Coos Versteeg: Eens in de zoveel tijd word ik gebeld over de serie ‘Indisch Den Haag’, die ik in 1983 – dus veertig jaar geleden! – voor de Haagsche Courant samenstelde. In tien afleveringen – later gebundeld in een boekje – besteedden collega-journalist Margriet Vroomans en ik destijds aandacht aan de sporen die ons koloniale verleden in de stad had achtergelaten.
De ene keer is ’t een Leidse historicus die graag wil weten wáár precies die sambalautomaat in de wijk Duinoord aan de muur hing, de andere keer een Belgische onderzoeker die zich afvraagt of er nog kraantjestoiletten in Haagse huizen bestaan. En dan weer belt er iemand van de Nederlandse Spoorwegen die met mijn hulp mensen wil verleiden tot een dagtripje naar ‘De weduwe van Indie’.
Coos Versteeg is bestuurslid van de Sichting Tong Tong
———–
Het koloniale verleden is in Den Haag op vele manieren aanwezig. In onze taal, muziek, eten, festivals, herdenkingen en in de architectuur. In het voormalige Ministerie van Koloniën hangen nog altijd portretten van de bestuurders van toen. Wat voor rol speelde onze regeringsstad in het Nederlandse koloniale systeem?
Expositie in het Haags Historisch Museum
Zoals ik al eens eerder heb beweert is Den Haag niet de weduwe maar de weduwnaar van Indie. Indie, het moederland, is er niet meer