In het krantenarchief zijn ook al voor de jaren zestig verwijzingen naar de bamibal te vinden. De Indische journalist Tjalie Robinson deed in 1955 voor het Indische nieuwsblad De Nieuwsgier verslag van zijn rondzwervingen door het centrum van Amsterdam. Hij beschrijft de vele eet-en ijssalons, die behalve Amerikaanse hamburgers en Italiaanse spaghetti ook nasi-gorengkroketten en bamiballen verkopen. Die laatste twee noemt
Robinson een mooi voorbeeld van culturele samenwerking: “Bami wordt hier niet zoveel gegeten, alhoewel iedereen weet wat het is. Maar Holland houdt veel meer van ballen, zoals gehaktballen en bitterballen. Hoe raak je overschot-bami kwijt? Draai er ballen van, wikkel ze in paneermeel en flik ze in een pan tussen de worstjes en croquetten. Daar heb je je bamibal.” vice.com/nl
We moeten het hebben over de bamischijf.
Omtrent deze populaire paneerfantasie ontstond een piepklein ophefje toen een kopstuk van de PVV op Twitter klaagde: ‘Het is de drammers gelukt. Gouden koets naar het museum. Eerst Zwarte Piet, toen de negerzoen en daarna de moorkop. En ook de bamischijf en de zigeunersaus worden in hun voortbestaan bedreigd. Stop de vernietiging van de Nederlandse cultuur.’ aldus Sylvia Witteman in de Volkskrant




















































