25 okt: Suikerindustrie Java

sfkaranganom1

Suikerfabriek Karang Anom, iets noordelijk van Klaten .

         Federatie Industrieel Erfgoed Nederland:
De Federatie Industrieel Erfgoed Nederland wil een lans breken voor dit erfgoed door een drietal conferenties te organiseren rond dit thema en daarmee dit erfgoed op de kaart te zetten en een bijdrage te leveren tot het behoud ervan.
De eerste conferentie gaat over de suikerindustrie in Indonesië. Op Java in Indonesië zijn eind 1800 begin 1900 ruim 200 suikerrietfabrieken gebouwd. Deze fabrieken vormden met elkaar de Nederlands Indonesische suikerindustrie, ooit het grootste agro industriële complex in Azië waarin 1,4 miljoen arbeiders werkzaam waren

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

94 reacties op 25 okt: Suikerindustrie Java

  1. Jos Crawfurd zegt:

    Wat dacht men van de alomvattende suikerfabriek Jatirottoh. Mijn Oom zaliger Ekkena Sahulata is een van de employees ervan.
    Er zullen wel meer bekende suikerfabrieken zijn,zoals in Jambi.

    • claudine meijer zegt:

      Wat leuk de naam Sahulata hier te lezen, ik heb zelf op de concordante school van Djatiroto gezeten. Rita en Suze waren mijn vriendinnen. Later heb ik nog samen met Suze en Jeanner op de SMP in Djember gezeten. Er waren nog 2 suikerfabrieken in dezelfde regio, Goenoensari en Semboro.

      • Jos Crawfurd zegt:

        Rita die als stewardess werkte bij de Garuda is vorig jaar in Bekasi overleden. Suze zat inde staff van de Geneeskundige Dienst van Jakarta en is gisteren met haar oudste dochter richting Surabaya gevlogen om hun oudste broer Theo te begraven. Max de tweede broer is begin van dit jaar overleden in Surabaya. Leuk om Uw reactie te mogen lezen. Met vriendelijke groeten,Jos Crawfurd.

        • claudine meijer zegt:

          Zou u zo vriendelijk willen zijn om mij in contact te brengen met Suze? Ze kent mij als Claudine Meermans.Ik ga in Okt. nr Java. Bij voorbaat dank. Mijn email is cem-sakura@planet.nl

        • Anoniem zegt:

          de jongere broer van mijn opa was Dirk Johannes Nicolaas Pfaff gehuwd met Jenny Crawfurt 21-03-1908 te Surabaja Overleden te Bandung. Heb je iets met deze Jenny Crawfurt. Ik heb geen gegevens van deze familie.
          mijn email adres: naldypfaff@gmail.com Tel:0118-463332.

        • Ik heb van 1955 tot 1995 bij de Garuda gewerkt inij de Management and Legal Bureau.Wel een telegrafist Max Sahulata gekent maar wie is de stewardes want ik ben ook lid van de Screening Commitee van ontvangts van Stewardessen.

  2. Boeroeng zegt:


    Gebouw op suikererf Djatiroto

    Ziekenhuis op het terrein van sf Djatiroto
    http://www.iwicollectie.nl/iwicollectie.aspx

  3. Jan A. Somers zegt:

    Mijn nichtje, Tineke Versteegh, heeft als kind ook op Djatiroto gewoond.

    • W.F. Düren-Hees zegt:

      Tineke is onlangs overleden te Den Haag, 15 juli 2015. Geboren te Djatiroto, 22 mei 1931.
      Maandag 27 juli is er gelegenheid herinneringen met elkaar te delen in Restaurant Rosarium Westbroekpark, Kapelweg 35, Den Haag.

      • Jan A. Somers zegt:

        Ja, ik zal er zijn als gezondheid het toelaat. Zij was mijn laatste icoon uit mijn Indisch verleden. Ik had een afspraak met haar om haar 85e verjaardag uitgebreid te vieren. Maar er zijn zaken die niet lukken. Zij heeft haar lichaam afgestaan aan de wetenschap.

  4. Suiker en Suikerfabrieken op Java. Een eerste artikel over mensen in en rond de suikerfabrieken is net geplaatst op; http://julieallebewijzen.blogspot.com/2013/09/casper-frederik-deuning-suikerman-van.html

    • Hans Boers zegt:

      William, er staat wat op stapel inzake de suiker te Pasuruan. Binnenkort in het jou welbekende theater. Ik bericht je tzt en vergeet niet de airco uit te doen.

    • huib zegt:

      @ Heer William Deymann

      Ik moet U complimenteren met het indrukwekkende historische onderzoek en presentatie van Suiker en Suikerfabrieken op Java.

      Kijk met belangstelling uit naar het aangekondigde 2e deel.

      Het toeval wil dat ik in de jaren 1955-1958 als klasgenoten op een Lyceum in Oldenzaal, zeer goed bevriend was met een Boudewijn Rhemrev, vader was ir. bij de N.S. en hij heeft mij toen al gewezen op het feit dat de familienaam von Vermehr, werd omgedraaid in Rhemrev volgens hem omdat men niet meer met Duitsland ge-associeerd wilde zijn.
      Nog groter toeval is dat ik heel veel later ontdekte dat tijdens de Bersiap moorden in Indisch Bronbeek, twee van de lotgenoten van mijn vermoorde vader ook Rhemrev heetten blijkens het gedenkteken op de erebegraafplaats Pandu te Bandung.

      • Boeroeng zegt:

        Van Vermehr naar Rhemrev.
        Leendert Hendrik Vermehr (Rhemrev), zoon van Lubertus Vermehr en Cornelia van Westhoven, is geboren rond 1737 te Ambon, Molukken (Ned.oost-Indië). Hij was vaandrig (21.7.1761), luitenant (13.12.1763), kapitein cavalerie (13.12.1765), commandant van de militie op Java (7.4.1778), opperkoopman en ritmeester te Djokjakarta in Mataram (1763-1779), majoor titulair en hoofd der militie te Semarang van beroep.
        Hij had in 1759 een kind met een Javaanse vrouw en die gaf hij de naam Leendert Rhemrev. Buitenechtelijke kinderen werden vaker opgezadeld met een verdraaide achternaam.
        http://www.genealogieonline.nl/parenteeel_rhemrev/I11449.php

        btw Huib…Je studiegenoot is verre familie van Geert Wilders en Wieteke van Dort

        • Pierre de la Croix zegt:

          Boeroeng, op 20 september 2013 om 12:13 zei:

          “Buitenechtelijke kinderen werden vaker opgezadeld met een verdraaide achternaam”.

          Tja ….. verdraaid nog-an-toe! Dat was een variant op de balk door het wapen op het schild van erkende adellijke bastaards, in de goede oude middeleeuwen.

          Ik meen dat de onlangs overleden Dick Visker in zijn standaardwerkje “Indische familienamen” aandacht heeft besteed aan het gebruik, dat overigens ook in Suriname in zwang was.

          Een uit concubinaat geboren door de vader erkend kind kon de achternaam van de vader krijgen, doch achterstevoren gespeld. Ook kwam het voor, dat lettergrepen in de familienaam door elkaar werden gehusseld. Voorbeeld in Indië: Vodegel = De Vogel; in Suriname: Vriesde = De Vries.

          Waarom sommige uit buitenechtelijke verbintenissen geboren kinderen die door de vader werden erkend wél gewoon met de falilienaam van de vader door het leven mochten gaan en anderen met een verhaspeling, weet ik niet. Misschien kan iemand daar zijn licht over laten schijnen.

          Pak Pierre

        • Boeroeng zegt:

          Onderzoek van iemand toonde aan dat de naam Vodegel geen verdraaiing was van de Vogel.
          Er was een Duitser Vodegel die naar Indië ging, zodoende.

          Ik dacht dat vroeger voor 1811 het makkelijker was om bij de doop ( voor de kerk) de kinderen een verdraaide achternaam te geven.
          En dat bij een wettelijke adoptie de VOC of de overheid eerder toestond dat het kind een andere naam werd gegeven
          Het lijkt mij dat de overheid strenger werd bij invoering van de burgerlijke stand. ( in 1828 voor heel Indië)
          Meneer Jansen kon zijn kind niet meer aangeven bij de burgerlijke stand of adopteren met de naam Nesnaj.

          Ik ken een zaak te Padang dat het gouvernement een vrouw de geslachtsnaam Nietsnebeil gaf in 1839
          Ze moet een kind geweest zijn Ludwig Wilhelm Karl von Liebenstein, een in Batavia geboren zoon van een officier van het Württemberger regiment. Ludwig leefde toen in Padang.
          http://de.wikipedia.org/wiki/Kapregiment

          Register van aangenomen geslachtsnamen,
          aangelegd ingevolge art. 3 van het besluit van den Gouverneur Generaal van
          Nederlandsch-Indië van 12 April 1837 (Staatsblad 11).
          1. Heden 11 januari 1839 is voor mij, Willem Jan Maurits van Schmid, secretaris van de
          residentie Padang en onderhorigheden en als ambtenaar van de Burgerlijke Stand te Padang
          verschenen Christina Elisabeth, wonende te Padang, vergezeld van de personen van Willem
          Johannes Alexander Krijgsman, oud 50 jaar, burger, en Jan Krijgsman, oud 52 jaar, bediende bij
          de agent van de faktorij der Nederlandsche Handelmaatschappij alhier, welke mij heeft verklaard
          nog geen vaste geslachtsnaam te bezitten, doch thans in voldoening aan het besluit van het
          gouvernement van 12 april 1837 aan te nemen de geslachtsnaam van Nietsnebeil en te behouden de
          voornamen van Christina Elisabeth ten einde zich in den vervolge te noemen en te schrijven
          Christina Elisabeth Nietsnebeil.
          Van deze verklaring is deze akte opgemaakt, welke na voorhouding in de Maleise taal is
          ondertekend door mij alleen met de getuigen aangezien de aangeefster verklaard heefr niet te
          hunnen schrijven.

          uit de Indische Navorscher

          De naam Rhemrev ontstond voor 1811.
          Scipio Isebrandus Helvetius van Riemsdijk gaf zijn buitenechtelijke kinderen de naam Kijdsmeir bij de adopties na 1811. Het gouvernement stond dat blijkbaar toe in die jaren… Maar de burgerlijke stand was nog niet ingevoerd in Indië, wel in Nederland.

          Scipio was een kleinzoon van de gouverneur-generaal Jeremias van Riemsdijk, die bekend stond als ‘kapitein Jas’
          http://history.peschfamily.com/2008/01/carriere-leven-en-dood-van-kapitein-jas.html


          In Nederland had je in 1811 in Breda een advocaat de Roy van Binkhorst. Zijn vader had nog gewoon de naam de Roy.
          Bij invoering van de burgerlijke stand voegde hij voor zijn kinderen de naam of een soort titel van zijn vrouw toe.
          En toen heette die familie de Roy van Zuydewijn
          Klinkt heel sjiek… maar niks adel, hoor.
          Een vertakking werd Indisch. En dat is niet de tak van Edwin van prinses Marquerite die met een afluisterend schroefje op tv kwam.

  5. Jan A. Somers zegt:

    Ik kan het ff niet vinden, maar in een jubileumboek van de HVA (?) van lang na de oorlog is veel informatie over de ondernemingen, met foto’s, verzameld. Tot in 1970?

  6. Hans Boers zegt:

    Margareth Leidelmeijer heeft heel wat documentatie vergaard en
    geschreven over de suiker industrie Java.

    Mevr. Cindy Rodermond van Archief ABN AMRO heeft ook veel kennis.

  7. Pierre de la Croix zegt:

    Tja ….. suikerfabrieken. Djatiroto in Oost Java was geloof ik toen froeherrr de grootste, hoewel … er was ook Tjomal, een mooie nieuwe onder Cheribon. Mijn verhaal gaat over SF (later PG, Perusuhan Gula) Tjepiring, bij Kendal.

    In het Semarang van vlak na de oorlog waren niet zoveel verzetjes voor opgroeiende katjongs zoals ik, althans niet zo veel vergeleken bij wat de jeugd nu aan divertissement wordt geboden.

    Rondom Semarang was het oorlog en als het geen oorlog was, dan was het “gewoon” onveilig door bendes rampokkers. Uitstapjes naar mooie plekjes buiten de relatief veilige enclave Semarang waren dus zeldzaam. Ik heb al geschreven dat ik “dankzij” mijn gescheiden ouders het geluk had 2 x per jaar in de vacantie in Bandoeng te mogen logeren, alwaar Pa een nieuw gezinnetje had gesticht.

    Edoch … er was nog een ander verzetje: Tjepiring. Dankzij tante Pop en Oom Poel Eekhout – Ockerse. Tante Pop was een jeugdvriendin van mijn moeder en (echte) tante en had in bezettingstijd met haar dochter en zoon een tijd bij ons ingewoond.

    Oom Poel (Paul Frederik Eekhout) was tijdens de oorlog krijgsgevangene in Japan, maar kwam na de oorlog gezond terug en hervatte, na nog enig oorlogsmisdadig werk te hebben verricht als sergeant bij het KNIL, zijn beroep als eerste machinist van de suikerfabriek Tjepiring, zo’n 40 km ten oosten van Semarang, bij het plaatsje Kendal (waar bisschop Biroeang vandaan komt).

    Oom Poel’s eerste taak was de fabriek z.s.m. op te bouwen, waarvoor hij met een escorte gewapende “ondernemingswacht” de omliggende kampongs in trok om machineonderdelen op te sporen, ook van de smalspoor stoomlocomotiefjes (van meneer Stork geloof ik) die de riettreinen moesten trekken. Zijn voordeel was dat hij de streek goed kende en vloeiend Javaans sprak. Oom Poel’s moeder, “oma Sembong” voor mij, was een Javaanse vrouw uit het Kendalse.

    Tegelijkertijd werd alles gedaan om het vernielde en verwaarloosde fabrieksemplacement op te knappen, inclusief de (her)bouw van woningen voor de employé’s. Zo’n suikerfabriek was een klein self supporting dorpje met eigen energievoorziening, toko, tennisbanen, zwembad. In de naoorlogse tijd tevens een “gated community”, bewaakt door gewapende ondernemingswacht.

    In afwachting van de oplevering van de huizen op Tjepiring woonde tante Pop met zoon Carl weer bij ons. Dochter Gerrie zat in Nederland. Toen de huizen klaar waren verhuisden zij en andere gezinnen van fabrieksemployés naar Tjepiring. De kinderen gingen dagelijks in Semarang naar school, gebracht en gehaald in een tot schoolbus omgebouwde vrachtauto. Door het stevige gaas dat de kinderen moest beletten handen, voeten en hoofden naar buiten te steken (voorzorg van Oom Poel) stond het voertuig in Semarang al gauw bekend als de “kandang ajam”. Enige jaren later zou er een heuse schoolbus komen.

    Maar goed … dat extra verzetje voor mij. Bij tijd en wijle mocht ik met de Kandang Ajam mee naar Tjepiring voor een weekend of vacantie. Groter feest was er niet te bedenken. De hele dag in het zwembad, met de dressine (een soort bètjak op rails) de velden in, achter de velden naar zee bij Pantai Koetjing, avonturen beleven in de werkplaats waar Oom Poel de scepter zwaaide, met de lorries een eindje meeliften (het toen nog enig werkende locomotiefje heette “Keloet”). Wij speelden op blote kakken, zonder helm of beschermende kleding. Een wonder dat wij al onze ledematen nog hadden.

    Dochter Gerrie Eekhout was eind negentiger jaren v.d.v.e. met echtgenoot Henk even terug op de plek waar zij haar vroegste jeugd had doorgebracht. Tjepiring was, zo heb ik van hun foto’s gezien en uit hun verhalen begrepen, opnieuw totaal verwaarloosd, in onbruik geraakt. Alang-alang groeide hoog in de tuinen van de employés’ woningen, die bouwvallen waren geworden. Het lege zwembad stond er nog. Waar had ik zulke foto’s van vergane glorie meer gezien? O ja, in “Negri pan herkoms” van Rudy Kousbroek.

    Tja … zo gaat alles eens ten onder. Zo ook het eens machtige HVA, de Handelsvereniging Amsterdam. De firma verlegde haar activiteiten naar Ethiopië, waar ze in de keizerlijke tijd nog o.m. de suikerfabriek “Wonji” exploiteerde. Het toeval wilde (wat is toeval?) dat ik jaren later, als zelfstandig consultant, de HVA als klant kreeg. Het hoofdkantoor was toen al heel sterk gekrompen, maar ik wist niet dat een faillissement naderde. Mijn laatste rekening bleef onbetaald, ondanks een laatste bemoedigende brief van de curator …………

    Pak Pierre

    • Pierre de la Croix zegt:

      “Tjepiring, zo’n 40 km ten OOSTEN van Semarang”.

      Tolol die ik ben. Ik werd vannacht gillend wakker. Moet natuurlijk “ten WESTEN” zijn, richting Tegal en Pekalongan, niet ten Oosten richting Mranggèn, Demak en Koedoes.

      Pak Pierre

      • Jos Crawfurd zegt:

        Geografisch bent U nog goed onderlegd heer Pierre,tetapi ngak usah berteriak. U maakt er anderen wakker mee.
        Groetjes Jos 😖😖

        • Pierre de la Croix zegt:

          Ach ja Pak Crawfurd, aard van de binatang zullen we maar zeggen. Pietje Precies proberen te zijn en terlaloe maloe als een domme fout wordt gemaakt, want voor Java met haar perfecte oost – west of, zo je wilt, west – oost ligging, dus niet miring t.o.v. de richting van de kompasnaald, is het natierrrrlijk salah bodoh!

          En als ik anderen met de correctie wakker maak lijkt me dat goed. Wie de hele dag ngantoekt lekas mati, toch?

          Mijn moeder zei altijd tegen mijn stiefvader, die in zijn pyama dicht bij de kachel zat te dutten altijd “ajoh … tangi-tangi!”.

          Tijd voor de sportschool.

          Pak Pierre

    • Martin Helmantel zegt:

      Ik ben van plan volgende week een korte trip rondom Semarang te maken en wil o.a. suikerfabriek Tjepiring opzoeken. Ik ben benieuwd of iemand mij verdere adresgegevens kan verschaffen.

      • Boeroeng zegt:

        Hoera voor de digitalisering. Hiep hiep internet. En veel dank archivarissen !
        Onderstaande is uit een boek van 1939.
        Er staat: Gelegen: a/ grooteweg Semarang-Cheribon op 4,5 km v/ Kendal en 35 km v/ Semarang.

        Zie ook dit: http://opreis.crossmarx.nl/update/29/michel—18-01-2012-10-00—java—cipiring
        Zoek op het internet ook onder de namen cepiring en cipiring.
        Er maar gewoon heengaan en te Kendal een taxi nemen. De chauffeur moet het toch wel weten ?

      • Pierre de la Croix zegt:

        Een adres ken ik niet, maar de fabriek ligt ongeveer 30 km ten oosten van Semarang, op de weg van Smg naar Tegal/Pekalongan, bij de plaatsen Kendal en Kaliwoengoe, net voorbij de Kali Bodrie.

        Na een periode van totale verwaarlozing heb ik begrepen dat de fabriek nu weer “draait”. Ik heb er in de veertiger en vijftiger jaren v.d.v.e. vaak gelogeerd bij mijn tante Pop en Oom Poel Eekhout. Toen die naar NL waren vertrokken logeerde ik daar ook enige malen bij mijn schoolvriendje Edu Niehoff. Altijd een feest om er te mogen zijn. Veel te beleven!

        Oom Poel was na de oorlog 1ste machinist van de fabriek. In die functie heeft hij heel veel bijgedragen aan de opbouw. Allerlei machine onderdelen eigenhandig met zijn “toekangs” uit de kampongs gehaald en het stoomlocomotiefje “Keloet” weer op gang gekregen. Van zijn kleinzoon René heb ik nog een fotoverslag van die opbouw gekregen. De oudste dochter van de Eekhouts is nog in leven, pushing ninety.

        Pak Pierre

        • Pierre de la Croix zegt:

          Oeps …. bij het ter perse gaan van mijn bericht las ik de bijdrage van Boeroeng. Al die bekende namen en hun functies ….. P.F. Eekhout (oom Poel) staat er ook bij, toen 2de machinist. Ir. Gus Schaefer – van Zwitsersen huize – toen “eerste geëmployeerde” oftewel “number two”, werd later, maar nog voor de oorlog, administrateur, zeg maar “de baas”, de toean besar die op de “Besaran” (het administrateurshuis) woonde. Hij was getrouwd met Marietje van Oppen, dochter van kolonel Van Oppen, die in de Lombokoorlog sneuvelde. De Schaefers en Eekhouts waren goede vrienden van mijn moeder. Na de oorlog werden administrateur achtereenvolgens de heren Röell en Brandt. Ik zie ook de naam O’Herne, vader van o.m. een van de bekendste Nederlandse troostmeisjes, mevrouw Ruff – O’Herne en een zoon, die later generaal werd.

          Verder merk ik tot mijn schande dat ik in mijn haast en enthousiasme Tjepiring wederom ten oosten van Smg heb gesitueerd, net als 4 jaar geleden! De ezel en de batoe. Moet natuurlijk “ten westen” zijn.

          Memories are made of this.

    • W van Leewen zegt:

      Ben heel verrast hier iets te lezen over onze oom Poel, hij is helaas al overleden en hebben weinig contact gehad omdat we ver van elkaar woonden, oom Poel is een oudere broer van wijlen mijn schoonmoeder. Ben heel benieuwd of u ook nog iets van de vader en moeder van oom Poel weet te vertellen, welke functie hij had op de suikerfabriek.
      We hebben alleen wat vage verhalen van mijn schoonmoeder ( Jane Eekhout getrouwd met Willem Elise van Leewen)
      Onze zoon is van plan deze zomer naar Java te gaan en wil zoveel mogelijk informatie verzamelen.

  8. huib zegt:

    @ Pak Boeroeng e.a.

    Graag haak ik in op dit topic over de suikerfabrieken in de omgeving Semarang en Djokjakarta. Dit brengt mij terug op de oorspronkelijke aanleiding waarom ik op dit weblog beland ben. Genealogie.

    Volgens een inmiddels overleden tante, Josephine Otto, halfzuster van mijn vader Johan Otto en dochter van beider vader Willem Hendrik Otto, geb. in Amsterdam, was dus mijn opa Willem die ik overigens nooit heb gekend administrateur geweest van een suikerfabriek genaamd Langse in de omgeving van Semarang.

    Al eerder heb ik trouwens het vermoeden opgevat, gezien de familie band met familie vd.Linden en Dezentje , dat ook de voorouders van mijn opa Frans Winsser, plv.politie-commisaris van Semarang, iets met de suiker in die streek te maken gehad kunnen hebben.

    Zou hier iets van waar kunnen zijn en uiteraard ben ik zeer benieuwd of de naam van S.F. Langse in de analen voorkomt.

  9. huib zegt:

    In het bovenstaande verwees ik naar Djokjakarta, maar net als bv. andere Paks voor mij moet ik met schaamrood op mijn kaken bekennen
    dat ik al die “karta’s” door elkaar heb gehusseld. Salah wessel!
    Het moet natuurlijk zij Surakarta.

    • Pierre de la Croix zegt:

      Magna charta?

      Pak Pierre

      • huib zegt:

        Ik bedoel die andere “karta’s” Pak Pierre.
        met voorvoegsels als Dja, Soera,en Djokja. Adoeh seh alweer salah,
        moet zijn Ja.. en Jokja…en Sura…

        Snap nou ook waarom ik in eerste instantie verwees naar Djokjakarta.
        Daar is nl. mijn overgrootvader Willem Hendrik sr. neergestreken, volgens mondelinge overlevering van tante Josephine was hij directeur van de gasfabriek, maar hij zal wel stoker geweest zijn vermoedelijk.
        Misschien kan Pak Boeroeng hierover ook uitsluitsel geven en de familie uit de droom helpen?

        Trouwens wij hadden vroeger ook een tante Pop en dit was volgens mij
        mogelijk een van der Linden, waar mijn moeder erg dik mee was.

        Magna charta komt me ook welbekend voor, uit een grijs historisch verleden, alleen niet uit Indoesia. Heb laten we zeggen de klok horen luiden maar de klepel niet meer gevonden.

        • Boeroeng zegt:

          Willem Hendrik Otto, geboren 1850 te Amsterdam was afdelingschef bij de Semarang-Joana-Stoomtram-Mij.
          Meer kon ik niet vinden over zijn werkzaamheden.
          Hij overleed in Den Haag in 1925
          ——
          Er is een Willem Hendrik Otto geboren 28-12-1879 in Amsterdam.
          Zoon van Willem Hendrik Otto en Hillegonda Romeijn. (bron=Amsterdams archief online)
          Ik neem aan dat hij Willem Hendrik Otto junior is die met Rakinah een zoon Johan Carel Otto had in 1905 . W.H. Otto junior huwde in 1907 te Semarang met Johanna Christina Specht, was werknemer van suikerfabriek Langsee bij Pati.

        • Pierre de la Croix zegt:

          @ Huib:

          1. Er waren veel tantes Pop in Indië. Dat komt omdat veel Indische meisjes, toen ze nog niet waren uitgegroeid tot tante, “Poppie” werden genoemd.

          2. Magna Charta: Wikipedia masih berdiri. Zit vol met klepels. Maar awas-awas dan hati-hati. Soms zie je door de klepels de lontjèng niet meer.

          Pak Pierre

        • Jan A. Somers zegt:

          Ik had ook een tante Pops! Dat was helemaal geen tante, maar in Indië was alles anders.

        • Pierre de la Croix zegt:

          Al die Indische tantes Pop worden dadelijk geëerd met een standbeeld op het FredHen Plein in Den Haag.

          Dáár, onder hun standbeeld, kunnen we onze bloemen, knuffels en lampoe-lampoe tèplèk neerleggen (grafkransen s.v.p. naar het Indisch Monument).

          Voor mijn tante Pop doe ik het virtueel (dat neerleggen), als dank, omdat ik vele malen bij haar op Tjepiring mocht logeren.

          Haar door een Semarangse Chinese meubelmaker handgemaakte bankstel met een prachtige Madoerabank dat haar woonkamer in Tjepiring sierde en later die van haar huisje in Houten, siert nu nog mijn woonkamer.

          Een dierbare poesaka die ik uit haar boedeltje heb mogen overnemen toen zij zo’n 25 jaar geleden overleed, ongeveer 10 jaar na Oom Poel . ….

          Indo’s houden van het vertellen van verhalen over het Indisch zijn. Toch?

          Pak Pierre

  10. huib zegt:

    Pak Boeroeng hartelijk dank. Deze beide heren zijn inderdaad mijn voorvaders. Eerstgenoemde was inderdaad mijn overgrootvader getr. met Hillegonda Romeijn die met zijn gezin naar Indie trok om een baan te aanvaarden bij de stoomtrein mij in Semarang. Vermoedelijk heeft hij dan daarna de job in Djokja aanvaard. In Amsterdam oefende hij het beroep van smid uit. Er bestond in de 60-er jaren zelfs nog een smederij Otto in Amsterdam Noord/Nieuwendam, maar toen wist ik van mijn voorouders nog niets af.
    Eerstgenoemde was inderdaad mijn opa die bij vrouwe Rakinah mijn vader Johan Carel heeft verwekt en pas na sterke aandrang van zijn oudste zuster Henriette Otto, een oude vrijster werkzaam bij Pa vd Steur, heeft erkend omdat zij vond dat hij anders in de toenmalige maatschappij geen enkele kans zou hebben. Ik heb een foto van haar in mijn bezit.

    Eerder meldde ik dat mijn opa hertrouwd is met mej. Young en naar de Haag vertrok. Maar nu zie ik dat ik mij heb vergist het was senior.

    Ik raak steeds meer bij U in de schuld.

  11. huib zegt:

    Ja Pak Pierre, vooral als ze een jaartje ouder worden. Denk nog met weemoed terug aan verhalen van pak Pickart in Bandoeng, met wiens zoon ik bevriend was. En Pak Sadinoch vader van mijn 1e jeugdliefde kon er ook wat van, vooral als het ging over zijn tirailleurservaringen en hoe hij keer op keer er in slaagde de inslaande kogels te ontwijken.

    Ga toch maar een sapoe lidie brengen bij die tantes al herinner ik me mijn tante Pop alleen als een mooie jonge vrouw en heb zelfs een foto van haar met mijn moeder kennelijk toen ze inderdaad nog niet getrouwd waren. Soms kriebelt het me om deze foto van 2 mooie jonge Indische vrouwen van voor de oorlog naar deze site te sturen, uit pure nostalgie.

    • Boeroeng zegt:

      Stuur maar op, Huib.
      Met je verhaal erbij
      Graag !!

      btw Je wist dat je voorvader Joseph Otto 24-06-1798 te Geneve was geboren ?
      Hij was officier ( misschien apotheker) en in de periode 1829-1840 was hij in Indië waar een aantal kinderen werden geboren.
      Zijn vrouw was Henriette Breukelaar (dus ouders van Willem Hendrik senior)
      Henriette had een zus Margaretha en die was de moeder van Hillegonda Romeijn.
      De zussen hadden een broer Hendrik Breukelaar (1809-1839) die een schilder werd van historische taferelen.
      Margaretha had een van de oudste beroepen van de mensheid: vroedvrouw.

    • Pierre de la Croix zegt:

      Ja … stuur maar op, Huib. Er mag wat mij betreft meer nostalgie en meer tempo doeloe op deze site, minder excuses en minder riboet over niet ingeloste ereschulden over en weer.

      Als het dan bovendien nog gaat om foto’s van schoonheden van weleer, dan mag er – oeps …. ik moet voorzichtig zijn … dus wederom “wat mij betreft” – helemaal geen belemmering zijn.

      Pak Pierre

  12. huib zegt:

    Ja Pak Pierre ben het ook nu weer met je eens.
    Alleen kreeg ik enorme sakit hati dat die “paar” bersiap slachtoffers volkomen worden weggeredeneerd. (Het waren toch maar kolonialen). En dan gaat het me niet om excuses of ereschulden en een zak euri’s, maar gewoon die hele perkara in zijn juiste kontekst plaatsen.

  13. Jos Crawfurd zegt:

    Boeroeng,schijnbaar mijn beide Ooms ook:Oom Ben Huwae en Broer van mijn Moeder Oom Samson. Nooit echt getraceerd door het Roode Kruis. Ach het zijn toch Bruintjes,Outcast van de eerste orde. Op een van de begraafplaatsen in Jakarta staat er wel een urn van mijn directe Oom. Met vriendelijke groeten,Jos.

    • Hans Duiventil zegt:

      Jos, Edwin was de zoon van oom Ben? Weet jij de achternaam van Baby, vrouw van Edwin?

      HBO

      • Jos Crawfurd zegt:

        Hansie,ja Wiene de oudste woont in Sittard,verbleef toch zo lang bij jouw Ouders en wij wonen aan de andere kant van de gotkali. Ceres de jongste tevens mijn Zuster zit in Haarlem. Ben een tijdje geleden dood aangetroffen in de trein dicht bij zijn huis in Geleen.

      • Jos Crawfurd zegt:

        Sorry Hansie: Lies Richards,Wiene gaat twee keer per dag naar haar graf. Op hun trouwen was ik als negen jarige half dronken van alle druppels bier uit de lege flessen die in de dapur lagen. SU Hansie

        • Hansie Pojok Jalan Pandan zegt:

          Dank je wel Jos. Nooit geweten dat tante Baby eigenlijk Lies heette, daarom mijn vraag. Oom Thom en tante Nans noemden haar altijd Baby en ik wist niet beter. (Was te klein en nog druk bezig met mangga jatten van mevr. Boen.)

          Op stapel (speciaal voor Eddy, jouw neef in Surabaya) komt een reportage van mij over Eddy S. Ik heb een recentelijke foto van Eddy samen met de vrouwelijke burgemeester van Surabaya en die foto is van voorjaar 2013. Sabar Jos, je ziet de reportage wel tzt verschijnen. Ik bericht je……

          Gr/Hans

  14. Jos Crawfurd zegt:

    Hansie Legoendi:every body had a nick name. Jouw Ouders zagen gelijk dat mijn aangetrouwde nicht lief zal zijn voor mijn neef,daarom gaven ze haar de naam Baby,eigenlijk is ze Angel and now in Heaven.
    Terimah Kasih ya voor het beloofde over de Kabupaten met mijn neef Eddy,wij maken hem zo beroemd dat hij straks SBY moet assisteren als hij de uitnodiging accepteert die hij zou krijgen van de Nederlandse regering,SU.

  15. Anoniem zegt:

    @ Pak Boeroeng

    Bedankt voor de data over Reinhard Otto ovl. op de Junyo Maru.
    Blijkbaar stamt deze notitie uit de tijd toen ik nog helemaal geen aanknopingspunten had naar mijn voorvaders en zelfs dat mijn vader is verwekt door Willem Hendrik Otto jr. bij de Indonesische vrouw Rakinah heb ik nergens aangetroffen en ook niet zijn erkenning, behalve dan op zijn militair stamboek.
    Ik zie nu dat deze Reinhard Otto met Duitse oorsprong geen verband heeft met onze familie die een Franse oorsprong heeft, al is het niet uitgesloten dat dit ook oorspronkelijk Duits is, want Haute Rhin behoort voor zover bekend tot het betwiste Frans/Duitse gebied Elzas/Lotharingen en is ook onder Duits bewind geweest.

    Om maar te zwijgen over informatie van de familie van mijn Indonesische grootmoeder, die ik ook nooit gekend heb. Maar ja in de kampongs hadden ze vroeger blijkbaar geen burgerlijke stand en waarschijnlijk ook niet in Pati. Of zou ze ook op de S.f. Langsee gewerkt hebben als baboe bij opa W.H.Otto. Is wel erg waarschijnlijk.
    Van mijn inmiddels overleden tante Josephine, zijn halfzuster heb ik wel een onduidelijke foto gekregen waarin ze met haar 2? kinderen in de kali aan het plonsen was. Maar ja tante wist er ook verder niet zo veel van of wilde het familiegeheim niet prijs geven. Feit is dat haar moeder Specht het voorkind/de voorkinderen ? niet onder haar hoede wilde nemen.

  16. Huib zegt:

    Zie tot mijn afgrijzen dat mijn posting Anoniem is.
    Om één of andere duistere wijze is mijn naam weggevallen, maaf daarvoor.

  17. nanang zegt:

    I’m sorry my english not good.
    I am from Indonesia, lived in the city Karanganom, Klaten. I want to know about the past history of my city is a sugar factory in Karanganom. I’m past the town Karanganom photo, thank you.

  18. Boeroeng zegt:

    sfkaranganom2
    sugarfactory Karang Anom

    sfkaranganomadminwoning
    House of a manager of Karang Anom
    .

    Karang Anom was build about 1845 by Arnoldus Bernardus Christianus Dezentjé, born22-02-1820, died 31-10-1878 at the factory.
    His sons and grandsons managed the factory till the war 1941-1945.
    Arnoldus was the son of Johannes Augustinus Dezentjé and Feijntje, a chinese woman.

    A grandchild of Arnoldus was François and he was in 1892 one of the founders of footballclub Vitesse in Arnhem, Holland. 5 grandchildren of Arnoldus played at the Vitesseteam in those years 1892-1896.
    https://indisch4ever.nu/2013/02/26/vitesse-en-de-indische-neven/
    Frans returned to Karang Anom and married at the factory in 1899. He died in 1900, I suppose at the factorycomplex.

    • Marcel Dezentjé zegt:

      Dank voor de foto’s, Boeroeng. ABC Dezentjé was de overgrootopa van mij opa, Gaston Johan Dezentjé. Leuk om de foto’s te zien! Zijn er meer van? Evt. ook van sf Ponggok?

  19. nanang zegt:

    It is incredible, Factory solid stand, is now a distant memory. My grandmother used to say, first near the existing plant racecourse, do you still have the picture. thank you

  20. Frans Burchartz zegt:

    Wie kan mij meer informatie geven over mijn grootvader Willem Pieter Ockerse (1894 – 1944). Hij was bij leven tot 1944 “chemiker” en 2e man van de suikerfabriek Karang Anom te Klaten. De eigenaar van de fabriek was Dezentjé.

    • Jan A. Somers zegt:

      “chemiker” Ja, een bekende functie uit een ver verleden. Ik had een oom die chemiker was. Ik mocht van hem overal rondlopen maar niet met mijn handen in de melasse roeren. Hij wees me dan op de restjes suikerriet, dat waren verpulverde vingers! Dat waren mensen die technisch alles konden. Tegenwoordig heten dat mensen met gouden handjes.

    • Indorein zegt:

      Mijn opa was chemiker op de SF Prajekan (bij Bondowoso) tot 1942 toen hij als krijgsgevangene landstormer naar “de spoorlijn” werd gebracht; hij kwam niet meer terug. Ik ben in 2006 op bezoek geweest naar deze SF en heb de woning waar de familie van mijn vader woonde op het directieterrein (5 woningen) bezocht. Alles was nog in bewoonde staat en goed verzorgd. Ik werd met alle egards ontvangen door de huidige Indonesische directie en moest het gastenboek tekenen. Daarna werd ik door een beveilingsbeambte naar het voormalige huis van mijn opa gebracht en mocht overal “neuzen”. De foto’s die ik heb gemaakt van de SF en de directiewoning zijn nu dierbare herinneringen voor mij van een opa die ik nooit heb mogen kennen.

  21. siti zegt:

    pardon, my name is siti nur. i am from kediri, east java.
    i want to ask, do you have file about “arbeid van suikerfabriek Pesantren?”

    if you have, please me,
    dank u

  22. Marije zegt:

    Ik ben op zoek naar informatie over Suikerfabriek Wringin Agoeng te Tuban rond de tijd 1860-1875. Mijn voorvader H.A.F. de Vogel werkte hier rond die tijd.
    Is hier iemand die mij kan helpen met het vinden van informatie over deze suikerfabriek?
    Vriendelijke groet,
    Marije Walbeek

  23. Anoniem zegt:

    Suikerfabriek Karang Anom
    my village
    now only memories
    maybe someone knows about the history of the establishment of a sugar factory in Karanganom, Klaten?

    • Indisch4ever zegt:

      Karang Amon was founded by Arnoldus Bernardus Christianus Dezentjé
      Later his sons build more sugarfactories in the region
      See child 2 : https://indisch4ever.nu/2017/12/10/dezentje/

      2 Arnoldus Bernardus Christianus, verderop in dit artikel Bernard genoemd, geboren 22 febr 1820, overl 31 okt 1878 Soerakarta. 5 Begraven op de begraafplaats van zijn suikerfabriek Karong Anom.
      Had minstens 6 buitenechtelijke kinderen van meerdere vrouwen die o.a. genoemd werden Mah Pekalongan, Mah Soerabajan, Mah Soeran, Mah Peng 6 Gezien de naamgeving is dit een redelijk betrouwbaar doorgegeven familieverhaal .
      Zijn rouwadvertentie 7 werd ondertekend door oudste zoon Gaston.
      Gaston nam het bewind over van het Karang Anom concern, door zijn vader opgericht. Zijn opvolger was in 1890 broer Henri August, die een tijd lang beschouwd werd als de belangrijkste suikerlord van Java.

      translation …
      2 Arnoldus Bernardus Christianus, later named Bernard in this article, born 22 February 1820, died 31 Oct 1878 Soerakarta. 5 Buried in the cemetery of his sugar factory Karong Anom.
      Had at least 6 extra-marital children of several women who were called, among others, Mah Pekalongan, Mah Surabaya, Mah Suraban, Mah Peng 6 Given the naming, this is a reasonably reliable family story.
      His mourning advertisement 7 was signed by eldest son Gaston.
      Gaston took over the reins of the Karang Anom group, founded by his father. His successor in 1890 was brother Henri August, who for a time was considered the most important sugar lord of Java.

      • Marcel Dezenrjé zegt:

        Deze Gaston was de opa van mijn opa: Gaston Johan Dezentjé. Mijn opa’s vader heette Paul Frederik, hij was de zoon van de oudere Gaston. Mijn vader heette ook Paul, dus eigenlijk had ik Gaston moeten heten 🙂

  24. Ch.Th. van der Veeken zegt:

    ben op zoek naar familie moeders kant . Haar naam is louise van Delden , geboren op 2-12-1931 te Cheribon .Zij is de dochter van Charles Gijsbert van Delden en Emilia Sophia Rhemrev . Zussen van mijn moeder moeten nog in Indonesie wonen , maar waar . . . . . ?
    Zou erg blij zijn met de informatie hieromtrent .

  25. Ned-Indie was de grootste suiker exporteur in de hele wereld En de suikermagnaat OEI TIONG HAM de rijkste man in de wereld want Rockefeller was er nog niet.Nu is Indonesia een importeur van suiker.

  26. Robert zegt:

    Very sad situation Mr. Suparmo, which needs improvement.The Dutch laid the foundation for the sugarcane, and palmsugar industry , which thrived in the Dutch Indies.

  27. Gerda Zuidema zegt:

    Waarde lezers,
    Ben op zoek naar info mbt de suikerfabriek Langsee bij Pati/Semarang. Mijn opa was daar werkzaam in de 30er jaren. ben in het bezit van foto’s uit die tijd.
    BVD,
    Vriendelijke groet, Gerda Zuidema
    moengo31@gmail.com

  28. Dave Gout zegt:

    Als directe nakomeling van Hendrik Gout (1793-1847) die administrateur van de sf Tjepper en Gemampier te Klaten was, ben ik reusachtig benieuwd naar antwoorden op de volgende vragen: Was Johannes Eliza Herderschee (1813-1862) eigenaar van de sf Tjepper? Wie waren er werkzaam op die sf? Hoe werd je aangesteld als administrateur? Bestaat er literatuur over de organisatie op een sf?
    Terima kasih! Dave Gout

    • Boeroeng zegt:

      Ik kon niks vinden over sf Tjepper in eigendom van J.E. Herderschee.
      Hij was landhuurder van het land Simbang

      • Dave Gout zegt:

        Dag Boeroeng, wat fijn dat u meedenkt. Roger Knight uit Australië promoveerde op een onderzoek naar ondernemingen op Java in de periode 1812-1834. Een buitengewoon interessant proefschrift waarin hij inzicht geeft in de economische machtsverhoudingen op Java. Hij geeft onder andere aan dat er nogal wat Schotse ondernemers op Java werkzaam waren. Voorts bespreekt hij ook de rol van Nederlandse (in Nederland geboren) en Indische (in Indië geboren Nederlanders) ondernemers. Het onderzoek van Knight bestrijkt een breed vlak. In een latere publicatie, ‘Descrying the bourgeoisie: sugar, capital and state in the Netherlands Indies’, gaat hij dieper op de suikerindustrie op Java in. Hij vermeldt daar dat Johannes Eliza Herderschee eigenaar was van de sf Tjepper. In een publicatie uit 1861 ‘Staat der goederen vervoerd naar Samarang’ wordt in een overzicht o.a. genoemd de hoeveelheden vervoerde goederen van Gemanpeer bij Klaten (bedoeld wordt Gemampir) en Tjepper. Ook worden vermeld de eigenaar en de administrateur, maar het is mij niet duidelijk wie welke rol vervuld. Inzake Tjepper worden de namen genoemd van Meijer en van Dorrepaal en Co. Voor wat betreft Gemampir zijn dat Herderschee en Dorrepaal en Co.
        Er bestaat een adresboek voor de Javaansche suiker industrie, maar ik vermoed dat dat uit latere tijd, van na 1850, dateert.
        Kortom ik blijf geïnteresseerd in informatie over de sf Tjepper in de periode 1830-1850. Beleefd groetend, Dave Gout

  29. A. Olive zegt:

    Het verbaasd mij te lezen dat de “Federatie Industrieel Erfgoed Nederland” beweert dat eind 1800 begin 1900 ruim 200 suikerfabrieken werden gebouwd.
    Het cultuurstelsel werd in 1870 opgeheven en daarmee kwam het begin van het einde van de suiker industrie.
    De suikerfabrieken Wanasepi en Kalang-sari in Krawang werden kort na 1870 gesloten nadat de eigenaar, Charles Olive, in 1866 overleed op weg naar Engeland.
    Rond 1820 waren er 183 suikerfabrieken volgens het boek “Mooi en Nijver Insulinde” uit 1924.

