hier –> deel 1
“Beter staande te sterven dan knielend te leven”. Toen de oorlog uitbrak werden de Maarseveen broers opgeroepen voor dienst, de 16 jarige Leo wilde niet achterblijven en had zich aangemeld bij de Hulppolitie. “We konden ’t niet geloven. Op 7 maart 1942 trokken de japanse troepen Batavia binnen. Mijn God, hebben we drvan verloren? Sommigen hadden alleen een lendedoek om, en gummi laarsjes met een grote teen. Overal stonden groepjes Indonesirs met japanse vlaggetjes te zwaaien. Ik heb toen wel staan huilen”.
In mei ’42 werd Leo afgevoerd naar kamp Boekit Doerie. Daar werd hij opgevangen door dhr. Pinchetti. Hij moest een cel delen met drie anderen, waaronder dhr Phefferkorn. Deze werd “de Geus” genoemd, omdat hij uit
krijgsgevangenschap was gevlucht. Leo nam zich voor alles te doen om te overleven. Hij is daar ernstig ziek geweest, malaria, dysenterie. Een paar namen van mede krijgsgevangenen: Raup, Karels, Grootings, Wim van Wijk en Albert Hoffman. “In augustus ’43 was ’t zover. Vroeg in de ochtend moesten wij aantreden, onder luid geschreeuw, klappen en schoppen. We zouden verhuizen naar kamp Struiswijk. Ik zat daar met opa Grashuis, de heer Neborg en Wil Siemons in de cel. Wat mij opviel is dat hier minder geslagen werd…”.
In januari ’44 moesten zij weer verkassen, per trein, niemand wist precies waar zij heen gingen. Uiteindelijk belandden zij in het 15e Bataljon in Bandoeng. Bezittingen had men niet meer, dus je moest zelf je boeltje bijelkaar zoeken, zo vond Leo een lepel en etensblik n een matras! Wat een weelde..! in die periode had hij zich weer nuttig gemaakt met corvee, allerlei klussen en smokkel om de tijd zo goed mogelijk door te kunnen brengen. Hij ontmoette ook andere leeftijdsgenoten o.a. Jan Dassen, Harry Hilling, Vertregt, Stolk, Kees en Joop Pijl. “Kregen we in Struiswijk relatief weinig klappen, dit werd in het 15 Bat. ingehaald. Om het minste werd er gemept, en vooral bij volle maan. Ik heb menig klap moeten opvangen. De gekste straffen verzonnen de jappen. Zoals op je knien met een bamboestok in je knieholtes, een steen met gestrekte armen boven je hoofd houden, en wanneer je die iets laat zakken, meteen een hens met de kolf van het geweer. of in de goot liggen, terwijl de drollen langs je gezicht drijven”.
In zijn boek beschrijft Pak Leo alles zeer gedetailleerd, de kampen, leefomstandigheden, werkzaamheden, allerlei voorvallen, en veel namen van zijn mede gevangenen worden genoemd. Zoals gezegd is hij nog in onderhandeling met een uitgever, maar dit is voorl voor zijn kinderen een zeer waardevol document. Deel 3 .





















































@ Peter F.
wanneer ik Leo v. Maarseveen weer zie zal ik informeren.
hallo, er wordt gesproken over opa Grashuis. Kun je mij vertellen van welke tak? Mijn moeder komt ook uit een Grashuis-tak in Indi.
Alvast bedankt.
Gr.Peter
Tekening van kamp Struiswijk..
Meer tekeningen: klik hier