‘Tot mijn achtste woonde ik met mijn opa en oma van moederskant in Magelang, in Midden-Java. Mijn grootvader was notaris. De hele familie was Blanda-Indo, Nederlands-Indisch, daarom konden we in de oorlog buiten het kamp blijven, maar dat was later. Mijn moeder overleed twintig dagen na mijn geboorte. Zij was toen 19 jaar. Mijn vader was 23. Hij is toen als militair van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) uitgezonden naar Timor.
In 1945 capituleerde Japan. In de kolonie Nederlands-Indië werd de Republiek Indonesië uitgeroepen. Na een bijna vijf jaar durende oorlog droeg Nederland de soevereiniteit over.Hem zag ik voor het eerst toen ik vijf jaar oud was en hij me meenam naar Nederland omdat hij verlof had. Mijn kindermeisje, baboe Leh, ging ook mee, zij was als een tweede moeder voor mij. Ik weet nog hoe boos ik was toen mijn Nederlandse oma haar niet wilde binnenlaten. „Dat zwarte mens komt er niet in”, had ze gezegd. NRC
De TOTOK oma van haar is dan zo ontwikelijk dat ze nooit en neger had gezien.Hoe was het afgelopen en baboe Leh direct pardoes naar Indonesie terug gesuurt?Wal.