Peter Rufi heeft al langere tijd zijn overwegingen naar aanleiding van het dekolonisatie-onderzoek die deze week met de verslagen komt.
1. Onrust
De regering heeft in februari 2017 een onderzoek in een breder perspectief geïnitieerd naar het, tijdens de dekolonisatie in Nederlands-Indië(1945-1950) gepleegde excessieve geweld. De uitvoering van dit Onderzoek (MJO) werd toevertrouwd aan het NIOD (Nederlands instituut voor oorlogs, holocaust en genocide studies, het KITLV(Koninklijk instituut voor taal-, land- en volkenkunde) en het NIMH (Nederlands instituut voor militaire historie).
De aankondiging van het onderzoek alleen al, veroorzaakte veel onrust bij de Veteranen, de Indische Nederlanders, de Molukkers, de Indische Chinezen, Indiërs en Pakistanen. Maar ook bij het Nederlandse volk, dat het regeringsbeleid steeds heeft goedgekeurd en gesteund.
De onrust werd en wordt nog meer aangewakkerd door wetenschappers (?) die met hun onafhankelijke studiegroepen, nog voor dat de resultaten van het onderzoek worden/zijn gepubliceerd, al bij voorbaat twijfel zaaien, door het onderzoek te bestoken met hun kritiek. Een kritiek die zich hoofdzakelijk richt op de twijfel over het wetenschappelijke gehalte. De inhoud en essentie van het onderzoek worden daardoor ernstig overschaduwd.
Met de publicatie van de bevindingen en resultaten van het onderzoek a.s. februari 2022, zal de onrust zeker niet worden weggenomen en zullen de discussies nog meer toenemen in felheid.
2. Onderzoek in breder perspectief
Wat wordt bedoeld met het “breder perspectief”. Wordt hiermee bedoeld de rol die beide partijen, de Nederlanders en de Indonesiërs, hebben gespeeld en het geweld dat BEIDE partijen hebben gebruikt? Zo ja, dan is men in ieder geval een stap verder gekomen dan de eenzijdige voorstelling van zaken, die volgde op het interview van Joop Hueting door Hans Jacobs bij Achter het Nieuws van 1969, waarbij de Nederlandse soldaat werd afgeschilderd als DE misdadiger, terwijl het geweld van de “Bersiap” werd weggemoffeld. De bevindingen van het MJO zullen dan een evenwichtiger beeld weergeven.
Onze koning heeft tijdens het staatsbezoek aan Indonesië (10-12 maart 2020) een eerste blijk gegeven van erkenning en excuses gemaakt voor de geweldsexcessen in de periode 1945-1950.
Eerder (1995) heeft zijn moeder, koningin Beatrix, haar excuses willen uitspreken, maar werd door premier Kok “terug gefloten”. Excuses gedaan door ministers van buitenlandse zaken Bot(2005) en Koenders(2016) kwamen niet verder dan: “dat Nederland toen aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond” (Bot) en dat het excuus beperkt werd tot de standrechtelijke executies (Koenders).
Ze beperkten zich helaas tot het geweld van de dekolonisatieperiode van 1945-1950. Het breder perspectief is kennelijk bedoeld om ook aandacht te besteden aan het geweld in die periode van de tegenpartij, de Indonesiërs. Het geweld van beide partijen heeft echter geduurd van de 16e tot halverwege de 19e eeuw.
De beslissing van de koning om de Gouden Koets, vanwege de koloniale afbeeldingen, eerst dan weer in gebruik te nemen, wanneer het Nederlandse volk daar klaar voor is, komt precies op het goede moment en is alleen daarom al een wijs besluit. De koning voelt goed aan wat momenteel in de maatschappij aan de hand is: men, de jongste twee generaties m.n., wil weten door wie en hoe de welvaart en welstand is ontstaan. En dat is een terechte en goede ontwikkeling. Het getuigt van grote moed van de koning, temeer omdat hij zich realiseert, dat het hem en het koningshuis zal raken. Hij zegt terecht, dat wat in het verleden is gebeurd, beoordeeld moet worden met de kennis van toen en niet zoals er nu naar wordt gekeken. Maar voortschrijdend inzicht maakt dat wat toen is gebeurd, beter begrepen kan worden. De keuze tussen goed en kwaad is universeel en van alle tijden; wat nu goed of slecht is, was het toen ook. Wat echter evident anders was, waren de klasse-verschillen en de machtsverhoudingen. Wat voor de een goed, profijtelijk was, was voor de ander slecht en onrechtvaardig. Is daar vandaag de dag iets aan veranderd/verbeterd?
Het besluit van de koning geeft hoop op een betere verstandhouding met Indonesië.
3. Onderzoek naar de oorzaak van de dekolonisatie
Toch hoop ik, dat het MJO niet blijft steken in het onderzoek naar alleen de dekolonisatie en het daarmee gepaard gaande geweld, maar zich ook de vraag stelt waar dit vandaan komt en waarom dit nodig was. M.a.w: wat was de oorzaak van de dekolonisatie. Alleen al het woord geeft daar eigenlijk al een antwoord op: dekolonisatie veronderstelt een kolonisatie. Ergo: de kolonisatie/het kolonialisme is de oorzaak, de dekolonisatie het gevolg.
Blijkbaar was dat kolonialisme zo verschrikkelijk, dat er verzet tegen kwam en uiteindelijke de dekolonisatie moest volgen. Oorzaak en gevolg.
De vraag blijft: besteedt het MJO hier ook aandacht aan, of wordt het het zoveelste onderzoek dat om de hete brij blijft dansen, bagatelliseert, aansprakelijken uit de wind houdt en verdoezelt?
Of brandt men liever de vingers niet aan een onderzoek naar de oorzaak van alle ellende, die sinds de 16e eeuw tot halverwege de 20ste eeuw, het gevolg was van het kolonialisme/de kolonisatie, omdat men dan zichzelf de spiegel moet voor houden.
Toch is het ernstig aan te bevelen en zeer gewenst om een dergelijk onderzoek te doen, en het verschrikkelijke koloniale verleden te erkennen. Het zal de verstandhouding met Indonesië ten goede komen en de weg openen naar een serieuze dialoog.
Zo’n onderzoek zou langs de hierna beschreven lijnen kunnen lopen.
4. Koloniaal verleden
Maar hebben we wel een koloniaal verleden en waarom hebben wij dat dan? Wat waren de drijfveren en de redenen? In de geschiedenisboeken is terug te vinden, dat ons zeevarend volkje in de 16e eeuw over de aardbol werd gezonden om nieuwe handelsroutes te verkennen en nieuwe gebieden te ontdekken, waar grondstoffen en andere nuttige zaken konden worden buit gemaakt. Gebieden die later afzetgebieden voor onze producten zouden worden. Met de bijbel in de hand en met verwijzing naar Genesis 9: 25-29 en andere bijbelteksten, meenden de Heren Zeventien het recht te hebben om het woord Gods en beschaving te brengen naar de onbeschaafde heidenen. In eerste instantie ging dit betrekkelijk vreedzaam, maar al gauw werden de gebieden met geweld veroverd, bezet en gekoloniseerd. Macht en hebzucht waren de drijfveren, en het vergroten van welvaart en welstand, ten koste van de gekoloniseerden. Het kolonialisme is een gevolg van deze machtshonger en hebzucht. Met de oprichting van de VOC in 1602 en de WIC in 1621, werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, later het Koninkrijk der Nederlanden, een koloniale macht. In die koloniale periode is veel geweld gebruikt en onrecht geschied, waar de oorspronkelijke bevolking verschrikkelijk onder te lijden had( uitbuiting, misbruik en slavernij). Maar was het dan alleen kommer en kwel? Neen, de inheemse bevolking moest ook leren wat beschaving was en dus kregen ze scholen en onderwijs, ze leerden lezen en schrijven. Maar het niveau werd zorgvuldig en angstvallig laag gehouden, want stel je voor dat de Indonesiërs slimmer zouden worden dan de Hollanders? Er werd ook wat gedaan aan hygiëne en geneeskundige verzorging, want men moest gezond en inzetbaar blijven. Aan infrastructuur werd ook aandacht besteed, maar alleen om de verbindingen en bereikbaarheid van plantages, fabrieken en andere ondernemingen met de steden en de havens goed in stand te houden. Hoe de kampong/dessa bewoners zich verplaatsten was hun zorg. Kortom, alle “beschavingen” van de inheemsen, stonden ten dienste van de “Belandas”. Een uitzondering zou kunnen zijn de aanleg van de Grote Postweg(1808) van Anjer naar Panarukan door Daendels. Deze weg werd overigens aangelegd onder protest van de lokale autoriteiten, omdat zij voor de bouw dwangarbeiders moesten leveren.
5. Verzet en opstand
Tegen die uitbuiting, knechting en slavernij ontstond verzet. Dit verzet was niet alleen gericht op de Belandas, maar ook op de lokale inheemse vorsten, die door de Nederlanders als tussenschakel werden ingezet. Verzet tegen J.P.Coen bij het bouwen van de vesting Jacatra(1619)en zijn strafexpeditie naar de Banda-eilanden(1621) om het monopolie van de nootmuskaathandel, die uitliep op een genocide van duizenden Bandanezen. Verzet op Java eind 17e, begin 18e eeuw o.l.v. Oentoeng Soerapati, die in Indonesië wordt beschouwd als een van de eerste voorvechters van de Indonesische onafhankelijkheid. Opstanden op Java o.l.v. Diponegoro(zoon van sultan Hamengkubuwono III) tijdens de Java-oorlog van 1818-1830. Verzet van Teuku Umar tegen het optreden van van Heutz in Atjeh(1873-1904). Verzet tegen de strafexpeditie naar Lombok(1894) o.l.v. Colijn en het roven van de Lombokschat. Verzet tegen het optreden van Westerling in Celebes(1946-1947) en het bloedbad van Rawagedeh(1947) aangericht door Wijnen.
Het verzet kwam ook vanuit Nederland, waar politici en wetenschappers vraagtekens zetten bij het koloniale systeem en het cultuurstelsel(1830). De “Max Havelaar” van Multatuli(E. Douwes Dekker) is één aanklacht tegen dat systeem en stelsel. Ook Snouck Hurgronje(1857-1936) werd na de Atjeh-oorlog een fel tegenstander en huwde achtereenvolgens twee inheemse vrouwen.
6. Vicieuze cirkel van geweld
Vanaf de vestiging en kolonisering door de Hollanders in de 16e eeuw van de Indonesische eilanden tot aan de dekolonisering in de 20ste eeuw, was er hevig verzet en zijn er bloedige opstanden geweest tegen het koloniale systeem en het cultuurstelsel. Steeds werden deze meedogenloos en bloedig de kop ingedrukt en bestreden. Het geweld werd door beide partijen toegepast. De vraag is: wie heeft dat uitgelokt?
Het is niet moeilijk te begrijpen dat op actie, reactie volgt(wetten van Newton). Het verzet en de opstand met geweld was een antwoord op de brute en gewelddadige kolonisering. De strafexpedities die daarop volgden waren meedogenloos en bloedig. Het werd één vicieuze cirkel van geweld, dat steeds heviger werd en escaleerde tot de climax tijdens de politionele acties en de Bersiap in de periode 1945-1949.
Eerdere studies en onderzoeken naar het geweld, hebben de tendens om de nadruk te leggen op het gewelddadige optreden van de Nederlanders. Het bloedige verzet van de Indonesiërs werd gebagatelliseerd. Het is te hopen, dat het MJO met het “breder perspectief” een evenwichtiger beeld geeft.
7. Slachtoffers
a. Slachtoffers, gedupeerden van het koloniale systeem waren in eerste instantie de Indonesiërs. Zij hadden niet alleen te lijden van de Hollanders, maar ook van hun eigen lokale vorsten, omdat de Hollanders een verdeel en heerspolitiek voerden en zo hun handen in onschuld konden wassen.
b. De Indische Nederlanders(de Indo’s)hebben steeds tussen twee vuren gezeten: de Hollanders door wie ze niet voor vol werden aangezien en werden beschouwd als tweederangs burgers met een sterke voorliefde voor Indonesië vanwege de gemengde verbintenissen; de Indonesiërs door wie ze beschouwd werden als collaborateurs en verraders. Dit kwam het sterkst tot uiting in de dekolonisatie-periode tijdens de Bersiap. Pogingen om te repatriëren werd door het Nederlandse bestuur niet aangemoedigd; wel werd de mogelijkheid geboden om Warga Negara, Indonesisch staatsburger te worden. Een keuze voor het WN-schap betekende een veroordeling tot 5e-rangs burger, verlies van baan, huis en haard. Kans op werk was niet in te schatten, omdat toen het “eigen volk eerst” gold. De mogelijkheid om te repatriëren werd daarom met beide handen aangegrepen. Na een veelal lange ellendige bootreis werd men in het koude Nederland opgevangen en in contractpensions ondergebracht. Vanaf dat moment moest men het zelf uitzoeken.
c. De Molukkers/Ambonezen overkwam een vergelijkbaar lot. Ook zij werden door de Indonesiërs met de nek aangekeken. De behandeling van de Nederlandse regering van deze trouwste aanhangers van het koningshuis( het staatsieportret van koningin Wilhelmina hing in practisch alle Molukse huizen) was meer dan schandalig. Het was niet de bedoeling dat zij naar Nederland zouden repatrieren, want Nederland had zelfbeschikking beloofd, maar kon dat niet waar maken. Ze werden daarom toch gerepatrieerd. Na aankomst werden alle militairen ontslagen en daardoor letterlijk in de kou gezet.
d. De Chinezen, Indiërs en Pakistanen werden zowel door de Hollanders als Indonesiërs als vreemdelingen beschouwd en behandeld. Zij waren steeds afhankelijk van willekeur.
e. Tenslotte de veteranen, de jonge mannen die naar het toenmalige Nederlands-Indië werden gestuurd om daar rust, orde en veiligheid te handhaven en later te herstellen. Vanaf de 16e eeuw hebben zij dat veelal met geweld gedaan, voor wat hen werd voorgehouden: de goede zaak. Dat hoorde toen zo. Met de uitzending na WO II, voor de politionele acties, veranderde die vanzelfsprekendheid. Er was veel weerstand en verzet vanuit het land en de politiek. Men voelde het einde van het kolonialisme opkomen. Tegen beter weten in moest Indië worden behouden, koste wat het kost onder het motto “Indië verloren, rampspoed geboren”. Te veel jonge mannen zijn zo opgeofferd. Bij terugkomst werden de veteranen ontvangen met scheldkanonades zoals:” moordenaars, wat hadden jullie daar te zoeken” en nog meer. En dan te bedenken, dat ze notabele door het volk zelf, via de gekozen regering, op missie zijn gestuurd.
De veteranen verdienen beter!
8. .Onderzoek naar ons koloniaal verleden: wie durft?!
Als het MJO zich inderdaad beperkt tot het geweld in de periode 1945-1949, dan is het een onderzoek naar een symptoom van een grotere kwaal; een onderzoek naar de verwonding en niet naar datgene dat de verwonding heeft veroorzaakt.
Een onderzoek naar de oorzaak die geleid heeft tot de gewelddadige gevolgen is n.m.m. zinvoller en vooral eerlijker. Maar dat vraagt morele moed. Want dan moet men zichzelf de spiegel voorhouden en diep in het hart kijken.
Is men daartoe bereid, dan wordt het al een stuk eenvoudiger om tot erkenning te komen, dat het koloniaal systeem en optreden van onze voorouders, een zwarte bladzijde is in onze geschiedenis.
Het hoeft dan ook geen probleem te zijn om de bevolking van Indonesië, namens die voorouders, verontschuldigingen aan te bieden. De huidige Indonesische generatie begrijpt heel goed, dat onze generatie van nu geen blaam treft voor de gevolgen van de kolonisatie. Deze generatie moet echter wel bedenken en er eerlijk over zijn, dat ze nog altijd profiteert van de welvaart, die door de voorouders is verkregen. Hier ligt een mogelijkheid om de ontwikkelingshulp anders en beter in te richten.
Een erkenning zal geen gezichtsverlies zijn, maar eerder een betere verstandhouding met Indonesië bewerkstelligen, die weer kan leiden tot een serieuze en vruchtbare dialoog en een eerlijker verdeling van de verkregen welvaart.
Peter Rufi. Geldrop. 29 januari 2022.
Het is daarom dat ik mijn manuscript “Vergeten verbinding. De Tweede Wereldoorlog in Zuid-Oost Azië” heb neergelegd bij de uitgever.
Ik ga daarvoor terug naar de VOC- en WIC-tijd waarin handel en macht al centraal stonden, die doorliep naar Nederland die bij monde van Tjarda van Starkenborg Japan de oorlog verklaarde, welke door zowel Nederland als Japan verloren werd. Nederland verloor haar kolonie door de Onafhankelijkheidsoorlog en de VS die via de VN Nederland sommeerde haar kolonie prijs te geven.
Outlook voor Android downloaden
________________________________
Het noemen van Indiers en Pakistaners is overbodig want de Gurka’s hadden meer gedaan voor de Engelsen in de korte schermutselingen in Surabaya en andere steden op Java.Wal Suparmo
Het was en is nog steeds allemaal politiek gebaseerd op het principe”: Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken”, zowel tijdens het regime van de oude meesters als in het bewind van de nieuwe meesters.Nothing is more wretched or more proud than man.
Nooit onderzoek gedaan,wattemeer schadevergoeding gegevenvoor het verbranden door NEDERLANDSE militairen Kmp PANDEAN LAMPER LOR SEMARNG en de bevolking met geweer/mitralieur vuur weggejaagt.Op 7/11/1945 om11 uur. Wal Suparmo