lezing – De Njai,

verslag en foto’s door Ellen M.

De Njai, oermoeder van vele Indo-europeanen. Daar ging het culturele programma op zondag 25 januari jl. in Bronbeek over. Na eerst lekker een kopje koffie of thee met spekkoek genuttigd te hebben, werden we verwelkomd door commandant Bolderman. Daarna nam Adriënne Zuiderweg het woord, zij introduceerde de sprekers. De eerste voordracht werd gehouden door Reggie Baay een standbeeld voor de njai.
Toen de toenmalige commandant van het KNIL in Indië, luitenant-generaal H.L. La Lau, in 1928 meedeelde dat de regering het ogenblik aangebroken achtte om tot een algehele afschaffing van het concubinaat in het koloniale leger over te gaan, riep dat zeer emotionele reacties op. Een van die reacties verscheen in het Semarangse dagblad De Locomotief en was afkomstig van oud-KNILofficier L.H.C. Horsting. Hij verzuchtte:

“Je [de njai] had meer appreciatie en een beter lot verdiend. Evenals de ‘Onbekende Soldaat’, hebt ge van het geheele Nederlands-Indische Leger, van hoog tot laag, recht op een standbeeld. Want heeft Indië veel te danken aan het Leger, dat Leger heeft zeer veel te danken aan jou.”

Precies 80 jaar later geeft Ronald Pino te kennen, dat hij een standbeeld voor de njai wil oprichten, hier in Nederland. De wens om voor de njai een standbeeld op te richten, komt men, regelmatig tegen. Daar tegenover staat dat deze zelfde vrouw in de loop van de geschiedenis met grote regelmaat door deze en gene hartgrondig is verguisd, geminacht en verwenst. De njai is een van de meest controversiële figuren uit de Nederlandse koloniale geschiedenis in Indië. Die tegenstrijdige beelden en opvattingen ten aanzien van diezelfde vrouw, hoe terecht of onterecht zijn die beelden en opvattingen nu eigenlijk? Reggie Baay probeerde in zijn lezing daar een antwoord op te geven.

Daarna kreeg Charles Turpijn het woord. Hij verving Ronald Pino, die andere verplichtingen had, en hield een pleidooi voor een standbeeld voor de njai. In het comité voor aanbeveling zitten meer en minder bekende Indische Nederlanders, o.a. Bisschop Bär, Mei Li Vos, Andrë Wetzel, Reggie Baay, Wouter Muller, Ernst Jansz.

Tijdens de zoektocht van Reggie Baay naar verhalen over zijn grootmoeder, een njai, kwam hij ook gedichten tegen die over njai’s gingen. Wouter Muller20090126_132731_bronbeek_026_64  heeft er muziek ondergezet en samen met Bert Kuiper vertolkte hij een aantal nummers. ‘Delifilmpje’ heette het eerste nummer en de tekst is ongeveer 100 jaar geleden geschreven.

Peter van Zonneveld had het over dit sierlijke boeddhabeeldje. De contouren van de njai in de Indische literatuur. Hij vertelde over de tegenstellingen in de literatuur, over de volgzaamheid, het geduld en de lieflijkheid aan de ene kant en aan de andere kant de wraak die de njai kon nemen als zij terug werd gestuurd naar de kampong, als een Europese vrouw naar Indië overkwam. Als voorbeeld werd o.a. Ypsilanti Nesnaj uit ‘Nummer Elf’ van P.A. Daum genomen.

Na de pauze kreeg Petra Groen het woord. Haar thema was: Aan de rand van de tangsi. De njai en het KNIL rond 1900. Zij gaf een chronologische volgorde, ondersteund met foto’s, van de njai in de tansgsi tot 1928, toen er een algeheel verbod werd ingevoerd. Een KNIL-soldaat verdiende in die tijd 17 cent per dag.

Wouter Muller en Bert Kuiper zongen daarna ’Moederleed’ uit ca. 1915 van Nelly de Vries en Paul Jurgen.

Als laatste vertelde Doris Jedamski over de njai. De vergeten oermoeder van de Sinomaleiers. Zij had het over de historische feiten van de Chinezen in Indië. Over het samenleven van een inheemse vrouw met een chinees/sinomaleier is weinig bekend. Chinezen mochten merdere vrouwen hebben, maar de 1e vrouw was altijd een peranakan chinees. De 2e en/of 3e vrouw was een njai.
Tenslotte vertelde zij over de njai als fictie. Over hoe zij in Sinomaleise bewerkingen te beok staan.

Voordat de dag afgesloten werd, brachten Wouter en Bert nog het nummer ’Klacht van een verlaten vrouw’ van Louis Natare en ‘De vereerde dode’ van Willem Walraven ten gehore.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

3 Responses to lezing – De Njai,

  1. Ronald Pino schreef:

    Kinderen van de Insulinde! Laten we eraan beginnen en onze Oermoeder een materiële plaats geven ergens in Nederland evenwaardig als een standbeeld voor de Onbekende Soldaat.
    Wie bereid is eraan te werken op welke wijze dan ook naar eigen keuze is welkom. Meld het de webmaster en die wil vast wel uw bericht aan ons (het Commité De Njaï) doorzenden.
    Ronald Pino

  2. sil schreef:

    Leuk verslag!

  3. Indo Inside schreef:

    Beste Ellen, Dank voor jouw verslag hierboven. Ik hoop – namens de Stichting Indisch Erfgoed – dat je een mooie dag hebt gehad!
    Hartelijke groet, Frans de Meijer
    P.S.: De commandant van Bronbeek is kol. Bolderman, met een D.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *