van Joty ter Kulve
Een paar weken geleden ontving ik een mail uit Jakarta van een oude vriend Dop Bar, scheepsbouwer. Dop’s familie ken ik al sinds mijn jeugd in Linggajati. Zijn vader heeft na WO II gekozen voor de Indonesische nationaliteit. Dit maakt onze vriendschap nog waardevoller.
Dop schreef mij, dat hij was benaderd door de ADAT en CUTURAL SOCIETY OF BANDA en de Banda Toerist Services, om een replica te bouwen van een Prahu Belang ,een zeilschip dat tijdens de V.O.C. werd gebruikt om de diverse eilanden te bereiken en handel te drijven.
De Adat en Culturele Society meent dat een replica van deze boten kan bijdragen aan een historisch besef van de jeugd en bevolking van Banda en de Molukken.
De Banda Society heeft Dop Bar niet alleen gevraagd de replica te bouwen, maar ook de project initiator te zijn, ook met het belang van internationale fondsenwerving voor het project. Men denkt dat een bedrag van E.50.000 nodig zal zijn voor de bouw van de boot.
Na ontvangst van de mail van Bar dacht ik: bingo dat is ook een prachtig project voor Nederland om zijn steentje aan bij te dragen. We hebben net de uitgebreide Herdenking van de VOC groots gevierd. In Hoorn en elders wordt heftig gedebatteerd over het standbeeld in 1621 opgericht voor onze nationale held Jan Pieterszoon Coen. Held of massamoordenaar, het is maar hoe je het bekijkt in 2012.
In 1621 vond er een bitter gevecht plaats tussen Engelsen en Nederlanders, die beiden vochten om de controle en productie van de beroemde specerijen notenmuskaat en foelie, nu een gewaardeerd onderdeel van elke keuken wereld wijd. Iedereen kent de afloop, Jan Pieterszoon Coen aarzelde niet de hele bevolking van Banda te vermoorden om zijn doel: alleen -heerschappij te bereiken.
Mijn eerste gedachte na het lezen van de mail waren dan ook: Mooie gelegenheid voor de kleinkinderen om hen kennis te laten maken met onze koloniale geschiedenis Banda spreekt tot de verbeelding, maar ook om een positieve daad te stellen: wij gaan meedoen om fondsen te werven, dat die boot kan worden gebouwd. Wij gaan samen wat doen een daad te stellen : Wij leven mee met de bevolking van Banda, Indonesia in hun streven een moderne democratische natie te worden, een parel in de Indische Oceaan en Pacific.
Wat in de 17de eeuw gold geldt ook nu: wie de zeeën beheerst is oppermachtig. Anno 2013 zou je kunnen stellen: wie de zeeën beheerst ( m.i. the United States of America) maar ook de SPACE, de satellieten, de robots en de technologie houdt de wereld in zijn ijzeren greep.
Welnu, de lessen die getrokken kunnen worden uit Banda, onze vroegere kolonie, de Aziatische en Afrikaanse koloniën, kunnen misschien er toe bijdragen, dat wij onze technologische vooruitgang en steeds groter wordende inzichten en kennis kunnen gebruiken om Eenheid in Diversiteit te scheppen in een wereld die snakt naar vrede.
Joty ter Kulve
Wassenaar.
@De Adat en Culturele Society meent dat een replica van deze boten kan bijdragen aan een historisch besef van de jeugd en bevolking van Banda en de Molukken.@
Inderdaad! Het is maar hoe je het bekijkt in 2013. Wie schreef ooit: “Er zijn geen Bandanezen meer op Banda!”
Historisch besef? Zijn er dan nog Christenen op Banda?
“TRANEN OM BANDA!”
e.m.
Bung eppeson, er zijn nog christenen op pulau ay. Het eiland behoort tot de Banda eilanden. De rest is bekeerd tot de islam of ze zijn vehuist naar ander gebied. In suli op Ambon zit een kampong vol met ‘Bandanese’ christenen. Heb gevraagd aan hun of ze hun thuis op Banda missen. Hun antwoord was: itu ketong pung nasib jang ketorang mesti djalani…
Ik herken die defaitistische houding, heer Van Beek. Ze biedt ‘troost’. Maar het is in dit geval wel het verschil tussen Deo Volente en Insha’Allah.
Zo ook is het verschil tussen [CITAAT]: ‘Wij leven mee met de bevolking van Banda, Indonesia in hun streven een moderne democratische natie te worden, een parel in de Indische Oceaan en Pacific. [EINDE citaat]
En
[CITAAT] ‘Voor het eerst sinds 1999 bezoekt Like Riupassa haar geboortedorp op de Molukse Banda-eilanden, waar nagenoeg alle christenen tijdens de burgeroorlog werden verdreven. Het is een emotioneel weerzien../…/
Sinds haar vlucht naar Bali, in 1999, was Filisye Shervinna – Like – Riupassa (24), een protestantse vrouw met een ontwapenend giechellachje, niet meer op de Banda-eilanden geweest. Op de veranda verzamelt zich de moslimfamilie die op verzoek van Like’s vader de woning beheert. Terwijl nieuwtjes worden uitgewisseld, kijkt Like in de richting van haar oude slaapkamer, maar de deur blijft op slot. Ze kan ook niet naar de keuken lopen waar haar moeder vroeger lekkernijen maakte voor het gezin en voor de toeristen die regelmatig overnachtten. Like is een gast in eigen huis. Dapper slikt ze haar teleurstelling weg en vertrekt naar het pension waar ze zal overnachten..
In de brandende zon staat ze de volgende ochtend voor het christelijke kerkhof. Ze negeert de pilaar waarop moslims een doodskop en ’Alley Devil’ hebben geschilderd. Ernaast ligt vuilnis en overal zijn fruitbomen en groenten geplant. De zerken zijn door onkruid overwoekerd. „Ik ken de weg niet meer”, zegt Like verbijsterd. Tot haar gezicht opklaart als ze een graf herkent. .
„Daar liggen mijn overgrootvader, grootmoeder en neef.” Langzaam beseft ze dat veel namen op de zerken zijn weggehakt. „Oh arm Banda”, is het enige dat Like kan uitbrengen over de religieuze schoonmaak waarbij zoveel tastbare herinneringen aan Molukse christenen werden uitgewist.. [EINDE citaat] Bron: TROUW.nl, 17-01-2007.
Tja … kinderliedjes zijn ook troostrijk:
Varen, varen over de baren
Varen, varen over de zee
Wie nog nooit gevaren heeft
Weet niet hoe een zeeman leeft
Varen, varen over de baren
Varen, varen over de zee
e.m.