Duvelstoejagers
Het fenomeen afdelingsassistent is al lang uit de Nederlandse bedrijven verdwenen. Op de bedrijfstop na moet iedereen alle klusjes rondom zijn eigenlijke werk zelf doen. Kopiëren, printen, beamer halen en terugbrengen, parkeerplaatsen voor bezoekers reserveren en ga zo maar door. Tijdens een project in Jakarta bleek het ook anders te kunnen. Op elke etage waren twee jongens die als core-business hadden: manus-van-alles, handyman, duvelstoejager. Kopiëren, printen, defecte notebooks omruilen, beamer regelen, verlengsnoer en stekkertjes voor allerlei apparatuur halen, broodjes halen, taxi regelen. You name it they fix it! Dat noem ik pas efficiënt. Ik verwonder me daarom nog steeds waarom hier hoogopgeleide schaarse en dure krachten een belangrijk deel van hun tijd moeten verdoen aan werk wat anderen beter, goedkoper en met meer voldoening kunnen doen.
Respect tonen
Een vergadering organiseren was niet zo moeilijk in Jakarta, iedereen is zeer bereidwillig om deel te nemen. Bij aanvang blijkt echter niet iedereen aanwezig te zijn, de een komt wat later, de ander stuurt een vervanger, weer een ander komt helemaal niet. Het meest verbaasde me het tussentijds in- en uitlopen van deelnemers aan een vergadering. Zonder zichtbare aanleiding stappen deelnemers tijdens een vergadering op of komen er anderen onaangemeld aan de vergadering deelnemen. Het houdt de meetings wel verwonderlijk en onvoorspelbaar. Tijdens een van de besprekingen kwam een eenvoudig mannetje een tijdje bij de deur staan meekijken, glimlachend, knikkend, maar verder geen woord uitbrengend. Later hoorde ik dat het de financiële directeur was die even zijn respect voor het belang van de meeting kwam tonen.
Reispresentjes
De Indonesische collega ging met een brede lach de afdeling langs met een doos vol zoete lekkernijen zoals Ondeh-Ondeh en nodigde iedereen uit om mee te snoepen.
“Heb je iets te vieren? Ben je jarig?” waren onze eerste vragen.
“Nee”, zei hij, “Ik ben op werkbezoek geweest in Bandung en als je op reis bent geweest neem je toch iets mee voor collega’s op kantoor?”
Een leuke – in dit geval lekkere – traditie die wij niet kennen. Voor mij was het een herkenning van een deel van mijn roots want in mijn familie en kennissenkring is het ook de gewoonte om bij een reis iets mee te nemen voor de thuisblijvers.
Jakarta 1997
Te gewoon om waar te zijn?
Als je in Nederland een gesprek wilt met een directielid van een groot bedrijf dan kost dat eerst veel overredingskracht bij diens poortwachters en daarna mag je slechts hopen op een agendagaatje binnen niet al te lange tijd. Wij waren al vier weken aan het werk bij het Indonesische telecombedrijf en de Nederlandse teamleider had bij de start gezegd dat we ons als team ook zouden voorstellen aan de hoofddirectie van het bedrijf. Het leek echter geen prioriteit te hebben en mijn collega’s vonden het ook niet zo belangrijk. Ik vond het niet gepast dat we al weken aanwezig waren zonder ons voorgesteld te hebben en besloot zelf het initiatief te nemen.
Één telefoontje naar de directiesecretaresse en ziedaar ik mocht diezelfde middag bij de president directeur langskomen. Een dame in een mannenbolwerk als de telecom! Als iemand haar wilde spreken dan was daar blijkbaar reden toe en kreeg dat voorrang. Ze nam uitgebreid de tijd en vond het fijn dat ik de stap had genomen.
Later hoorde ik dat men in het Nederlandse kamp het maar verdacht vond dat ik naar de president directeur was gegaan. Achterdocht alom. Dat ik daarheen ging om kennis te maken en kort iets te vertellen over onze activiteiten, per slot van rekening waren we al een maand in haar bedrijf bezig, dat leek te gewoon om waar te zijn. Maar net als een topvrouw in een mannenbolwerk was het gewoon te waar om ongewoon te zijn.
auteur: F.G. Geuther © 2015
“Voor mij was het een herkenning van een deel van mijn roots want in mijn familie en kennissenkring is het ook de gewoonte om bij een reis iets mee te nemen voor de thuisblijvers.”
Inderdaad! Naar Indonesië heb ik mijn koffer volgeladen met Hollandse chocolade, naar Nederland neem ik thee, koffie, dodol en dergelijke mee… De oleh-oleh worden zowel hier als daar hogelijk gewaardeerd.
Op elke etage waren twee jongens die als core-business hadden: manus-van-alles, handyman, duvelstoejager.
===================================================================
Hoe hoger iemand in de bedrijfsladder zit in een grote bedrijf zoals BUMN ( Staatsbedrijven) , dan hebben ze hun persoonlijke medewerkers ( vroeger werden ze oppas genoemd).
Buiten de reeks assistenten van assistenten, de persoonlijke secretaresse en andere “teamleaders” , kepala bagian (afdelingshoofden) etc.