Op zoek naar van Dis die op zoek is naar de roots.

Humphry Goes ging  naar de presentatie van de  tv-serie van Adriaan van Dis .
 Zie ook dit topic.

De donderdag begon grauw en nattig. Ondanks dat de motregen niet ophield, bleef ik bij mijn voornemen om de oversteek “sportief” te maken. Ik twijfelde even of ik met de bus naar het Centraal Station zou rijden en vandaar uit verder met een bus die ik nog nooit eerder had genomen – bus 18. Maar dat idee liet ik varen. De oversteek met de boot van de NDSM-haven naar de Houtmankade bleef de kortste route. In mijn rugzak had ik de mobiele telefoon voor het geval ik Partner zou willen bellen (die thuis was gebleven) en mijn foto-toestel met een extra opgeladen batterij. Ooit was mij namelijk een keer overkomen dat ik tijdens een belangrijke en emotionele ontmoeting die ik wilde vastleggen met een video-camera het vervolg niet kon vastleggen, omdat ik de extra-batterij niet had opgeladen.

Vanuit huis naar de pont op het NDSM-terrein was ingepland op 20 minuten, de oversteek met de veerboot op 9 minuten, en de wandeling via de Houtmankade door het Westerpark naar het Ketelhuis ook op 20 minuten. Die inschatting klopte. Maar zoals gewoonlijk – echt typisch Indisch – was ik weer veel te vroeg van huis vertrokken. En had ruim voldoende tijd om de meegenomen Metro-krant van A tot Z te spellen.
Dit zou de 2e keer keer zijn dat ik naar het Ketelhuis zou gaan. De eerste keer was tijdens een vertoning van de film van Marion Bloem, “Ver van Familie”. Een voorstelling die bij de aanwezigen toen een soort gevoel van saamhorigheid en herkenning opriepen, maar ook af en toe de tranen over de wangen liet lopen.
Er was een half uur “Ngobrol-tijd” ingelast voordat de perspremiëre van de VPRO-documentaire over “Van Dis in Indonesië” zou beginnen. Dat gaf mij voldoende gelegenheid om het sfeertje op mij in te laten werken. Ik had snel het gevoel dat het een Vrouwen-aangelegenheid was. Veel vrouwen, jong en wat minder jong, maar allemaal met net iets die andere, mooiere kleding aan. Een sfeer van Coco Chanel, met grijzige tonen. De make-up was goed, maar wel aanwezig. De mannen behoorden tot de crew van de documentaire-makers. De ontvangst was hartelijk en charmant. Ik mocht een persmapje meenemen en een drankje namens de VPRO bestellen. Onderweg had ik al aan warme chocolade gedacht (vanwege de koude wind en de nattigheid).
Ik informeerde nog of er nog andere Indische organisaties aanwezig zouden zijn.
Ik was dus de Amsterdamse afgevaardigde van Indisch4Ever!. Ja, er zou ook nog iemand namens Moesson komen. “Leuk”, dacht ik. Kom ik eindelijk eens in kontakt met één van de mensen van het maandblad waar ik al sinds eeuwen op geabonneerd ben!

adriaanvandis_2020Inmiddels kwam ook Adraan van Dis binnen, geaccompianeerd door een vriendelijk dame met blonderige krullen. Ik heb hem nog nooit eerder in levende lijve ontmoet, maar door de “media” was zijn persoonlijkheid natuurlijk in mijn geheugen gegrift.
Hij was alleen nog groter dan ik mij had voorgesteld. “2.10 meter”, zei hij later bij de nabespreking van de voorstelling.
Nadat hij deze en gene had omarmd en gekust, was er een moment dat ik rechtstreeks met Adriaan in kontakt kwam. Dat was tegelijkertijd ook heel vertrouwd en makkelijk. Alsof wij elkaar al jaren kenden. Adriaan had het direct over het “Indische gehalte”. Je weet weel – hoeveel procent bloed van deze (= Indonesische) zijde en hoeveel van gene (= Hollandse) zijde. Heel belangrijk in “Indische kringen”. Iets te veel of te weinig bepaalt de grens. Er was dus een soort ‘band’. Wat mij bijzonder trof was de opmerking, die Adriaan maakte toen ik vertelde over mijn jongens-jaren in Soerabaja, en ik het had over bepaalde “plekken” in de stad Soerabaja. “Plekken”, herhaalde hij mij, nadat ik was uitgesproken. “Plekken”, met zo’n typisch Indisch accent! Ik voelde mij even betrapt, alsof ik hem iets teveel een inkijkje had geboden in mijn achtergrond. Maar een seconde later vond ik het ook heel fantastisch. Hij had heel duidelijk iets “Indisch” gehoord.

Even later werden wij uitgenodigd om de kleine filmzaal binnen te gaan. Het was toen al iets drukker geworden. Maar de Moesson-medewerker was nog niet gearriveerd. Eenmaal in de filmzaal liet ik nog even mijn Mantra door mij heen gaan, dat ik alles om mij heen zou los laten, en de film “gewoon” op mij zou laten inwerken. Geen vooringenomen gedachten en vooronderstellingen! “Just let it flow”

Tijdens deze pers-premiere werden de eerste 2 delen van de 8-delige serie van de documentaire “Van Dis in Indonesië” getoond. Elk deel duurde 50 minuten. Dus dat was best een lange zit (hoorde ik later om mij heen). Na afloop konden er vragen gesteld worden aan Adriaan. Daar werd goed gebruik van gemaakt. “Jammer”, dacht ik, dat ik geen bandrecorder bij mij had.
Adriaan van Dis is natuurlijk een door de wol geverfde media-man, maar hij is ook heel charmant. Ook – althans in mijn gevoel – heel oprecht en gevoelig. Op een vraag waarom hij niet eerder naar Indonesië was teruggegaan, antwoordde hij: “Ik was bang!” Ja…dat zei hij zomaar! Geweldig.

Het is duidelijk dat – nu dit verhaaltje afloopt – er nog weinig gezegd is over de documentaires zelf. Ik heb 2 afleveringen gezien.

Het eerste deel “Bestemming Hoop” is de aanloop. Voor mijn gevoel heel goed gekozen. Want er is een tocht op een veerboot te zien naar de Molukken. Schitterend. Want Indonesië is een eilanden-rijk, en er is overal en altijd water om je heen. En tegelijkertijd zit je samen met Adriaan op die boot temidden van de onderklasse van de Indonesische samenleving, die van “hier naar daar” gaat. Zo herkenbaar …- maar dat geldt alleen maar voor die daar in het verleden getogen zijn!! – aanwezig zijn. Het valt voor mij bijna niet te beschrijven, maar…je moet het maar zien! Geweldige portretten.

Het tweede deel “Hollandse Duinen”, was voor mij natuurlijk een geweldige toegift. Het ging over Soerabaja! De stad waar ik tot mijn 15e jaar heb gewoond. En alles was herkenbaar. Ik was er zelf nog niet zo lang geleden geweest, met mijn “reisleider” Bapak Fajar. Kembang Koening, het vroegere Oranje Hotel. Stadsbeelden! Heerlijk. Ontroerend was het gesprek met een Indisch man Eddy Samson. Die nooit- na vele pogingen – naar Nederland is kunnen komen. Werkelijk heel ontroerend! Dus zeker kijken naar de uitzending op zondag 11 maart a.s.

Na afloop werd er nog een drankje en hapje aangeboden. Daar heb ik kennis mogen maken met de Moesson-vertegenwoordiger. Hij was wat verlaat en kwam binnen toen de film al begonnen was. Een uiterst charmante jongeman, die mij vrij direct van mijn stuk bracht door te vragen wat ik van de documentaire vond. Ik zei dat ik de gelaagdheid van de documentaire nog te ingewikkeld vond om daar een direct antwoord op te geven. Had daar tijd voor nodig. Hij begreep dat. Hij vond dat ook. Maar vertelde toen dat hij – zeker bij het kijken naar het onderdeel over Eddy Samson – zeer ontroerd raakte, en wel tot tranen toe bewogen werd. Ik moest mij toen heel erg inhouden. “Wat knap dat je dat zo maar kan zeggen”, dacht ik. “Misschien is dat dan toch het generatie-verschil?”, dacht ik daarna. Ik had gesproken met Geert Onno Prins van de Moesson.

Thuis gekomen, vertelde ik aan Partner dat ik zeker in een huilbui zou zijn uitgebarsten, wanneer ik wel op zijn opmerking was ingegaan. Gelukkig kon ik dat thuis doen.

Humphry Goes,
Amsterdam, 18 februari 2012

Dit bericht werd geplaatst in Gast Pikirans. Bookmark de permalink .

4 reacties op Op zoek naar van Dis die op zoek is naar de roots.

  1. Boeroeng zegt:

    Veel dank Humphry,
    Ik sta ook ineens te kijken dat van Dis 2.10 meter lang is.
    Daar had ik nooit aan gedacht. Hooguit 1.90 .
    Twee jaar geleden vond ik zijn zuidafrikaserie best wel boeiend.
    Dus… verwacht ik wel wat van deze serie.
    Van Dis is nooit veel betrokken geweest bij het Indische en ik denk dat we dat ook niet zien in deze serie,
    Geef neks.. Hij moet gewoon een programma maken in eigen stijl.

    Toch zal hij wel iets vertellen over onbekende voorouders met namen als Mulder, Authier, van der LInden en wie weet Kriesfeld

    Wat betreft “Indisch gehalte” en de neiging van sommigen teveel te rekenen in % Indonesisch bloed en % Europees bloed.
    Dat is inderdaad iets wat je tegenkwam in Indische kringen. Maar bij ons in de familie viel dat reuze mee.
    Dat deden we niet en de familie was eerder tegen dat gedoe. Pas toen ik met Indische genealogie aan de gang ging, ben ik zo gaan redeneren. En dat was simpel om de familierelaties van gevonden namen te kunnen vaststellen.
    Als ik nu de Nederlandse samenleving inkijk dan zie ik meer ophef over iemands ‘vreemde’ afkomst dan dat ik meemaakte in Indische kringen over leden van die kringen. Dat grote punt maken is iets wat gebeurt in een samenleven van groepen van diverse afkomsten. En te Indië was die Nederlandse gemeenschap hardstikke divers.

  2. therese overbeek bloem zegt:

    Leuk verslag van Humphry Goes, Chapeau en dank je wel!!!

  3. Pingback: 27 febr : van Dis in DWDD «

  4. Pingback: van Dis in Indonesië deel 5 «

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.