Jan Brandes

janbrandesWikipedia :  Jan Brandes werd als de oudste van vier kinderen geboren uit het huwelijk van Jan Conrad Brandes en Maria Hoogeveen. Zijn vader was houder van een kostschool. Na een studie theologie in Leiden en Greifswald werkte Brandes vanaf 1770 als Luthers predikant in Doetinchem.
In 1778 volgde een beroeping door de Lutherse gemeente in Batavia. Kort voor zijn vertrek trad hij in het huwelijk met de burgemeestersdochter Anna Geertruy Krebber. Enkele maanden na aankomst te Batavia werd hun zoon Jan geboren. Zijn vrouw Anna overleed in Batavia nog geen jaar later aan de gevolgen van dysenterie. Brandes bestierde zijn huishouding met harde hand.
Vooral in zijn periode in de Oost maakte Brandes veel tekeningen en aquarellen.
Meer informatie.

jantje_brandes

Jantje en slavinnetje Bietja

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

9 Responses to Jan Brandes

  1. Jan A. Somers schreef:

    Kijk ook eens in: Hella S. Haasse, Bij de les, Schoolplaten van Nederlands-Indië. ISBN 90-254-2374-4. uit een recensie: Oude Indische schoolplaten laten nog veel herkenbaars zien.

    • eppeson marawasin. schreef:

      ‘Bij de les’ [Schoolplaten van Nederlands-Indië] – Hella S. Haasse – Uitgeverij Contact – ISBN 9 789025 423742 ***
      https://www.bol.com/nl/p/bij-de-les/1001004002090000/

      Begeleidende tekst bij de laatste plaat ‘Avondstemming’:

      “Wiens blikveld hebben we hier voor ogen?
      Misschien is mijnheer Koesoema, hoewel onzichtbaar, toch aanwezig tussen de mensen die van hun werk op de sawahs terugkeren naar de desa. Altijd is familiebezoek een gelegenheid om nieuws uit te wisselen en te horen hoe het staat met de dorpszaken.
      Het cafgelopen jaar heeft geen goede rijstoogst opgeleverd. Weer heeft een aantal mensen uit geldnood de eigen sawah verkocht. Die werken nu voor de kost bij een fortuinlijker buurman. Het lijkt alsof het leven in de desa stagneert.
      De kleine jongen op de karbouw heeft na drie jaar onderwijs het desaschooltje verlaten, omdat zijn ouders te arm zijn om hem verder te laten leren, en bovendien hebben zij zijn hulp nodig. De vrouw die gebukt gaat onder de vracht op haar rug (alle dagen sjouwt zij met veel te zware bundels, manden en zakken naar de pasar), zal krom en versleten zijn ver voor haar tijd. Hoe lang blijft de jonge boer met de patjol over zijn schouder nog in de desa? Zijn leeftijdgenoten trekken een voor een naar de stad, waar ze hopen iets te beleven en werk te vinden dat meer opbrengt dan veldarbeid. Maar wat zal het lot van een onervaren dorpsjongen zijn in de verpauperde kampongs van Batavia?
      De zon is achter de bergen verdwenen. In de avondschemering gaat er een grote rust uit van het land. De natuur herademt. Het koor van de krekels in bomen en struiken zwelt aan, en verre geluiden komen met de wind mee vanuit het bos op de berghellingen. In de desa wordt op bedoek geslagen.
      De nacht is begonnen.”

      ***ook verkrijgbaar via http://www.antiqbook.com

      e.m.

  2. ellen schreef:

    Ja, die leesboekjes van Ot en Sien, geillustreerd voor Nederlands-Indie door C. Jetses heb ik nog gehad op de Europese lagere school in Bandoeng (Van de Cappellenschool, school met de bijbel).

    “Ot en Sien zijn in hun Indische gedaante geen arbeiderskinderen op klompjes, zoals in de Nederlandse versie, maar kinderen van bestuursambtenaren en planters. Ze wonen in een ruime villa met veranda, kokkie en kebon en mama draagt een sarong met kabaja. Het boek weerspiegelt de Indische samenleving vanuit het beschermde wereldje van Nederlandse kleuters. Inlandse kinderen bestaan niet voor hen en als er sprookjes verteld worden, gaat het niet over het Indonesische dwerghertje Kantjil, maar over de Wolf en de Zeven Geitjes.”
    Hoewel Ot en Sien in Nederlands-Indie geen inlandse kinderen ontmoeten, “spreekt er toch, naast afkeuring, ook respect voor de inlandse cultuur uit het boek, vooral uit Jetses’ platen. Een dubbelzinnigheid, die de Indische jeugdliteratuur vanaf haar ontstaan, aan het begin van de 19de eeuw, heeft gekenmerkt. Omdat jeugdliteratuur in het verleden vooral opvoedende waarde moest hebben, volgde het sterker dan literatuur voor volwassenen de heersende, veelal negatieve opvattingen over de oosterse mens op de voet. Onderwijzers en zendelingen waren de auteurs. Pas lang na de onafhankelijkheid van Indonesie, in 1949, werd het normaal om in kinderboeken te kiezen voor het inlandse perspectief.”
    (Bron: Trouw).

    Er bestond ook een Indisch leesplankje (met een baboe – boe – en een koloniaal in wit tropenpak – oom -), maar ik herinner mij alleen het Nederlandse leesplankje.

  3. Anoniem schreef:

    In de Selamat straat in Surabaya t.o.KKO kazerne woonden vrienden van mij.
    Ik dacht zo dat ze nazaten zijn van de man op de site; qua gezicht profiel en lichaamsbouw.
    Mvg. Jos H Crawfurd.

  4. wal suparmo schreef:

    Wanneer wordt er geschreven over W.K DE BRUIN , C.J,JETSES en F. VAN BEMMELEN?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *