Haar moeder was een njai

Indische Schrijfschool:
Njais staan meer dan ooit in de aandacht. Vrouwen hebben nog altijd een achterstand in te halen als het aankomt op wat ‘vader’landse geschiedenis heet te zijn.  Liever zeg ik: Nederlandse geschiedenis. Of: nationale geschiedenis.

Een ander woord voor njai is muntji: de vrouw die in de kazerne de concubine werd van een militair. Dat woord gebruikt de Indische schrijfster Lin Scholte (1921–1997) in haar autobiografische Anak Kompenie, wanneer ze over haar moeder Djemini schrijft. Na een mislukt huwelijk ziet Djemini een nieuwe kans.
Het verhaal van Djemini en van andere vrouwen in de tangsi tekende Lin Scholte in de jaren ’60 van de vorige eeuw op. Ze wilde haar ervaringen delen, die ingingen tegen het negatieve beeld van de tangsi dat gemeengoed was geworden.
De geschiedenis herhaalt zich. Nu zie ik dat er over de njai vooral in termen van slachtoffer wordt gedacht. Dat is eenzijdig. Iedereen als slachtoffer beschouwen is verkeerd. Zoek de nuance, begrijp de verschillen, leer te zien hoe machtsongelijkheid en zelfstandigheid naast elkaar kunnen bestaan.
Dat is de puzzel van het verleden die we moeten zien te leggen.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

25 Responses to Haar moeder was een njai

  1. Peter van den Broek schreef:

    De schrijver Fred Lanzing schrijft in zijn “kritisch” artikel over het boek van Reggy Baay
    https://www.dbnl.org/tekst/_ind004201201_01/_ind004201201_01_0019.php

    citaat 1” :In zijn (Reggie Baay’s) boeken staan biografietjes van 28 njais. Deze beschouw ik als een steekproef, hoewel ik niks kan zeggen over het random-karakter van dit steekproefje en ook niet weet waar en waardoor een eventuele vertekening optreedt…. Ik heb die gegevens vervolgens gegroepeerd en geanalyseerd. Dat leverde een paar interessante conclusies!

    Kom nou meneer Fred Lanzing, foolish.
    Als ik een sprookje analyseer, blijven de analyse en de conclusies een sprookje. In Baay’s boek is geen sprake van een aselecte steekproef, dus uit een bevooroordeelde en vertekende steekproef trekt men voorbarige conclusies, enige terughoudendheid is hier geboden. 35 jaar geleden toen ik nog in Nederland woonde ,heette zo’n analyse misleiding. Is dat in de tussentijd veranderd, rare Nederlanders ?

    Maar dhr. Fred Lanzing maakt het nog erger: ….. Citaat 2: ”De Njai, het concubinaat in Nederlands-Indie geeft een interessant en goedgeschreven cultuurhistorisch overzicht van het koloniale verschijnsel van het ‘interraciale concubinaat’” einde citaat!

    Nou Heer Fred Lanzing , Het boek baseert zich niet op ooggetuigenverslagen of andere historische documenten, primaire bronnen over Njais ontbreken. Van „cultuurhistorisch“ overzicht van het koloniale verschijnsel van het ‘interraciale concubinaat’ is flauwe cult.
    De roman is best “historisch” interessant maar wel goed verzonnen.

    Met zulke verhaaltjes is het niet verwonderlijk dat de 2de generatie nul snapt.

  2. Boeroeng schreef:

    Ik heb als kind al gehoord dat sommige Europese mannen toen froeher hun Indonesische vrouw dumpten, al dan niet met kinderen. Maar dat verhaal was niet met het woord njai, zover ik me kan herinneren
    Ik heb aangenomen dat dit in vele Indische families zo doorgegeven is aan de volgende generatie.
    Reggie Baay vertelt zijn familieverhaal en vanuit die verontwaardiging speurt hij verder in het dumpen van Indonesische vrouwen. Prima zo.
    Maar het was niet allemaal kommer en kwel. En waar wel…. in alle culturen waren en worden vrouwen achtergesteld, mishandeld en soms erger dan dit.

    Tangsi’s waren bolwerken van stoermannengedrag, maar de soldatenvrouwen zagen elkaar dagelijks, steunden elkaar, stimuleerden hun man iets te zeggen tegen een collega over zijn bruut gedrag naar vrouw en kinderen ?
    En wellicht spraken vrouwen de officieren over een soldaat die ontspoorde ?
    Hoe het precies zat in de tangsi’s weet ik niet en net als de laatste jaren met njai, valt er veel foutiefs te vermelden,

    Een positief verhaal zou kunnen zijn het verhaal van de Niasse vrouw Anna. Zij had kinderen met de Franse soldaat Trouvat die in 1891 overleed te Padang . Anna had 3 kinderen van 9, 8 en 3 jaar te voeden. Er was een andere fransman, net 3 jaar uit militaire dienst te Padang. Was hij een goede vriend van Jean Trouvat? Was het een zijn vriend helpen met de gezinszorg na zijn dood? Hij had een inkomen bij de spoorwegen.
    Hij zocht ook een partner en 3 kinderen was geen probleem, denk ik.
    Also… Ze huwden in 1893 en kregen samen nog 3 kinderen.
    Anna overleed in 1900 en Francois Brard hertrouwde een Indische weduwe met de naam Trijntje Krab, mijn overgrootmoeder.

    • Robert schreef:

      A woman is like a teabag-only in hot water you realize how strong she is.The female of the species is stronger and more deadly than the male; moreover women and elephants never forget. The “njais” verdienen ten minste een standbeeld and are not less human than the women of so-called “superior pedigree”.

  3. Peter van den Broek schreef:

    De revival van de njai-figuur Pamela Pattynama:
    Citaat: Niettemin is ook Baays goed geschreven geschiedschrijving een verhaal waaruit niet het werkelijke leven van njais kan worden gedestilleerd. Bij gebrek aan historische documenten heeft de auteur vaak zijn toevlucht tot de literatuur moeten nemen.
    De levensschetsen van njais die in de boeken zijn opgenomen bestaan uit dat wat familieleden, zoals kinderen en kleinkinderen, zich over hun inheemse moeder of oma
    herinnerden of wilden herinneren.
    https://www.dbnl.org/tekst/_ind004201101_01/_ind004201101_01_0019.php

    Het beeld van de Njai is een postkoloniaal perspectief dat meer zegt over de functie van de Njai in het multicult Nederland dan over het werkelijke leven van de Njai in Nederlands-Indië. Voor jonge onderzoekers niet zo interessant.

    Maar wat weten we over de kinderen van de Njai, over de niet-erkende kinderen? Het dominante verhaal luidt dat na het uitdienen van zijn contract bij het KNIL de verdorven Nederlandse militair repatrieerded, terwijl de Njai en haar onwettige kinderen (de ‘oer-Indo’s’) de status van Inlander kregen en vaak in de kampong verdwenen. Maar klopt dit verhaal wel?

    Deze ‘oer-Indo’s’ konden in principe in aanmerking komen voor ‘Gelijkstelling met Europeanen’, mits de Gouverneur-Generaal en de Raad van Indië akkoord gingen. Hierdoor werd het lot van de ‘oer-Indo’s’ overgelaten aan de willekeur en autoritaire macht van de Gouverneur-Generaal, een witte ambtenaar van het Gouvernement. In individuele gevallen kon hij een ‘oer-Indo’ om ‘dubieuze’ redenen promoveren tot Gelijkstelde, wat neerkwam op een koloniale gunst.

    Vergelijk dit eens met de Japanners. Als bevolkingsgroep, als vreemde Oosterlingen, werden zij in de 20e eeuw Gelijksgesteld met Europeanen. Gezien de economische macht van de Japanners in Zuidoost-Azië was het Indisch Gouvernement gedwongen om mee te werken. . Waarom Indo-Europeanen niet als groep gelijkgesteld konden worden, is mij onduidelijk. Maar als tweede generatie snap ik NUL van Nederlands-Indië.

    Er bestaat een lijst van personen die in de 20e eeuw Gelijkstelling in Nederlands-Indie aanvroegen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op deze lijst veelvuldig Nederlandse namen en voornamen voorkomen. De ‘oer-Indo’s’ waren weliswaar niet erkend, maar waren vaak gedoopt als Christenen, vandaar die welluidende bijbelse voornamen. Vooral de katholiek gedoopten hadden een rits van voornamen, waar de elf discipelen van Jezus jaloers op zouden zijn.

    Vele ‘oer-Indo’s’ dachten dat ze hierdoor status hadden, maar in Nederlands-Indië was het anders geregeld. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, wilden velen hun dienstplicht vervullen, maar hiervoor was de Nederlandse nationaliteit verplicht. Ze moesten machteloos toezien hoe het eens zo trotse en superieur geachte KNIL op Java in luttele dagen werd overrompeld door ‘die gele mannetjes’.

    De vernedering was nog niet compleet. Na de oorlog dienden Indo-Europeanen een paspoortaanvraag in bij de Nederlandse vertegenwoordigin in Jakarta. Het aantal afwijzingen voor Gelijkgerechtigde Indo’s was niet te tellen, maar toch lukte het een aantal om te ‘repatriëren’ naar Nederland.

    Na enkele jaren in het ‘Vaderrland’ kwamen ze er toch nog achter dat ze volgens de Nederlandse wet Buitenlander waren.
    De verhalen van illustere Indo’s zijn alom bekend. Wie van de 2e generatie Indo kent niet Bo Keller of Guus Cleintuar of hebben wij geen actieve herinnering aan? Deze ‘volbloed-Indo’s’ moesten de vernedering ondergaan om via Naturalisatie Nederlander te worden. Kunt u zich Bo Keller voorstellen, die in Nieuw-Guinea en Korea voor Volk en Koningin vocht, hij werd genoodzaakt als iedere Buitenlander Naturalisatie aan te vragen?
    Vergelijk dit eens met Nederlanders die in vreemde krijgsdienst zoals de SS (criminele organisatie als de Mafia) traden ,maar hun Nederlanderschap konden behouden door in Indië te vechten voor Volk en Vaderland.
    Dan mag ik als 2e generatie Indo toch met enige reden zeggen dat ik NUL begrijp van Nederlands-Indië en ook Nederland.

    Waar is gerechtigheid en humaniteit te vinden in Nederland of zijn dat onbekend begrippen? Ik weet van Nul! ?

    • Pierre de la Croix schreef:

      Peter van den Broek zegt 22 juli 2024 om 17:36: “Dan mag ik als 2e generatie Indo toch met enige reden zeggen dat ik NUL begrijp van Nederlands-Indië en ook Nederland”.

      Ik denk dat het onbegrip over het door de heer Van den Broek omschreven beleid in Indië algemeen is/was en niet beperkt tot de 2de generatie waartoe hij zich rekent. Het was gewoon een schande.

      Ik hoor mijn vader, als Landstorm soldaat der 1ste klasse net terug uit 3,5 jaar krijgsgevangenschap in Singapore/Birma/Siam voor vorst en vaderland, nog tieren toen hij een “Bewijs van Nederlanderschap” moest aanvragen voor zichzelf en zijn kinderen: “Iedere neger die in Suriname uit een boom dondert is automatisch Nederlander en wij …..”. Daarna volgden er nog een paar godslasteringen.

      De racistische taal zou hem nu niet in dank worden afgenomen, maar toen was een neger nog gewoon een neger, een inlander gewoon een inlander, een Jood gewoon een Jood en kafferbier gewoon kafferbier. Een Njai blijkt ook nu nog gewoon “Njai” te zijn. Een meer eervolle titel voor de vrouw die haar Europese heer trouw en geduldig diende en zijn kinderen baarde, is er blijkbaar in deze tijd van politieke correctheid nog niet gevonden.

      Maar goed …… dat Bewijs van Nederlanderschap voor mij, toen 10 jaar oud, heb ik nog in mijn archiefje. Zuinig bewaard. Het moet eigenlijk in de kluis bij de Bank. Je weet maar nooit …………

      • bungtolol schreef:

        Pas op 15 december 1954 kwam het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden tot stand .In dat Statuut stond vermeldt dat alle inwoners van Suriname en de Nederlandse Antillen recht hadden op het Nederlanderschap ! Je hoefde als neger ,niet eens uit een boom te vallen ,je kreeg een sticker op je voorhoofd waarop stond “” Nederlander “” Die wilde Indianen ,die zwierven door Brazilie ,Frans Guyana ,Suriname en Brits Guyana kregen ook een sticker op hun voorhoofd geplakt met Bison Kit waarop “” Nederlander “” stond vermeld .De meeste Surinamers in die tijd wisten amper waar Nederland lag ,ze kregen alleen rekenen op school en als ze wisten wat 1+1 was ,kregen ze een schooldiploma en konden werk gaan zoeken .In Suriname was het na 1954 Booming Business ( Bauxiet ) en elk handje konden ze goed gebruiken ,op school leerden ze toch niets !

      • wanasepi schreef:

        Als men in Suriname woont dan kan men dus stemmen in de verkiezingen in Nederland. Dat is dus representation without taxation. Ik begrijp niet waarom het Nederlandse volk niet in opstand hierover komt. De Amerikaanse revolutie tegen Engeland ging om taxation without representation.
        A.Olive

      • Boeroeng schreef:

        Wie de Nederlandse nationaliteit heeft en niet in Nederland woont kan stemmen voor de Tweede Kamer en Europese verkiezingen.
        Dat kan door feitelijk in Nederland te zijn in een stembureau of schriftelijk. Er zijn bepaalde voorwaarden om dit mogelijk te maken.
        Er is geen eis van belasting te betalen aan Nederland aan dit recht gekoppeld.
        Overigens hebben veel Surinamers te Suriname niet (meer) de Nederlandse nationaliteit, dus niet stemgerechtigd voor de Tweede kamer . Misschien nog wel voor een Nederlandse gemeente waar men ingeschreven staat.

      • wanasepi schreef:

        “Overigens hebben veel Surinamers te Suriname niet (meer) de Nederlandse nationaliteit.”
        Surinamers in Suriname mogen geen dual-citizenship hebben. Aangezien het verklaren van de afschaffing van het Nederlandse nationaliteit aan de authoriteiten afhangt van de Surinamer zelf zijn er velen die het niet hebben gedaan.
        Het kan de regering in Suriname ook niet veel schelen heb ik gelezen.
        A.Olive

      • Peter van den Broek schreef:

        Citaat: “maar toen was een neger nog gewoon een neger, een inlander gewoon een inlander, een Jood gewoon een Jood en kafferbier gewoon kafferbier. Een Njai blijkt ook nu nog gewoon “Njai” te zijn

        Woorden werden en worden niet zomaar gebruikt. De Dikke-Van-Dale geeft niet aan hoe het woord in zijn historische contekst werd gebruikt of snap ik nul van geschiedenis.

        De woorden neger (negro), inlander, Jood (Jude) en kafferbier hebben best overeenkomsten als men ze in een verantwoord historisch kader plaatst

        1) Het woord Neger of Negro werd gebruikt om zwarte mensen aan te duiden, het woord werd/wordt geassociseerd met onderdrukking, slavernij en raciale inferioriteit:.
        Tijdens de slavernij in de Verenigde Staten werd “negro” vaak gebruikt als een ontmenselijkende term om zwarte mensen aan te duiden. Het woord werd geassocieerd met onderdrukking, slavernij en raciale inferioriteit.
        Tegenwoordig wordt “negro” door de meeste mensen als zeer beledigend beschouwd. Het woord wordt bijna nooit meer gebruikt. Dat heeft weinig tot niets met “political correctnesss”te maken

        2) De term ‘kafferbier’ is eigenlijk een eufemisme dat vooral in de context van de Apartheid in Zuid-Afrika opkwam. Het is geen specifiek biertype.
        Tijdens de apartheid was er strenge censuur op media en openbare communicatie. Het openlijk bespreken van alcoholisme of drankmisbruik werd gezien als een sociaal probleem dat niet geassocieerd mocht worden met de zwarte bevolking.
        Alcoholgebruik was vaak verbonden aan armoede en bepaalde culturele praktijken binnen de zwarte gemeenschap. Door de term ‘kafferbier‘’ te gebruiken, kon men deze associaties verhullen en de problematiek bagatelliseren.
        Het gebruik van een eufemisme maakte het probleem van alcoholmisbruik minder ernstig lijken. Het werd een soort grapje of onderonsje, terwijl de realiteit in de vaak heel anders was.

        3) Iemand met een Nederlands-indisch verleden mag wel beter weten, denkt het beter te weten.
        In de koloniale context van Nederlands-Indië werd het woord echter gebruikt om een duidelijke rassistische hiërarchie te scheppen tussen de kolonisten (Nederlanders) en de Inlandse bevolking.
        Door het gebruik van de term “inlander” werd er een stempel van inferioriteit gedrukt op de oorspronkelijk, inlandse bevolking. Het duidde ook wettelijk aan dat de inlander minder beschaafd, minder ontwikkeld en minderwaardig was dan de Nederlander. Ook in de alledaagse taal was het woord gangbaar. Het werd gebruikt om over de inheemse bevolking te praten, vaak op een denigrerende manier. Het gebruik van de term “inlander” was een essentieel onderdeel van het koloniale onderdrukkingssysteem. Het woord droeg bij aan de legitimering van de koloniale overheersing en de witte supoerioriteit.

        4) Iemand met banden met Duitsland mag toch beter weten of is hier sprake van niet-actieve herinnering.
        In Nazi-Duitsland was het woord “Jude” (Jood) niet zomaar een religieuze aanduiding meer. Het werd door de Nazi’s omgevormd tot een racistisch label, waarmee ze een hele bevolkingsgroep demoniseerden en uitsloten.
        De nazi’s, het arische ras creëerden een racistische ideologie waarin ze de Joden als een inferieur ras beschouwden. Ze gebruikten dit om hun eigen machtspositie te versterken en om de Duitse bevolking te verenigen tegen een gemeenschappelijke vijand.
        Het nazi-regime was gebaseerd op racisme. De Joden waren slechts één van de groepen die werden vervolgd, naast onder andere Roma, Sinti, homoseksuelen en mensen met een handicap.
        Joden werden gedwongen om een gele davidster te dragen, een duidelijk herkenningsteken in de samenleving. Dat bevorderd ede stigmatisering
        Joden werden systematisch uitgesloten van het publieke leven. Ze verloren hun burgerrechten, werden ontslagen uit hun banen en mochten bepaalde openbare ruimtes niet meer betreden.
        Door de Joden te bestempelen als minderwaardig, werden ze ontdaan van hun menselijkheid. Dit maakte het makkelijker om ze te vervolgen en uiteindelijk te vermoorden.

  4. Peter van den Broek schreef:

    De Njai en haar rol in onze herinnering.

    • Machtsongelijkheid: De relatie tussen een witte man en Njai was gebaseerd op geinstitutionaliseerde ongelijkheid=Apartheid . De witte man had een dominante en superieure positie in de koloniale maatschappij en de bruine inlandse vrouw was inferieur, economisch en sociaal afhankelijk van hem gemaakt.
    De witte man liet bij terugkeer naar Nederland zijn inlandse vrouw en zijn kinderen achter zonder dat dat juridische consequenties had voor deze verdorven man. Zijn taak werd overgenomen door de barmhartige Paatje van der Steur.

    • Seksuele en koloniale uitbuiting: Njai’s werden sexueel uitgebuit, geexploiteerd door witte mannen, die misbruik maakten van de Njai kwetsbare positie.

    • Kinderen=Oer-Indo: Kinderen uit een concubinaat hadden een onzekere positie in de koloniale samenleving. Ze waren aan de willekeur van hun natuurlijke witte vader overgeleverd, die de macht had hen al dan niet te erkennen . Erkenning betekende dat deze kinderen de status kregen van Europeaan. Niet-erkenning betekende dat deze kinderen automatisch de status kregen van hun moeder, ze werden ondanks hun lichte huidskleur gebrandmerkt als Inlander. De kinderen, de oer Indo-Europeanen werden van Europese en Inlandse zijde gediscrimineerd.

    • Cultuurmix: Het concubinaat kon leidden tot culturele uitwisseling en vermenging. Njai’s namen Europese gebruiken over, terwijl Europese witte mannen beïnvloed konden worden door lokale culturele elementen, zij Verindischen als het ware, een begrip dat geen positieve klank had in voormalig Nederlands-Indie

    Sociale consequenties – Paupers: De sociale consequenties waren duidelijk. De inlandse vrouw werd door haar concubinaat met een niet-islamiet besmet verklaard door haar inlandse omgeving. Zij kon met haar kinderen na een (echt)scheiding niet meer terug naar haar familie. Zodoende ontstond een schrijnend pauper-probleem.

    Uit het programma van het Indisch Herinneringscentrum komt duidelijk naar voren dat de Njai in geromantiseerde vorm weer volop in de belangstelling staat. Hoewel de Njai nu wellicht wordt gezien als een symbool van onze band met Indonesië , met onze inlandse oermoeder, mag bij het zogenaamde #metoo-gevoel het sociaal-historische context niet vergeten.

    De Njai-relatie was en blijft gebaseerd op ongelijkheid, uitbuiting en onzekerheid. Laten de Indische schrijvers en generaties Indische Nederlanders dat goed in hun oren knopen.

    Het wachten is eigenlijk op een boek over de nazaten van de oer-ouders in Nederlands-Indie, een historical book is not a history book! Maar zelfs schijn-Indo’s durven bij hun volle verstand te beweren dat er toen geen Indo-Europese gemeenschap bestond. Volgens deze deskundigen waren Indo’s teveel verdeeld. Een empirisch bewijs in de vorm van nauwgezet en verantwoord onderzoek ontbreekt.

    • ronmertens schreef:

      @PetervandenBroek; ‘machtsongelijkheid etc.’- Klopt! Vooral ‘aan de randen van de maatschappij’; bij de kazernes, stads kampongs. De kinderen werden dan zomaar gedropt bij de njai’s. En wanneer de njai’s ook zich terug trokken/ gediscrimineerd door de kampong medebewoners; kwamen/werden velen oa bij gestichten/Pa van der Steur ondergebracht. Ene parlementslid H.van Kol maakte ca.1900 een reis; Uit onze Koloniën; kinderen der kazerne. En las diverse opgetekende verhalen; waarom en door wie deze kinderen werden achtergelaten; ‘vader A heeft zijn kind verlaten en leeft in dronkenschap. Vader B werd wegen diefstal/moord uit het leger ontslagen/ dood gedronken aan jenever, lieten hun dochters prostitueren etc. etc. Echter waren

    • bungtolol schreef:

      @Wanasepi “” De Amerikaanse revolutie tegen Engeland ging om taxation without representation “” Er was in die periode 1954- 1975 een vrij grote aanwezigheid van Indische Nederlanders in Suriname ,zelf Het I.E.V. had hier een kantoor .Deze mensen stemden dus NIET voor die Nederlandse Staten maar voor de Staten van Suriname ! Bij terugkeer in Nederland konden ze weer voor die Nederlandse Staten stemmen .Mijn ouders stemden dus voor de Surinaamse Staten tijdens hun aanwezigheid aldaar ! Ook uw oom Lucardie stemde voor de Surinaamse Staten .

      • wanasepi schreef:

        Bung, met een dual citizenship dat niet gecontroleerd werd konden de Nederlanders in Suriname ook voor Nederland stemmen. Of zit ik verkeerd.
        A.Olive

  5. Peter van den Broek schreef:

    Hoe zat het dan met de officieren van het KNIL? Hadden deze geen natuurlijke neigingen of waren ze homoseksueel? Welke KNIL-militair kwam uit de kast? Dat is nooit wetenschappelijk onderzocht!

    Prof. Groen dient maar aan te geven waarom zij niet het seksuele leven van de Hoge Heren KNIL-officieren bestudeerde. Maar ja, je gaat het eigen nest niet bevuilen.

    Ze gaat zich volledig te buiten aan uitspraken waarbij enige logica te ontwaren is, maar die niks zeggen over de koloniale maatschappij. Haar hele verhaal is gericht op de instandhouding van het koloniale sprookje en de Westerse superieure cultuur en gedachtengoed, haar Ethische politiek. Want wat betekent haar uitspraak, en ik citeer: “Interessant is hier een blik op het negentiende-eeuwse Nederland. Ook daar gold bij gekazerneerde onderdelen een dergelijk beperkend huwelijksbeleid voor lagere militairen. Maar dat leidde er niet toe dat op de Veluwe of in Limburg het kazerneconcubinaat floreerde. Dat maakt duidelijk dat dit fenomeen toch primair een kwestie was van “Indische zeden” en minder van klasse, van huwelijksbarrières verbonden aan de rang. Zolang de njai in de Indische maatschappij in den brede werd gedoogd, was er voor haar een plaats in de tangsi als goedkoop huwelijksalternatief voor Jan Soldaat.”

    Ze “vergeet” dat de Indische zeden wel degelijk werden bepaald door volbloed-Nederlanders, de dominante koloniale elite.

    Maar de Njai kan ook vanuit een ander perspectief worden bestudeerd. De Njai bezien vanuit de toentertijd heersende economische verhoudingen:
    • Ongelijkheid: In de relatie Njai-Europese militair is deze ongelijkheid duidelijk zichtbaar in de grote kloof tussen de dominante positie van de Europeaan en de afhankelijke positie van de inlandse vrouw. Ook voor de Nederlands-Indische wet was zij, de inheemse vrouw inferieur aan de Europese militair.
    • Uitbuiting: De Europese militair buitte zijn positie uit door een huishoudster aan te stellen voor een laag loon en langdurige arbeidtijden tot in bed toe.
    • Klassenstrijd: Er was een onvermijdelijk conflict tussen de koloniale klasse, de Europese militair, onze Oervader, koloniale klasse en de arbeidersklasse, de Njai die haar arbeidskracht verkocht tot in het bed toe.

    In het algemeen gesteld: de economische verhoudingen in Nederlands-Indie waren bepalend voor de relatie Njai-Europese militair. En dan hebben we het over de Marxistische analyse van deze verhouding.Dat verklaart veel. Oeps wat zeg ik nu?

  6. Peter van den Broek schreef:

    Prof. dr. Petra Groen van het NIMH schrijft in een artikel in de Militaire Spectator (2009), getiteld “Aan de rand van de tangsi: Het kazerneconcubinaat in het KNIL”:

    citaat“In de koloniale samenleving waar dit leger (KNIL) dus deel van uitmaakte, was het concubinaat tot ver in de negentiende eeuw een veel voorkomend en geaccepteerd verschijnsel. Van hoog tot laag leefden Europeanen – burgers en militairen – samen met een inheemse vrouw. Die praktijk was gegroeid onder de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de VOC“.

    Het concubinaat , dus verschijnsel Njai was door de koloniale overheerser genormaliseerd. En nu doet Reggie Baay een schepje bovenop.

    Mijn Indo-Europese voorvaders, die bij de KNIL dienden, trouwden netjes met inlandsen, d.w.z. Indonesische vrouwen.

    Mijn vraag is dan: Was het kazerneconcubinaat louter een door Europeanen gecreëerd verschijnsel, of maakten Indo-Europeanen, christelijke Ambonezen, christelijke Timorezen en christelijke Madoerezen zich ook schuldig aan dit zedeloos en liederlijk gedrag?

    Juist die vraag beantwoord Prof Groen niet, ziet zij dit kazerneconcubinaat niet door een roze , dus vooringenomen koloniale bril?

    Want neem nou de “kinderen” van Pa van der Steur. Waren dat alleen maar kinderen van vaders van Europese afkomst, of waren de natuurlijke vaders ook Indo-Europeanen of inlanders? Dat lijkt mij kwantitief en emperisch te verifiëren.

    Dat niet alleen. Vele Indo-Europeanen, die niet erkend werden door hun natuurlijke vader, de losbol , kregen later alsnog sommige rechten als de Europeanen (Gelijkstelling), de Staatsblad Nederlanders (sic) . De natuurlijke vader is toch door genealogisch onderzoek te achterhalen, of vergis ik me? Trace Your Roots,

    Natuurlijk is er een kwantitatief onderzoekje uitgevoerd, totaal niet representatief, selectief en volledig willekeurig, nou ja, ik mag niet overdrijven.

    Hoe ziet de conclusie er uit? De voorlopige resultaten zijn verbluffend maar nog niet rijp voor publicatie. Ik waag het niet voor laster of smaad aangeklaagd te worden.

  7. Noordin schreef:

    Ronmertens, Het probleem met dit verhaal is dat u dit probeert te standaardiseren, bewust of onbewust. De jongere generatie ,die u zo hoogacht, pakken dat op. En wat krijg je dan?
    Dit uw familie verhaal. Ja.achtergrond is koloniaal maar het zegt veel meer over uw familie hoe zij dat invullen en wie zij zijn.

  8. Peter van den Broek schreef:

    Ik heb meegedaan met de mode om te zoeken naar de Njai in onze familie, naar onze Indonesische roots, pardon inheemse roots. Van mijn vaderszijde kwam ik tot 1800 en nog steeds was de Indonesische oermoeder niet in zicht. Wel allemaal volbloed Indo’s die met andere volbloed Indo’s trouwden. En dan durven deskundige Indo’s te beweren dat er in Nederlands-Indië geen sprake was van een Indo-maatschappij. Dat heeft wel iets weg van de logica van de Koude Grond.

    Maar wat gebeurt er eigenlijk met onze oervader, toch een Nederlander? Of wordt die uit een misplaatst wit superioriteitsgevoel hier niet ter discussie gesteld?

    Van mijn moederszijde is de inheemse invloed direct te meten. Haar moeder, dus mijn oma, was Indonesisch, een vrouw van een KNIL-sergeant. Een trotse vrouw met een authentieke identiteit. Ik ben deels door haar opgevoed, dus ik weet waarover ik spreek.
    Mijn overgrootmoeder was ook een inheemse vrouw en eveneens getrouwd met een KNIL-sergeant.

    Waarom werd er bij ons in de KNIL-familie netjes getrouwd, terwijl hele legers Nederlandse militairen zich als asocialen en schuinmarcheerders gedroegen en in concubinaat leefden? Na de contractperiode spoedden deze vaders zich naar Nederland, daarbij kinderen achterlatend bij Pa van der Steur. In Nederland werd er naar eer en geweten getrouwd, zoals het hoorde. Hoezo dubbbelmoraal?

    En de boeken over de Njai laat ik als gifbeker aan me voorbijgaan. Je moet toch wat doen met het aangepraatte minderwaardigheidscomplex.
    Het toont duidelijk aan hoe Indo’s met vermeende identiteitsproblemen zich laten conditioneren en koeieneren in Nederland.

    • wanasepi schreef:

      “Waarom werd bij ons in de KNIL-familie netjes getrouwd,”

      Het kan zijn omdat uw oermoeder een Christen en gedoopt wilde worden om te trouwen anders kon het niet. Het kan ook zijn dat oermoeders niet van hun geloof af wilden en dat dat de reden was waarom ze niet trouwden.
      Ik heb een Javaanse over over grootmoeder die niet kon trouwen al zou mijn over over grootvader willen, omdat hij een werkgever was.
      A.Olive

    • ronmertens schreef:

      @PetervandenBroek;’ onze oervader etc.’ – Hier in Ned.onbelangrijk! Onze Inlandse oermoeder maakt ons; Indisch! Toen was het andersom…. maar dat is voorgoed voorbij!

  9. ronmertens schreef:

    @Njai: ‘ de nuance etc’ – Mijn Javaanse oma werd njai van mijn Zwitserse opa. Bewoonde met hem een stenen huis midden in de kampong. Zij steeg in aanzien bij de kampong bewoners: droeg mooie kebaja’s/sarongs, versierd met prachtige zilveren spelden. Had een kokkie. Organiseerde selamatans etc. Zij had het voor het zeggen.- Maar toen haar dochter trouwde stond de hele Indo familie er op; mijn Zwitserse op, in het wit voorop….maar geen Javaanse moeder/oma. Commentaar van mijn vader; ‘ ach, dat was nou al eenmaal zo!

Laat een reactie achter op Boeroeng Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *