Het mysterie van de varkensmanden | Java Post

Bron van de tekening.

Java Post:
In na-oorlogse jaren leefden veel vragen over wat tijdens de bezetting was gebeurd, bij de betrokkenen persoonlijk, maar ook bij de overheid.  Vanaf 1946 was zo in Batavia het Regeringsbureau tot nasporingen van oorlogsmisdaden actief, en werden honderden, zo niet duizenden burgers gehoord over de daden van de Japanners. Als het veel slachtoffers tegelijkertijd betrof, en als de achtergrond van een en ander niet meteen duidelijk was, dat heette zo´n kwestie doorgaans een ‘affaire’. Zo had je bijvoorbeeld de planters-affaire, de spoorweg-affaire en de vuurpijlen-affaire. Meestal konden deze affaires later worden opgelost. Bij één affaire is echter wel heel weinig bekend geworden: de varkensmanden-affaire.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

23 Responses to Het mysterie van de varkensmanden | Java Post

  1. Het NIOD en Peter van den Broek schreef:

    Na onze oorlog, toen de wereld nog dacht dat feiten ertoe deden, krabbelde een senior onderzoeker van het toenmalige RIOD nog quasi-nonchalant dat hij de ‘varkensmanden-affaire ‘ als een “Indianenverhaal” beschouwde, met – oh, de precisie! – ‘een smalle basis van waarheid’. Maar, zoals het een ware wetenschapper betaamt die liever niet al te snel van mening verandert, voegde hij later én-passant toe dat hij er ‘wel aan moest geloven’ na het lezen van diverse getuigenverklaringen. Tja, soms is de realiteit hardnekkiger dan een goedbedoelde ontkenning.

    Deze ‘lastige’ getuigenverklaringen zijn, zo blijkt, gewoon op te graven in het archief van het NIOD (voorheen RIOD) en, voor de luie onderzoekers onder ons, zelfs online te raadplegen. Voor alle zekerheid bezocht ik twee weken geleden het NIOD in Amsterdam om te vragen hoe ik als nederige tomatenboer de weg kon vinden in de Indische Collectie van het vermaarde Instituut, gehuisvest in een indrukwekkend pand aan de Herengracht. Ik paste me deze keer wel aan….

    De vraag die dan onmiddellijk opdoemt, en die men natuurlijk met een diepe zucht van verstandhouding stelt, is: waarom in vredesnaam heeft de Temporaire Krijgsraad, en dan vooral de aanklager, nagelaten dit ‘bewijsmateriaal’ (want bewijs is blijkbaar optional) in het strafproces in te brengen? Zou dit dan het fameuze Indische VER-zwijgen zijn? Of waren ze gewoon te druk met andere belangrijke zaken?

    Het meest hilarische is nog wel dat het Departement van Justitie Indie zelf deze getuigenissen verzamelde! Het waren dus niet alleen een paar kindertjes met een levendige fantasie, maar ook volwassenen bij ‘het volle verstand’, die het verhaal over de varkensmanden vertelden. Kennelijk was hun volle verstand niet vol genoeg om in een rechtszaal serieus genomen te worden.

    De ‘varkensmanden-moorden’ vonden plaats op Nederlands grondgebied, ‘more or less’. Het is dan ook ronduit opmerkelijk dat een Australische rechtbank zich bemoeide met oorlogsmisdaden op Java! Blijkbaar was de Nederlandse rechtspraak zo indolent dat zelfs de Aussies dachten: “Laat ons maar even de boel op orde brengen.” De varkensmanden-affaire mag ook na meer dan tachtig jaar , eens verantwoord uitgezocht worden, bij voorkeur door een derde generatie. Want de eerste twee waren duidelijk te druk met zwijgen, of gewoon te bescheiden om de waarheid te vertellen, die iedereen al wist.

    En om het geheel af te maken: President Sukarno bezocht Japan en had een ‘aangenaam gesprek’ met generaal Imamura, een veroordeelde oorlogsmisdadiger!!!!!
    Het gespreksonderwerp laat zich uiteraard niet raden. Wat dacht u van Romusha’s? Want wie wil het nou hebben over ongemakkelijke oorlogsmisdaden als je ook gezellig kunt kletsen over (dwang)arbeid?

    Dan mag ik als eenvoudige tomatenboer toch afvragen wat Etnocentrisme met geschiedschrijving te maken heeft!

  2. Nationaal Archief en Peter van den Broek schreef:

    Bij onderzoek in het Nationaal Archief zijn de volgende getuigenissen over de varkensmanden affaire gevonden:

    Getuigenis 1: Dochter van spoorwegmedewerker Winia in Watatoelis, afdeling Sidoardjo “Vrachtwagens beladen met varkensmanden, waarin personen waren opgesloten, kwamen vanuit Malang en waren op weg naar Soerabaja. Elke vrachtwagen werd bewaakt door twee à drie Japanse soldaten. Het verhaal ging dat guerrilla’s zich schuilhielden in een grot bij de suikerfabriek Watatoelis, nabij de Goenoeng Prahoe. Een veehouder die een koe miste, vond een bloedspoor dat naar de grot leidde. Hij rapporteerde dit aan het desahoofd, die op zijn beurt de assistent-wedana informeerde. Laatstgenoemde ging, vergezeld van een grote groep Japanse soldaten, naar de grot. De guerrilla’s werden vervolgens uit de grot ‘gerookt’. Het bleken Nederlandse, Australische, Amerikaanse en Britse soldaten te zijn die zich daar schuil hadden gehouden.”

    Getuigenis 2: King Sik Hie van de Toko Amer Semarang “Te Gobal, begin 1943, was een laadbak van een vrachtwagen overdekt met zeildoek over driehoog gestapelde manden, waarbij elke mand één persoon bevatte.”

    Getuigenis 3: A. de J.: “Bij Toko Amer Semarang stond een vrachtwagen om benzine te tanken. De wagen was geladen met varkensmanden met mensen erin, die in het Engels om water smeekten.”

    Getuigenis 4: P. Gallas, destijds inspecteur van de Nederlands-Indische Spoorwegmaatschappij (NIS) en later geëxecuteerd: “De manden waren bij het station Pasoeroean gezien en in goederenwagons geladen. De gevangenen lagen in de manden met opgetrokken benen en ontbloot bovenlijf. Later werden de manden in zee geworpen en spoelden bij Grissee (Soerabaja) aan”.

    Getuigenis 5: Mevrouw Hoyer: “Op het station te Soerabaja was geen persoon aanwezig. Voordat een trein arriveerde, was het spoorwegpersoneel naar huis gestuurd. In de trein bevonden zich gevangen genomen militairen”.

    Getuigenis 6: Oktober/November 1942: “Vrachtauto’s werden gesignaleerd met 15 à 20 varkensmanden waarin opgesloten militairen. Het StaatsSpoor-personeel mocht niet aanwezig zijn.”

    Getuigenis 7: September 1942: “Bij Kali Baroe stonden twee wagons met personendie later allen in zee zijn gegooid. Wanneer de Japanners dachten dat ze wel verdronken zouden zijn, werden ze uit zee opgevist en in een massagraf begraven.”

    Getuigenis 8: September/Oktober 1942: “Er waren vier vrachtwagens bij Tandjong Perak, de haven van Soerabaja met gevangengenomen militairen.”

    Het is nu duidelijk dat de verhalen over de varkensmanden niet uitsluitend berusten op geruchten , zoals de Japanse legerbevelhebber generaal Imamura Hitoshi beweerde.

    De getuigenissen van kinderen hebben enige grond van waarheid. Er bestaan gedocumenteerde getuigenissen van volwassenen, vastgelegd door het Openbaar Ministerie.

    Het is dan ook ongelovelijk dat mr. J. Diephuis als aanklager en de president van de Temporaire Krijgsraad in Batavia/Jakarta, ondanks de beschikbaarheid van deze bewijzen, de opmerkingen van generaal Imamura klakkeloos overnamen en hem en zijn stafchef Okazaki in vrijheid lieten gaan. Dit roept ernstige vragen op over de grondigheid en onpartijdigheid van de destijds gevoerde rechtspraak.

    Hoewel Javapost vragen stelt, blijft een antwoord uit over de identiteit van de honderden slachtoffers van de varkensmandenaffaire. Blijkbaar is er geen gedegen research gepleegd.

    Een kort onderzoek in Australische archieven geeft echter wel aanwijzingen over de vraag wie de Australische militairen waren die bij deze affaire betrokken waren.

    Na meer dan tachtig jaar is een serieus en verantwoord onderzoek naar deze gruwelijke gebeurtenissen niet alleen wenselijk, maar een absolute noodzaak. Ook de Nederlandse, Amerikaanse en Britse slachtoffers verdienen erkenning en de waarheid over deze misdaden dient volledig aan het licht te komen.

    Bron Nationaal Archief: 2.10.62 Inventaris van het Archief van de Marine en Leger Inlichtingendienst, de Netherlands Forces Intelligence Service NEFIS en de Centrale Militaire Inlichtingendienst CMI in Nederlands-Indië
    o Document 1992 Openbaar Ministerie 10462
    o Document 2065 10220/N,
    o Document 10280/N,
    o Document Openbaar Ministerie 19462,
    o Document Openbaar Ministerie 13115/R

  3. Rechtvaardigheid en Peter van den Broek schreef:

    Het argument “Ik heb het niet geweten” (Duits “Ich habe es nicht gewusst”) is in processen over oorlogsmisdaden vaak aangevoerd door hogere officieren zoals gen. Imamura om zich te vrijwaren van verantwoordelijkheid voor misdaden die door hun ondergeschikten werden begaan. Kern van dit argument is dat de officier geen direct kennis had van in dit geval de varkensmanden-affaire en er dus niet verantwoordelijk voor kan worden gesteld. Let wel de gevangen genomen militairen waren krijgsgevangenen en werden beschermd door internationale verdragen.

    Juridische context: In het internationaal recht, zoals bij het Internationaal Militair Tribunaal van Neurenberg, is dit argument echter niet afdoende. Het principe van COMMAND responsibility ook wel SUPERIOR responsibility stelt dat een militair commandant of een persoon met een vergelijkbare gezagspositie strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor (oorlogs)misdaden die zijn gepleegd door troepen onder zijn bevel of gezag.

    Het argument “Ik heb het niet geweten” kan een verzachtende omstandigheid zijn, maar het sluit de aansprakelijkheid van een officier voor (oorlogs)misdaden van zijn ondergeschikten niet automatisch uit. Een officier in opleiding althans in Nederland krijgt in zijn eerste jaar op het KIM of het KMA e.e.a. voorgeschoteld bij het vak Militair Straf- en Tuchtrecht .

    Waarschijnlijk is er niet zorgvuldig gelezen, want in het artikel in Java Post staat duidelijk: “Het Regeringsbureau (in Nederlands-Indië) stelde vast dat er in de periode 1942-1943 transporten hadden plaatsgevonden van gevangengenomen Nederlandse en buitenlandse militairen die door de Japanners op mensonterende wijze in varkensmanden waren geduwd”

    Ik herhaal met nadruk: “een periode van 1942-1943”, een tijdsduur van maanden. Dan is de verklaring=drogreden van generaal Imamura niet alleen belachelijk, maar ook een smet op het uniform van een Japanse officier. In het verlengde is de vrijspraak voor Imamura door de Temporaire Krijgsraad in Batavia/Jakarta een blamage.

    • Mister Bule schreef:

      Die Yamashita standaard is echt wel bekend hoor Peter. Je hoeft echt niet je AI wijsheid boven te halen hier.

      En lees nu je eigen quote nog eens;: “Het Regeringsbureau (in Nederlands-Indië) stelde vast dat er in de periode 1942-1943 transporten hadden plaatsgevonden van gevangengenomen Nederlandse en buitenlandse militairen die door de Japanners op mensonterende wijze in varkensmanden waren geduwd”

      Op het moment dat ze het alleen over transporten hebben weet je gewoon dat de moorden nooit bewezen zijn. Dus je hebt de getuigenissen van een aantal kinderen die óf op de weg stonden toen die vrachtwagens voorbij reden óf het later van hun vader hoorden. En wat is 1942-1943 precies? De kerel werd in november ‘42 al verplaatst. Zou jij het normaal vinden om voor een verkeersovertreding van 1993 in Zwitserland veroordeeld te worden als je in 1992 naar Italië verhuisde?

      Na al die jaren is het trouwens nog steeds niet duidelijk wat er daarna gebeurde; of de manden van een schip of van de rotsen zijn gesmeten; daar zijn verschillende meningen over en het is maar de vraag of er ooggetuigen waren buiten de Japanners en wat Javanen.

      En als kers op de taart zijn er totaal geen namen van vermisten bekend. En toch blijven verontwaardigde personen als PvdB maar roepen “Het is een blamage!” “Het waren ook Australiërs!” “Het waren er wel 1.000!” Wat zeiden ze daarover? Zonder lichaam en naam geen misdaad. Bernadette vertelt me net dat ze internationaal pas begin jaren ‘50 van het ‘corpus delicti’ principe afstapten.

