Oorlog als erfenis

Het voorwoord van Maureen Welscher in Indah* mei/juni editie:
Door oorlogsomstandigheden, internering, krijgsgevangenschap en de gedwongen migratie hebben veel Indische ouderen een trauma opgelopen. Een trauma waar ze nooit aandacht voor hebben gekregen of gevraagd. Want Indische mensen vragen niet snel om hulp, zijn zorgmijdend, willen een ander niet tot last zijn. Als er eenmaal zorg is, merken de mantelzorgers dat de Nederlandse zorgverleners te weinig kennis hebben over hun historische en culturele Indische achtergrond.

Leon Algra schreef een brief naar Indah* nav dit voorwoord:
Geachte redactie,
Met interesse lees ik Indah-Magazine, zo ook de nieuwe mei-juni editie.
Echter bij het voorwoord van Welscher werd ik ietwat verrast.
Ik deel met haar dat door oorlogsomstandigheden, internering, krijgsgevangenschap en de gedwongen migratie veel Indische ouderen trauma’s hebben opgelopen, waar ze nooit aandacht voor hebben gekregen of gevraagd.
Indische mensen vragen niet snel om hulp, zouden zorgmijdend zijn en anderen niet tot last willen zijn. Maar volgens mij ligt er nog iets onder, wat nog méér bepalend is geweest, het stil- en doodzwijgen over deze sterk ingrijpende Tweede Wereldoorlog in Zuid-Oost Azië die niet voor niets een ‘vergeten oorlog’ wordt genoemd.

Bij de gedwongen terugkeer in de jaren vijftig waren het niet alleen de Indische ouderen die terugkeerden, maar waren het ook Nederlandse ambtenaren, Indische Nederlanders, Molukkers, KNIL-militairen, oorlogsvrijwilligers (Politionele Acties) die vanaf 1945 tot 1949 betrokken werden in deze oorlog.

Ook zij waren sterk getraumatiseerd, en zelfs de kinderen van hen raakten getraumatiseerd daar zij vaak de trauma’s van hen overnamen, waar eveneens geen aandacht voor was en is.

Na eigen onderzoek bleek dat bij die gedwongen terugkeer Nederlanders géén tijd meer hadden voor degenen die terugkeerden; ze waren drukdoende met de wederopbouw van Nederland t.g.v. de Tweede Wereldoorlog, die zich in Europa voltrokken had.

Bovendien was het de commissie Wernink de overheid adviseerde over te gaan tot het voeren van een soort ontmoedigingsbeleid, daar het economisch gewin door de onafhankelijkheid van Indonesië over was. Degenen die terugkeerden: werden aan hun lot overgelaten; mochten de terugreis en tijdelijke opvang volledig terugbetalen; kwamen in voormalige concentratiekampen terecht; werden uit het KNIL ontslagen; kregen geen backpaysalaris meer uitgekeerd; vaak nog weggezet als ongewenste ‘bruintjes’ en degenen die door de overheid de oorlog in waren gesleurd nog weggezet als oorlogsmisdadigers.

Tot op de dag van vandaag is het de overheid, die nog altijd niet erkend heeft dat zijzelf degene was en daarvoor ook eindverantwoordelijk was die vanuit Nederland Japan de oorlog verklaard heeft, de Indische oorlogsveteranen een oorlog ingesleurd heeft die niet te winnen viel (toespraak van demissionair MP Rutte bij de dodenherdenking in Roermond, 3 september 2022), hen liet ‘droogzwemmen’ of zij nu in opdracht van de overheid daar waren voor “orde, recht en veiligheid” – ter bescherming van de Indische bevolking tegen de Japanners – of dat zij er waren om in ieder geval Nederlands-Indië als kolonie te kunnen behouden.

En zelfs bij de herdenking op 15 augustus – zo stelt o.a. Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 – staan we stil bij het einde van de Tweede Wereldoorlog voor het Koninkrijk der Nederlanden en herdenken we alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.

In historisch opzicht gaan we als Nederland al de mist in; zo staat op het Indisch Monument in Den Haag keurig vermeld 8 december 1941, de datum waarop Nederland Japan de oorlog verklaarde, echter de einddatum 15 augustus 1945 is niet correct.

Op 15 augustus 1945, kort na de Amerikaanse atoombomaanvallen op Hiroshima en Nagasaki en de oorlogsverklaring aan Japan door de Sovjet-Unie, kondigde Keizer Hirohito in een radiotoespraak aan het Japanse volk de Japanse overgave aan de geallieerden aan. Pas op 2 september 1945 werd de officiële overgave van Japan, aan boord van de USS Missouri bekrachtigd. Dit betekende officieel het einde van de Tweede Wereldoorlog in Zuid-Oost Azië.

Dat het niet om alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië kan gaan, blijkt uit het feit dat de Nederlandse overheid het uitroepen van de onafhankelijkheid van Indonesië op 17 augustus niet accepteert! In Nederland worden oorlogsvrijwilligers geworven om “Ons Indië” te bevrijden, maar feitelijk om Nederlands-Indië als kolonie niet te verliezen.

Zoals demissionair MP Rutte al eerder in Roermond liet weten werden oorlogsvrijwilligers maar ook KNIL-militairen moedwillig een oorlog ingesleurd, die niet te winnen viel. Zij kwamen terecht in de Onafhankelijkheidsoorlog die in alle hevigheid woedde en het was onder druk van de VN dat Nederland op 27 december 1949 feitelijk beschouwd pas ‘capituleerde’ door in Amsterdam de Soevereiniteitsoverdracht te tekenen, waarin afspraken over de Molukken en Nieuw-Guinea zelfs nog ontbraken.

Voor velen die nog in Nederlands-Indië waren, werden zij nu door de Indonesische regering gedwongen het land op dat moment te verlaten; zette die gedwongen terugkeer zich nog even voort.

Dus niet op 15 augustus, maar officieel op 27 december 1949 kwam er een einde aan de koloniale overheersing / de koloniale oorlog.

Tot op de dag van vandaag wordt aan deze traumatische ervaringen voorbijgegaan. Mijn vader, oud-KNIL militair heeft zijn gedwongen terugkeer als zeer negatief ervaren. Hij zag zichzelf als ‘Ongewenst Nederlander’, worstelde zelf met zijn trauma’s, zweeg over die oorlog mede door het dilemma van in opdracht van onze overheid er geweest te zijn voor ‘Orde, Recht en Veiligheid’ of misschien toch meer oorlogsmisdadiger geweest te zijn.

Ik heb dat dilemma per brief aan onze Koning voorgelegd, die eerder op 4 mei in zijn toespraak tijdens de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam nog sprak over ‘onze helden’, maar in beantwoording daarover zweeg en mijn brief doorstuurde aan de Staatssecretaris van VWS, die gemakshalve hieraan ook maar voorbijging.

Het is zoals de commissie ‘Versterking kennis geschiedenis voormalig Nederlands-Indië” o.l.v. Jet Bussemaker in de maand februari 2023 al aangaf ‘de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië moet een prominentere plek krijgen in onderwijs’, waarmee zijzelf al in plannen van eind 2021 een extra impuls wilde geven aan de collectieve erkenning van de Indische en Molukse gemeenschap.

Om haar voorstellen kracht bij te zetten, schreef ik in het jaar 2023 mijn boek “Vergeten verbinding. De Tweede Wereldoorlog in Zuid-Oost Azië”, waarin ik een historische reis maakte vanaf de VOC, WOII in Zuid-Oost Azië tot en met de hedendaagse discussies daaromtrent, dit ter nagedachtenis aan mijn vader.

Léon Algra  Auteur van “Vergeten verbinding. De Tweede Wereldoorlog in Zuid-Oost Azië, Uitgeverij Palmslag, ISBN 9789483245808

 

Dit bericht werd geplaatst in Gast Pikirans. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *