Foto’s, film en verslag van Elmi:
De boekpresentatie Een Indische skyline van Fridus Steijlen vond op 17-02-2018 plaats in het IHC te Den Haag. Steijlen is senior onderzoeker bij het KITLV en bijzonder hoogleraar Molukse migratie en cultuur in comparatief perspectief aan de VU Amsterdam.
Na een welkomstwoord van Yvonne van Genugten (directeur IHC) en Jan-Peter Wissink (directeur Amsterdam University Press) kreeg Prof. dr. Rinus Penninx het woord. Er was hem gevraagd iets voor de achterflap te schrijven en van wat hij heeft geschreven, bleef één zin over en die is ook nog eens ingekort. Maar, hij kreeg nu de kans om toe te lichten wat hij precies bedoelde met zijn nogal cryptische omschrijving.
Op de site van het IHC valt verder te lezen:
Een Indische Skyline
Zoals de contouren van een skyline door gebouwen bepaald worden, zo bepaalden de Indische organisaties de contouren van Indisch Nederland. Hoe zag het samenspel eruit tussen de verschillende organisaties, wat wilden zij zelf uitstralen en wat zag de buitenwereld? Wie deed mee in de organisaties en wat waren de spelregels? Wat was de invloed van overheidssubsidies? Welke conflicten deden zich voor bij het verstrekken van deze subsidies?
In zijn boek Een Indische skyline gaat Fridus Steijlen nader in op deze vragen. Hij onderzoekt de Indische organisaties die tussen 1980 en 2010 actief waren in Nederland en van invloed waren op het beeld dat in die periode van Indisch Nederland bestond. Door hun activiteiten, de discussies die werden gevoerd en de manier waarop zij naar buiten traden, bepaalden die Indische organisaties het beeld dat vervolgens over dat Indisch Nederland ontstond.
Over hoe de Indische skyline er in de toekomst uitziet ging Fridus in gesprek met Siem Boon (directeur Tong Tong Fair), Geert Onno Prins (Uitgever Indisch Maanblad Moesson) en Yvonne van Genugten (directeur Indisch Herinneringscentrum).
Na afloop was er uiteraard tijd voor een drankje en een hapje én om het boek aan te schaffen en te laten signeren!
Zie ook de filmpjes die op de pagina van de foto’s staan. Deze filmpjes zijn bedoeld om naar te luisteren……..
De boekpresentatie Een Indische Skyline werd georganiseerd door het Indisch Herinneringscentrum in samenwerking met Amsterdam University Press.
***************************************
Een verslag van Edu van N. :
Boekpresentatie “Een Indische Skyline” geschreven door Fridus Steijlen.
Eerste exemplaar overhandigd aan Ellen Derksen. Gebouw IHC, 17 februari 2018
Yvonne van Genugten, directeur Indisch Herinneringscentrum (IHC), heet de ongeveer 100 belangstellenden hartelijk welkom bij deze door het IHC en de uitgever, AUP, georganiseerde boekpresentatie.
Jan Peter Wissink, directeur Amsterdam University Press (UAP), vertelt hoe het project in gang werd gezet nadat Steijlen een half jaar geleden met zijn voorstel voor een boek langs kwam.
Rinus Penninx, emeritus hoogleraar aan het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (VU), zet uiteen waarom dit boek interessant is en toegevoegde waarde heeft.
Organisaties nemen een middenpositie tussen Overheid en Beleid en de mensen om wie het gaat in. Zij mobiliseren individuen, zij brengen gelijkgestemden bij elkaar.
Zij ontstaan vanuit de basis en kunnen ook verdwijnen bij verlies van draagvlak.
Het onderzoek van Steijlen beslaat de periode 1980-2010, de opkomst van de tweede generatie binnen de organisaties. Wat er aan vooraf ging moet natuurlijk ook vermeld.
De groep Indische Nederlanders is toch zeer divers, een breed palet met daarbinnen organisaties die opkomen en verdwijnen. Interessant is wat de mensen motiveert, wat zijn hun onderwerpen.
Fridus Steijlen gaat uitgebreid op zijn studie en het tot stand komen van het boek in.
Compensatie voor oorlogsleed In de Pacific kwam niet of laat op gang en had aanvankelijk geen betrekking op de Indo-Europeanen. Zij hadden (uiteraard wel de krijgsgevangenen) niet in kampen gezeten en waren kennelijk (volgens de Nederlandse overheid) niet als slachtoffer te beschouwen. Het “Gebaar” zou genoegdoening voor de kille ontvangst in Nederland moeten geven.
Vanuit het project “Oral History” van het KITLV werd duidelijk dat de Buitenkampers wel degelijk slachtoffer waren. Een memo van Steijlen maakte de weg vrij.
Onder meer voor zogeheten Collectieve Projecten. Eén ervan werd binnen het KITLV geformuleerd en samen met het Indisch Wetenschappelijk Instituut ingediend:
Een Indisch Knooppunt; een digitale catalogus voor de Indische Archieven.
Belangenorganisaties, culturele organisaties, organisatoren van reünies en kumpulans zijn geïnterviewd, zelfs ook bij bijvoorbeeld verzorgingstehuizen.
De database is gemaakt en ondergebracht bij de UB-Leiden.
Het onderzoek gaf inzicht in de doelen, de drijfveren en het reilen en zeilen van de organisaties. Hier zag hij de aanleiding voor het voorstel aan de AUP om de Indische organisaties te beschrijven. Het zou een boek moeten zijn over de organisaties (de gebouwen) en het totaalbeeld (de skyline).
Beperking was nodig om het overzicht te behouden. Naast beperking in de tijd (1980-2010) omvat het boek geen beschrijving van de Indische organisaties buiten Nederland en van de verzorgingstehuizen.
Welke gebouwen bepalen de Indische skyline?
Slachtofferorganisaties en belangenbehartigers zijn belangrijke Indische organisaties.
Erkenning van je oorlogservaring; ook van de kinderen (KJBB) uit de oorlog en later de naoorlogse generatie. Onder Lubbers kwam min of meer toevallig het Indisch Platform tot stand, nog steeds de gesprekspartner voor de overheid.
Verder spelen Culturele organisaties een grote rol waarbij de Tong-Tong/ Moesson en de jaarlijkse Pasar Malam Besar/ Tong-Tong Fair vooraanstaand en maatgevend zijn.
Tenslotte noemt hij Jongeren organisaties en de inzet voor het lot van Indo’s in Indonesië. De oorlog raakt steeds verder uit zicht en sommige andere organisaties zijn weer opgeheven.
Zal de skyline zich verder ontwikkelen en zo ja, hoe?
Ellen Derksen, zo lang al betrokken bij het Culturele leven, krijgt van Steijlen het officiële eerste exemplaar overhandigd.
Paneldiscussie
Hierna volgde een paneldiscussie met Siem Boon (Tong-Tong Fair), Geert Onno Prins (Moesson) en Yvonne van Genugten (IHC) onder leiding van Fridus Steijlen.
Het IHC wordt (voor de duur van 5 jaar) gesubsidieerd; de ander 2 organisaties genereren eigen inkomsten en fondsen. Subsidie is wellicht niet noodzakelijk maar komt de kwaliteit van activiteiten ten goede. Projectsubsidies worden nu (maar ook al in het verleden) binnengehaald: als minderheidsgroep, als nasleep van de oorlog.
Eén niet nieuwe, maar wel opmerkelijke vaststelling: in de weer oplaaiende dekolonisatie/ postkolonialisme debatten is de Indische gemeenschap zowel dader als slachtoffer.
Wat moet meer op de Indische skyline zichtbaar worden?
De eigen geschiedenis meer uitdragen. Trots is nog steeds niet vanzelfsprekend.
Meer inhoudelijke samenwerking.
Meer samenwerking met niet Indische organisaties. Het is tenslotte een deel van de Nederlandse geschiedenis.
Het paneldebat is goed te verstaan. Wel het geluid wat hoger zetten .
Klik hier…. direct naar het begin
Dat klopt. Inderdaad moet het geluid harder gezet worden. En om niet naar de film te hoeven kijken, scroll de film weg van de beeldbuis. Makkelijker voor het luisteren. Je wordt niet afgeleid.
Wat er “nog meer op de Indische skyline zichtbaar moet worden”? Het is toch niet te geloven dat deze vraag gesteld wordt. Het uitgebleven rechtsherstel voor de Indische (in de breedste zin van het woord) gemeenschap, beste medewerkers van overheidsinstellingen en instituties: de backpay ter waarde van 5,7 miljard euro (exclusief indexatie en rente-op-rente over 70 jaar); de Thaise, Japanse en Indonesische herstelbetalingen; nooit uitbetaalde bank- en spaartegoeden; verzekeringspolissen en pensioenen.
En zo draait vrijwel iedereen binnen Indisch Nederland om de hete brij heen: wiens brood men eet, diens gecensureerde woord men immers spreekt. Met als ultieme gotspe de uitspraak dat “het Indisch Platform onder Lubbers min of meer toevallig tot stand is gekomen.” Het is juist een uitgekookte meesterzet van Lubbers geweest om een stel jaknikkers in overheidsdienst aan te stellen die zich volledig hebben laten inpakken tijdens de onderhandelingen betreffende Het Gebaar.
Nog even en dan is iedereen in slaap gesust door het voortdurende gekwezel over identiteit en culturele overdracht. Gelukkig dat er ook zoiets als waarheidsvinding bestaat. Ongesubsidieerd en ongecensureerd.
@Het is juist een uitgekookte meesterzet van Lubbers geweest om een stel jaknikkers in overheidsdienst aan te stellen die zich volledig hebben laten inpakken tijdens de onderhandelingen betreffende Het Gebaar. @
Hoe juist opgemerkt. En het zelfde spel wordt voortgezet met het IHC (Indisch Herinnerings Centrum) na het debacle van IH-1 en IH-2. En tot op heden hebben de meeste Indo’s het niet in de gaten.
” het voortdurende gekwezel over identiteit en culturele overdracht.”
Nou, u heeft onder meer de volgende boeken geschreven. Dat was ook allemaal gekwezel?
– De vergeten krijgers – de onvoorwaardelijke trouw van de Indo-Afrikaanse gemeenschap aan de Nederlandse vlag
– Dochters van de Archipel / van moederland Indie naar vaderland Nederland
– From New York to L.A. / twee Hollandse vriendinnen nemen de Amerikaanse cultuur onder de loep
Wakker blijven, beste Loekie. Het merendeel van m’n boeken en documentaires betreft het uitgebleven rechtsherstel. Inclusief Dochters van de archipel (Japanse dwangprostitutie) en De vergeten krijgers (Thais smartengeld; de weigering van Mitsubishi om excuses aan te bieden). Eerst lezen, dan je oordeel vellen.
Nou, indien uitgebleven rechtsherstel de drijfveer is, en die drijfveer wordt beschreven en verfilmd en uitgedragen, dan is dat voor u geen gekwezel, en het valt voor u blijkbaar niet onder identiteit en culturele overdracht, maar voor anderen zou het kunnen zijn dat uw drijfveer toch vooral ook wordt beschouwd als uw manier van uitdragen van identiteit, cultuur en geschiedenis.
Worstelen met de identiteit kan ik bij mijn dwz tweede generatie wel begrijpen,vooral degenen die twee Indische (indo) ouders hebben. Maar wat andere generaties daarmee te schaften hebben, lijkt op het eerste gezicht gewone puberteitsproblemen te zijn.
Niks aan de hand , gekweel over identiteit, ondanks een boek zoals de Schijnindo. Daargelaten dat de tweede generatie Totoks daar helemaal geen problemen mee hebben, maar wat nog niet is, kan nog uit de kast komen.
Een uitzondering zijn degenen van een andere generatie die met Indo’s trouwen. Zijn die kinderen plotseling 100% Indo geworden of dien ik mijn zakjappaner uit de kast te halen om het % wit bloed te meten?
Culturele overdracht als gekwezel? Daarover zijn Nederland bibliotheken vol geschreven. We zien wel bij de verkiezingen wat de overdracht brengt.
Om “De vergeten krijgers – de onvoorwaardelijke trouw van de Indo-Afrikaanse gemeenschap aan de Nederlandse vlag” als gekweel te betitelen geeft meer uitdrukking van het onbenul van degene die dat beweert. Wie zei of schreef ook al weer: “Hij snapt NUL?”
@Om “De vergeten krijgers – de onvoorwaardelijke trouw van de Indo-Afrikaanse gemeenschap aan de Nederlandse vlag” als gekweel te betitelen@
— Dag heer Van den Broek, u kent toch wel het verschil tussen een ! en een ? Want wat u zo stellig poneert, dat wordt namelijk helemaal niet beweerd! Dat maakt u er ‘ondoorwrocht’ van en dat heeft dan vermoedelijk weer te maken met, of ondoordacht reageren of niet-begrijpend Nederlands lezen. In elk geval één van de twee!
Lastig discussiëren zo, althans lijkt mij. Maar ik ga gauw weer wat leukers doen. Schijnt de zon bij u ook zo overvloedig . . . ?!
Heer Marawasin?
Bestaat gekwezel eigenlijk in de Nederlandse taal????
Mijn woordcorrector geeft automatisch gekweel aan.
U als bijbelexegeet dient dat toch te weten?????. Ik heb als excuus dat ik al meer dan 30 jaar niet meer in Nederland. Het is voor een beter begrip wel belangrijk als lijdend/leidend beginsel voor de discussie.
Het bespreken van identiteit en cultuuroverdracht is er altijd geweest op deze weblog en op andere Indische platfora. Niks mis mee….en wie er geen zin meer in heeft, moet wat anders doen.
Overigens was er onlangs een beeldenstorm richting de directie van een school en museum.
De inzet daarvan was Nederlandse identiteit en cultuuroverdracht
@Niks mis mee….en wie er geen zin meer in heeft, moet wat anders doen.
###Hear hear… aan de overzijde vd plas schijnt het eveneens een topic te zijn/blijven…
edgewalker …een twijfelindo?
***Identiteit is niet altijd een in beton gegoten concept, maar eerder iets dat afhangt van de situatie, of dat verschuift door de tijd, ruimte, groei of omstandigheden heen. Er zijn mensen die trots zijn op hun vermogen om vol vertrouwen van ‘kleur te verschieten’ of die zich als een vis in het water voelen in de verschillende culturen en die zich soms de bijnaam ‘Edgewalker’ toe-eigenen, naar het boek met dezelfde titel van dr. Nina Boyd, waarin zij onderzoekt hoe mensen diffuse culturele grenzen trekken in wat zij de nieuwe Global Frontier noemt.
Edgewalkers zijn een soort van opgewekte ambassadeurs die zich ‘dwars door culturele tradities heen bewegen, met een zekere mate van gemak, zelfvertrouwen en plezier.’ Edgewalkers verwelkomen vragen, zelfs als de vraag onbenullig of oncomfortabel is (“Ooooh, is dát jouw vader?). Ze blijven kalm wanneer mensen hen aanstaren of vragen hoe ze zo bruin zijn geworden of waarom hun ogen zo licht zijn. Ze houden ervan mensen te verbazen. Humor is een vast onderdeel van hun arsenaal. Geduld is dat trouwens ook. Zij zien dit soort ontmoetingen als een kans om een stukje af te breken van een pijnlijk verleden.
Zij zijn dezelfde mensen die een andere identiteit aannemen als het ze gemakkelijk lijkt, of voordeel of zelfvertrouwen schenkt. Erica Shindler-Fuller-Briggs uit North Charleston, South Carolina heeft al zo vaak de vraag gekregen “wat ben jij precies?” dat ze inmiddels geld vraagt voor het antwoord. “Het gaat allemaal in mijn pensioenpotje.” zegt ze. “Wat ik vraag, wordt bepaald door de timing: op welk moment in het gesprek stelt men de vraag? Als de vraag al binnen de eerste minuten van het gesprek gesteld wordt, dan vraag ik niet minder dan $1,- per minuut. Mijn tarief voor de belediging én dat ik tijd verloren ben aan een oppervlakkig type.”
Shindler-Fuller-Briggs zegt dat mensen het óf vreselijk óf vermakelijk vinden. In elk geval is haar punt duidelijk overgekomen en stellen mensen die naar haar identiteit vragen zich vervolgens zelf de vraag: waarom vind ik dit belangrijk? Op haar 42e heeft ze, heel begrijpelijk, een harde schil gekweekt om al dit vragen naar haar identiteit. Er was eens een manager in een schoenwinkel die gewoon aannam dat ze Spaans was, om zich vervolgens druk te gaan maken omdat hij die taal niet sprak. Toen ze hem uitlegde dat ze geen Latina is, leek hij wel beledigd. Een medewerker van de winkel op de hoek weigerde te geloven dat ze zwart was. “Nee, jij bent te knap om zwart te kunnen zijn.” zei hij.
Dus, wat is nou haar antwoord op de veelgehoorde vraag: “wat ben jij?”. Haar antwoord staat in haar zes woorden tellende bijdrage aan het Race Card Project: “Wat vind jij zelf het prettigste?”
Voor sommigen zet alleen het woordje “wat” hun nekharen al overeind. Zoals in de vraag “wat ben je?”, in plaats van “wie ben je” , laat staan “hoe gaat het met je?”.
Alhoewel de rassendiscussie er een is van seismische proporties – het onderwerp van sociale bewegingen en monumenten en meerdaagse conferenties aan topuniversiteiten – toch zijn de momenten die onthuld worden in de verhalen in zes woorden veel kleiner en intiemer: moeders met een bruine huid die worden aangezien voor de oppas van hun kinderen met een lichtere huid.
http://www.nationalgeographic.nl/fotografie/visualisatie-van-ras-identiteit-en-verandering