      • corpus delicti en Peter van den Broek schreef:

        Volgens mevr. Matthes-Cornelius vertelde een informant haar hetvolgende verhaal:
        in de maand februari 1943 arriveerden in het station Goebeng te Soerabaja vele Japanse gewonden. Er was in het Kedirische gevochten. Guerrilla’s hadden een kazerne met Japanse militairen aangevallen, waarbij enige honderden Japanners sneuvelden. Er waren ongeveer 200 guerrilla’s in handen van de Japanners gevallen. Deze aanval is vermoedelijk door Australiers uit het Poedjongse (Malang) uitgevoerd.

        De guerrilla’s werden in het CBZ Centraal Burger Ziekenhuis in Soerabaja opgenomen om van hun verwondingen op te knappen. Volgens dezelfde informant zouden zij als varkens in manden zijn gestopt en in zee geworpen. In die tijd was Kobayashi in Soerabaja chef van de Kempei, later werd hij overgeplaats naar Malang.

        Uit zeer recent onderzoek blijkt dat de Varkensmanden-affaire het resultaat is van verzetsdaden of guerrilla-activiteiten in de heuvels van Malang e.o. door geallieerde militairen in de periode maart 1942 tot begin 1943. Deze militairen werden krijgsgevangen gemaakt.

        Men mag aannemen dat deze militairen in varkensmanden in zee werden geworpen. Blijkbaar was het bij de Japanners gebruikelijk om gevangen genomen guerrilla’s op deze manier te vermoorden.

        Er is nu geen mysterie meer. In dit verband is het beter te spreken van varkensmanden-moorden

        Wellicht is dhr Bule in het algemeen onbekend met West-Europese recht en Zwitserse wetgeving in het bijzonder. Voor een eenvoudige verkeersovertreding komt in de Confederatie geen rechter aan te pas, dit i.t.t. een misdrijf (ernstig strafbaar feit).

        Daarnaast bestaat er ook enig misverstand over het juridisch begrip “corpus delicti”. Ook zonder lijken en/of naam was er tenminste in de Bersiap sprake van een misdrijf. Waarschijnlijk is in dit verband het begrip “circumstantial evidence” hem bekend.

      • Vermissing en Peter van den Broek schreef:

        citaat: “Zonder lichaam en naam geen misdaad”? zou het?

        Neem het voorbeeld van het Goebengtransport. Een transport bestaande uit 20 legervrachtwagens en 3 andere legervoertuigen vervoerden op 28 oktober 1945 Nederlandse ex-geinterneerden, vrouwen, kinderen, een oude man en wat opstappers naar de haven van Soerabaja om geevacueerd te worden . Ir. Keller van het Internationale Rode Kruis begeleidde dit konvooi. Het konvooi met een geschatte lengte van 200 meter viel in een hinderlaag en door Indonesische nationalisten van alle kanten onder vuur genomen, militaire noodzaak?

        Vier vrachtwagens konden aan het bloedbad ontsnappen. Het dodenaantal en identiteit van veel slachtoffers is onbekend
        Wellicht is voor het Strafrecht zonder lichaam of naam geen sprake van misdaad, maar wij zijn hier toch niet bezig met Rechtbankje spelen of zit ik nu in de beklaagdenbank? Ik neem aan dat bij geschiedkundig onderzoek een bewering o.i.d. aannemelijk dient worden gemaakt! Dat lijkt me toch duidelijk een verschil.

        Interessant hierbij is het geval van mevr. de Fluiter-Jonker. Zij zou bij het transport betrokken zijn geweest. Zij werd door Indonesiers gevangen genomen en overleed in de trein tussen Soerabaja en Malang, zie Oorlogsgravenstichting. Er is een naam maar geen lijk, is er sprake van een misdaad?

        Na de oorlog wilde haar man hertrouwen maar hij had geen overlijdensakte van zijn eerste vrouw. Zonder lijk geen overlijdensakte . In wezen staat zij nog steeds als vermist geregistreerd ….gek hè na 80 jaar!

      • Mr. B. schreef:

        Sjonge jonge, dit hoefde ik niet eens aan de advocate hier te vragen; je kan iemand die vermist is gewoon als overleden laten verklaren. Wat een fantasie weer.

        De jaren moest ik wel even met haar checken; normaal wordt zo’n verklaring van vermoedelijk overlijden na 5 jaar gegeven maar als bij onderzoek blijkt dat de persoon zeker overleden is, kan dat al na 1 jaar.

      • Misvatting en Peter van den Broek schreef:

        Iemand ‘gewoon overleden laten verklaren lijkt wellicht meer op fantasie dan op feiten gebaseerd. Na de Japanse bezetting van 1942-1945 waren deze zaken in Nederlands-Indië anders geregeld.

        Tijdens de Japanse bezetting en de bloedige gebeurtenissen aan het begin van de Indonesische Revolutie -in Nederland beter bekend als de Bersiap-periode- werden talloze personen als “vermist” opgegeven. Na de Japanse capitulatie speelde het Rode Kruis in Indië een cruciale rol door deze gegevens te verzamelen en te verspreiden
        Sinds 2022 zijn deze waardevolle archieven in te zien bij het Nationaal Archief. In het kader van een Bersiap-project is onderzoek gedaan naar deze archieven, die een schat aan informatie bieden over het wel en wee van Nederlanders tijdens en na de Japanse bezettingstijd. Vorig jaar verscheen daarover mijn artikel in het zomernummer van het tijdschrift Bersama, getiteld “Vermistenlijsten van het Rode Kruis in Nederlands-Indië – Een Complex Beeld.” Weer een ei gelegd.

        Het was echter een dienst van het Departement van Justitie die gerechtelijk onderzoek instelde naar Vermiste personen. Deze dienst droeg de welsprekende naam OpsporingsDienst Overledenen -ODO-. Wellicht gaat bij enkele lezers nu een lichtje branden

        Het resultaat van een onderzoek kon zijn dat de betrokkene werd ingeschreven in de overlijdensregisters van de Burgerlijke Stand te Batavia/Jakarta. Deze procedure kon echter jarenlang duren. Als bijvoorbeeld een weduwe en haar kinderen een pensioenaanvraag wilden indienen, maar een overlijdensakte ontbrak, kon de ODO een Verklaring van Vermissing aanvragen bij het Gouvernement. Op basis hiervan kon dan een weduwen- en wezenpensioen worden aangevraagd. De landsrechter kon vervolgens alsnog besluiten een Verklaring van Vermissing om te zetten in een Overlijdensverklaring. In de periode 1946-1952 zijn vele overlijdensaktes ingeschreven bij de Burgerlijke Stand te Batavia /Jakarta. Ook na de Soevereiniteitsoverdracht 1949 heeft de Landsrechter nog Overlijdensverklaringen afgegeven.

        Het is opmerkelijk dat de onderzoekers Captain en Sinke in hun boek “Geluid van Geweld” geen aandacht schenken aan deze aktes, terwijl deze het overlijden formeel en officieel vastleggen. Captain en Sinke komen op een aantal van 6.000 slachtoffers. Dat aantal blijkt nu te laag te zijn.

        De Amerikaanse Professor W.H. Frederick schrijft in 2013 in één van zijn reacties op deze website dat er sprake was van 11.262 “total confirmed death”. Een lopend onderzoek naar de overlijdensaktes in het archief van de Mormonenkerk geeft voldoende aanwijzingen dat zijn getal niet op fantasie of creativiteit, maar op volledig gedocumenteerde feiten is gebaseerd.

        Worden de Verklaringen van Vermissing en de niet-afgehandelde gevallen er bij opgeteld, dan mag er sprake zijn van tussen dertig- en veertigduizend Bersiap slachtoffers, aldus het Hoofd van de Opsporingsdienst Overleden ODO C.D., van der Harst in een krantenartikel uit 1949.

        N.B. Een “Verklaring van vermoedelijk Overlijden” bestond niet in Indie, lijkt meer een misvatting. Of heb ik ergens overheen gelezen of niet gescand/gedigitaliseerd.

      • Mr. B. schreef:

        PVDB: Een “Verklaring van vermoedelijk Overlijden” bestond niet in Indie, lijkt meer een misvatting. Of heb ik ergens overheen gelezen of niet gescand/gedigitaliseerd.

        Yep, blijkbaar wel. Als je op Delpher kijkt in de Nederlands Indische pers, zie je dat het al in de 19e eeuw vermeld werd.

        Dat niet alleen, er kwam een nieuwe regulering in 1946, specifiek voor Nederlands Indië en welke gold vanaf 1940, omdat de huidige wet blijkbaar te star was en niet voldeed.

        Om i.t.t. hierboven, een (ellen)lang verhaal kort te maken; er waren en zijn dus wel degelijk mogelijkheden. Als mensen zich niet informeren en dat niet weten is dat jammer, maar ook wel wat absurd.

      • indirect bewijs en Peter van den Broek schreef:

        Een verwijzing naar een vermeende “Verklaring van Vermoedelijk Overlijden” in een obscuur gemaakt krantenartikel uit 1946 is weliswaar een mogelijke aanwijzing, maar niet meer dan dat. Het lijkt meer op een journalistieke interpretatie. Voor de volledigheid, in het Dagblad, uitgave van de Nederlandse Dagbladpers NDP in Batavia is het vernoemde artikel gepubliceerd.

        Een simpele Verwijzing in een krantenartikel is een INDIRECT bewijs. Zoals al eerder in een reactie genoemd, hoeft indirect bewijs niet serieus te worden genomen voor het vaststellen van juridische relevante feiten. (zie bij dit topic de reactie van Mister Bule van 17 april 2025).

        Als de ordonnantie van 1946 begrijpend wordt nagelezen , dan is er hoegenaamd geen sprake van een zogenaamde “Verklaring van vermoeden van Overlijden”, althans nergens wordt deze juridische term expliciet vermeld. Daarvoor hoef ik echt geen advocaat te raadplegen; de tekst spreekt voor zich.
        Daarentegen wordende Juridische termen “Verklaring van Vermissing” en “Verklaring van Overlijden” of “Overlijdensakte” wel als zodanig genoemd.

        Het huiswerk mag dan ook worden overgedaan.

      • Mr. B. schreef:

        Naar een krantenartikel verwijzen is slecht behalve als Peter het zelf doet. 🤦🏼‍♂️ Ongelofelijk toch.

      • bronvermelding en Peter van den Broek schreef:

        Een verwijzing naar één bron en nog wel naar een obscurant krantenartikel, waarvan de journalist onbekend is, is zelf voor een amateur-onderzoeker te gortig.

        Zelfs voor een bijdrage op de web site van de oorlogsgravenstichting zijn meerdere bronvermeldingen, waaronder krantenartikelen nodig. Zodoende bevordert men de verifieerbaarheid, transparantie en betrouwbaarheid van een uitspraak. Gewoon mijn huiswerk zorgvuldig doen.
        zie https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/156138/frits-hendrik-willem-tuwanakotta

      • Mr. B. schreef:

        Zodat Peter het ook gelooft (en misschien zelfs begrijpt):

        [De Locomotief: Samarangsch Handelsblad]

        Jawel, ook in Nederlands Indië was het perfect mogelijk een verzoek in te dienen voor een ‘verklaring van vermoedelijk overlijden’.

        Ik zal maar niet beginnen over rechtszaken in Zwitserland m.b.t. verkeersovertredingen zeker? We hebben er (in Zug en Luzern) lang gewoond dus als je vragen hebt, vuur ze maar af.

      • verificatie en Peter van den Broek schreef:

        “Wat betekent dit nu weer: een verzoek om een rechterlijke verklaring van vermoedelijk overlijden van Johanna Margaretha Snijder? Het betreft dus een Verzoek!

        1a)Waar is deze rechterlijke verklaring gebleven? 1b)Heeft er bij een verantwoord onderzoek verificatie van de gegevens plaatsgevonden?
        2)Is de naam ‘Johanna Margaretha Snijder’ te vinden op de website van de Oorlogsgravenstichting, waar vele vermisten uit de periode 1942-1949 te vinden zijn?
        3)Is deze vermeende verklaring later omgezet in een overlijdensakte en geregistreerd bij de Burgerlijke Stand te Batavia/Jakarta?

        Als het verzoek niet resulteerde in een verklaring, dan kan het krantebericht niet misbruikt worden als bewijs van het bestaan van het bestaan van een verklaring van vermoedelijk overlijden o.i.d.

        Het huiswerk is weer niet gemaakt. U krijgt een derde en laatste kans. Daarna gaan we rustig door met de slachtoffers van de Varkensmandenaffaire.”

  4. Peter van den Broek schreef:

    Reeds in september 1945 werd generaal Imamura door het Australische leger te Rabaul (Papoea-Nieuw-Guinea) gevangengenomen en beschuldigd van oorlogsmisdaden, waaronder de executie van geallieerde krijgsgevangenen POW , bekend onder de naam “Pig Basket atrocity”. De aanklacht luidde: “Onrechtmatig nalaten zijn plicht uit te oefenen en na te komen…….om leden van zijn commando te controleren, waardoor zij zich schuldig maakten aan brute wreedheden en andere ernstige misdrijven” zoals op Java .

    Van 1 tot 16 januari 1947 verscheen hij voor een Australisch militair tribunaal in Rabaul en werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar.

    Pas in 1949 (dus rijkelijk laat maar niet te laat) werd Imamura op basis van dezelfde feiten, niettegenstaande ooggetuigenverklaringen, door een Nederlandse krijgsraad vrijgesproken. Hij deed net zoals vele Nazi-misdadigers ook een beroep op “ich habe es nicht gewusst”, alhoewel dat schijnargument al tijdens de Neurenberger processen naar de prullemand was verwezen
    Desalniettemin werd hij vanwege de door een Australische krijgsraad eerder opgelegde straf gevangen gehouden. Hij kon zijn gevangenisstraf in Japan uitzitten, waar hij in 1954 werd vrijgelaten.

    De Nederlandse Temporaire Krijgsraad in Nederlands-Indie heeft in die tijd deze drogreden toch geaccepteerde. Dat heeft meer te maken met de tijdsgeest waarin Nederlandse militairen excessief en structureel geweld toepasten tijdens de dekolonisatioorlog. (1945-1949) Hogere Nederlandse militairen beriepen zich dan vaak op het argument van “ich habe es nicht gewusst”. Is dit een blijk van incompetentie of gewoonweg niet-willen-weten?

    Het verhaal over de zgn varkensmandenaffaire in Javapost is onvolledig zoals al vermeld in een vorige bijdrage. Essentieel voor het verhaal is dat Imamura vroegtijdig door een Australische Krijgsraad als “war criminal” werd veroordeel voor misdaden tegen Australische militairen op Java
    N.B. Australische militairen werden wel geidentificeerd als slachtoffers van oorlogsmisdaden. Met enige lijkt het haalbaar Nederlandse slachtoffers van de Varkensmandenaffaire te traceren.
    https://www.awm.gov.au/collection/C2653124.

    Op basis van recent onderzoek dient voor de volledigheid het Verzetsnetwerk op Oost-Java (Malang-Soerabaja) betrokken te worden.

  5. Verzet in Nederlands-Indie en Peter van den Broek schreef:

    De zogenaamde varkensmandenaffaire werpt een schaduw over de nasleep van de KNIL-capitulatie in maart 1942 , een verhaal dat met meer nuance en verantwoord verteld dient te worden.

    Zelfs na de overgave van het KNIL bleven in de moeilijk toegankelijke bergen nabij Malang enkele militaire eenheden strijden, een grimmige guerrillaoorlog voerend tegen een Japanse overmacht. Het is geenszins uitgesloten dat de verzetsgroep onder leiding van Erlo Trouwerbach, sergeant van de Landwacht te Malang en administrateur van een lokale rubberonderneming, een substantiele rol speelde in dit verzet. Zijn tragische zelfmoord na zijn arrestatie, een ultieme daad van loyaliteit, getuigt van een vastberadenheid om zijn kameraden niet te verraden.

    In de bergen van Malang hielden deze militaire eenheden stand in een guerrillastrijd. Een gewapende confrontatie resulteerde in aanzienlijke verliezen aan Japanse zijde, waarbij vele militairen gewond raakten en, zoals ooggetuigen bevestigen, in Malang werden verzorgd.

    Vernederd door dit gevoelige gezichtsverlies ontketenden de Japanse bezetters een nietsontziende klopjacht, waarbij honderden verzetsstrijders werden gearresteerd en daarna gefolterd.
    Als een cynische daad van represaille, die veeleer getuigde van blinde wraakzucht dan van rechtvaardigheid, werden de gevangengenomen militairen in varkensmanden gepropt (een historisch feit dat onweerlegbaar vaststaat) en vervolgens naar Soerabaja getransporteerd om aan boord van schepen te worden geladen. Onder deze ongelukkigen bevonden zich ook Australische militairen, let wel de Australische troepen op Java hadden niet samen met het KNIL gecapituleerd.

    Een Australische krijgsraad heeft de verantwoordelijke generaal Imamura uiteindelijk veroordeeld voor de oorlogsmisdaden die specifiek tegen deze Australische militairen waren gericht, een late maar essentiële erkenning van het onrecht dat hen is aangedaan.

    • Gerard Gerard schreef:

      Een Australische krijgsraad?
      Bedoel je de Temporaire Krijgsraad te Batavia met mr. J. Diephuis als aanklager?
      Hoezo ‘met meer nuance en verantwoord’ vertellen?

      • Mister Bule schreef:

        Vergeet niet dat de Japanse legerleiding waar de Japanse generaal later deel van uit maakte in Rabaul zat. Hij bevond zich dus niet in het voormalig Nederlands Indië maar ten oosten van Nieuw Guinea, het eiland, daar hadden de Japanners een sterke basis. Imamura werd daar dan ook opgepakt en twee jaar later door de Australiërs berecht.

        Op z’n eigen verzoek werden de rechtszaken over de oorlogsmisdaden trouwens vervroegd. Dat niet alleen, hij bouwde zelfs de cel na in zijn tuin in Tokio en verbleef daar omdat hij zijn straf (10 jaar cel) te licht vond. Hij werd door het Japanse opperbevel van het Zuidelijk Leger ook als ‘te soft’ gezien. Zoiets mag ook wel eens gezegd worden.

        Waarschijnlijk vindt de auteur dat hij wél genuanceerd en verantwoordelijk is?

    • Anoniem schreef:

      10 jaren cel lijkt een lichte straf voor al de wreedheden toegedaan aan de gevangen geallieerde soldaten. Rechtvaardigheid is nergens te vinden.

      • Bernadette S. schreef:

        Rechtvaardigheid is een subjectief begrip natuurlijk, het oordeel wat u en ik geven over wat rechtvaardig is, is altijd gekleurd.

        Natuurlijk weet ik niets over dit incident en kan ik niet beoordelen wat zich er nu precies heeft afgespeeld. Maar om even -misschien ook letterlijk- advocaat van de duivel te spelen:

        Als ik lees wat de uitspraken van de Australische krijgsraden waren, is het duidelijk dat men de Japanse generaal voor een oorlogsmisdadiger klas B en/of C houdt. Maar wat belangrijk is, is dat men het zeer aannemelijk achtte dat hij niets van de misdaden van zijn ondergeschikten afwist. Dit i.t.t. zijn assistent die levenslang kreeg.

        Tevens is er zeer veel commentaar op de procedures in de rechtszaak, de vertalingen en de kennis van Japanse advocaten van de westerse wetgeving.

        Klik om toegang te krijgen tot 4.pdf

        Dan is er nog iets wat totaal onderbelicht is in dit forum maar misschien wel een rol speelde in de uitspraak en de behandeling van de generaal. Dit is hoe Imamura bekend stond in de bezette gebieden.

        Ik heb een aantal zaken vertaald en volgens de lokale geschiedschrijving verbood hij daar het misbruik en het vermoorden van gevangenen en concentreerde hij zich op een beleid van harmonisatie met het Indonesische volk, waardoor hij bij de lokale bevolking in de gunst kwam. Er zijn een aantal foto’s van hem met straatkinderen die zijn populariteit tonen. Hij bevrijdde Soekarno uit een Nederlandse gevangenis en vroeg hem om medewerking. Tijdens de periode van zijn heerschappij over Java zorgde hij ervoor dat de verkoop van katoen niet werd uitgebuit. Katoen was in die tijd een belangrijke bron van inkomsten voor de inwoners van Java en tegelijkertijd had het ook een religieuze betekenis omdat het werd gebruikt in lijkwaden voor de doden. Volgens de Japanse legerleiding was Imamura veel te mild, hij verliet uiteindelijk Java in november 1942. Ook op Rabaul had hij een goede naam.

        Op het moment van het Australische tribunaal was de onafhankelijkheidsoorlog in volle gang in Nederlands Indonesië, en de onafhankelijkheidstroepen, waaronder Sukarno, maakten zelfs plannen om hem te laten ontsnappen. Dit werd echter niet uitgevoerd omdat Imamura het verwierp op grond van het feit dat het ‘tegen bushido’ was. Daarna, toen Sukarno president werd en Japan bezocht, bezocht hij de woning van Imamura en hadden zij een aangenaam gesprek.

        Maar zelfs de geallieerden waren blijkbaar onder de indruk. De Amerikaanse militaire politie voorzag hem van heerlijk eten en de beste behandeling en hij kon zijn familie bezoeken tijdens zijn verblijf in de Sugamo gevangenis in Japan. Hij wilde echter niet de enige zijn die zo’n genereuze behandeling kreeg en omdat zijn ondergeschikten op Manus Island in de Stille Zuidzee verbleven, stuurde hij een petitie om ook naar Manus Island te worden overgebracht. Niet alleen de Japanse media destijds, maar ook GHQ-functionarissen waren onder de indruk van Imamura’s initiatief, ook al was het duidelijk dat hij comfortabel kon leven als hij in Japan zou verblijven. Zelfs Douglas MacArthur respecteerde en prees hem en stond hem toe om naar Japan te verhuizen.

        Dit alles om u een indruk te geven hoe er (etnocentrisch cf. Pak Boeroeng) hier over deze periode in de geschiedenis geschreven is.

      • Robert schreef:

        Justice is not to be found in this world. If you get some “fairness” that might be good enough it seems.

Laat een reactie achter op Gerard Gerard Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *