De brief aan de Kamer

Dit is een brief van Jan van Wagtendonk, voorzitter van de Stichting Japanse Ereschulden.

Beste mensen,

Bijgaande brief van stas. Bussemaker aan de 2e Kamer is onthutsend en geeft aan dat mevrouw Bussemaker van het Indische probleem “erkenning van morele schuld en genoegdoening van de geleden schade” af wil door het in feite te ontkennen.
Stas. Bussemaker weigert om het resultaat van de NIOD rapporten Sporen van Vernieling en Indische Rekening in de 2e Kamer in discussie te brengen, ondanks de toezeggingen door de toenmalige minister van VWS Borst en minister van Financin Zalm. De 2e Kamer kan dit naar aanleiding van de brief van Stas Bussemaker echter afdwingen.
Door zogenaamd in te zetten op herdenking en herinnering( Indisch Herinnering Centrum), en uitvoering van uitkeringswetten door de Sociale Verzekeringsbank, draait ze de Tweede Kamerleden een rad voor ogen. Het hele stuk is er opgericht om de kosten van de oorlogsgetroffenen af te bouwen ten koste van die oorlogsgetroffenen. Ondanks dat zij het tegendeel beweert, is het sociale gezicht van mevrouw Bussemaker hierin ver te zoeken en moet aan de kaak gesteld worden.
De Indische Gemeenschap dreigt door het beleid van mevrouw Bussemaker en haar ambtenaren de rekening te betalen van jarenlang aan het lijntje te zijn gehouden door ministers, staatssecretarissen en ambtenaren en politiek opportunisme. Dit geld niet alleen voor de Back Pay en oorlogsschade maar ook voor Pelita, de zelfstandige 15 augustus 1945 stichting en andere instellingen. Op den duur zal, dat is mijn stellige overtuiging, ook het Indisch Herinneringscentrum aan de bezuiningswoede ten onder gaan, maar wordt nu gebruikt als doekje voor het bloeden.
De Indische Gemeenschap moet van de intenties van stas. Bussemaker zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht worden.
Mijn verzoek aan jullie is om de brief van stas. Bussemaker aan de Tweede Kamer zo wijd mogelijk te verspreiden, eventueel met jullie eigen commentaar.
De brief van de voorzitter van het Indisch Platform aan stas. Bussemaker naar aanleiding van het gesprek op 15 september 2008 is eveneens bijgesloten.
Het openbare overleg van de vaste kamercommissie van de 2e Kamer met  Stas. Bussemaker is gepland voor 12 november 2008. Er is dus haast bij voor de verspreiding.

Met vriendelijke groet,
Jan van Wagtendonk
Vz.Stichting Japanse Ereschulden, in het Indisch Platform

——-
De bijgaande brief  van de staatssecretaris is te lang om op de weblog te zetten, maar is wel te lezen op de website van  het ministerie van Voksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Klik hier  Een belangrijke passage uit die brief staat hieronder.

————

Pagina 8,9,10 van de brief van staatssecretaris J. Bussemaker aan de Tweede Kamer
dd 22 oktober 2008

Het Gebaar
De Stichting Het Gebaar heeft van de regering de opdracht gekregen om 160 miljoen euro aan individuele uitkeringen en 16 miljoen euro voor collectieve projecten te verdelen ten behoeve van de Indische gemeenschap. Het verstrekken van de individuele uitkeringen kreeg prioriteit en heeft voornamelijk in 2001 en 2002 plaatsgevonden. Vervolgens heeft de stichting haar tweede taak, het verdelen van de voor collectieve doelen beschikbaar gestelde gelden, uitgevoerd. De stichting heeft 409 projectvoorstellen ontvangen ter waarde van 75 miljoen euro. Door de vijfvoudige overtekening was het beoordelen van de projecten niet eenvoudig. Er zijn uiteindelijk 124 projecten gehonoreerd. Bij de oprichting van de Stichting Het Gebaar was vastgelegd dat de stichting per 1 januari 2008 zou liquideren. In mijn brief van 11 juni 2007 heb ik, met het oog op de zorgvuldige afwikkeling van de resterende werkzaamheden, aangegeven dat ik zou laten onderzoeken op welke wijze de voortzetting en afronding van de werkzaamheden van de Stichting Het Gebaar na 1 januari 2008 gestalte zou moeten krijgen. In aansluiting daarop meldde ik u in de begroting 2009 van mijn ministerie dat de liquidatiedatum van de Stichting Het Gebaar was verschoven naar 1 juli 2009. Inmiddels heb ik, na consultatie van het bestuur en de Raad van Advies van de Stichting Het Gebaar, besloten per 1 januari 2009 de statuten van deze stichting te wijzigen en deze stichting om te vormen tot een Stichting Afwikkeling Het Gebaar (SAGE). Bij de afronding van de verdeling van de Joodse tegoeden in 2005 is een vergelijkbare procedure gevolgd en is de Stichting Afwikkeling Maror-gelden Overheid (SAMO) tot stand gebracht. Doel van SAGE is de afrekening van de per 1 januari 2009 nog lopende of per die datum eindigende projecten van de Indische gemeenschap en de behandeling van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures
Bij de statutenwijziging van de Stichting Het Gebaar zal niet alleen de naam van de stichting worden veranderd, maar zal ook deze nieuwe doelstelling worden vastgelegd. Verder komt in de te wijzigen statuten de Raad van Advies te vervallen, wordt het bestuur teruggebracht tot n persoon (tevens project-directeur) en wordt de bestemming van de na liquidatie van SAGE mogelijk nog resterende Gebaargelden in de statuten vastgelegd. Gezien de omvang van de resterende werkzaamheden verwacht ik dat SAGE per 1 januari 2010 kan worden geliquideerd.

Onderzoek Van Indie tot Indonesie
In de brief van 12 januari 2007 (Kamerstukken II 2006-2007, 20 454, nr. 82) heeft mijn ambtsvoorgangster u genformeerd over de reactie van het kabinet op de resultaten van de in het kader van het onderzoeksprogramma Van Indi tot Indonesi ingestelde deelprogrammas naar de Indische backpay-kwestie en de problematiek rond Indische oorlogsschade, roof en rechtsherstel. Ik heb twee gesprekken gehad met het Indisch Platform over dit kabinetsstandpunt. Deze gesprekken zijn voor mij geen aanleiding geweest tot een heroverweging van het kabinetsbesluit dat met Het Gebaar indertijd is beoogd finaal recht te doen aan de kritiek op de bejegening van de slachtoffers van het naoorlogse rechtsherstel.
Bij verschillende gelegenheden heb ik al aangegeven van mening te zijn dat de geschiedenis van Nederlands-Indi nog altijd onderbelicht is en meer aandacht behoeft. Met de oprichting van het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek en met het Indisch erfgoed  als speerpunt binnen mijn programma Erfgoed van de Oorlog wil ik de schijnwerpers richten op deze geschiedenis en de gevoelens en ervaringen van deze oorlogsgetroffenen. Daarbij  past ook de garantie van het kabinet om, op grond van de beginselen ereschuld en bijzondere solidariteit, de materile zorg (met name op basis van de wetten voor oorlogsgetroffenen)  en immaterile zorg voor oorlogsgetroffenen uit het voormalig Nederlands-Indi te garanderen.

6. Indisch Herinneringscentrum Bronbeek
In mijn brief van 26 juli 2007 heb ik u op de hoogte gesteld van mijn voornemen betreffende de oprichting van een Indisch Herinneringscentrum op de locatie landgoed Bronbeek. Graag stel ik u op de hoogte van de stand van zaken.
Met de verschillende bij het landgoed Bronbeek betrokken partijen, waaronder het ministerie van Defensie, de Rijksgebouwendienst, de provincie Gelderland en de gemeente Arnhem heb ik afspraken gemaakt die moeten leiden tot een gezamenlijke toekomstvisie voor dit landgoed.
Op 15 augustus 2008, en marge van de herdenking van het einde van de oorlog in Nederlands-Indi, is hiertoe een convenant ondertekend.
Het bestuur van het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek (IHCB) heeft mij in juni 2008 haar visie geschetst:
“Het IHCB informeert en verhaalt op waardige, inhoudelijke en evocatieve wijze over de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indi en over de Indische gemeenschap vanaf 1900 tot heden. Het verrijkt kennis, bewustwording en empathie en zet aan tot nadenken over de  toenmalige gebeurtenissen, actuele situaties en het eigen handelen”.

De belangrijkste taak van het IHCB zal zijn het overdragen van kennis over Nederlands-Indi en Indonesi met de nadruk op de Tweede Wereldoorlog en de nasleep daarvan, waarbij het landgoed Bronbeek in de toekomst een Indische ontmoetingsplaats is, waar generaties samen kunnen komen om te herdenken en te vieren. Secundaire ambities zullen afhankelijk van aanvullende financiering geleidelijk worden verwezenlijkt.
Het is de bedoeling dat het IHCB en het Museum Bronbeek komen tot een gezamenlijke gentegreerde publiekspresentatie. Momenteel wordt, in overleg met het bestuur van het IHCB door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en met subsidie van mijn ministerie, de laatste hand gelegd aan een wetenschappelijk concept op basis waarvan deze publiekspresentatie in het IHCB kan worden ingericht.
Om het IHCB in de startfase bij haar taken te ondersteunen zijn al verschillende projectsubsidies toegekend. Zo wordt de DVD Oorlog in het paradijs gemaakt met oud en nieuw materiaal, aangevuld met interviews en een inleidende film. Daarnaast wordt door hetzelfde team dat de succesvolle strip De ontdekking maakte, gewerkt aan een stripverhaal over de oorlog in Nederlands-Indi en de Bersiaptijd.

Dit bericht werd geplaatst in Indische kwesties, Stichting Japanse Ereschulden-Indisch Platform. Bookmark de permalink .

5 Responses to De brief aan de Kamer

  1. chada schreef:

    er zijn al velen uit de tijd en velen wachten nog op genoegdoening.ja het geld waar zij recht op hebben en die steeds met smoesjes van allerlei aard achterwege worden gehouden.
    recht is recht toch?? waar blijft het recht nu??

  2. Ted Hartman schreef:

    Zie ook op de site van ICM – OnLine:
    HET OOST INDISCHE KOLONIALE VERLEDEN “DE INDO STORY” best een goed antwoord op de dikke brief van mw.M.Bussemakker

  3. Ted Hartman schreef:

    U hebt gelijk Blauwvogeltje, wat betreft het regeringsbeleid. Minister Verhagen is er ook alleen om de handelsbelangen met Japan prioriteit te geven boven de Indische Zaak. Ons blijvend aan het lijntje houden!
    Maar zou een “opstand” in welke vorm ook, media,internet etc., geen of wel aanleiding KUNNEN geven voor het SLOT-GEBAAR? Voor eind van dit of volgend jaar?! Ted.

  4. Blauwvogeltje schreef:

    Naar mijn idee is het beleid van mevrouw Bussemaker -negeren claims van backpay en materieel rechtsherstel- niet specifiek van haar.
    Ze voert het kabinetsbeleid uit en als er een ander staatssecretaris was dan doet die hetzelfde. Sterker nog: als er een ander kabinet was dan negeert die met terugwerkende en voortschrijdende kracht.
    Het is de hele Nederlandse politiek die deze claims negeert.

  5. Ted Hartman schreef:

    Heel veel dank, Nelly en Burung Biru. Met een lading bekend materiaal, heeft Bussemaker de kern van de zaak omzeild. ICM-Ferry Schwab gaf goed advies: Wilders op de hoogte brengen! Maar alle Kamerleden worden aangeschreven, denk ik, inclusief JPB, de minister-president, die vanaf januari 2007 botweg de dialoog kapte! Ze hebben zout in onze wonden gewreven! Maar ik zeg NIET: Laat maar, soedahla! NEVER! Ted

Laat een reactie achter op chada Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *