Waarom de maan verdwijnt
Dragt was een van de ooggetuigen die haar hielpen bij het schrijven. Het openingshoofdstuk, waarin Lotti de jongen van een tijgerdwergkat melk geeft, is een herinnering uit haar kindertijd.
Meteen daarop vertelt de baboe het beroemde verhaal van Kantjil en de tijger. Het is de consequent volgehouden afwisseling tussen de droog geregistreerde kampbelevenissen, die zonder opsmuk al schokkend genoeg zijn, en de wonderlijke, wijze, griezelige, grappige en wrede Indonesische sprookjes, die dit prettig en eigentijds vertelde en vormgegeven boek zo genietbaar maken.
De laatste reis van de garoeda.
In zijn vorig jaar verschenen De laatste reis van Garoeda (Omniboek, 10+) verwerkt hij de vraag waarom de Nederlanders in Indonesië de dienst uit denken te mogen maken expliciet en bewijst daarmee ook meteen hoe lastig dat is.
De 11-jarige domineesdochter Meiske gaat het ene moment, spelend in de tuin, helemaal op in kinderlijke fantasieën en is op het andere moment bij gesprekken tussen haar vier jaar oudere broer Jan en volwassenen.
‘Ga alsjeblieft niet de Multatuli uithangen’, wordt Jan verweten, als hij het voor de inlanders opneemt. Het werkt onbedoeld op de lachspieren.