  30. vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

    @ Dave Gout

    Naast zijn dissertatie heeft Roger Knight in 2017 een lezenswaardig artikel over suikerfabrieken geschreven: “Death in Slawi. The Sugar Factory Murders, ” Ethnicity, Conflicted Loyalties and the Context of Violence in The early Revolution in Indonesia, oktober 1945″ waarbij het echtpaar van der Sluys-Gill (Indo’s) op de voorgrond wordt geplaatst.

    De combinatie van Suikerfabrieken, de omliggende vnl Indo-Europese gemeenschappen en de periode aan het begin van de Revolusi is tegelijkertijd intrigerend en onheilspellend. Vòòr de oorlog waren er iets meer dan 180 Suikerfabrieken (SF) op Java gevestigd waren met allemaal een omliggende Indo-Europese gemeenschap. Over het (nood)-lot van deze gemeenschappen tijdens en na de Bersiap is weinig tot niets bekend.

    Vult U maar eens zoekwoord als SF Balapoelang, SF Banjaratma, SF Djatibarang, SF Doekoewringin of SF Pangka in bij de Oorlogsgravenstichting. Het resultaat zal verbijsterend zijn.

    Apropos, bent U familie van mevr. W.H. Reep-Gout geboren in Semarang??

  31. Dave Gout zegt:

    Wilhelmina Hendrika Gout, tante Mien, was in tweede echt getrouwd met Eduard Alexander Reep die op heel wrede manier in 1945 aan zijn einde is gekomen. Merkwaardig vind ik dat zij een paar dagen voor hem is overleden, of is zij ook overleden geworden?
    Bij de SLAWI moordpartij zijn ook familieleden omgekomen.

  32. vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

    @ Dave Gout
    In de correspondentie van de Oorlogsgravenstichting staat in een brief 3 namen:
    Reep-Gout W.A. (Wilhelmina Hendrika)
    Reep E.A. (Eduard Alexander)
    van Dort C.G.W. (Charles George William)

    W.A. Reep- Gout (77) was voor de tweede keer getrouwd en wel met E.A. Reep (79) . C.G.W. van Dort (49) blijkt uit de correspondentie haar zoon te zijn uit haar eerste huwelijk.
    Haar zoon, C.G.W. van Dort werd bij de overval door Indonesische daders doodgeschoten. Zijn stiefvader E.A. Reep werd ontvoerd (gekidnapt) en afgeslacht. Beiden stierven op 25/12/1945

    De zoon van C.G.W. van Dort, Willy Leon (18) werd ook op 25/12/1945 vermoord.

    Er was nog een vrouw betrokken bij bij de slachtpartij, Felicie Leclercq de Courcelles-Nugteren (57) . Zij werd ook ontvoerd en op 25/12/1945 afgeslacht

    Mevr. W.A. Reep-Gout is volgens de Oorlogsgravenstichting overleden op 20/12/1945, maar op haar overlijdensakte staat als datum van overlijden 25/12/1945. Gezien de context lijkt de sterftedatum 25/12/1945 aannemelijk.

    Bovenstaande personen werden aan het begin van de Indonesische Revolusi in Bandoeng afgeslacht. Naar verluidt werden een 1000-tal personen in die periode als vermist opgegeven. Vermist betekende tijdens het begin van de Indonesische Revolusi vaak ontvoerd. Uiteindelijk mag met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aangenomen worden dat zulk soort vermisten vermoord waren..

  33. Dave Gout zegt:

    @ Boeroeng
    Hartelijk dank voor deze verwijzing naar de OorlogsGravenStichting. Het was mij niet bekend dat de mappen met aanvragen waren gearchiveerd en digitaal toegankelijk gemaakt.
    De persoon die in 1964 vermeldde dat W. H. Gout aan kanker is overleden, lijkt mij haar dochter Suze (S. C. L.) van Dort te zijn. Die conclusie trek ik na het vergelijken van het handschrift op formulier 14 met dat op formulier 18. De gegeven informatie lijkt mij derhalve betrouwbaar. Suze van Dort vermeldde eveneens dat haar moeder op 20 december 1944 is overleden.
    @ VandenBroek
    Ook mijn grootvader heeft in zijn aantekeningen als overlijdensjaar van W. H. Gout 1945 staan. Toch lijkt het mij waarschijnlijker dat zij een jaar eerder is overleden. Zou W. H. Gout ook op die 25ste december 1945 om het leven zijn gebracht, dan zou zij toch ook zeker zijn genoemd in het krantenartikel in Het Dagblad van 06-06-1946. Indien zij vijf dagen eerder zijn omgebracht dan is het onwaarschijnlijk dat haar echtgenoot en zoon thuis zijn gebleven.

  34. vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

    @Dave Gout
    Op de web site van de OorlogsGravenStichting OGS is de informatie over mevr- W.H. Reep-Gout enigszins verwarrend . Aan de ene kant geeft OGS als haar sterftedatum 20-12-1945 aan, terwijl onder haar graffoto zij in de categorie “Japans Burgerkamp” is ingedeeld. Of zij overleed in de oorlog of na de oorlog, maar niet tegelijkertijd!!
    Ik heb haar naam niet gevonden in lijsten van geïnterneerden, noch in lijsten van geinterneerden die in de Jappenkampen overleden, wellicht heeft Boeroeng een beter antwoord.

    De verwarring stijgt ten top bij lezing van het OGS- persoonsdossier van E.A Reep. Dezelfde Suze S.C.L. Folkerts-van Dort geeft in een brief aan, dat zij op de begraafplaats in Padang drie naast elkaar liggend witte graven vond, die van haar moeder WH. Reep-Gout, haar stiefvader E.A. Reep en die van haar broer C.W.G. van Dort. Dat geeft een aanwijzing dat deze drie personen tegelijkertijd vermoord werden.
    Afgezien van dat, in het krantenartikel wordt aangegeven dat dhr E.A. Reep en mevr. Leclercq de Courcelles-Nugteren tegelijkertijd werden vermoord, maar de OGS geeft bij dhr E.A. Reep als overlijdensdatum 23/12/1945 aan en die van mevr. Leclercq de Courcelles-Nugteren 25/12/1945.
    Al met al zijn er teveel tegenstrijdigheden in het krantenartikel en bij de OGS.

    De OpsporingsDienst Overledenen O.D.O., een dienst van het departement van Justitie in Nederlands-Indi, hield zich na de oorlog bezig met
    a) opsporing van slachtoffers uit de Japanse bezettingstijd en die uit de Bersiap tijd.
    b) identificatie van deze slachtoffers
    c) bijschrijving van deze slachtoffers in de Overlijdensregisters Vande Burgerlijke Stand te Batavia/Jakarta

    In de registers te Batavia/Jakarta werden bijgeschreven:
    Wilhelmina Hendrika Reep-Gout: sterftedatum 25/12/1945, jaar aangifte 1946 aktenr 1505
    Charles George Willem, zoon van W.H. Reep-Gout: sterftedatum 25/12/1945, jaar aangifte 1946 aktenr 1504
    Eduard Alexander Reep: sterftedatum 25/12/1945, jaar aangifte 1946 aktenr 7142

    De ODO. had een rigoureuze procedure om iemand dood te verklaren en een overlijdensakte op te stellen, zo’n akte had juridische consequenties zoals bij erfenissen , weduwe- en wezenpensioen. bvb Willy Leon van Dort werd ontvoerd/gegijzeld, zijn lijk is nooit teruggevonden. Bij gebrek aan een lijk was het moeilijk voor de O.D.O. iemand dood te verklaren. Willy Leon van Dort werd daarom niet ingeschreven in de overlijdensregisters. Waarom Felicie Leclercq de Courcelles-Nugteren (57)niet werd ingeschreven in deze registers, is onbekend.

    Daardoor wordt aan de juistheid van O.D.O.-gegevens . de voorkeur worden gegeven

  35. Dave Gout zegt:

    @ Vandenbroek
    We kunnen er van alles van vinden, maar de ware toedracht is na al die jaren niet meer vast te stellen en degenen die er iets zinnigs over kunnen zeggen, zijn niet meer onder ons. Maar toch.
    De verklaring van de dochter van Mien Reep-Gout, Suze Folkerts-Van Dort uit 1964, waarin zij verklaart dat haar moeder aan kanker is overleden, lijkt mij zeer betrouwbaar. Het zou mogelijk kunnen zijn dat Suze abusievelijk een verkeerd jaar van overlijden opgeeft, maar dat wil er bij mij niet in.
    We weten iig dat alle drie (het echtpaar Reep en haar zoon) aanvankelijk op de oude gemeentelijke begraafplaats waren begraven, dat zij zijn herbegraven/overgebracht naar het gemeentekerkhof Padjadjaran (bij de kininefabriek) en dat die drie graven er zo slecht aan toe waren dat er geen foto’s van werden gemaakt. (Die drie graven waren niet in Padang, maar in Bandoeng en Suze Folkerts-van Dort heeft die graven niet bezocht.)
    Toen besloten werd dat de oorlogslachtoffers E. A. Reep en C. G. W. van Dort een rustplaats zouden krijgen op het Ereveld Pandu, dreigden de stoffelijke resten van de echtelieden te worden gescheiden, aangezien Mien Reep-Gout strikt genomen geen oorlogsslachtoffer is (in een andere zin wel, want haar man, zoon en kleinzoon zijn in de Bersiaptijd om het leven gebracht). Dat moet Suze Folkerts-van Dort ook wel hebben aangevoeld, want op het al boven genoemde formulier van 1964 staat bij de vraag of Mien Reep-Gout oorlogsslachtoffer is, niets ingevuld. Dat zij toch op het Ereveld naast haar man en zoon herbegraven ligt, kan ik alleszins billijken en ik kan mij zo voorstellen dat gekozen is voor een administratieve verschrijving. Ik kan dus niets bewijzen, maar ik heb het voor mijzelf en hopelijk ook voor anderen aannemelijk gemaakt.

  36. vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

    Uit de correspondentie bij de Oorlogsgravenstichting OGS blijkt niet Suze maar haar zuster Th. W. Jellema-van Dort de graven in Bandoeng bezocht te hebben.

    De ware toedracht van de gebeurtenissen in Bandoeng aan het begin van de Indonesische Revolusi kunnen best gereconstrueerd worden op basis van een feitelijke analyse (fact analysis), er hoeft niets aannemelijk gemaakt te worden

    Van de ontvoering werd indertijd aangifte gedaan bij het hoofdkwartier van de 37th Indian Infantry Brigade, die toen verantwoordelijk was voor Orde en Gezag. in Bandoeng. Deze brigade heeft een lijst van 1000 vermiste personen in de Bersiaptijd vastgelegd, zie betreffende Situation Report in National Archives te Kwe, London.
    De Politie in Bandoeng deed daarna onderzoek naar betreffende ontvoering., waarvan rapport werd opgemaakt Daarnaast deed de ODO justitieel onderzoek naar de slachtoffers waarvan 3 personen al in 1946 (sic) officieel werden geregistreerd in de overlijdensregisters bij de Burgerlijke Stand. Dit houdt in dat van elk van de slachtoffers een lijk was gevonden. en de overlijdensdatum 25-12-1945 vastgesteld kon worden.
    Op basis van de overlijdensaktes kon o.a. de erfenis van het echtpaar Reep geregeld worden. De betreffende personen o.a. weduwe van Dort kregen weduwen- en/of wezenpensioen toegewezen. Deze gegevens zijn in archieven in Nederland terug te vinden, zie o.a. archief Algemeen Secretariaat A.S. in het Nationaal Archief.

    Wat de administratieve verschrijving betreft. De directeur van de OGS had de bevoegdheid af te wijken van hun interne voorschriften, maar dat diende wel vastgelegd te worden. Dit is in dit geval niet gebeurt, althans in het archief van de OGS is daarvan niks terug te vinden.
    Let wel de OGS is een Stichting terwijl de O.D.O. een afdeling was van het Departement van Justitie, een Gouvernementsinstantie die werkte binnen een wettelijk vastgelegd kader , ordonnantie van 1945/1946.

  37. Anoniem zegt:

    haar zuster Th. W. Jellema-van Dort= de nicht van Suze Folkerts-Van Dort

  38. vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

    Ik kom terug op de zaak Reep-Gout.

    Er is iets vreemds aan de hand bij het persoonsdossier van mevr. Felicie Leclercq de Courcelles-Nugteren , zie link Nationaal Archief op de web site van de Oorlogsgravenstichting.
    Op document 5 van het dossier staat bij plaats en datum overlijden: op Java op 31.5.1946. Deze informatie wordt herhaald op de duplicaat-kaart, waarin tevens staat: “begraven: onbekend”. Dus haar overlijdensdatum is niet 25.12.1945 maar 31.5.1946

    Op basis van deze informatie wordt de Reconstructie van het gebeuren anders.
    Dhr Reep werd samen met zijn vrouw Reep-Gout ontvoerd. Zij werden op dezelfde dag als de zoon van mevr. Reep-Gout, C.W.G. van Dort vermoord d.w.z. 25.12.1945.
    Zij werden alledrie naast elkaar op de gemeentebegraafplaats aan de Parkweg te Bandoeng ter aarde besteld.

    De ODO spoorde de slachtoffers op en kon deze identificeren. Er was aan alle formaliteiten voldaan en daarom werden deze drie personen in de Overlijdensregisters bij de Burgerlijke Stand te Batavia/Jakarta ingeschreven. De redenering is logisch en klinkt geloofwaardig.

    Voor zowel W.L. van Dort als mevr. Felicie Leclercq de Courcelles-Nugteren is de plaats van begraven onbekend. Zij voldoen niet aan de eisen die gelden voor opname in de overlijdensregisters.

  39. vandenbroek@libero.it 1953 zegt:

    De web site van de Oorlogsgravenstichting is gemoderniseerd en geeft nu de mogelijkheid om de juistheid van hun gegevens ter discussie te stellen.
    Naast de naam van het slachtoffer en onder “Facebook” staat een rondje met een uitroepteken er in. Klikt men daarop dan verschijnt er een venster met daarin de tekst: Dit is niet ok! De gegevens bij dit slachtoffer zijn niet juist.

    Ik heb niet alleen een reactie gestuurd aan de Oorlogsgravenstichting maar ook een bijdrage geleverd bi Eduard Alexander Reep:
    https://oorlogsgravenstichting.nl/personen/125856/eduard-alexander-reep

    Er is werk aan de winkel.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.