Eric Neyndorff zit voor twee maanden in Indonesië. Hij zou proberen reisverhalen door te sturen. Dit is nr 5. Zie hier voor deel 1,2,3,4
Lectorem Salutam,
Zaterdag 12 oktober,
Nu ik mijn laatst verzonden e-mail herlees, zie ik dat k allerlei stijlfouten heb gemaakt en ook dingen heb herhaald, mijn excuses hiervoor, komt waarschijnlijk door vermoeidheid en omdat ik ze op mijn I-pad intik. Ik denk dat ik elke e-mail maar standaard zal beginnen met het maken van excuses, maar nu ga ik jullie vervelen, dus her is het verslag.
Ik probeer elke morgen een wandeling te maken door het Merdekapark tegenover nijn hotel. Het valt mij op dat daar elke dag een groep mensen bezig is met Tai Chi, het zijn ouderen, die hieraan meedoen.
Ook zag ik vandaag om half 8 een groep vrouwen bezig met ochtendgymnastiek op de parkeerplaats van de BMC. Of was het ritmische gymnastiek, het verschil zie ik namelijk niet, maar er was luide popmuziek en ze huppelden aardig in nee in het ritme. Ik kon het niet laten er een paar foto’s van te maken en toen ze in de gaten kregen, dat ik kiekjes aan het maken was, begonnen enkel vrouwen te juichen.
Ook kwam Chichi, mijn vriendin, die ik in 2011 ontmoette langs, ik bedoel ze komt elke dag naar het hotel en neemt lekkere hapjes voor me mee, gisteren had ze lotek mee. En ze wast en verstelt mijn kleding, ze zorgt dus goed voor me. Ze is wel erg jaloers, want toen ik een paar smsjes van een vriendin van haar kreeg, gooide ze de cadeaus die ik voor haar had meegenomen aan de kant en ze wilde meteen naar huis. Ik heb heel veel moeite moeten doen om haar tegen te houden.
Gisteren ben ik met Chichi naar Pandu gegaan. Het is een mooi Ereveld. Wat mij echter opviel was dat het dicht bij het voormalige vliegveld Andir, dat nu Hussain Sastranegaraheet, ligt zodat er om de zoveel minuten een vliegtuig laag overkomt, hetgeen de rust niet ten goede komt. Ik werd er goed ontvangen, de man die ons rondleidde, bood zelfs aan mij zondag naar het Ereveld Leuwigajah te brengen. Voordat ik bij het Ereveld aankwam liep langs recente Chinese graven. Ook boden verschillende mannen me aan bloemen te gaan halen.
Toen ik een van de mannen 50.000 rupiah gaf voor een boeket, greep Chichi in en zei hem dat hij voor dat bedrag ook een bosje bloemen mee moest nemen.
Ik heb dus een bloemetje gelegd bij de graven van mijn overgrootmoeder Henriette Constance Lienhard-Eyzendooren en mijn achterneef Frits Neyndorff. Foto’s staan weer op Facebook.
Zondag 13 oktober
Gisteren is Chichi bij me geweest en ze had haar jongste dochter en kleinkind bij zich. We zijn met zijn vieren naar Bandung Indah Plaza (BIP) gegaan en hebben daar wat gegeten. Daarna wat boodschappen gedaan in de Hypermarkt.
Vanmorgen ben ik naar het ereveld Leuwigajah tegaan en toen ik om 8 uur het hotel uitkwam stond de man, waarmee ik had afgesproken, dat hij me zou brengen al op me te wachten, ik ben achter op zijn motor geklommen en we gingen onderweg. Na 25 minuten kwamen we op het Ereveld. weer een indrukwekende ervaring. Uiteraard heb ik weer foto’s gemaakt. Het komt goed uit dat ik ook een camera bij me heb waarmee ik panoramafoto’s kan maken. Leuwigajah is een betrekkelijk klein Ereveld en ligt prachtig tussen bergen.
Ik heb gisteren weer iets gedaan waar ik spijt van heb. Ik ben naar Starbucks gegaan en heb daar een kop cappucino besteld. Het kostte de hoofdprijs en was niet te drinken. Een afrader!
Ook nog even een waarschuwing voor mensen, die hier een warnet (warung Internet) gaan bezoeken meld je af van programma’s die je gebruikt hebt, want anders blijf je aangemeld en de volgende bezoeker kan bijvoorbeeld je g-mail bekijken. Ik ben erachter gekomen omdat ik me een keer niet had afgemeld en een half uur later weer mijn gmail wilde openen en ik zonder me aan te hoeven melden het programma kon inkomen.
Dit is het voorlopig weer, ik ga vanmiddag naar een Soendanesche bruiloft, Chichi moet daar zingen, ze is wedding singer en ze wil per se dat ik mee ga. Ik vertel binnenkort hoe het was.
groetjes Eric























































Het is inderdad een mooi gezicht. Het zijn ook ouderen die ik zie.
Tai Chi is goed tegen stramme leden, althans tegen die leden die bij het vorderen der jaren niet stram mogen worden.
Pak Pierre
Petromax? Ik ken alleen de lampoe templek uit die tijd. En smog dat je toen had. Je beide neusgaten zaten altijd ’s avonds vol roet.
Tai Chi is ook in San Francisco een geliefde bezigheid die in openbare parken en binnenplaatsen door oudere Amer/chinezen in de 80-er jaren toen ik het voor het eerst waarnam, volop en fanatiek werd bedreven. Vaak al voor dag en dauw.
Zou ook goed zijn voor de stramme ledematen van onze en jongere jaargangen als ze in onze steden dat ook gingen organiseren. Ook goed voor de sociale cohaesie lijkt me zo. Zeker als ook oudere moslims gaan meedoen.
@ Pak Huib,
Thuis hadden we ook geen petromaxen. Wel lampoe tèplèk, altijd paraat opgehangen aan de muur op de meest strategische plekken in het huis en de bijgebouwen, voor het geval de stroom weer eens zou uitvallen.
Gedurende de bersiapperiode (de slag om Semarang october 1945 en de zeer onrustige periode erna) was er in mijn herinnering vrijwel continu geen licht en zaten we in het donker bij één olielamp of een paar kaarsen die steeds schaarser werden.
Een benauwde lucht van die lampjes kan ik mij niet herinneren, wel de spookachtige sfeer die de flakkerende vlammetjes opriepen. Iedere schaduw op de muur kon immers ook wel een echte sètan zijn, of een momok of genderwoh of nog erger, een “extremist” (toen geen idee dat het woord van “extreem” kwam, voor mij was het synoniem aan “pemoeda” en dat woord betekende niet veel goeds.
Tai Chi heb ik ook bedreven op een leeftijd dat karate (Kyoku Shinkay van Master Oyama) te hard voor mij werd. Ik ontdekte er veel van karate in, maar dan in very slow motion. Jammer dat de (Nederlandse) Tai Chi leraar in die tijd zijn kennis heel slecht kon overdragen en ook weinig wist van de achterliggende filosofie. We moesten gewoon nadoen en verder geen flauwekul. Ik ben toen afgehaakt en heb niet meer de moed gehad naar iets beters om te zien.
Nu op mijn 75ste nog maar 2 of 3 x in de week naar de sportschool, een beetje aan de apparaten en dumbbells rukken. Een “bouw kajak Tarzan” zal ik er niet meer van krijgen.
Pak Pierre
Ouderen die Tai Chi doen op straat of in een park… komt mij altijd zo surrealistisch over.
Wel fraai !!
Nou …. deze keer krijg je van mij een dikke 10 voor dictee!
Pak Pierre
hatur nuhun pak Pierre. Ik ben in de jl Cipunegara geweest, maar Primavera is er niet meer. Het huis is afgebroken en er is een grote lelijk betonnen structuur voor in de plaats gekomen. Helaas gebeurt dit meer de laatste jaren. Bandung is lelijker aan het worden.
.. En druk, heet en vervuild… Ga je nog richting Midden-Java, Eric?
Heet ?
Wat heet.
Tegenwoordig is Bandung zo warm/panas (te veel mensen, huizen, smog) dat je in de middag met t-shirt kan lopen.
40-50 jaar geleden was het nog koud, moet je warme kleren of jacket aan.Je moet zelf airco hebben in je kamer of huis.
En veel eenrichtingsverkeer , soms moet je omrijden.
In de zijwegen van de grote straten zoals Dagoweg , Riouwweg heb je soms nog leuke plekken met veel bomen/stille straten en “rumah Belanda’s” waar je leuk kan wonen.
Het is nog beter dan Jakarta .
Mijn bedoeling is na Bandung een week naar Yogya te gaan, daarna naar Kediri, wederom een week, en daarna Soerabaja en Semarang te bezoeken.. Ik wil in de laatste 2 steden, de Erevelden van de OGS bezoeken.
Misschien een idee om ook Solo aan te doen. De verbeterde versie van Yogya, maar ik ben bevooroordeeld… 😉
Ach ja Eric, we kunnen niet verwachten dat ze alles voor ons zouden inpakken en bewaren tot het ons zou behagen om terug te komen, om alles dan speciaal voor ons uit te pakken en neer te zetten waar het ooit had gestaan.
Tjitaroemstraat 22. Daar woonde mijn vader met zijn nieuwe gezinnetje. Op de hoek, naast het huis, was een pension. Het had een Nederlandse naam, maar werd geloof ik in 1950 omgedoopt in Pension Soeti. Vanaf de hoek was de machtige Gedoeng Saté zichtbaar en links om de hoek, op de Keizerlaan Noord, was de halte voor de bus naar de stad. Naar de Braga, Trocadero, Snoephuis, Bogerijen. En als we niet naar de stad gingen, dan op blote poten richting de andere hoek, rechtsaf naar de Van Neckstraat, ijs kopen bij Prima Vera. Geen idee dat je daar vlakbij woonde.
’s Avonds kwam de bami chinees langs met zijn wagentje, fel verlicht door de “petromax”. De “poeng” noemden wij hem, vanwege het geluid dat hij voortbracht: Poeng, poeng, poeng.
Ik was alleen maar voor de vacanties in Bandoeng, leve de omgangsregeling. Wat een indruk hebben die stad en haar omgeving toch op mij gemaakt. Vooral de bergen en daarvan vooral Tangkoeban Prahoe en haar buurvrouw, de Boerangrang.
Dan het klimaat. Wat een verschil met dat van Semarang. ’s Avonds lagen we onder een dekentje. En geen klamboe nodig tegen de muskieten. Die hadden het kennelijk ook te koud. Toen ik ruim 30 jaar later, begin tachtiger jaren v.d.v.e. weer in Bandoeng was, viel de warmte mij op. Ik vond Bandoeng niet zo koel als in mijn herinnering. Ik weet dat gevoel aan mijn jarenlange verblijf op noordelijker breedten, waar ik gewend was geraakt aan lange winters en koele zomers. Nu lees ik dan dat Bandoeng inderdaad warmer is geworden. Geen kwestie van “gevoelstemperatuur” dus. De opwarming zou dus al 30 jaar geleden of nog eerder kunnen zijn begonnen.
Tja … niets is voor eeuwig.
Pak Pierre
Ook ik heb nog zoete herinneringen aan eten in Bandoeng, ik herinner me dan de sate ayam van de madoerees, die langs de huizen kwam, en waar mijn vader dan 100 stokjes voor weinig van kocht.
De bergen blijven erg mooi en indrukwekkend, al zijn ze alleeen maar te zien na een fikse regenbui, die de smog die over Bandung hangt neergelagen heeft. Mijn oom had een boerderij in Cisarua, op de hellingen van de Boerangrang. Bandung is inderdaad veel warmer nu ca 24 graden, Ik herinner me uit mijn jeugd temeraturen van 17-18 graden, komt waarschijnlijk door de smog. Maar ja, er wonen nu 2 miljoen mensen of meer en vroeger maar 200.000.
Die petromax, die ken ik nog wel. Ergens in de jaren tachtig woonde ik een tijdje in een Sundaas dorpje waar nog geen electriciteit was. Een accu werd gebruikt voor de radio – tv was er niet. ’s Avonds werd de petromax (petromak) aangestoken.. een lamp die heel veel fel licht gaf. Je moest als ik het me goed herinner eerst de lamp onder druk zetten door een pomp aan de zijkant. Het aansteken was nog een handigheidje die je onder de knie moest krijgen.
Petromaxen werkten zo ongeveer als de primus kooktoestelletjes bij het kamperen, voordat de gastankjes in de mode kwamen. Ik heb die laatsten altijd gewantrouwd. Werken net als handgranaten ….. als ze dik worden moet je hard weglopen.
Pak Pierre