Ferry Geuther was 20 jaar geleden veel buiten Nederland.
Een aantal ervaringen schreef hij op en publiceerde in 2004 het boekje ‘VerreWonderingen van mister Ferdinand‘ .
Tien verhalen over Jakarta en Bandung stuurt hij in voor de rubriek gastpikirans
1997, het was mijn eerste bezoek aan mijn geboorteland Indonesië sinds de repatriëring in 1954. In het kader van een project moest ik ruim een maand in Jakarta op het hoofdkantoor van een telecombedrijf deelnemen aan de selectie van een automatiseringssysteem.
Een bezoek aan Indonesië was in mijn ouderlijk huis nooit een onderwerp geweest.
Mijn ouders hadden weinig goede herinneringen aan hun jonge jaren aldaar, de armoede, de ellende van de Tweede Wereldoorlog en daarna het fanatieke nationalisme hadden al het goede van het land overschaduwd. Ze waren blij in Nederland een nieuwe toekomst te hebben kunnen opbouwen maar teruggaan, nee daar hadden ze geen behoefte aan.
Zelf stond ik daar genuanceerder tegenover en er waren inmiddels ook meer dan veertig jaren verstreken. Indonesië had zich verder ontwikkeld en een hele nieuwe generatie had inmiddels het roer overgenomen. Toen ik het verzoek kreeg om daarheen te gaan voor het project hoefde ik dan ook niet lang na te denken. Een prima kans om kennis te maken met het land waar ik 43 jaar eerder als kleuter was vertrokken.
Onze delegatie bestond uit vier man, drie blanke Hollanders en ik met zichtbaar gemengd Nederlands en Indonesisch bloed in de aderen. We hadden er zin in, een belangrijk en interessant project waarbij we de avonden en weekeinden als toerist konden invullen.
Op deze intercontinentale afstanden mochten we bovendien businessclass vliegen dus wat wil je als consultant nog meer? De aankomst op het vliegveld van Jakarta was adembenemend. Letterlijk. Heet, vochtig, prachtig.
De tropische hitte sloeg als een hete föhn door de broekspijpen van mijn pak.
De vochtige lucht sloeg voor enkele tellen mijn keel dicht. De zon priemde in mijn ogen. De uitbundige bloemen en waaierende palmbomen vormden een prachtig welkomstdecor.
Maar figuurlijk werd mij ook de adem benomen. Ik herkende onmiddellijk melanges van geuren van noot -muskaat en knoflook, van gamelan en krontjonggeluiden en de gesprekken in een taal die voor mij ontoegankelijk maar toch heel herkenbaar was.
Een vreemd gevoel van toerisme en thuiskomst tegelijk.
De bagage-afhandeling verliep vlot en even later stonden we bij de immigrationbalie.
De geüniformeerde beambte keek vluchtig in de paspoorten van mijn collega’s en knikte dat ze door mochten lopen. Ik was als laatste aan de beurt. Hij keek in mijn paspoort en vroeg in het Engels wat ik kwam doen. “Een telecomproject samen met mijn drie collega’s”, zei ik en wees naar de mannen die hij zojuist had doorgelaten. “Visa not good”, zei hij. Mijn tegenwerping dat het exact hetzelfde was als die van mijn collega’s begreep hij schijnbaar niet. “You need stamp” vervolgde hij en keek me indringend aan. Ik begon wakker te worden, hij wilde geld zien. De kleine corruptie waar ik al zo veel over gelezen had. Gelukkig had ik dollars bij me en deed een tien dollar biljet in mijn paspoort.
Hij grimlachte boosaardig en zei kortaf “Visa not good”. Ik had alleen nog biljetten van twintig dollar over en deed er een bij zonder hem te laten zien hoeveel er nog meer in mijn portemonnee zat. Hij stak de dertig dollar in zijn borstzak, sloeg een stempel in mijn paspoort en zei “Welcome in Jakarta”.
Waarom juist ik? Durfde hij deze afpersing niet te doen bij mijn collega’s? Wilde hij een rekening vereffenen omdat hij mij, de Indische Nederlander als een vazal van de belanda’s zag? Pakte hij gewoon elke vierde passagier als slachtoffer? Of was het gewoon willekeur?
Ik was beduusd, niet vanwege het geld, maar dit welkom in mijn geboorteland was een emotionele optater. Nu begreep ik waarom mijn ouders nooit meer terug zijn gegaan.
auteur: F.G. Geuther © 2015





















































Leuk….al die keren dst ik op t vliegveld, in Indonedia stond, rook ik noot nootmuskaat, garnalen of knoflook….als t over Indonesia gaat, dan wordt er al gegild over corruptie, maar t gebeurt overal en vaak werken we t zelf in de hand….afgelopen april was ik op airport van Bali en na t kopen van een visa moesten we in een megarij staan….sprak ik iemand in uniform aan of hij geen snellere manier wist voor 30 dollar, binnen 10 min. Stond ik buiten….dus in mijn voordeel….stond ik vroeger hier in holland rijen dik voor een disco dan knipoogde ik naar een van de uitsmijters en na t geven van 25 piek stond ik binnen….dus wasr hebben we t over….werd in Medan wel een paar x nasr een kantoortje gebracht om netjes gevraagd te worden, hoe iemand uit Aceh in nl terecht kwam en wat mn plannen waren….na t beantwoorden dat t familiebezoek was in Medan, was ik gewoon een anak Indonesia. …en had altijd een heerlijke tijd gehad zonder enig vorm van nadelige dingen….ook op Bali is t goed toeven… 😉
Volgende week , verhaal 2
Beste lezers en reageerders,
Hartelijk dank voor jullie interesse in mijn eerste verhaal op Indisch4ever.
Naar aanleiding van enkele reacties hierbij een korte toelichting op “Welcome in Jakarta”.
Ik ben in Indonesië ook veel aardige, hard werkende, behulpzame en eerlijke mensen tegengekomen maar het was wrang dat de eerste “official” die ik tegenkwam een andere mentaliteit had. Wat ik ook vroeg of zei, de man maakte op geen enkele manier duidelijk wat er mis was met mijn papieren. Het voorval is waar gebeurd. De krontjongmuziek kwam overigens uit luidsprekers, gewoon achtergrondmuziek.
Met vriendelijke groet.
Ferry Geuther
Goedenmorgen van Beek. De waarschuwing kwam in eerste instantie al van de hotelportier toen ik hem vroeg een taxi te bestellen. Mss is het later er gelukkig beter op geworden want zelfs in Bandung aan het eind van de Bragaweg ongeveer ter hoogte van de vroegere soos De Harmony
toen nog een wandeling maakten kwam er een groep jonge mannen die dreigend naar ons dingen schreeuwden. We wisten niet hoe snel we weer naar het hotel moesten lopen.
Huib
Er schiet me toch nog een leuke anekdote te binnen.Ik heb nl. nog twee nichten die in Indonesia gebleven zijn. Dochter van mijn oudste halfzuster Bea(trice). Bea was al een teener tijdens de Jappentijd en was in die tijd niet meer bij ons thuis. Ik vrees dat ze als troostmeisje werd ingelijfd.
Later trouwde ze met een Indo en kreek twee dochters en een zoon.
Toevallig kwamen we achter hun adressen voordat we naar Indonesia gingen. De oudste woonde in Bogor en was getrouwd met een Indonesische advocaat Otto Hapatenda. Hij vroeg waar we In Jakarta logeerden. Ik zei hotel Indonesia aan de Jalan Merdeka meen ik. Die grote brede weg met al die hoogbouw hotels en kantoren. Otto Hapatenda vond dat niet zo’n goed hotel, ik had eigenlijk naar een ander hotel moeten gaan aan diezelfde weg. Was veel luxer. Hij was nogal snobby
Vera de andere nicht woont in Jakarta. We mochten haar niet bezoeken want het was te gevaarlijk. Ik meen dat ze in een kampung Menteng woonde. Maar ze zou ons na werktijd met haar man Effendi ophalen want die was chauffeur op de Britse ambassade. Toen we in de buurt waren moest mijn vrouw duiken want ze mocht met haar Europese uiterlijk niet gezien worden. We zijn later met hun kinderen naar een mall gegaan en hebben schoenen voor de dochters gekocht en wat waren ze dankbaar.
In Bandung logeerden we in hotel Pangheggar, het vroegere Preanger hotel. Al dat gereis was voor mijn vrouw blijkbaar te vermoeiend want ze kreeg hevige pijn in haar rug en benen. Ik naar de bali en gevraagd of er een dokter kon komen en uitgelegd waarom. De vrouw achter de bali zei dat ze een hele goede pidjetman hadden die het zo kon verhelpen. Toen de man kwam bleek hij blind te zijn maar kordaat moest mijn vrouw haar baadje uitdoen en begon hij te kneden. Het duurde zo lang dat ik maar even naar de lounge ben gegaan om een bintang te pakken. Daar speelde een gamelan orkest zulke mooie ijle klanken dat ik er te lang ben blijven hangen. Kreeg op mijn kop want mijn vrouw kon zich met de pidjetman niet verstaanbaar maken. Gaf de man een handvol US dollars en hij was zeer dankbaar, hoewel hij niet kon hebben gezien wat ik hem gaf.
Maar het wonder geschiede mijn vrouw was van haar pijnen af en kon weer vrolijk de reis vervolgen.
Huib
Dag Huib, mooi verhaal. alleen apart dat uw vrouw moest opassen. Ik ben zelf ook vaak in menteng geweest, gondangdiya waar vroeger een indische tante woonde. Ik heb nooit last gehad vanwege mijn europese uiterlijk in indonesia,(ben vaak in kampong2/desa2 geweest) ja ‘last’ in de zin van dat cewek2 indonesia met mij willen trouwen.
Ik ben al meerdere malen in Indonesië geweest. Nooit problemen gehad bij de Immigratie, ik groet de beambte in Bahasa Indonesia en ik kan meestal doorlopen bij de bagage controle, dit jaar moest mijn handbagage door de scanner, maar kon daarna gewoon doorlopen. Ik merk daarentegen niets van krontjongmuziek. Bij de taxibali op het vliegveld koop ik een reis met een taxi naar mijn hotel in Jakarta, waar vaste prijzen voor gerekend worden, die weliswaar hoger zijn dan de normale taxiritten.Ik negeerde mensen die je aanklampen met het aanbod van een taxi. Hier in Amsterdam neem je ook geen snorder en de ritten van Schiphol naar je bestemming zijn ook duurder dan een normale taxirit. Net zoal in Nederland moet je gewoon opletten dat je niet te erg belazerd wordt. Het helpt wel dat ik ook een weinig Basa Sunda spreek, men weet dan dat ik er vaker ben geweest.
Na het lezen van bovenstaande ervaringen wil ik ook kort de mijne in de tweede helft van de 80-er jaren vertellen. Na eerst een weekje Thailand en een paar dagen Singapore overgestoken naar N. Sumatra voor een paar dagen Toba meer in Batakland.
Bij de landing in Medan waar ik nooit eerder ben geweest werd ik vriendelijk te woord gestaan door de man van de immigratiedienst. Hij vroeg me wat ik kwam doen, ik meen in het Engels en ik antwoordde in mijn beste maar gebrekkige pasar maleis dat ik op vakantie was maar wel in Indonesie geboren. Hij verwelkomde me heel vriendelijk en wenste me een goed verblijf toe. Ik dankte hem dat hij mij het gevoel gaf weer thuis te zijn. En dat was ook zo.
Op de Batakse pasars diverse souvenirs gekocht zonder te tawarren, Was ook niet nodig want de spullen kostten een stuiver en drie knikkers.
Bij één schoenenstalletje wilde mijn vrouw een paar slippers kopen omdat de zool van haar zomerschoentjes begon los te laten. De verkoopsters wilden geen geld maar gewoon ruilen tegen haar Westerse schoenen met kapotte zool. We hebben het gedaan maar het kind dat ze droeg het geld gegeven. Nog nooit zulke blije mensen gezien.
Die horde bedelende kinderen en volwassen later op Java en Bali hebben we maar voor lief genomen want we hadden ook wat spulletjes meegenomen om ze te geven omdat we er op waren voorbereid.
Alleen in Jokja kregen we een zware afknapper toen vrachtwagens vol krijsende mannen met rode vlaggen er aan hangend allerlei leuzen riepen. De buschauffeur die we het vroegen vertelde dat het allemaal aanhangers van Megawati waren want het was verkiezingstijd. Ik kreeg een flash back naar de Bersiap periode en hoefde nooit meer terug. Ook niet na een leuke tijd op Bali.
Huib
Ook ik heb het iedee vaak flink afgezet te worden in Indonesie. Ben rond de 14 keer geweest. Wij waren uitgegaan in kuta op bali. Heen weg met meter(blue bird taxi) 30.000 rupiah(toen rond de 2 euro). Terugweg in de nacht spreek ik hem in engels aan, vraagt ie 300.000 rupiah(rond 22 euro toen). Daarna in het indonesisch geantwoord en verteld dat ik ook oorspronkelijk van indonesie kom. Doordat je in z’n eigen taal praat schrikken ze vaak en zien je dan meer als gelijke Indonesier. Prijs ook onmiddelijk gedaald. Ik merk gewoon als ik indonesisch, maleis of javaans daar praat dat ik redelijkere prijzen krijg en meer als gelijke wordt aangezien. Ook heb je belaalde ingang voor lokaal en toerist, en zelfs op bali heb ik menu kaarten voor lokaal gezien met lokale prijzen. Mijn moeder komt binnen en krijgt lokale kaart, komen wij anak2 binnen wordt ineens de toeristen menu kaart gegeven. Saya juga keturunan indonesia, minta kartu lokal dulu dong zeg ik altijd. ben het verder met bokeller eens, wees redelijk! Iik ga nie die paar euros eraf tawaren van die arme indonesier.
Sorry, het is toch de immigratiebalie dus imigrasi.
Niet goed gelezen.
ma’af
Boeroeng zegt:
6 januari 2015 om 11:59
Loekie, ik ga ervan uit dat het douaneverhaal gewoon waar is.
———————————————————————————————————————
Daar ga ik ook van uit.
Alleen denk ik dat het mss de immigratie was geweest.
Douanier heeft niks mee te maken met visum!
Douane ( ook vroeger berucht van de vele rotte appels in de kerandjang) .
Van af 1979 heb ik na 10 jarige afwezigheid(zogenaamd studie in Nld) ging ik terug naar mijn kampung in Batavia Weltevreden ( Laan Trivelli) om te trouwen.
Toen was het de oude militaire vliegveld Halim Perdana Kusumah(de oude Tjililitan) .
En het verhaal van de geuren ( ook van de tjomberan) de geur van de kretek , van de natte grond na het regenen is wel waar (berani sumpah dese) .
Uiteraard heb ik de roep van de tokeh of getjirps van de tonggeret of gebrul van de tijgers niet gehoord .
Toen werd ik op de kantoortje geroepen omdat mijn Indon. paspoort “niet in orde”is.
Daar zag ik een paar landgenoten (waren TKI-ers) die ook iets te “regelen” hebben.
Dus mijn paspoort uitgegeven in Den Haag KBRI was “niet in orde”.
Ikke zeg, hoe ken ?
Waarom niet in Jakarta verlengd ? Wat een domme kacung
Omdat er boze blikken en stemverheffing kwam van mijn kant , liep hij weg naar zijn baasje .
Met de opmerking , ini pendul (penduduk luar negeri) doet moeilijk .
Niet wetende dat ik achter hem liep dus sta.
Dus ik heb gezegd wat hebben jullie mee te maken ?
Trouwens als Indonesier mogen ze mij de toegang niet weigeren.
Behalve als mijn papieren niet in orde is.
Ik woon in Nederland, mijn paspoort is uitgegeven in Den Haag(KBRI) .
Het was mijn 2de paspoort, de 1ste was een dienstpaspoort geweest.
Omdat ik begin kwaad te worden (nog jong, “darah panas” ) werd gedreigd dat ze mijn paspoort zal invorderen.
En toen zeg ik, silahkan, als ik maar weet hoe jullie heten*. Ik ga de paspoort morgen ophalen in Cut Meutia (?) Menteng
Uiteindelijk ben ik toch naar huis gegaan en even een naamgenoot gesproken, de volgende dag naar Cut Meutia ( H.Q) met hem , effe bij de baas komen.
Na een paar minuten paspoort terug met 1000 ma’af .
Sindsdien heb ik 3x akkefietjes gehad met de immigrasi ( meestal als gevolg van misverstand ) , jammer dat je eerst kwaad moet worden.
*Alle geuniformeerde ambtenaar hebben altijd een naamplaatje met hun N.I.P ( Nomer Induk Pegawai)
Als een vriend van mij vroeger naar Indonesia vloog dan deed hij altijd het laatste exemplaar van “Playboy” in zijn koffer waar het meteen te zien was als ze dat openden.
Playboy werd dan meteen ingepikt door de douane.
Het koste mijn vriend weinig en de douane kreeg er veel meer voor op de zwarte markt.
@Hoor ook weleens dat indo’s de neiging hebben wat te overdrijven en wat opschepperig communiceren. Komt ws uit de ‘djago’/jachtverhalen cultuur toen.@
— Haha, herkenbaar. Mijn stamgenoten kunnen er ook van hoor! Ongelooflijk soms ?!
e.m.
@Loekie ‘Indo’s moeten niet altijd zo spannend en interessant willen doen.”
Zoals bij alles wat mensen doorvertellen, leuken zij hun verhalen altijd een beetje op. Wie luistert er anders naar of leest een gortdroog saai verhaal. Men noemt dat ‘de dichterlijke vrijheid’ en een goed verstaander heeft er vrede mee dat de ‘dikke duim’ wordt gebruikt. 🙂
Hoor ook weleens dat indo’s de neiging hebben wat te overdrijven en wat opschepperig communiceren. Komt ws uit de ‘djago’/jachtverhalen cuktuur toen.
Na Zestig (60) jaar als vacantieganger in mijn geboorte land
terug gekeerd.
Gewoon met deze mensen een gesprek aangaan en niet
denken ,dat je geknepen gaat worden.
Ook de mee lopende verkopers zijn personen die wat extra
proberen te vangen.
Maanden na terugkeer ,de niet opgestuurde en betaalde
souvenir’s na een telefoon gesprekje werd ’t keurig thuis bezorgd.
Van wat ik alzo zie maken de vacantievierders van ”Tawaren”
een soort sport van. Wees redelijk!
siBo
Waarschijnlijk moet elke toerist in het buitenland bedacht zijn op een zekere oplichting en corruptie naar de vakantieganger toe. En een niet te wensen welkom. Dat is in Indonesie geen uitzondering. Toen ik voor het eerst na zeker wel veertig jaar afwezigheid in 1999 weer een voet zette op de bodem van mijn geboorteland, werd ik overmand door ontroering. Met tranen in mijn ogen keek ik door het vliegtuigraampje naar buiten langs de landingsbaan van het vliegveld op Den Pasar, Bali. Buiten het vliegtuig, was het net of er letterlijk een warme deken over mij heen werd uitgegooid. Samen met mijn broer was ik even op vakantie in Sanur. Mijn belanda echtgenoot was thuisgebleven, want de tropen, daar kon hij niet tegen. Wel was mijn oudste zoon, die toentertijd student was, mee. Het geboorteland van zijn moeder vond hij paradijselijk mooi. Bali was en is nog steeds authentiek. Ik moest sterk terugdenken aan mijn jeugdtijd. Tot mijn elfde jaar was ik opgegroeid in het groene Bandoeng, op West-Java. Glimlachend ging ik een paar heerlijke weken tegemoet. Ons gezin was vroeger weggejaagd, maar wees nu welkom, bezoeker. Ondanks dat onze Balinese gids ons verzekerde, dat de Balinees betrouwbaar en eerlijk was, vanwege de hindoegodsdienst die hij beleed, hadden wij niet gedacht aan het feit, dat de hotels wel in handen konden zijn van corrupte Javaanse ondernemers. En die uitstraling hebben wij naderhand ondervonden. Er werden in de hotels veel te dure tripjes aangeboden, en de vele zeurende, meelopende verkopers op straat en op het strand, die amper van je zijde weg waren te slaan, verkochten slechte en dure koopwaar. Je moest – zoals gewoon was in Indonesie – sterk tawarren, afdingen. Ik was er niet aan gewend. Mijn broer kreeg op het einde van de vakantie koorts, en bezocht de hoteldokter. Deze gaf hem, tegen betaling van honderd euro, een injectie. Weer thuis in Nederland, kreeg mijn broer na een maand tot zijn verbazing weer een rekening voor de injectie. Uit Amerika vroeg men hem een bedrag van 1500 euro op een Amerikaans bankrekeningnummer te storten. Dit bedrag heeft mijn broer bij zijn reis- en ziektekostenverzekering gedeclareerd. Maar het ontvangen bedrag heeft hij verder nooit meer doorgesluisd naar het Amerikaans bankrekeningnummer. Op die manier had mijn broer “teruggeslagen”, en een gratis vakantie gehad.
UIt verhalen hoor ik dat orang westerlingen sneller een poot wordt uitgedraaid op pasars enzo. Die douanier doet net het tegendeel.
Dacht die douanier misschien: ” orang Indonesia, die snapt wat ik wil… orang westerling die protesteren sneller” ?
Ik roep maar wat hoor.
Flauwe kul-verhaal Boeroeng! Dat weet je al als je leest: “Ik herkende onmiddellijk melanges van geuren van noot -muskaat en knoflook, van gamelan en krontjonggeluiden”. Het is een heus vliegveld (waar ik tig-keer ben geweest) en geen pasar malam. Je laat je paspoort zien, waarin een visum-vignet en de in het vliegtuig ingevulde immigratiekaart en dan loop je gewoon door. Niks aan de hand.
Indo’s moeten niet altijd zo spannend en interessant willen doen.
Loekie, ik ga ervan uit dat het douaneverhaal gewoon waar is.
“Ik begon wakker te worden, hij wilde geld zien. De kleine corruptie waar ik al zo veel over gelezen had.”
Wie zegt dat hij geld wilde hebben? De Indo nam dat maar meteen aan en begon meteen maar met betalen. Maar misschien wilde de beambte gewoon even leuk zijn. Of hij wilde een weerwoord.
Het zou natuurlijk ook gewoon kunnen dat inderdaad het visum niet op orde was.
Geen idee, maar ik heb werkelijk nooit last gehad bij de douane in Indonesië, dit in tegenstelling tot de corruptie bij het verlengen van een verblijfsvergunning/visum bij het immigratiekantoor.