Ferdinand Alberty Cornelis van Garling ( 1920 Djokjakarta-2005) was zoon van Antoon Ferdinand van Garling (1892 Atjeh-1957 Rotterdam) machinist in de suikerindustrie. Zijn moeder was Gertruida van der Veen (1901 Djokjakarta-)
Hij was matroos op de mijnenlegger HMS Gouden Leeuw. De bemanning bracht op 7 maart 1942 het schip tot zinken bij Soerabaja, zodat het niet gebruikt kon worden door het Japanse leger.   Na de krijgsgevangenschap huwde hij Mary Nancy Pfaff
Opa van Ferdinand Alberty was John Alberty die bij aanmelding voor het Oost Indisch Leger  geen naam gaf voor zijn vader . Wel voor zijn moeder Willemina Hendrika van Garling (1834-1881). Zij werd in John’s geboorteadvertentie W.H. Driessen, geboren van Garling genoemd.

Mary Nancy Pfaff (1914 Soemedang-2011 Zoetermeer)  werd erkend samen met haar zuster Louise Henriette in 1918 door Johann Friedrich Wilhelm Pfaff. Hun moeder was de Javaanse vrouw Jasmi. Johann was geboren te Besoeki in 1881 en was employée van suikerfabriek Kemanglen bij Slawie,  Tegal
Mary Nancy had kinderen  uit een eerste huwelijk met Henry Pieter Wilhelm Vis (1904 Sitoebondo – 1944 Bodjonegoro), technisch ambtenaar zoutwinning Kalianget te Madura, geëxecuteerd in gevangenschap.

Mensen die terugkeerden uit Indië vestigden zich in Den Haag. Ook veel Indische mensen die in Nederland een nieuw bestaan zochten, kozen voor deze stad en werden daar begraven. Bijvoorbeeld op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen te Den Haag.