pokken getroffen ?

  6. Boeroeng schreef:

    Ik dacht dat Zwitsers niet geïnterneerd werden omdat dit land koos voor neutraliteit in WO II
    Maar andere Europeanen bij de familie Flaks in huis, moesten eigenlijk onderduiken dus op een gegeven moment, dwz je zelf niet te veel buiten laten zien

  7. ellen schreef:

    Mijn vader was een Kniller. Hij zat niet in de frontlinie, maar zat bij de technische dienst van de Nederlands-Indische Luchtmacht, zodat hij zich een burger-militair noemde. Hij kende het bataljon Andjing Nica wel, maar vond het teveel een knokploeg. Dus daar sloot hij zich niet bij aan. Alhoewel hij bevriend was met de ontwerper van het logo (een dreigende hondenkop) E.C.E. Amade. Diens zoon kwam in Nederland weleens langs op bezoek bij ons. Mijn vader heeft deelgenomen aan de politionele acties. Hoewel hij als planterszoon sympathie had voor het vrijheidsstreven van de Indonesiers, keerde hij zich tegen de misdadige elementen van de vrijheidsstrijders. Was Sjoerd Lapre niet de oprichter van het bataljon Andjing Nica? Of speelde hij daarin een belangrijke rol? Hij heeft er een boek over geschreven. Zie internet,

    • Daniëlle Hoorn schreef:

      Hallo Ellen,

      Bedankt voor je snelle antwoord.

      Ik heb inderdaad gelezen in de brief van mijn opa dat er sprake was van veel geweld aan beide fronten, waardoor er een vreselijk geweldspiraal ontstond, zo zegt mijn opa hevig emotioneel in zijn brief. Hij benoemt een aantal heftige handelingen en aanzichten dat hij destijds heeft gezien/meegemaakt. Ik vind het gruwelijk om te lezen.

      Mijn opa was bij de Andjing Nica actief, niet als militair schrijft hij, maar als burger bij de inlichtingsdienst en als gids bij patrouilles. Hoelang hij actief was in deze groep weet ik niet, hij spreekt voornamelijk over de Belanda Gila. Ik ga opzoek naar de naam Sjoerd Lapre, bedankt voor de tip!

    • wanasepi schreef:

      “Was Sjoerd Lapre niet de oprichter van het batalion Andjing Nica?”
      Ik geloof niet dat Sjoerd Lapre de oprichter was van Andjing Nica (Nederlands Indische Civiele Administratie). Wel heeft hij een boek met vele fotos over dat batalion geschreven.. Het ANDJING NICA Batalion (KNIL) in Nederlands Indie (1945-1950).
      Het 5e Knil-batalion dat daadwerkelijk uit nood werd geboren, in de periode na de Japanse capitulatie , teneinde weerlozen te beschermen tegen de niets ontziende bersiap-beweging van destijds.
      A.Olive

Laat een reactie achter op Danielle Hoorn Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *