Volle zaal geniet van Indische schoolplaten

DEN HAAG | Niemand hoeft er over in te zitten dat een literatuurfestival dat gewijd is aan de tegenstelling tussen woord en beeld, het woord te weinig aan bod zou laten komen. Prachtige verhalen leverden het beeld het afgelopen Winternachtenfestival op.

Dat de schrijfster Hella Haasse zaterdag af had moeten zeggen, zal voor velen een teleurstelling zijn geweest. Maar wel een waar zij snel overheen zouden komen. Hella Haasse, ziek geworden, kon dus niet persoonlijk komen om haar toelichtingen te geven op de schoolplaten van het oude Indië, die zij bundelde in het pas verschenen boek ‘Bij de les’. Maar in plaats van haar was een groep Indië-gangers aangetreden die de afwezigheid van de geliefde schrijfster ruimschoots compenseerde. De schrijvers Hans Vervoort, Adriaan van Dis, Helga Ruebsamen, de Indonesisische dichter Sitor Situmorang, de literatuurhistoricus Peter van Zonneveld en journalist John Jansen van Galen.

Elk van hen mocht een persoonlijke kanttekening plaatsen bij een van de door Hella Haasse verzamelde oude schoolplaten. Situmorang koos een plaat waarop te zien is hoe de Indische Volksraad bijeenkomt onder leiding van de gouveneur-generaal De Graeff. Hij plaatste een paar politieke kanttekeningen bij de tijd waarin die plaat moet zijn getekend, eind van de jaren twintig, toen het nationalistisch verzet zich al had doen voelen. Ondanks zijn beminnelijkheid was niet helemaal duidelijk wat Situmorang precies bedoelde, want Haasse heeft het in haar boek over precies dezelfde zaken als de schrijver: namelijk dat de raad in naam misschien wel een vorm van zelfbestuur moest suggereren, maar in werkelijkheid dat zeker niet deed.
De lievelingsplaat van Hella Haasse bleek overigens ‘Ochtendstemming’ te zijn, zo onthulde Peter van Zonneveld, een persoonlijke vriend van de schrijfster, het publiek. Daarop zie je een in ochtendnevelen en de rook van smeulende vuurtjes gehuld tafereel van een Javaanse landbouwer op weg naar het werk. Zelf koos hij de plaat van de Molukken, waarop een muskaatnotenbedrijfje op de Banda-eilanden is afgebeeld.

Helga Ruebsamen had zelfs haar eigen schoolplaat meegenomen. Het bleek te gaan om de zwartwitfoto van het gehucht Weltevreden, in de buurt van Batavia. Lange tijd had in haar paspoort gestaan dat zij geboren was in ‘Batavia C. – Weltevreden’, zo vertelde ze. Nooit geweten wat dat betekende, totdat ze deze schoolplaat enkele dagen geleden ontdekte. Erg tevreden met dat Weltevreden leek ze overigens niet te zijn. Ze vond het maar een rare, erg stijfjes en Hollands aandoend geheel. Inspirerender leek haar de plaat van de lijkverbranding te Bali. Zo wilde zij te zijner tijd ook wel ten hemel varen.
Hans Vervoort greep de taferelen op de plaat van een schoolerf aan ten bate van een bespiegeling over allerhande spelletjes die Indische kinderen plachten te doen, terwijl Adriaan van Dis op zoek ging naar de herkenningspunten van Indisch stationnetjes met zijn reizen elders door de wereld. Het was al met al een zeer onderhoudend uurtje, dat het publiek hogelijk wist te waarderen.

Vrede

Mooi, instructief maar ook ontroerend was het lange gesprek dat Noraly Beyer zaterdagavond voerde met Frank Westerman, Annejet van der Zijl en de Zuid-Afrikaanse dichteres Diana Ferrus. Westermans boek ‘El Negro’ geeft het verhaal van een opgezette neger, terwijl Annejet van der Zijl in ‘Sonny Boy’ vertelt over de liefde tussen oudere blanke vrouw en een jonge zwarte Surinamer. Diana Ferrus werd wereldberoemd met haar gedicht over Sara Baartman, een jonge vrouw van het Zuid-Afrikaanse Koi-volk.

Sara Baartman werd in de negentiende eeuw in Londen tentoongesteld en later verkocht aan een leeuwentemmer te Parijs. Toen ze op 25-jarige leeftijd overleed kwamen haar stoffelijke resten in handen van de wetenschap. Het gedicht van Ferrus vraagt om rust en vrede voor de ziel Sara Baartman en kwam via internet in handen van een Franse politicus die het voorlas in de Assemblee. Dat leidde tot de teruggave van Baartmans resten aan Zuid-Afrika.
De belangstelling voor de programma’s in de Grote Zaal was zaterdag zo groot dat de wisselingen tussen de verschillende onderdelen moeizaam verliepen. Voordat de zaal was leeggestroomd waren de programma’s elders al weer begonnen. Tijs Goldschmidt bijvoorbeeld hebben velen niet kunnen zien. Ze kwamen voor een gesloten deur. Jammer.
Het doet niet af aan het feit dat deze tiende editie van Winternachten een van de interessantste afleveringen is geweest. Winternachten heeft zich van een postkoloniaal tempo doeloe feestje ontwikkeld tot een heel eigen en belangrijk literatuurfestival.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *