24 mei: Bersiap – een vergeten ramp

Het Humanity House presenteert i.s.m. Stichting Tong Tong een interview met Herman Bussemaker én met ooggetuigen over deze vergeten ramp. Aanleiding is de heruitgave van zijn standaardwerk Bersiap! Opstand in het paradijs, De Bersiap-periode op Java en Sumatra 1945-1946.

Dit bericht werd geplaatst in agenda - evenementen. Bookmark de permalink .

4 Responses to 24 mei: Bersiap – een vergeten ramp

  1. Sylvia Groot schreef:

    Geachte heer Somers, gaat U mij vertellen dat het kinderen geen bal interesseert als hen naast de gebruikelijke jaartallen wordt verteld wat er op menselijk vlak werkelijk is gebeurd ?
    Kinderen staan open voor alles maar het moet ze wel worden verteld.
    Doet u dat maar zodra de gelegenheid zich voordoet, dan blijkt dat.

    Willen we verder komen dan lukt dat nooit met een ontoegankelijk standpunt. Ook onderwijzers en leraren hebben het niet meegekregen in hun opleidingen, dus geven die op dat punt ook niets door. Hun opleidingen worden grotendeels gedicteerd door de overheid. Daar moet eerst iets losgewrikt worden.

  2. Sylvia Groot schreef:

    Ik meende dat Bersiap niet vergeten was, althans niet in de Indische gemeenschap. Of als met vergeten bedoeld wordt de Hollanders, dan is dat eveneens niet correct. Immers Hollanders worden bewust onkundig gehouden hierover. Op scholen wordt niets nada noppes verteld. Daar begint historische kennis meestal toch? Het gaat om domhoudbeleid, daar zijn volgens mij alle opeenvolgende regeringen verantwoordelijk voor.

    • Jan A. Somers schreef:

      “Hollanders worden bewust onkundig gehouden hierover”: Dat geloof ik niet, het interessert ze geen bal. Daarom zit het ook niet in het studieprogramma van onderwijzers en leraren.

  3. Jim Jasper schreef:

    De bersiap tijd heb ik persoonlijk meegemaakt Veel mensen kwamen uit de kampen en vonden huisvesting in ons huis in Bandoeng. Soms zelfs kenissen van kennissen die wij helemaal niet kenden Later heb ik mijn moeder gevraagd, waarom heb je dat toch gedaan, je kende die mensen niet eens. Ze kregen huisvesting en te eten etc etc Ik herinner mij nog goed een commotie, ik was toen 10 jaar oud en ik had een banaan van de schaal op het dressoir gepakt die van een van de mensen waren die bij ons inwoonden De eigenaresse vond dit onopgevoed dat ik dit zonder te vragen had gedaan, terwijl ik helemaal niet wist dat het haar bananen waren Ik heb het gedaan, zei mijn moeder omdat ik vond dat deze mensen , die pas uit het kamp kwamen en geen huisvesting hadden geholpen moesten worden. .
    Ik heb meegemaakt dat onze achteburen de familie C, man, vrouw en kinderen, plotseling s´morgens vroeg in hun nachtkleding hals over kop bij ons over de achter muur kwamen. Ze kregen kleding en te eten en zijn een aantal dagen bij ons gelogeerd geweest.omdat ze niet naar hun huis terug konden.
    Wat was er gebeurd: De man had de Nederlandse vlag in zijn voortuin gehezen en Indonesiers trachtten deze weer naar beneden te halen, waarna de man met een geweer dat hij de gehele oorlog had verborgen, op hen had geschoten. Toen waren de rapen gaar en moesten ze vluchten. Terwijl wij nooit enige problemen met de Indonesische bevolking hadden tot op die dag, kregen wij natuurlijk ook problemen omdat wij die familie hulp hadden geboden.
    In tegendeel Indonesiers kwamen zelfs waarschuwen dat de sinjo niet de straat op mocht, omdat er mensen waren die (ada orang djahad )wraakzuchtig waren.
    Door Ghurka´s , toen waren er nog geen Nederlandse troepen, in militaire wagens werden wij in veiligheid gebracht in het 15e batt, een voormalig Japans kamp, waar wij een tijd hebben moeten doorgebrengen. Op een dag kregen wij de mededeling dat wij weer naar ons huis konden terug keren en dat het veilig was.
    Wij waren met z´n 3en , mijn grootmoeder 60, mijn moeder 40 en ik 10.. Van al deze mensen hebben wij later nooit iets meer gehoord.
    Wij hebben ons huis open en bloot achter moeten laten en konden slechts een koffer meenemen, omdat wij vanuit Bandoeng alleen met het vliegtuig ( Dakota) naar Batavia konden. In Nederland werden wij eerst bij familie onder gebracht en een half jaar later kregen wij van de huisvesting in Den Haag enkele kamers elders toegewezen.
    Voor ons dus geen villa aan de Badhuisweg, wij hadden niets meer en zo velen met ons, terwijl wij voor de oorlog een welgesteld leven hadden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *