Indischiana Jones

Indischiana Jones
Een verhaal over een avontuurlijke KNIL expeditie op Borneo in 1948.

Het verhaal Indischiana Jones is ontstaan tijdens een studeerkamerspeurtocht naar een expeditie van de KNIL Topografische Dienst in West-Borneo in 1948. Op basis van een autobiografie, authentieke foto’s, landkaarten en informatie op internet ontstond een beeld van deze stoere KNIL militairen, avonturiers in dienst van de wetenschap. Een verhaal over landingsvaartuigen, prauwen, een watervliegtuig, jungle bivaks, jagen op wilde zwijnen, vissen en baden in een rivier met krokodillen, Dajaks, wapens, topografische instrumenten en het karteringswerk en nog veel meer. Geïllustreerd met authentieke foto’s.
Deel 1: De Aanleiding en Het Speurwerk.    Deel 2: De Expeditie.
Ferry Geuther, 20 april 2015.

Deel 1  DE AANLEIDING en HET SPEURWERK

In Semarang kreeg ik de gelegenheid om me aan te melden voor de opleiding tot topograaf bij het Geodetisch Instituut te Bandoeng. Ik werd aangenomen en naar Bandoeng over­geplaatst om de opleiding te volgen. Nu kon ik ook weer iedere dag naar huis. Tijdens deze opleiding moesten we in samenwerking met de Amerikanen naar Borneo om de coördinaten van bepaalde plaatsen in het oerwoud van Borneo vast te stellen. Met een vliegtuig werden we naar Borneo overgevlogen en met prauwen voorzien van buitenboordmotoren zijn we de rivier de Kapoeas in Borneo opgevaren, diep het binnenland in.
Citaat uit “Mijn Verhaal” van Frits Geuther, oktober 2001.

 Mijn vader had lang geleden verteld dat hij na de oorlog landmeter was geweest en karteringswerk in Borneo had gedaan. Dat vond ik als jochie best knap maar het was toen helaas geen aanleiding voor mij om verdere vragen over te stellen. Decennia later las ik in zijn zelf geschreven levensverhaal de hierboven geciteerde regels over dat landmeet­werk. Na mijn vraag om daar wat meer over te vertellen liet hij me enkele foto’s zien en vertelde toen meer maar opnieuw met weinig woorden.

Positiebepaling deden we met de beschikbare landkaarten, kompas en sextant en vervolgens werd op die plek een markering gemaakt bijv. met een stalen stang of spijker. Driehoeksmetingen, als dat kon, deden we met een theodoliet. We werden geholpen door Dajaks die als dragers en gids fungeerden. Soms was de rivier te smal, te ondiep of met stroomversnellingen dan moesten de prauwen en de zware bagage worden gedragen. Lopend door het oerwoud langs de rivier en over heuvelruggen. Net zolang tot we weer een bevaarbaar stuk vonden.”

Al met al niet veel informatie over de expeditie. De Borneo expeditie belandde in de koelkast van mijn geheugen en sluimerde daar, jarenlang. Er waren zoveel andere zaken die aandacht vroegen.

Enkele maanden geleden begon het te kriebelen, het vriesvak begon te ontdooien.
Ik herlas het stukje tekst en bekeek de fotootjes nog eens. Vliegen, varen, prauwen, Dajaks, bivaks, 1948. Twee alinea’s tekst en wat mondelinge uitleg daarover waren wel erg weinig. Mijn eigen schuld. Ik had hem het hemd van zijn lijf moeten vragen. Wat hebben ze gedaan, hoe zijn ze te werk gegaan, welke route hebben ze afgelegd, welke instrumenten gebruikten ze, hoe is het geweest op de ongetemde rivier, hoe was de jungle, hoe bivakkeerden ze. Waarom, hoe, wat, waar, wie, …
Ik besloot er dieper in te duiken.

HET SPEURWERK

Een ontdekkingsreis via foto’s, landkaarten en internet.

Foto-onderzoek
Mijn studeerkamerontdekkingsreis begon bij het nauwkeurig bekijken van de kleine (8 x 5,5 cm) zwart-wit foto’s. Het stapeltje kleine, gekreukte en vergeelde zwart-wit foto’s uit die tijd kreeg meer betekenis. Op de achterzijde had mijn vader in zijn prachtige handschrift vaak de maand, de locatie en de namen van de personen op de foto geschreven. Alsof hij voorzag dat ik meer dan zestig jaar later die gegevens goed zou kunnen gebruiken. De foto’s intrigeerden mij maar de tand des tijds had vat gekregen op de foto’s. De kwaliteit was matig, vaag, donker en met – ogenschijnlijk – weinig details. Digitaliseren kon dat misschien iets verbeteren. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het inscannen op hoge resolutie kostte veel tijd en gezucht. Waarom doe ik dit, wie interesseert zich er nog voor, leveren die vage fotootjes nog wel extra informatie op? Vragen die door mijn hoofd gingen elke keer als een scan niet goed gelukt was en het opnieuw met andere instellingen gedaan moest worden.
Maar de moeite loonde.
Het verhogen van de helderheid en het contrast en het inzoomen op de digitale foto’s werd een letterlijke eye-opener. De studeerkamer­ontdekkingsreis leverde zijn eerste resultaten op. Op een foto van een werkkamer van de Topografische Dienst was op de achterwand een poster te zien met het merk en type van de theodoliet, de Wild T2, en een foto van de inspectiemeting in Bandoeng 1949 werd dankzij het inzoomen de gebruikte theodoliet* goed zichtbaar.
*) theodoliet: hoekmeetinstrument met kijker en waterpas, meestal op een statief, voor de meting van horizontale en verticale hoeken in de landmeetkunde. bron: Wikipedia.

En er werd veel meer zichtbaar dankzij de digitale scans. Wat op een foto een betonnen kade leek, bleek een deel van een landingsvaartuig te zijn. Houten tafels waar een paar mannen tegenaan leunden en op zaten, bleken de opbouw van twee sloepen. De vage naam van een schip op de achtergrond werd glashelder: de F. Amnuputty. Een gammele steiger met een houten bouwsel erop bleken kano’s die als een catamaran aan elkaar vast waren gemaakt.
Hun stoere hoofddeksels waren al goed zichtbaar op de originele foto’s. De KNIL-hoed met de kenmerkende omgeslagen flap is ook bekend onder de naam Bamboehoed. De klassieke Fedora- of Panamahoed is het prototype voor de beroemde Indiana Jones hoed. In de praktijk op Borneo gebruikten de topografen echter hun gewone militaire cap.
KNIL militairen Slamet en Lahua, Bandoeng 1949

Op een van de foto’s was een deel van de namen van twee motorsloepen met opbouw te zien. De gescande versie onthulde de rest van de namen TOPAM.1 en TOPAM.6.Wat die namen inhielden zou later duidelijk worden.

De onthullingen in de digitale foto’s over hun vaartuigen, wapens, kleding, instrumenten enz. verhoogden mijn nieuwsgierigheid en ik besloot de tweede bron aan te boren: landkaarten.

Landkaartenbestudering
De locatienamen Pontianak, Kapoeas, S. Pendjelajan, Nangah Pinoh achter op enkele foto’s boden aanknopingspunten voor de volgende stap in mijn studeerkamerontdekkingsreis: het uitzoeken van hun route. Op internet vond ik gedetailleerde kaarten van Borneo met de genoemde locaties, te gedetailleerd om hier weer te geven. Een uitsnede uit een kaart van 1899 brengt de rivier Kapoeas en de plaatsen Pontianak en Nangah Pinoh goed in beeld. Pontianak ligt aan een zijtak, de Ketjil (kleine) Kapoeas.

(bron: Kaart Topografisch Bureau Batavia, 1899)

Pontianak in West-Borneo is de grote havenplaats aan de uitloop van de Kapoeas*. Deze Kapoeas stroomt van oost naar west en is de langste rivier van Indonesië. Ruim 1100 km lang, iets korter dan de Rijn. Nangah Pinoh en Sungai Pendjelajan (sungai = rivier) blijken ver stroomopwaarts te liggen ongeveer halverwege tot de oorsprong van de Kapoeas. De topografische expeditie moet dus ruim 500 km hebben afgelegd op de Kapoeas. Voor het karteringswerk moesten ook kleinere zijrivieren gekozen worden waardoor het totale aantal kilometers veel hoger zal zijn geweest.
*) Er is een tweede rivier Kapoeas die van noord naar zuid stroomt en eindigt bij de plaats Bandjermasin.

Om een beeld te geven van de grootte van Kalimantan zoals Borneo tegenwoordig heet volgt hierna een overzichtskaart van Indonesië met daarin groen gekleurd het gebied West-Borneo, dwars doorsneden door de Kapoeas.
Indonesië,  met groen gearceerd West-Borneo (bron: Wikimedia)

Internetspeurtocht
Het werd nu tijd voor de derde stap van de studeerkamerontdekkingsreis. Een internet speurtocht naar de Topografische Dienst van het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch leger). Al snel vond ik interessant materiaal.

De Topografische Dienst was een specialistische eenheid van het KNIL die tot taak had gebieden in kaart te brengen die onvoldoende of nog niet nauwkeurig genoeg op de kaart stonden. In Bandoeng was de afdeling gevestigd die het veldwerk verrichte: het Geodetisch* Instituut, de nieuwe naam van de voormalige Triangulatiebrigade van de Topografische Dienst.
*) Geodesie is de wetenschap die zich bezighoudt met de bepaling van de vorm en de afmetingen van de aarde. De kern van het vakgebied is de meetkundige beschrijving. (bron: Wikipedia)

Toen de Tweede Wereldoorlog in Azië voorbij was werden de uit krijgsgevangenschap teruggekeerde KNIL militairen vrijwel direct ingezet om de archipel onder Nederlands gezag te houden. Een onmogelijke taak zoals de geschiedenis leerde. Een aantal van de militairen kon overstappen naar het Geodetisch Instituut om te worden opgeleid tot topograaf. Mijn vader was een van hen. Hij viel met zijn neus in de boter want tijdens zijn opleiding moest hij mee met een expeditie die tot taak had de markeringspunten ten behoeve van driehoeksmetingen te controleren, opnieuw te berekenen en zonodig te herstellen of nieuw op te richten. De primaire markeringspunten waren meestal betonnen palen die vanuit de lucht zichtbaar moesten zijn voor de vliegtuigen die met fotografie de luchtkartering uitvoerden. Deze zogeheten triangulatiepunten lagen in het gebied van de Kapoeas in West-Borneo. Borneo, het op twee na grootste eiland ter wereld, met 743.000 km2 ruim 17 keer groter dan Nederland. (bron: Wikipedia) Een niet ongevaarlijke maar prachtige uitdaging voor een 25-jarige. Bovendien bleek het een grote expeditie te zijn.

Ik besloot als zoekterm in te tikken “topografische expeditie borneo”. Dat bracht een verwijzing naar een document getiteld “Brieven uit Indië”. Een generieke titel waar misschien wel honderden documenten onder vielen die niets met Borneo te maken hadden. Dit document was echter een voltreffer. Het was in 1948 geschreven door J.H.W. Meijerink, lid van landteam nummer 1 van de expeditie! Het document was als bijlage gevoegd bij nummer 4 van het blad Caert-Thresoor in 2007. In dat blad gaf prof. F.J. Ormeling jr. een toelichting op de brieven van John Meijerink en aanvullende informatie over de KNIL Topografische Dienst vlak na de Tweede Wereldoorlog tot de overdracht aan Indonesië in 1950. Een tweede voltreffer voor mijn speurtocht.

TOPAM bleek de naam te zijn van een gezamenlijk project van de Topografische Dienst van het KNIL en de US Army Map Services. Het TOPAM project had een zeer ambitieuze doelstelling, namelijk de gehele archipel in kaart brengen. Te beginnen met West-Borneo. Ter ondersteuning van luchtkartering moesten een aantal vaste punten (her)berekend worden en herkenbaar zijn. In 1948 zouden op West-Borneo deze triangulatiepunten worden bepaald en zouden luchtfoto’s worden gemaakt. De Amerikanen zorgden voor het grootste deel van de uitrusting en instrumenten. De KNIL Topografische Dienst leverde de geschoolde en geharde militaire topografen.

De expeditie bleek te bestaan uit vijf teams. Twee zeeteams die de eilanden tot werkgebied hadden en drie landteams. Het landteam 1 van Meijerink volgde een andere route dan het team van mijn vader maar de brieven bevatten veel informatie over de Topografische Dienst, hun werkwijze, instrumenten, vaartuigen en belevenissen. Ontbrekende stukjes van de puzzel vielen zomaar in mijn schoot. Zo las ik dat de topografen die het pionierswerk in het veld verrichtten Verkenners werden genoemd. Een eenvoudige titel voor de misschien wel belangrijkste taak van de Topografische Dienst.

Het grote riviervaartuig bleek een LCM, Landing Craft Mechanized, een landingsvaartuig zoals we die kennen van de landing van de geallieerden in Normandië. De kleinere riviervaartuigen waren motorsloepen genummerd TOPAM 1 en verder. Op de foto’s heb ik drie Topams gevonden, de 1, 4 en 6.
Het team van Meijerink voer met de Topams nummer 2 en 5.

In de brieven van Meijerink las ik dat de metingen met tamelijk complexe instrumenten werden gedaan. Voor lengtegraadbepaling gebruikten ze tijdsignalen van radio-ontvangers, sterrenklokken, een chronograaf en een stopwatch. Voor breedtegraadbepaling werd een instrument gebruikt met de fraaie naam Astrolabe à Prisme, een naam die een haute cuisine creatie niet zou misstaan. Voor tijdbepaling hadden ze een speciale telescoop, de Universaal, met een voilgens hem enorm tijdrovende instelling. Meer instrumenten dan de kompas, theodoliet en sextant* die door mijn vader genoemd waren.

gebruik van de Astrolabe (bron: Wikimedia)
*) Astrolabium: een toestel waarmee plaats en hoogte van een hemellichaam berekend kan worden als functie van de tijd. (bron: Wikipedia)
Sextant, US Navy (bron: Wikimedia)
*) Sextant: nautisch navigatie-instrument waarmee de verticale hoek tussen een hemellichaam en de horizon wordt gemeten. Als de verticale hoek, de datum en het tijdstip van de dag bekend zijn, kan de hoogtelijn waarop men zich bevindt worden berekend. (bron: Wikipedia)
Universaal, collectie Museum Boerhaave, Leiden

 Er werd vooral ’s nachts gemeten vanwege de sterren. Overdag werden de berekeningen gemaakt. Dat leverde bizarre werkdagen met overdag varen, roeien of lopen, bivaks maken, jagen, berekeningen uitvoeren van de positiegegevens van de vorige nacht. Het maken van nieuwe en/of zoeken en herstellen van oude betonnen markeringspalen. ’s Avonds een paar uur slaap en dan urenlang positiebepalingen doen. ’s Morgens een paar uur uitrusten.
Met zoveel meer gegevens beschikbaar dan bij de start van mijn studeerkamerontdekkingsreis werd het tijd om de losse puzzelstukjes in elkaar te passen. De reconstructie kon beginnen.
Volgende keer in deel 2, DE EXPEDITIE.
Auteur: F.G. Geuther    © april 2015

Schriftelijke toestemming van de auteur is vereist indien u gebruik wilt maken van (delen van) deze publicatie voor verdere verspreiding.Voor gebruik Wikimedia afbeeldingen zie https://commons.wikimedia.org
Voor een rechtstreekse reactie aan de auteur klik deze link < e-mail >.

Dit bericht werd geplaatst in Gast Pikirans. Bookmark de permalink .

71 reacties op Indischiana Jones

  1. Jan A. Somers zegt:

    Mijn vader moest het in de jaren 20 en 30 met veel minder middelen doen. Er was wel één geweer aan boord, voor de krokodillen.

  2. Ferry zegt:

    Dat geloof ik direct! Als je verder terug gaat in de tijd dan krijg je steeds meer ontzag voor wat men presteerde met weinig middelen onder zware omstandigheden. Weet u meer van zijn belevenissen?

    • Jan A. Somers zegt:

      Kunt u lezen in de drie delen van: “De Gouvernements Marine”.

      • Ferry zegt:

        Beste Jan, dank voor deze verwijzing. Deze boeken over de Gouvernements Marine zijn denk ik meer een terrein voor de echte historici. Mocht ik de boeken ergens aantreffen dan zal ik ze zeker doorbladeren v.w.b. de expeditie in 1948 op Borneo.

  3. van den Broek zegt:

    Vroeger had je minder technisch HULPmiddelen maar diende je je hersens te gebruiken. Nu is dat anders, als je analfabetisch gestoord bent. . Ik ken mensen die op hun Tom-Tom vertrouwen. Iemand reed met zij spiksplinternieuwe Mercedes MLA tegen een muur want die stond niet aangegeven op de Tom-Tom. Elk excuus is bruikbaar.
    Daarom heb ik bewondering en ontzag voor mensen die nog naar Sulawesi gaan, zonder technische hulpmiddelen maar hun hersens en hun gevoel gebruiken. een beetje Indo doet dat.

    • Ferry Geuther zegt:

      Klopt, maar elke generatie maakt gebruik van de technieken die dan beschikbaar zijn. Doch hoe geavanceerd een techniek ook is, het gaat nog altijd om de brains die het gebruiken. In het Engels is er een veelzeggende uitdrukking: A fool with a tool is still a fool. Dat bewijst de Mercedes uit uw verhaal.
      (in mijn auto ligt nog steeds een oude shell wegenkaart, naast de TomTom)

  4. Pierre de la Croix zegt:

    Weer een mooi, interessant verhaal Ferry.

    Vooral deze alinea is mij uit het hart gegrepen: “Ik had hem het hemd van zijn lijf moeten vragen. Wat hebben ze gedaan, hoe zijn ze te werk gegaan, welke route hebben ze afgelegd, welke instrumenten gebruikten ze, hoe is het geweest op de ongetemde rivier, hoe was de jungle, hoe bivakkeerden ze. Waarom, hoe, wat, waar, wie, …”.

    “Ik had hem het hemd van het lijf moeten vragen”. Ik zou er heel wat voor over hebben om hen die mij al lang zijn voorgegaan de vragen te kunnen stellen die door mijn hoofd dwarrelen en onbeantwoord blijven. Meest droevige is, dat de geschiedenis zich steeds schijnt te herhalen. De jeugd die direct wazig begint te kijken als iemand van mijn generatie iets over het (Indische) verleden probeert over te brengen, zal later verzuchten “Ik had hem het hemd van het lijf moeten vragen”. Het schijnt zo te moeten zijn en het is maar goed dat mensen als jij iets op papier, sorry in de kompeuter, zetten. Voor het nageslacht.

    Terug naar je verhaal. Wat mij nu interesseert is WAAROM die karteringsexpeditie – in het kader van een ambitieus project – uitgerekend in West Borneo moest beginnen en specifieker, WAAROM onder de militaire vlag van het KNIL. Had die missie militair-strategische waarde? Kan het nauwelijks geloven. Het was het jaar 1948. De strijd speelde zich voornamelijk af op Java en Sumatra. Niet gehoord dat de politionele acties zich tot aan de boorden van de Kapoeas uitstrekten of zouden uitstrekken. Waarom juist daar, “up river” en “up country”, tussen Dajaks en krokodillen, een karteringsmissie van het KNIL? Bovendien moeten de burger en militaire leiders van Nederland toen – in 1948 – toch al hebben beseft dat het fort, c.q. de kolonie, niet te houden was. Waarom die prioriteit?

    Dan dringt zich, volstrekt niet gehinderd door enige kennis, toch een theorietje aan mij op. Pontianak lag en ligt aan een zijriviertje van de Kapoeas. Sultan van Pontianak was Hamid Al Kadri, Max voor zijn vrienden. Vriend van het koninklijk huis, als ik mij niet vergis kolonel of generaal bij het KNIL. Zou hij misschien zijn invloed hebben aangewend om in zijn sultanaat naar iets te zoeken of iets vast te stellen wat voor hem waardevol zou kunnen zijn?

    Ben benieuwd.

    Pak Pierre

    • Boeroeng zegt:

      Over Max Alkadrie gesproken:
      https://indisch4ever.nu/?s=alkadrie

    • Ferry Geuther zegt:

      Dag Pierre, dank voor je uitgebreide reactie én vragen hoewel ik de wijsheid voor de antwoorden niet in pacht heb. Om te beginnen met “hemd van het lijf vragen”. Daar heb ik het laten sloffen v.w.b. de Borneo expeditie toen het nog kon. Ik heb hem wel gevraagd om zelf zijn levensverhaal te schrijven (hij was toen 77). Hij heeft dat gedaan en ook samen met mijn moeder haar levensverhaal op papier gezet. In totaal zo’n 30 bladzijden, heel wat dus.
      Dan de militaire kant van de expeditie. Kartografie schijnt te zijn uitgevonden door militairen, dat is heel aannemelijk. Ik las dat in het begin in Ned. “heuvels” van 70 cm in kaart werden gebracht omdat een soldaat daarachter kon schuilen en schieten! De gehele Topografische Dienst in Ned. en Ned. Indië was geen burgerinstantie maar onderdeel van MIn.v. Def.
      De keuze voor Borneo als startregio kan natuurlijk op andere dan militaire redenen zijn gebaseerd. Het eiland is rijk aan bodemschatten. Er waren dus ook diverse belanghebbers zoals oliemaatschappijen, gouddelvers en lokale machthebbers.
      Mijn indruk is dat het voor het KNIL gewoon een pragmatische keuze was. Een rustig gebied. Nog veel blanco vwb kartografie. Geld en middelen van de VS.
      Misschien hoor ik nog wat van de lezers hierover en komt er materiaal voor een deel 3.
      Zo meteen komt echter deel 2 op de site dankzij de onvolprezen mr. Boeroeng.
      groeten,
      Ferry

    • Surya Atmadja zegt:

      West Borneo was van oudsher bekend van de daar wonende Chinezen.
      Ze kwamen al van af de 7de eeuw voor handel , en van af 1407 hadden Chinese Moslims in Sambas gevestigd .
      Later vormen ze KONGSI die actief was in de goudmijnen , ook waren ze lastig geweest voor de VOC .
      Ze hadden eeuwenlang grote invloed en op militair gebied zijn ze behoorlijk lastig geweest voor de VOC.
      De Chinezen kwamen voor de vele aanwezige bodemschatten zoals o.a goud

    • masrob zegt:

      “Bovendien moeten de burger en militaire leiders van Nederland toen – in 1948 – toch al hebben beseft dat het fort, c.q. de kolonie, niet te houden was.”

      Dat weet ik nog zo net niet. Ik had de indruk dat de het besef voor een verloren zaak te strijden pas later kwam, ná de tweede politionele actie.

      • Surya Atmadja zegt:

        masrob zegt:
        22 april 2015 om 07:22
        Dat weet ik nog zo net niet. Ik had de indruk dat de het besef voor een verloren zaak te strijden pas later kwam, ná de tweede politionele actie.
        =======================================================
        Zelfs later .
        Bij de RTC droomde men nog van een grote rol te kunnen de spelen.
        Zie de poging om deelstaten op te richten, het behouden van Koninklijk Nederlands Indonesisch Leger, de Uni , APRA , de wurggreep op Indonesische economie.
        Het vasthouden van West Irian etc.
        Menir Mr. W.H. Van Helsdingen schreef nog een 2de boek Hecht verbonden in Lief en Leed .(de 1ste was Daar werd wat groots verricht) .

      • Pierre de la Croix zegt:

        Tja Mas Rob, misschien had ik de opmerking over het besef in Nederland – en ook of juist bij Pan Mook – dat Indië in haar vooroorlogse vorm een verloren zaak was, beter achterwege kunnen laten, want die leidt alleen maar af van mijn kernvraag, WAAROM juist daar, of all places in dat uitgestrekte eilandenrijk, die karteringsmissie moest worden gestart.

        WAAROM die prioriteit? Lijkt mij een interessante vraag voor historici.

        Pak Pierre

        • masrob zegt:

          Inderdaad een interessante vraag. Waarom West-Borneo en niet Nieuw-Guinea?

          Ik heb er geen antwoord op.

        • Pierre de la Croix zegt:

          Nou …. dan hep-u nog wat te doen.

          Pak Pierre

        • masrob zegt:

          … en zo weinig tijd…

        • Surya Atmadja zegt:

          Pierre de la Croix zegt:
          23 april 2015 om 22:50
          WAAROM die prioriteit? Lijkt mij een interessante vraag voor historici.
          ===================================
          Kennelijk door:
          1.Toegangkelijkheid
          2.De heerser is niet zo afwijzend tegen over de Nederlanders.
          3.West Irian( Papua) is al rededelijk verkend door andere partijen.
          Quote :
          A exploration company NNGPM was formed in 1935 by Shell (40%),Mobil
          (40%) and Chevron’s Far Pacific investments (20%) to
          explore West New Guinea.
          The world’s richest gold and copper deposits in a mountain near Timika which he named Ertsberg

          Unable to license the find from the Dutch or indigenous landowners, NNGPM maintained secrecy of the discover
          ===========================
          In het begin, omstreeks jaren 70 vertelde een neef van mij (piloot bij GIA/Garuda) over een geheimzinnige goudmijn ( toen was het nog top secret) ergens in de rimboe van West Irian.

        • Pierre de la Croix zegt:

          Klondike …..

          Pak Pierre

    • Jan A. Somers zegt:

      “WAAROM onder de militaire vlag van het KNIL.” De topografische dienst (op het land) valt onder ministerie van defensie. Dat had te maken met de kennis bij de genie. Kartering van zeeën onder Rijkswaterstaat. Hoe dat nu precies is weet ik niet.

      • Jan A. Somers zegt:

        Vergeten: De hoogtemetingen in Nederland (AP en NAP) zijn volledig door de genie uitgevoerd. Ook het inmeten van o.a. kerktorens, die werden gebruikt om berichten door te seinen en als basis voor het driehoeksnet. De kerktoren in Amersfoort werd het ‘midden’ van Nederland.

        • Jan A. Somers zegt:

          De eerste rijksdriehoeksmeting werd in 1802-1811 uitgevoerd onder leiding van Luitenant-Generaal baron C.P.T Krayenhoff. Nederland bestond nog niet eens! (Koninkrijk Holland?). Sorry als ik het fout heb. Ik ben nog niet helemaal dement, maar mijn geheugen is niet zo best meer. De topografische dienst was in Delft. Wel handig met de TH waar landmeetkunde een onderdeel was van Weg-en-Waterbouw, later zelfstandig als Geodesie. Met het vertrek uit Delft naar Emmen was de glorie er af. Gebeurt wel vaker met instituten die uit Delft vertrekken. Daarom blijf ik er maar wonen.

        • Ferry zegt:

          De geschiedenis van de Top. Dienst is een verhaal op zich. O.a. de overdracht aan Indonesië in 1950. Prof. Ormeling heeft daarover geschreven in het begeleidend artikel bij de Brieven uit Indië van J. Meijerink.

  5. masrob zegt:

    “De theodoliet is een bij de topografische dienst veel gebruikt hoekmeet-instrument dat bovendien als bronzen korpsonderscheidingsteken, (reeds voor 1942), door het KNIL op de schouderpassanten werd gedragen. De kleur groen is, topografisch gezien, de meest overwegende kleur in het Indische landschap, het oranje lint symboliseert het KNIL.”
    http://www.hetdepot.com/topografischeDienst.html

  6. Surya Atmadja zegt:

    Het is logisch dat het leger (KNIL en ook TNI) hun eigen topografische dienst heeft.
    De medewerkers van Sokuryo Kyoku hadden op 28 September 1945 overgenomen van de Japanners , die dag werd gekozen als oprichtingsdag van de Jawatan Topografi.
    Na bezetting van Bandung door de Nederlanders werd het verhuisd naar Malang en later naar Yogya/Solo.
    Waarschijnlijkhad het te maken met de Hijrah (verhuizing) van Divisie Siliwangi en 2de Politionele actie.
    De Top Dienst KNIL en Inspectoraat Topografie Yogya werd na RTC in 1950 samengevoegd.

    Als ik even hardop mag denken, kon men de ellende/dispuut met Malaysia vermijden als Indonesia duidelijk hun eigen grenzen hadden vastgesteld en beschermd.

    • Ferry zegt:

      Beste Surya Atmadja, voorzover ik weet waren er vier topografische diensten actief, de Nederlandse, Amerikaanse, Indonesische en Portugese. Wellicht de Maleisische ook. Tijdens de oorlog zullen ook de Japanners met dit werk bezig zijn geweest. Aardig onderwerp voor een studie.

      • Surya Atmadja zegt:

        Aardig onderwerp voor een studie.
        ========================================================
        Ja , omdat eventuele dispuut tussen buurlanden vermeden kunnen worden.
        Zoals Indonesia-Malaysia , Indonesia verlies de case van SIPADAN-LIGITAN en AMBALAT
        Op grond van :
        1.Geografische context ( Verdrag UK-NLD 1891)Context Perjanjian antara Inggris 2.Historische achtergrond ( “eigendomsrechten”)
        3.Continuous and Effective Occupation
        (Indonesia heeft het verzaakt )

  7. P.Lemon zegt:

    @Hr Geuther “Op een foto van een werkkamer van de Topografische Dienst was op de achterwand een poster te zien met het merk en type van de theodoliet, de Wild T2, en een foto van de inspectiemeting in Bandoeng 1949 werd dankzij het inzoomen de gebruikte theodoliet* goed zichtbaar.”

    Meer over de theodoliet :
    ***Een bijzondere soort theodoliet is de bousoletheodoliet. Hiermee worden de hoeken gemeten t.o.v. de magnetische pool. Deze is veelvuldig gebruikt in de tropen, zoals in voormalig Nederlands Indië en in Suriname. Een voorbeeld daarvan is de Wild TO. Deze theodolieten moeten niet verward worden met de normale theodolieten waarop een kompas is aangebracht. : Jan Stehouwer

    http://www.kwartiervannijmegen.nl/pages/sub/48517/Theodoliet.html

    • Ferry zegt:

      Beste P. Lemon,
      Dank voor deze link. Het instrumentarium voor topografie is een wereld op zich. Van simpel tot uiterst complex. Het is ook interessant om de ontwikkeling door de eeuwen heen te zien.

      • bokeller zegt:

        Ook de Bamboehoed had een interessante ontwikkeling gehad.
        Van zgn.Boerenhoed”van de Boerencommando;s in Z-Afrika
        De zgn.”Bonihoed” Z-Celebes
        Dan de Bruine bamboehoed tot de bekende groene bamboehoed
        Al met al, duurde het twee en dertig jaren .19o4 — 1936
        Na de oorlog is deze Knil-hoed niet meer gemaakt ingevoerd
        of gedragen
        Zie Armentaria afl.17 1982
        siBo

        • Ferry Geuther zegt:

          Waarom heet het een bamboehoed? Ik kon dat niet achterhalen.

        • P.Lemon zegt:

          @F.Geurher “Waarom heet het een bamboehoed?”

          Mogelijk door het materiaal waarvan het is gemaakt?

          ***De bamboehoed van het K.N.I.L :

          Ja, een groengeverfde, ietwat in de hoogte opgeduwde driekwart bolhoed, fijn gevlochten uit dunne soepele bamboe vezels, welk hoofddeksel met zijn heel brede, omlaaggerichte rand zowel tegen de felle tropenzon als tegen de eveneens tropische slagregens beschutting bood.
          En die harde en toch ook soepele rand kon dan van opzij in omhooggeslagen toestand de nog markantere kokarde vertonen (met drukknoopbevestiging) in een concentrisch en helder rood-wit-blauw, dat waarachtig nog associaties opriep met emblemen uit de tijd van de Bataafse Republiek

          Klik om toegang te krijgen tot arma17%20de%20bamboehoed%20van%20het%20knil.pdf

        • P.Lemon zegt:

          @ typo natuurlijk @F. Geuther

        • Jan A. Somers zegt:

          “omlaaggerichte rand zowel tegen de felle tropenzon ” De Japanners hadden aan de achterkant van hun pet losse flappen hangen. Ik dacht ook tegen de zon in hun nek.

  8. Ferry zegt:

    @P.Lemon
    Dank voor de link. De hoed is dus echt van bamboe. Ik heb een foto uit 1941 van het KNIL peloton van mijn vader in het veld, allemaal met bamboehoed.

    • bokeller zegt:

      Hr. Ferry
      De zgn. Bamboehoed zoals getoond,heeft niet de kenmerken
      van de vooroorlogse groene bamboehoed.
      Bij het zoeken op IVe baialjonknil depot vind U de toen (1949)
      in gebruik zijnde ”Australische hoed” terug,zoals (?) foto.
      In Ned. Nw.Guinea is in 1960 de zgn.Congohoed” gedragen.
      siBo

      • Pierre de la Croix zegt:

        “In Ned. Nw.Guinea is in 1960 de zgn.Congohoed” gedragen.
        siBo”.

        Tja … voor bijna nop van de Belgen kunnen overnemen.

        Pak Pierre

      • Ferry zegt:

        Beste Bokeller, de kleur van de hoed bleef voor mij verscholen in de zwart/wit fotootjes. De Australische hoed is platter dan de KNIL hoed. Die is goed te zien in de film Crocodile Dundee. De Congohoed heeft inderdaad dezelfde vorm maar lijkt meer geribbeld dan de KNIL hoed. De foto hieronder is een beetje vaag maar laat de vorm van de vooroorlogse hoed goed zien.

        • bokeller zegt:

          Hr Ferry,
          Ik had het over de zgn.” Knil Bamboehoed” van
          de getoonde Knil militairen Slamet en Lahua 1949
          Maar als U het ”Bamboehoed” wilt noemen.
          heeft U mijn zegen.
          Want wie ben ik om dat tegen te spreken
          siBo

  9. Boeroeng zegt:

    Een foto die ik namens Ferry hier plaats.
    Het laat de KNIL / bamboehoed zien in 1941.
    De foto is een uitsnede uit een foto van een KNIL peloton van 22 man.

  10. Arthur Olive zegt:

    De drieknoopbevestiging op de Knil bamboehoed is pas later gekomen, nadat het Knil pick-up trucks kreeg.
    Zodoende konden er 3 soldaten voorop zitten.

    • Arthur Olive zegt:

      Sorry, drieknoop moet drukknoop zijn

      • Ferry zegt:

        Arthur, je hebt me geïnspireerd tot het schrijven van een deel 3, een korte reconstructie met een knipoog van de KNIL-hoeddrukknoop.

        Indischiana Jones deel 3, een fragment uit de KNIL logistieke historie.

        Generaal: “Die nieuwe trucks, uitstekende keuze kerel, prachtige dingen, maar met drie man naast elkaar, dat gaat niet lukken met zo’n grote KNIL bamboehoed op hun knar.”
        Kolonel: “Daar is over nagedacht generaal”.
        Generaal: “Oh ja? Vertel op man”.
        Hij nam een flinke trek aan zijn sigaar want hij had weinig sympathie voor deze carrièrekolonel.
        Kolonel: “Mijn vrouw kreeg toen ze het bamboehoedenprobleem hoorde, een slimme ingeving”.
        Generaal: “Jouw vrouw?”
        Je zag zijn ogen glinsteren bij de gedachte aan de glamoureuze jonge echtgenote van de kolonel. Hoe die haar aan de haak had geslagen dat was een combinatie van strategie, tactiek en operations. Hij zuchtte binnensmonds en wist dat hij wel hoger maar niet sluwer was dan zijn ondergeschikte.
        Kolonel: “Ja, inderdaad, zij kan goed met naald en draad overweg en dacht aan een drukknoop”.
        Generaal: “Een drukknoop? Hoor ik dat goed?”
        Bij naald en draad en drukknoop dacht hij aan heel andere dingen.
        Kolonel: “Jazeker, daarmee kan een flap van de hoed omhoog worden vastgezet en daardoor kunnen drie man met bamboehoed naast elkaar zitten”.
        De kolonel glom van trots. Een slim, goedkoop en effectief idee. Goed voor zijn conduitestaat.
        De generaal dacht heel even na en weer glinsterden zijn ogen.
        Generaal: “Geweldig man, stuur je vrouw een middagje hierheen, alleen, dan kan ze me precies uitleggen wat de bedoeling is.”
        De rest – van de KNIL hoed uiteraard – is geschiedenis.

        • Pierre de la Croix zegt:

          Die kolonelsvrouw was nóg slimmer. Ze had het dubbele drukknoopsysteem bedacht.

          In zijn boek “Totok in Tjimahi” beschrijft wijlen D. (Dick) A. Visker nauwkeurig de uitrusting (“PSU” voor de kenners van na den oorlog), van de militair in het nog net vooroorlogse KNIL.

          Over de bamboehoed op blz. 41 het navolgende: “Het hoofd van de soldaat was gedekt door de bamboehoed, met een brede rand, die bescherming gaf tegen de felle zon en ook de stromende regen. De klep kon naar verkiezing links of rechts worden opgeslagen, maar was op mars gewoonlijk neergeklapt. De hoed had ook een kokarde, rood wit en blauw, van leer gemaakt …..”.

          De hoed had dus links én rechts een drukknoopsysteem, afhankelijk van de stand van de zon t.o.v. de militair en zijn marsroute kon dus naar believen de linker- of rechterflap van de hoed worden opgetrokken en met beide flappen omhoog kon men misschien wel met 4 man naast elkaar in de strijdwagen zitten. Geniaal!

          Over het materiaal van de bamboehoed laat Visker zich niet uit. Voor hem moet het vanzelfsprekend zijn geweest: Een bamboehoed is gemaakt van bamboe. Punt uit..

          Pak Pierre

  11. Ferry zegt:

    Pierre,
    Bedankt voor je aanvulling op de KNIL-hoed drukknoop waarvan er dus twee op de hoed zitten. Zoals je zegt geniaal om 4 man met hoed naast elkaar te kunnen laten zitten. Waarschijnlijk bedacht door de generaal en de kolonelsvrouw tijdens hun tête-à-tête zonder hoed.
    Tegenwoordig zou een zware commissie na veel dure dienstreizen tot de conclusie komen dat er bredere trucks nodig zijn en wordt vervolgens een groot JHT project gestart (Joint Hat Trucks) dat later in de volksmond Joint Hat Tricks wordt genoemd vanwege de enorme overschrijdingen van tijd en geld.

    Disclaimer voor mijn hoedenanalyse: Elke overeenkomst met echte personen of ware gebeurtenissen berust op louter toeval!

    • Pierre de la Croix zegt:

      Het vermoeden over de totstandkoming van de bamboehoed met dubbel drukknoopsysteem moet je maar onder de pet houden.

      Pak Pierre

  12. Ferry Geuther zegt:

    indiana_jones_knil_hoed(20150427)
    Mocht Steven bellen voor de nieuwe film dan ziet hij dat de KNIL hoed uitstekend bij de hoofd-rol past!” 😉

  13. ruth steenstra toussaint zegt:

    wat een interessant verhaal en wat een geestige ontwikkelingen daarbij ontdekt. complimenten Ferry!

    • Pierre de la Croix zegt:

      Nou … die pluim kan je dan weer op de bamboehoed steken.

      Come to think of it: Zou die creatieve kolonelsvrouw ook gedacht hebben aan een organieke uitsparing in de hoed voor de te oogsten pluimen?

      Misschien wel, maar mocht het idee niet worden doorgevoerd van de legerleiding. Als een KNIL-militair goed was, dan had hij gewoon zijn plicht gedaan. Extra bordje rijst misschien en voor de Christenen een glaasje jenever. Niks pluim.

      Pak Pierre

      • Ferry zegt:

        Een pluim is altijd welkom maar P.Lemon beschreef een andere destijds gangbare versiering: “de nog markantere kokarde vertonen (met drukknoopbevestiging) in een concentrisch en helder rood-wit-blauw, “. De kolonelsvrouw had een multi-functionele drukknoop bedacht!
        Helaas heb ik (nog) geen KNIL-hoed.

    • Ferry zegt:

      Dank je wel Ruth.
      Ik heb nog een Indischiana Jones attribuut gevonden op een foto. Dat komt binnenkort.

  14. jeroen zegt:

    KNIL hoed
    Werden de drukknopen niet toegevoegd omdat rand van de hoed tijdens het gevecht in de weg zit?
    Dat gebeurde bijvoorbeeld wanneer er gevochten werd met de KNIL klewang. Maar ook liggend met een geweer in de aanslag?

    • Pierre de la Croix zegt:

      KNIL-hoed met opgeslagen rand staat m.i. ook krijgshaftiger. Mooi voor parades en zo.

      Alleen Sakamoto-San liet zich daardoor niet afschrikken.

      Pak Pierre

  15. Ferry Geuther zegt:

    Beste Jeroen,
    Ik ben geen KNIL-hoed expert maar wat ik gelezen heb is dat het expeditieteam tijdens het werk hun militaire caps droegen (ongeveer de vorm van baseball caps). De KNIL hoed lijkt me meer een gewone hoed want voor militaire handelingen is die m.i. ongeschikt en een kokarde erop is een mooie schietschijf!
    m.v.g.
    Ferry

    • Pierre de la Croix zegt:

      Nou … als die kokarde nu eens op de hoed boven schedeldakhoogte was geplaatst, dan gingen alle kogels wel door den hoed, maar niet door de kepala van de drager. Zou de KNIL-militair de naam hebben kunnen opleveren onkwetsbaar te zijn.

      Pak Pierre

    • Jan A. Somers zegt:

      “een mooie schietschijf” Om die reden is ook het embleem van de politie op de nieuwe uniformen gewijzigd. Of dat helpt weet ik natuurlijk niet, ik ben geen ervaringsdeskundige.

    • Jeroen zegt:

      De bamboehoed werd in het veld gebruikt en was een vervanger van de helmhoed.
      Hij werd onder andere gebaseerd op de hoed die de Boeren droegen in Zuid-Afrika.

      “Welnu de proef was zeer geslaagd; de bamboehoed voldeed uit militair-tactisch oogpunt
      gezien in alle opzichten aan de eisen. Technisch gesproken was de bamboehoed van toen nog niet volmaakt: met name was hij niet sterk genoeg voor het gebruik te velde; er kwamen scheuren in als men langs doornige takken liep en door struik gewas kroop”.

      Na de Tweede Wereldoorlog waren veel hoeden door de slechte leefomstandigheden in krijgsgevangenschap vergaan. Men is toen overgegaan op Britse en Amerikaanse hoofddeksels.

      Klik om toegang te krijgen tot arma17%20de%20bamboehoed%20van%20het%20knil.pdf

      • Ferry Geuther zegt:

        Beste Jeroen, dank voor je aanvulling op de bamboehoed. Ik voeg het toe aan mijn (pc)map met materiaal voor een eventueel deel III.
        Hierbij de link naar een verhaal met een foto van een KNIL peloton met bamboehoeden.
        https://indisch4ever.nu/2015/08/12/spoorlijn-naar-de-vrijheid/

      • Bo Keller zegt:

        Jeroen zegt:
        25 mei 2016 om 09:10
        ## De bamboehoed werd in het veld gebruikt en was een vervanger van de helmhoed.
        Hij werd onder andere gebaseerd op de hoed die de Boeren droegen in Zuid-Afrika.##

        Nav. diverse reacties op Indischiana Jones en door de kenners nmi. veel te vlug
        en voorbij gegaan aan KNIL traditie ,oa ”Bamboehoed”ed.
        Dacht ik ,met wat plak/knutselwerk ,meer kijk te geven op Knil Hoofddeksels
        vanaf 1830 —- – -1945. en let U ‘ns op de jaartallen.

        1830 _ – 1894′ ”Sjako” [Hongaars] Een afgeknotte kegel – -stijf/hoog-met klep
        en groot koperen versierselen.
        1894 – 1915 ” Helmhoed”met lekkers de koperen versierselen.
        Let wel ,ivm. de Afdraagperiode ,ook van de uniformen.

        1902 De aandacht getrokken op de ”viltenhoed ”van de Boerencomando’s
        1904 Proefneming ,Tocht van Dalen door de Gajolanden met zgn. Boerenhoed.
        1905 ” ” de Bruine bamboehoed de zgn ”Bonihoed”
        1906 ” ” 4e Bali expeditie Bruin geverfde bamboehoed.

        1909 Groen licht voor de Bamboehoed .
        1917 – – 1920 bamboehoed met Grijsgroene overtrek.

        1936 Eindelijk na vele proefnemingen de Groene Bamboehoed.

        In ’t kort ,na vele proefnemingen en Bruine kleur van 1904 – -1936
        In gebruik van 1936 – 1941 Platte pet – Baret -Kepi- en Bamboehoed.
        1945 Engelse baret – – Australische viltenhoed en Amerikaanse groene pet.

        siBo

  16. Ferry zegt:

    Mits de vijandelijke schutters trefzeker zijn!

  17. Ferry Geuther zegt:

    Beste lezers,
    Het voorwerk voor het vervolg op Indischiana Jones bracht enkele onvolkomenheden in deel I aan het licht:
    3e afbeelding: De combinatie van de Wild T2 theodoliet poster met een foto van een echte theodoliet, wekt de indruk dat dat ook een T2 is. Het betreft echter een Wild T0.
    10e afbeelding: De foto van een sextant van de US Navy blijkt geen sextant te tonen maar een “Stadimeter” een instrument dat sterk lijkt op een sextant. Met de stadimeter kunnen afstanden worden gemeten. (met dank aan N. de Hilster)

    Het nieuwe boek “Indischiana Jones II”, waarin meer over de Topografische Dienst op Java en Borneo in de jaren 1948-1950, zal begin 2016 worden gepubliceerd.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.