-
Elke dag Indisch nieuws en wetenswaardigheden.
!
Heeft u tips, een foto, een oproep of wilt u een column/pikiran schrijven, jangan malu-malu.
indisch4ever@gmail.com
!
En ken je deze?:en
Recente reacties
- Carolien op Indisch in Beeld
- P van Geldere op IGV-collectie Passagierslijsten repatriëring (1945–1962)
- ellen op Ricky’s Reaper Roulette
- vandenbroek@libero.it 1953 op Nieuwe dekolonisatieboeken: Onze Revolutie en Revolutionary Worlds
- Antony op Ricky’s Reaper Roulette
- ellen op “Voor mijn part ben ik een dubbele pauper”
- Hans Boers op I.M. Peter Barneveld Binkhuijsen
- Bung Tolol op Nieuwe dekolonisatieboeken: Onze Revolutie en Revolutionary Worlds
- Boeroeng op I.M. Peter Barneveld Binkhuijsen
- Boeroeng op Nieuwe dekolonisatieboeken: Onze Revolutie en Revolutionary Worlds
- Jacqueline van der Spek op Indisch in Beeld
- Maria Ransijn- Verdonk op Indisch in Beeld
- Bung Tolol op Nieuwe dekolonisatieboeken: Onze Revolutie en Revolutionary Worlds
- R.L. Mertens op “Voor mijn part ben ik een dubbele pauper”
- Maria Ransijn- Verdonk op Indisch in Beeld
Archief
- Het archief van Indisch4ever
is best wel te filmen !!
......................................
.......... Bekijk ook
de archipelsite
met honderden topics.
Zoekt en gij zult vinden. ! Categorieën
Zoeken op deze weblog
Meest recente berichten : Het gebeurde ergens in de Indonesische archipel
-
Thomson
Nassauschool Soerabaja
Depok
Wie is deze familie
Wolff
Tankbataljon Bandoeng 1939
Is de bruid Günther?
Wilde en Waldeck
Brouwer en Hagen XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Kerst 1930 a/b Baloeroan naar Indië
XXXXXXXXXXXXXXBertha Lammerts van Bueren-de Wit
XXXXXXXXXX zwieten 214
Bisch
!!!!!!!!!!!Detachement Verbruiksmagazijn, Hollandia
van Hall
Smith
Emy Augustina
Detajongens
von Stietz
de Bar
Soerabayaschool ca 1953
Wie zijn dit ?
Damwijk
Klein
IJsselmuiden
van Braam
Zuiderkruis
Foto
Koster
Versteegh
Baume
Falck
Boutmy
Otto
oma Eugenie Henriette Smith
Meliezer-Andes
christelijk lyceum bandoeng
christelijk lyceum bandoeng
Saini Feekes
Mendes da Costa
Anthonijsz
Bromostraat
Wie?
Tambaksari/Soerabaja-1946
Ornek
van Dijk
.Haacke-von Liebenstein
Theuvenet
Sollaart
Berger-de Vries
Foto's gemaakt door Henrij Beingsick
Augustine Samson-Abels
Samson
Huygens
Hartman
Otto en Winsser
Marianne Gilles Hetarie
Constance en Pauline
Versteegh
Lotje Blanken
Charlotte Hooper
John Rhemrev
Schultze
W.A. Goutier
Otto-Winsser
Bastiaans
Verhoeff
Beisenherz
Stobbe
Wendt-van Namen
Harbord
Pillis-Reijneke
Nitalessy-Papilaja
Reijneke
Oertel-Damwijk
Bruidspaar te Semarang
Daniel
Krijgsman
van Dun
Ubbens en van der Spek
Kuhr
Oertel
Nijenhuis-Eschweiler
Wie ben je
Philippi-Hanssens
Tarenskeen-Anthonijsz
Hoorn-Dubbelman
Mendes da Costa
Palembang
Deze slideshow vereist JavaScript.
Guus heeft niet alleen over het Indische geschreven. In 1982 bijvoorbeeld verscheen zijn studie over de zuiderzeewerken.
https://www.bol.com/nl/p/wisselend-getij-geschiedenis-van-zuiderzeevereniging/1001004005113261/?suggestionType=typedsearch&bltgh=vy1JXv-37it-YRGnKbdJuA.1.2.ProductTitle
Elogie op de hooggeachte Heer Guus Cleintuar, één van de Tong-Tong-groep
Door een fietsongeluk is dit topic me ontschoten, maar via het overlijdingsbericht in Moesson werd ik er gelukkig op attent gemaakt.
Zijn naam blijft onlosmakelijk verbonden aan het opstel “Indische Nederlanders een ontheemde bevolkingsgroep zonder toekomstbeeld”, waarin hij juist het toekomstbeeld schetst. Voor eenieder, die iets wil begrijpen van de geschiedenis van Indische Nederlanders of Indo-Europeanen in het voormalig Nederlands-Indie geeft het opstel een bondige en nauwkeurige beschrijving van dit verleden maar ook zijn toekomst
De Indo of Indische Nederlander claimt een bepaalde hoeveelheid onvervreembare eigenwaarde waarvan het behoud ook op objectieve gronden voor de Nederlandse samenleving een winst zou betekenen.
Zijn leven is het toonbeeld van een eigenzinnige man, van zijn drang tot een ruimer leven, van een man die zijn eigen weg zoekt, zich nieuwe taken stelt en doelen zoekt, de exploring mind.
Voor hem betekent integratie, dat men het eigen inbrengt om aldus het nieuwe Vaderland, patria, binnen de grenzen van het mogelijke met iets te dienen, wat tot verrijking strekt.
Zijn woorden en geschriften verrijken.
Geen verdriet
Omdat ik er niet ben
Glimlach
Ik heb een bewogen en mooi leven gehad
“Voor hem betekent integratie, dat men het eigen inbrengt om aldus het nieuwe Vaderland, patria, binnen de grenzen van het mogelijke met iets te dienen, wat tot verrijking strekt. ”
Hier wordt het woord ‘dienen’ gebruikt. Simpel gezegd, betekent dit dat de nieuwkomer ondergeschikt is aan de ontvangende samenleving. Mocht hij beschikken over talenten die hij met de ontvangende partij wil delen en die de maatschappij vooruit helpen, dan kan, mag en moet de nieuwkomer die talenten vooral uitpakken. Heeft hij geen talenten, dan moet hij zich gedeisd houden zodat de samenleving zo min mogelijk last van hem heeft.
Je zou ook kunnen redeneren dat de nieuwkomer bekijkt wat de ontvangende samenleving zoal te bieden heeft en welke elementen daarvan hem, de nieuwkomer, tot voordeel kunnen strekken. In deze redenering is dan geen sprake van dienen.
Ik vond mezelf niet zo moeilijk hoor! Gewoon naar Nederland toe. Genieten van wat je aangeboden krijgt. Daarop voortborduren, Een tevreden mens worden. Dat heet toch een waardevolle aanwinst?
Bovenstaande woorden kunnen slaan op elke immigrant. Ik heb niet de indruk dat de reactie is van iemand van “Indische” komaf, maar wel met de juiste koloniale “witte” mentaliteit. Het gaat hier om de Indische Nederlander, de Nederlander afkomstig uit Nederlands-Indie in het bijzonder Guus Cleintuar. Een profiel waarin echte Indische Nederlanders zich herkennen.
Guus Cleintuar komt uit een familie van gelijkgestelden AAN (1910) en is de eerste geboren als Cleintuar, voorheen Klentar.
Zijn familie vertrekt na de oorlog voor recuperatieverlof naar Nederland. Na twee jaar moest zijn moeder terug naar Indie want ze was immers ambtenaar (ik wist niet dat ambtenaren na verlof en na de oorlog terug naar Indie moesten waar oorlog heerste). Guus zelf kon de overtocht niet betalen en bleef achter in Nederland.
Dan slaat het noodlot toe:
Op een dag lag er een briefkaartje in de bus met het verzoek aan Guus zich te melden bij de gemeentesecretarie in Den Haag. En daar, gewoon aan het loket, en zonder veel uitleg, werd zijn paspoort ingenomen: het was ongeldig, zei de ambtenaar, want Guus was geen Nederlander. Geen Nederlander? Sinds wanneer? Hij dacht aan zijn grootvaders, gouvernementsarts, militair, aan zijn moeder, ambtenares, aan zijn grootfamilie van beide kanten, ambtenaren en militairen, hun hele leven. Hij dacht ook aan zijn kamptijd, en aan zijn dienstplicht bij de Marine. Hoezo geen Nederlander? In één klap was hij staatloos, en zijn broers ook. Hij moest zijn studie staken, hij kwam niet meer in aanmerking voor overheidshulp bij zijn emigratieplannen, en al had ie het gewild, hij ook kon geen Indonesiër worden, want zijn vader en zijn grootvader waren nooit Indonesiër geweest en hijzelf was, zo luidde de officiële tekst van de afwijzing “in vreemde krijgsdienst geweest”, namelijk de Nederlandse! Hij mocht overigens ook nu nog wel gewoon bij de Nederlandse Nationale Reserve dienen. En dat deed hij dan ook, 1,5 jaar lang, bij wijze van demonstratie, om te laten zien dat hij zich in elk geval Nederlander vóelde. Requesten, juridische procedures, zelfs een proefproces, niets hielp. Maar in 1955 publiceerde de Nederlandse Overheid in het Staatsblad, zonder dat Guus en zijn broer dat wisten dat Paul en hij het Nederlanderschap hadden verworven “door naturalisatie”. Razend waren ze! Dat wilden ze niet! Ze wilden het Nederlanderschap terug dat hen was afgenomen! Maar het was De Bierkaai, waartegen ze vochten. De clou was dat ‘gelijkgesteld’ niet hetzelfde was als: in het bezit van de nationaliteit van geboren Nederlanders. Guus was met een vertraging van 3,5 jaar in 1959 toch afgestudeerd. Hij was 35 jaar, getrouwd, had kinderen en een prestigieuze baan bij het Centraal Planburau, maar hij was het beu. Hij besloot zijn eigen leven in te richten. Iets onmogelijks te doen. Hij ging een Indisch dorp bouwen. Een plaats waar Indische mensen iets terug zouden kunnen vinden van het leven dat met Indië verloren was gegaan; een plaats vooral waar zij welkom zouden zijn. Dat werd Miralmonte. In Spanje.
http://www.iwi-nu.nl/aangespoeld.aspx?j=1924&id=86
@@Je zou ook kunnen redeneren dat de nieuwkomer bekijkt wat de ontvangende samenleving zoal te bieden heeft en welke elementen daarvan hem, de nieuwkomer, tot voordeel kunnen strekken. In deze redenering is dan geen sprake van dienen.@@
Bedoelt U daarmee de Indo emigranten, die besloten Nl weer te verlaten? Immers de samenleving had in hun ogen niet veel te bieden.
” (ik wist niet dat ambtenaren na verlof en na de oorlog terug naar Indie moesten waar oorlog heerste)” Dat was toch normaal, behalve als die verlofganger in Nederland wat anders had gevonden. Mijn vader had de combinatie van Europees verlof en Recuperatieverlof. Maar in Nederland werd hij afgekeurd en hoefde niet terug in afwachting van pensionering. Collega’s van hem die met normaal Europees verlof waren gegaan of weer goedgekeurd keerden gewoon weer naar hun werk in Indië/Indonesié terug. tot aan hun pensionering. Zowel varend personeel als departementaal personeel. Had ui allemaal al bij mij kunnen lezen.
” In deze redenering is dan geen sprake van dienen.”Ik denk dat dit het normale stramien was. Ik kan me geen mens uit Indië voor de geest halen die zo bevlogen: met iets te dienen. Zelfs de militaire dienst kwam voor mij als normale gebeurtenis in Nederland voor.
“waar oorlog heerste” Als er al sprake zou zijn van oorlog’, dan is op die plekken geen sprake van van verlof terugkerende Nederlandse (bestuurs)ambtenaren of medewerkers van Nederlandse bedrijven. Ja, op Java en Sumatra waren plekken waar werd gevochten, maar daarbuiten nauwelijks. Dat waren nou net de gebieden waar de GM samen met NICA aansluiting zochten met Indonesische besturen en nationalisten. Het roodwitblauw naast het roodwit. Dat wil niet zeggen dat de GM niet met oorlog te maken kreeg. Helfrich had de smaak te pakken en vorderde voor de politionele acties GM-schepen. In hun eigen kleuren, en niet gemilitariseerd. Met een boze brief aan de weigerachtige GM-officieren. Stond waarschijnlijk niet in zijn juristerijboekje.
Na de soevereiniteitsoverdracht bleven de GMmers varen, nu onder de roodwitte vlag. Het probleem herhaalde zich, waarschijnlijk goed geleerd van Helfrich. Zoals bijvoorbeeld bij de militaire acties tegen de opstandige Molukken. KPM-schepen en voormalige GM-schepen. Van die betrokkenheid van de KPM-schepen zijn rechtszaken teug te vinden zoals Gerechtshof Amsterdam, 8 februari 1951, N.V. Koninklijke Paketvaart Mij tegen de Repoeblik Maloekoe Selatan. Maar ook de acties tegen de Nederlandse bemanningen van de voormalige GM-schepen: zoals een brief van het departementshoofd aan de Nederlandse officieren:
(…): Verder vestig ik Uw aandacht op het feit dat:
a. U en uw officieren R.I.S, ambtenaren zijn en (…) (zie overeenkomst RTC).
b. Uw vaartuig een Regeringsvaartuig is, hetwelk te allen tijde, ik herhaal te allen tijde, kan worden gebezigd voor opdrachten, welke nodig zijn voor het goed functioneren van het Regeringsapparaat. (…).
Gevolgd door een brief van de Minister van Defensie der Republik Maluku Selatan aan de (Nederlandse) gezaghebbers:
H.H.
Het is gebleken dat bij de laatste aanvallen op de Republiek Maluku Selatan, de schepen van het Dep. Pelajaran hieraan actief hebben deelgenomen.
De zich aan boord bevindende Nederlandsche officieren hebben zich hieraan niet onttrokken.
Tot onze spijt moeten wij u en Uw collega’s mededelen dat u bij het voortzetten van uw dienst aan boord door ons zal worden beschouwd als zijnde leden van de ALRI, en verder geen rekening meer zal worden gehouden met Uwe Nederlandsche nationaliteit
Beleefd wordt verzocht hiervan de betrokkenen de nodige bekendheid te geven
De Minister van Defensie der
REPUBLIEK MALUKU SELATAN
namens deze: w.g. F. Hallatu
Cmdt Comando 6
Heer Somers, om hoeveel ambtenaren gaat het eigenlijk, die na hun evacuatie, recuperatie- of andersoortig verlof naar Nederlands-Indie moesten terugkeren, daarbij meegerekend het handjevol GMers?
Ik heb vlug wat berekeningen gemaakt en van de 44.100-45.000 personen is minder dan 50% naar Indie teruggekeerd.
Van Mook was bang dat deze gerepatrieerden ( de naam is alleen voor deze groep juist) niet zouden terugkeren en had gevraagd of deze in Indie of in de buurt zouden worden geplaatst. Dat ging niet en wat Van Mook vreesde, gebeurde. Deze mensen, vnl totoks hadden weinig tot geen binding met Indie en bleven thuis in Patria, ze verloochenden hun afkomst niet. Wat hard gezegd de ratten ontvluchten het zinkend schip.
Oorlog op sommige plaatsen op Java en Sumatra? Het is wel te merken dat dhr Somers in de dekolonisatie-oorlog, op wat maanden na niet in Indie was en in Nederland genoot van werd aangeboden (mijn ouders kregen daarentegen niks aangeboden, moesten hun eigen sajoer boontjes doppen). Het blijkt des te meer dat hij in een ander profiel past, geluk voor hem maar ik zou daar niet zo trots om zijn.
@@Het blijkt des te meer dat hij in een ander profiel past, geluk voor hem maar ik zou daar niet zo trots om zijn.@@
Ja meneer Somers, door uw manier van schrijven kregen diverse van ons de indruk, dat U en uw familie de smart mensen waren die alles gedaan kregen wat ze wilden en dat alle andere Indo families maar sukkels waren. Waarschijnlijk waren de eerste groep van Indie verlaters, die na 1945 en tot 1948 naar Nederland vertrokken, de figuren die alle hulp kregen. Er na waren er velen die het zout in de pap niet waard waren.
@ Het recht om gehoord te worden, geldt nog altijd minder voor mensen met een Indische achtergrond.’
# De eigen inbreng kwam wat laat op gang…
*** Raymond van den Boogaard 30 januari 2015
Een belangrijke factor was dat van de Indische Nederlanders volledige assimilatie werd verwacht, en verkregen. Nu Indië verloren was, werd vergetelheid de norm in het openbare leven. Indisch-Nederlands taaleigen, de Indische keuken, de herinneringen en de heimwee – die mocht je desnoods thuis of op een Pasar Malam in eigen kring beleven. Maar wie in Nederland een toekomst wilde opbouwen en niet als tweederangs burger door het leven wilde gaan, deed er goed aan zijn Nederlands-Indische identiteit zoveel mogelijk aan het oog te onttrekken. Verdringing was geboden en menige Indische Nederlander heeft daar een hoge psychische prijs voor betaald.
Pas rond 1980, toen Indische Nederlanders als groep in de samenleving niet of nauwelijks nog te onderscheiden waren, hebben twee cultuuruitingen het taboe op hun culturele identiteit doorbroken. Wieteke van Dort maakte voor de VARA-televisie De Late Late Lien Show, waarin de taal, de liedjes, de mentaliteit en vooral de humor van Indische Nederlanders werd geëtaleerd – soms tot lichte verbijstering van betrokkenen: dat zoiets mocht op de televisie!
https://www.nrc.nl/nieuws/2015/01/30/hardvochtige-integratie-1461041-a835917
Ook weer complete onzin.
In de jaren 50, 60 en 70 waren tal van Indische organisaties actief. In de jaren 80 kwam daarbij dat de tweede generatie wakker werd. En die generatie bestaat echt wel uit meer dan mevrouw Bloem. Verder kwam er een Indorock-revival en werd krontjong afgestoft. Rudy Kousbroek, Rob Nieuwenhuis, Jeroen Brouwers e.a. vulden hele pagina’s in kranten en tijdschriften en dat inspireerde menig journalist tot een Indische zoektocht. En ja, daar was ook tante Lien. En daar waren ook meerdere ontwikkelingen.
Die meneer van NRC moet zich gewoon eerst inlezen alvorens vreemde dingen te poneren.
@ complete onzin…
#vanuit een ander standpunt bezien toch juist. Verdringing was geen uitzondering.
*** Citaat : Wouter Muller wilde ooit een boek schrijven met de titel In elke Indo schuilt een drama. ‘Heel veel mensen van de tweede generatie zijn in een spagaat terechtgekomen. Hoe kun je trots zijn op wat je ouders voor je hebben gedaan en ze tegelijkertijd verwijten dat ze hun leed voor jou hebben verzwegen en niet met jou gedeeld? De reactie op dat stilzwijgen was er een van compassie. Je respecteerde hun houding. Niet omdat je wist wat er aan de hand was, maar omdat het je ouders waren. Een groot deel van mijn liederenrepertoire is gebaseerd op hoe je omgaat met dat zwijgen. Ik krijg daar enorm veel reacties op, heb ordners vol brieven. De mensen vertellen dat ze in therapie zijn, bij Centrum ’45 bijvoorbeeld. Men zoekt de weg via yoga, religie, lotgenotenverenigingen, enzovoorts.’
‘Ik verwacht dat bij de tweede generatie die ouder wordt, psychische en ook relatieproblemen zullen toenemen. Er broeit, borrelt wat. Dat is nog niet in kaart gebracht. Een organisatie als Pelita zou daarin kunnen helpen met bijeenkomsten, zoals die van INOG. Er zou een informatieve website kunnen worden opgezet, en eens per jaar een belangwekkende conferentie.’
‘Bij de derde generatie zal het Indische in hen over het algemeen niet tot problemen leiden. Met plezier zie ik dat veel derdegeneratiekinderen zich voelen aangetrokken tot de multiculturele setting.
https://www.zorgwelzijn.nl/elke-indo-draagt-geschiedenis-mee-zwz014219w/
Complete onzin van Muller. Hij kletst uit zijn nek als hij meent dat er alleen maar patiënten rondlopen en dat hij hen kan opbeuren met zijn ‘gezang’.
(Je moet niet alles geloven wat leest, Lemon).
@ moet niet alles geloven wat ( je) leest…
#Soms moet je aannemen dat de verteller het verhaal niet uit z’n duim zuigt.Wat anders is dat iemands interpretatie van de feiten voor een andere uitleg vatbaar is.
Citaat: “De mensen vertellen dat ze in therapie zijn, bij Centrum ’45 bijvoorbeeld. “
de schriftgeleerde L. haalt zinnen uit zijn verband, gelooft alleen dingen waarin hij zelf in gelooft, speculeert erop los en beschuldigt anderen dat ze niet alles moeten geloven wat ze lezen.
Na het lezen van zijn reacties ga ik in arren moede maar eens werken.
Een scherpzinnige analyse van Guus –Cleintuar in 1961 wil ik niet achterwege laten. Hij geeft in zijn “blauwe” boekwerkje aan:
….”langzamerhand meer en meer Indo-Europeanen gelegenheid kregen Europa te bezoeken (verlof) en Europese ervaring (opleiding) op te doen…..
Velen van hen vertrokken, (na volbrachte verblijf dwz betrekkelijk jong zelfs) voorgoed naar Nederland: Dat laatste is…….van grote betekenis. Mansvelt (1) schat het aantal Indo-Europeanen dat in Nederland min of meer permanent verbleef op 10% van de Indo-Europese bevolking van Indie (zie ook de onevenwichtige bevolkingspyramide uit die tijd). De kwaliteit is hier echter belangrijker dan de kwantiteit daar deze 10% het grootste deel van de bovenlaag van de betrokken groep vormde, alle behorende tot de ontwikkelden en gefortuneerden, terecht spreekt Mansvelt van …. een intellectuele drainage, een contra-selectie in geestelijk, staatkundig en sociaal-economisch zin een chronische desertie ( geinterpreteerd als een verloochening van hun afkomst).
Cleintuar concludeert dat door deze intellectuele onthoofding Zij de grote massa der Indo-Europeanen met een tekort aan mogelijke leidersfiguren achterliet.
Dat weerhielt het Indo-Europeesch Verbond niet een conservatieve maar meer evolutionaire doeleinden te ontwikkelen, het IEV gaf de doorslag bij de stemming in de Volksraad over de van Indonesische zijde ingediende petitie Soetardjo. Zij werd in Den Haag echter met verontwaardiging ontvangen en hooghartig terzijde gelegd.
Een tweede kans op toenadering zou van Indonesische zijde niet meer worden gegeven, het is hier van belang dat Den Haag en niet Batavia de petitie verwierp
(1) WMF Mansvelt “ de positie der Indo-Eropeanen”..Kolonoalen Studien XVI 1932
“Cleintuar concludeert dat door deze intellectuele onthoofding Zij de grote massa der Indo-Europeanen met een tekort aan mogelijke leidersfiguren achterliet.”
En hoeveel van die “ontwikkelde en gefortuneerde” Indo’s hebben zich in Nederland gemanifesteerd als leidersfiguren? En wie waren dat? Of waren het toch geen leidersfiguren?