EigenZinnig Indisch: Jan Cremer in Zwolle

Museum De Fundatie in Zwolle is in 2013 heropend met een uitbreiding op het dak van het klassieke gebouw. Geen gewone extra etage maar een enorme hypermoderne ellipsvormige koepel, een platgedrukte golfbal, getiteld ”Het Oog”. Een bezienswaardigheid vanaf het eerste uur. In de golfbal bevinden zich twee tentoonstellingsverdiepingen en via een groot venster, het oog, kun je een deel van de Zwolse binnenstad overzien. Een mooi vormgegeven golfbal zowel van buiten als van binnen. Een kunstwerk op zich. Ik ben geen voorstander van moderne aanbouwsels op klassieke gebouwen maar dit is fantastisch gedaan door architect Hubert-Jan Henket.
De reden voor ons bezoek was de overzichtstentoonstelling van het werk van Jan Cremer. Hij is wereldwijd bekend geworden door zijn geruchtmakende boek ”Ik Jan Cremer” uit 1963 maar Cremer is begonnen als kunstschilder en naast het schrijven van boeken heeft hij gefotografeerd én veel werken op canvas vervaardigd. De expositie ”Cremer in Verf 1954 – 2014” is tot en met 23 augustus te zien. Een tentoonstelling met heel veel werken uit zijn hele oeuvre, ruimtelijk ingericht waarbij elk werk goed tot zijn recht komt en met waar het uiteindelijk om gaat: prachtige schilderijen, voor wie van modern en abstract houdt. Abstract maar ook met herkenbare scenes, altijd kleurrijk en visueel indringend. De vaak dikke vegen verf op canvas met jute geven de afbeeldingen extra diepte. Zeer de moeite waard om een reisje naar Zwolle te ondernemen.
Er zijn ook interessante werken van andere beroemdheden te zien onder andere van Picasso en Van Gogh, maar beperkt in aantal vanwege de Cremer expositie. Van Jan Sluijters wordt een hele serie politieke spotprenten uit De Nieuwe Amsterdammer van 1915 – 1919 getoond.

Waarom hier dit verhaal over Jan Cremer?
Ik meld dit op Indisch4Ever omdat één schilderij – een van zijn eerste werken – tamelijk afwijkt van zijn andere werk. Hij heeft het in 1956 geschilderd en het heet ”Portret oud KNIL militair”. Hoe hij op dat thema is gekomen is me niet duidelijk. Misschien via iemand uit zijn omgeving of misschien kende Cremer deze man. In elk geval een erg ongebruikelijk onderwerp voor een 16-jarige. Het portret biedt geen verwijzingen naar het KNIL. Geen uniform, hoofddeksel, wapen of onderscheidingsteken. Louter een gezicht. Rood met zwart-grijs haar, dat wel. De verbeelding en het inlevingsvermogen van de kijker worden uitgedaagd. Hoe heet de man? Waarom rood? Wat heeft deze KNIL militair meegemaakt? Hoe ziet hij zijn toekomst? Heeft Cremer zichzelf geprojecteerd in de militair?
Vragen die je zelf mag beantwoorden.

jancremer_knilmilitairPortret oud KNIL Militair
verf op papier, 100 x 75 cm
Jan Cremer, 1956
foto: Museum De Fundatie

auteur: F.G. Geuther © 2015
Met dank voor de foto aan K. Schuurhuis, Museum De Fundatie
zie ook:   www.hpdetijd.nl/2015-04-23/

Dit bericht werd geplaatst in Gast Pikirans. Bookmark de permalink .

33 reacties op EigenZinnig Indisch: Jan Cremer in Zwolle

  1. Boeroeng zegt:

    Ik freubel maar wat an…. in de traditie van Jan en Karel, maar dan anders :

  2. ellen zegt:

    http://transisalania.blogspot.nl/2009/01/overijsselaars-op-reis-2-jan-cremer-sr.html

    Waarschijnlijk gaat het om de vader van Jan Cremer, die ook zo heette. Jan Cremer senior. Jan Cremer junior, schrijver en kunstenaar, werd in 1940 in Enschede geboren. Zijn vader overleed in 1942, waardoor de opvoeding van Jan geheel voor rekening van zijn moeder kwam. Jan’s moeder, Rosza Csordás Szomorkay, was Hongaarse en studeerde aan het conservatorium in Budapest. Verder schijnt Jan Cremer senior in Oost-Indie deelgenomen te hebben aan koloniale oorlogen (b.v. de Atjeh-oorlog); hij was een heel avontuurlijke man. In het 3-delig werk van Jan Cremer junior: De Hunnen, oorlog, bevrijding, vrede (1984) komen er “Indische” scenes voor . In dit boek gaat het over de oorlogsgeneratie, waartoe Jan Cremer zichzelf rekent.

    • Boeroeng zegt:

      ohhh onverwachte mogelijkheid, Ellen.. Mooi, een plotwending.

    • Boeroeng zegt:

      Over vader Cremer: http://www.wieiswieinoverijssel.nl/zoekresultaten/p2/579
      Als anarchist zal hij wel niet vrijwillig gekozen hebben voor het Oost Indische Leger.
      En dienstplichtigen werden niet uitgezonden 115-90 jaar geleden.
      Maar Jan Cremer junior had toch omgang met Indische mensen in zijn jeugd, las ik ooit in dat befaamde boek .
      Zeer overrated boek. Mensen kochten het massaal voor de verwachte schunnige teksten.
      De jeugd van nu denkt…… tjee wat saai en nepporno

      wbt mijn ‘video-art’: Van de week kon ik gratis een videoeditprogramma downloaden. Normaal kost het 80 euro ofzo
      Wat doet deze Hollandse jongen dan ? Tuk op gratis !!
      Yeaaaaaaaaaaaaaahhhhhhhh installeren die hap en uitproberen

    • Ferry Geuther zegt:

      Ellen, dank voor deze informatie. Senior was blijkbaar een avontuurlijk man. Op de fiets naar Palestina!

  3. van den Broek zegt:

    Een paar dagen geleden zag ik een film met de Cleveland Indians, een Amerikaanse honkbalploeg. Hun beeldmerk komt heel veel overeen met het krachtige portret “oud-KNIL strijder” van Jan Cremer zoals de gebruikte kleuren, vooral het rood (het rood van de rood-huiden, of is het een verbrand gezicht) en de zwarte omtrekken van het gezicht (kenmerkend voor de Cobra-stijl , Corneile, Appel etc). Het lijkt mij toeval dat het schilderij met de Cleveland Indians te maken heeft.

    Ik denk niet dat het zijn vader is, die heeft dacht ik niet bij het KNIL gezeten, zie biografie. Jan Cremer heeft wel in Scheveningen in een tehuis/pension(?) bij Indische Spijtoptanten gewoond. Daar kan hij KNIL-militairen ontmoet hebben en daarom heeft hij in eerste instantie waarschijnlijk gedacht dat deze mensen uit India (Indianen dus roodhuiden) kwamen en daarvandaan de rode kleur van het gezicht. Dat verklaart ook de zwartblauwe (Blauwe, Blue diamond!!!) haren.

    Maar zijn verblijf bij de spijtoptanten kenmerkt meer de herkomst van zijn meesterwerk “La guerre Japonaise” , een sleutelwerk in zijn oeuvre. La guerre Japonaise is oorlog. Letterlijk omdat het doek een weerslag is van de vele verhalen die hij tijdens zijn verblijf in het tehuis voor Indische spijtoptanten in Scheveningen heeft gehoord. Over de kampongs, de jappenkampen, en alle ontberingen die Indischen in het algemeen daar (in Indie/Indonesie) hebben moeten doorstaan.

    Voor mij geeft het schilderij, een vijfluik, niet alleen het leven van de Binnen en Buitenkampers tijdens de oorlog weer, maar ook de tijd erna, dus niet alleen Bersiap, soevereiniteitsoverdracht maar ook de ontberingen zoals de repatriëring. Dat is continuïteit, geschiedenis geschreven met een penseel.

    Op de meest links luik is de de rode bol, symbool van de Japanse vlag te zien. De breuklijn tussen het eerste en tweede luik is 15 augustus 1945. toen was er vrede, daarna ging de oorlog in het tweede paneel ook voor Jan Cremer gewoon door.

    Dit doek is een bezoek aan de Zwolle best waard, eigenlijk ben ik nooit in Zwolle geweest, tenminste ik kan me niks ervan herinneren. Zwolle als City-marketing

    P.s. een antwoord aan Mevr. Bennema heb ik eigenlijk al gegeven, ook op joop.nl , ik wil niet in herhalingen vallen.

    • PLemon zegt:

       @van den Broek “Ik denk niet dat het zijn vader is, die heeft dacht ik niet bij het KNIL gezeten, “….

      Wellicht in de eerste helft van zijn leven als avonturier ?

      ***Een persoon waarover nog eens een portret/biografie geschreven zou moeten worden is de smid, electriciën, koopman, wereldreiziger, journalist en fotograaf Jan Cremer sr. (J.J. Cremer), de vader van Ik-Jan Cremer. Jan Cremer viel met zijn rijzige gestalte en zijn eigenzinnige opvattingen op in Enschede in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. Het is jammer dat er over de eerste helft van zijn leven weinig bekend is. Jan Cremer jr., in veel opzichten een evenbeeld van zijn vader, heeft wel onderzoek gedaan, maar ook voor hem bleven veel vragen onopgelost. Cremer jr. heeft zijn vader trouwens niet bewust meegemaakt – Cremer sr. overleed toen kleine Jan twee jaar was. De meest  uitgebreide beschrijving van Jan Cremer sr. is van de hand van J. Heymans die in het essay Oorlog op Pathmos vijf bladzijden aan hem wijdt.
      http://transisalania.blogspot.nl/2009/01/overijsselaars-op-reis-2-jan-cremer-sr.html

  4. Ferry Geuther zegt:

    Hr. Van den Broek
    Dank voor uw uitgebreide reactie. Het logo van de Cleveland Indians heeft wel dezelfde kleuren als Cremer’s KNIL militair lijkt meer grappig bedoeld. Cremer’s KNIL militair geeft mij een trieste, raadselachtige indruk en laat veel ruimte voor eigen interpretatie.
    “La guerre Japonaise” is inderdaad een indrukwekkend vijfluik dat een permanente ereplaats verdient.

    • Ferry zegt:

      Sorry “maar” is weggevallen.
      Moet zijn: “heeft wel dezelfde kleuren als Cremer’s KNIL militair maar lijkt meer grappig bedoeld”

  5. van den Broek zegt:

    ik heb de verbinding met zijn tijd in Scheveningen gevonden:

    dbnl.org ………..Jan Cremer: interview met Ischa Meijer 2007
    Na een paar maanden in dat Jeugdtehuis werden alle jongeren die daar woonden gedeporteerd naar andere instellingen. Ons instituut werd vrijgemaakt voor spijtoptanten uit Indonesië. Dat was begin 1959. Er kwamen tweehonderd Indonesische (???) jongens en meisjes daar in Scheveningen wonen. Ik was de enige die daar had mogen blijven, omdat ik immers geacht werd mijn studie in Den Haag te voltooien.
    Ik leerde Maleis praten. Mijn beste vriendschappen dateren uit die tijd; nog word ik op straat vaak aangesproken door mijn Indische vrienden van weleer, of door hun kinderen. Aziatische vriendschap is veel sterker, hechter dan de westerse.
    Wij hadden een eigen gang. Wij leverden veel slag; vooral in de zomermaanden. Die Indonesische vriendjes van mij konden namelijk alle lekkere blonde Haagse meiden versieren. Die Indo’s (juist ja) speelden mooi gitaar, weet je wel, en dorsten ver de zee in te zwemmen. Aldus ontstonden geweldige gevechten op de Boulevard, die zelfs nog in de kranten van destijds zijn beschreven. De politie rukte uit met jeeps en te paard.
    [p. 232]. Ik was aanvoerder van de Indo’s. Dit is een vriendinnetje van toen, Marietje Muis.

    Stijl van jan Cremer valt niet te loochenen….ook niet zijn schilderijen. Bovenstaande lijkt mij een aannemelijke en plausibele verklaring voor zijn KNIL-schilderij en Guerre Giappionese

  6. ellen zegt:

    https://books.google.nl/books?id=3VpzAAAAQBAJ&pg=PA19&lpg=PA19&dq=De+Hunnen+Jan+Cremer+vader&source=bl&ots=carTbnJAkj&sig=OvgV3fl1sCXPVt2Xr6mb4lLWWDQ&hl=nl&sa=X&ved=0CDEQ6AEwADgKahUKEwiFke67nqPHAhVEfhoKHbtxA10#v=onepage&q=De%20Hunnen%20Jan%20Cremer%20vader&f=false

    Jan Cremer schrijft in het De Hunnen (1984) over zijn vader. “Jan Cremer, mijn vader, stond bekend als de ontdekkingsreiziger. Op zijn twaalfde jaar – toen zijn vader was overleden – trok hij voorgoed het huis uit op eigen wieken. Hij leidde een zwervend bestaan tot hij met de marine scheep ging naar de Oost-Indische kolonien, Nederlands-Indie. Hij vocht in Atjeh. Na zijn diensttijd bij het Korps Mariniers keerde hij terug naar Amsterdam, en woonde daar op het Mariniersplein op Kattenburg. Met zijn opgespaarde kadje uit de Atjeh-oolog zette hij een smederij op, op de Haarlemmerdijk. Tot zijn 35ste jaar werkte hij als smid in Amsterdam. In de Jordaan was Jan Cremer een bekende figuur. Al jong droeg mijn vader de onrust in zich. Hij woonde op tientallen adressen, bij vrouwen of met vriendinnen. Cremer had honger naar wijsheid en wetenschap. Hij zocht zijn toevlucht in het socialisme en begon zijn onvrede op papier te zetten, Van huis uit protestant, werd hij later een overtuigd vrijdenker.”

    Gevonden met het intikken van de items: De Hunnen Jan Cremer vader

  7. Boeroeng zegt:

    In dat befaamde boek van Jan nam hij “de literaire vrijheid” feiten uit zijn leven te verzinnen.
    Ik meen oa iets van iemand een oog uitsteken met een mes.
    Zijn verhaal dat zijn vader (1877 geboren) in Atjeh als militair was, kan ook zo’n vrijheid zijn als ik dit lees over de anarchistische achtergrond van vader Jan in zijn jeugd al.
    http://www.wieiswieinoverijssel.nl/zoekresultaten/p2/579
    Op deze site staat niks over het Oost Indisch Leger
    Misschien was vader Jan wel even bij de marine en voerde naar Atjeh . Maar vochten dan daar ook marinelui ?
    In 1898 was vader Jan niet meer bij de marine . Dus die marinetijd was 1895-1898

  8. ellen zegt:

    Ja, de verhalen van Jan Cremer waren deels autobiografisch, Maar hij had ook veel fantasie, die hij in zijn boeken gebruikte. Ergens las ik ook, dat zowel zijn grootvader als vader in Atjeh vochten, maar dan …. tegen de Nederlanders. Past wel in het anarchisme van de familiegenen. Alleen Jan Cremer zelf kan het verlossende woord geven, maar dan weet je het nog niet zeker.

    • Indisch4ever zegt:

      …. maar dan tegen de nederlanders ?………
      Schreef jan dat zelf. Of schreef een derde persoon dit ?
      Zeer ongeloofwaardig,

    • Indorein zegt:

      Er is wel enig verschil in waarheidsgehalte van ene Jan Cremer (o.a. een groot fantast o.h.g.v. sexuele handelingen met de andere sexe) en serieuze onderzoeksjournalisten.
      Het vechten tegen de Nederlanders in Atjeh door zijn opa en vader is zeer waarschijnlijk uit zijn grote auteursduim gezogen.
      Fans van JC lezen zijn literatuur (nouja, niet alles!) kennelijk met een heel roze bril! Mag van mij, maar er zijn ook lui die e.e.a. met een flinke korrel zout nemen.

      • Jan A. Somers zegt:

        ” sexuele handelingen met de andere sexe” Gelukkig, dan hoeven we ons geen zorgen te maken over die handelingen met de eigen sekse.

  9. ellen zegt:

    Ach, ik kan mij vergissen met een andere schelmenroman. Maar volgens het boek De Hunnen is vader Jan Cremer senior wel even – als militair – in Indie geweest. Of dat schilderij een portret van Cremer senior is, weet ik niet. Het is mogelijk. Verder heb ik het boek De Hunnen niet gelezen. Het is een heel dik, lijvig boek in drie delen, en schijnt een beetje langdradig te zijn, ondanks de fantasie. Ik, Jan Cremer heeft een ieder – vanuit middelbare schooltijd – wel gelezen.

  10. van den Broek zegt:

    Indorein is zeker familie van JC, heeft een grote duim en fantaseert er op los en ik citeer “Het vechten tegen de Nederlanders (??) in Atjeh door zijn opa (??) en vader is zeer waarschijnlijk (??) uit zijn grote auteursduim (??) gezogen” WAARSCHIJNLIJK, noch waar noch schijn Hij dient de biografie van JC senior te lezen.

    En de vader van JC zat bij de Marine en niet bij het KNIL. De zoon van JC(Cliff) zat ook bij de Marine…het lijkt wel familietraditie,
    JC zat ook bij de Marine en later bij de Mariniers, opmerkelijk. Hij heeft zijn jasje (kort) laten veilen. Opmerkelijk is dat zijn naam in het jasje staat, ik had een wasmerkje met marinenummer 19102 of zoiets in mijn kleren. Ik kan ook wat kleren veilen

    • Indorein zegt:

      Van den Broek,
      als u last heeft van een overvolle verkrampte blaas, ga dan niet pissen op een ander! Dat doet u veel te vaak. Ga naar het toilet, zucht eventjes en laat de gele waterige massa aan het toilet. Daarna wel doorspoelen! Zo, dat lucht op!

      U bent kennelijk als enige in bezit bent van een biografie van JC senior; u was waarschijnlijk (hahaha) een billenmaatje van JC senior tijdens zijn mariniersacties in Atjeh terwijl de overige mariniers niet aan land gingen in die periode?

      Ik herhaalde namelijk wat ene Ellen vermeldde over de mogelijk grootse mariniersdaden van senior in Atjeh en trok dat in twijfel.

      • van den Broek zegt:

        Ach dhr/mevr.Indorein, ik hou wel van zeiken met een lege blaas, vooral als er een opeenstapeling van gemeenplaatsen gemaakt wordt , zie mijn vraagtekens achter de woorden in uw verhaal. Ondanks mijn beperkte kennis van de Marine en haar geschiedenis valt het volslagen gebrek aan feiten in Uw non-sens meer dan op

        Wat Cremer senior betreft was gewoon doorzoeken op Google en vooral dòòrlezen, dus niet bij de eerste blz ophouden Indorein, kijkt U even bij Jan Cremer sr in Zwolle en dan krijgt Uw de biografie van Cremer 1877-1942, mijn duim is wel groot maar ik zuig er niet aan. Daarom kan ik best begrijpen dat verderzoeken niet Uw sterkste punt is.

        Wat het Korps Mariniers in Atjeh betreft, zou ik, op U doorzettingsvermogen een beroep doende, eens bij de geschiedenis van Korps te rade gaan (zie de website van het Korps) De Kolonel bd Hakkaart vertelt er ook iets over, het Korps was tot 1904 in Atjeh.

        Hopelijk heb ik uw ongenoegen afdoende beantwoord. Wat Uw humor betreft, bent U wel drempeloverschrijdend bezig, Ricky Risolles heeft zijn leermeester gevonden.

        Ik ga nu naar het toilet om naar mijn eigen gezeik te luisteren (flauw grapje op de studentenvereniging), ik trek door en U trekt in twijfel.

  11. Boeroeng zegt:

    Fragment uit de Hunnen.  Linkje 

    fragment_Hunnen_cremer

    Maar op deze link lees ik
    http://www.zuidfront-holland1940.nl/index.php?page=mariniers

    Tot 1876 bleven steeds twee compagnieën mariniers betrokken bij de strijd op Atjeh. Uiteindelijk waren er meer dan 600 mariniers betrokken bij de strijd

    Dus het korps mariniers ging in 1895-1898 niet aan land bij Atjeh om te vechten?
    Er zijn lezers die meer weten over de marinegeschiedenis.

  12. Ferry Geuther zegt:

    JC Senior wordt steeds interessanter. Is er geen informatie over senior bekend uit militaire archieven? Boeroeng: leuke foto van Marietje Muis en Jan Cremer!

  13. Pierre de la Croix zegt:

    Mijn eerste indrukken over dat portret ….. ik vond die te onbelangrijk om te delen op I4E.

    Maar nu, het donderdagse kuisen van het huis achter de rug en dus in een vrolijke losbollige bui en gelezen hebbend alle speculaties rond de schilder, zijn kunstwerk, zijn achterliggende motieven en zijn model wil ik ook wel een triviale duit in het zakje doen.

    Ik herkende in het portret meteen een Indisch man. Een vage bekende nog wel, ooit tegengekomen in het leger uit de zestiger jaren v.d.v.e., een sergeant der eerste klasse, ex KNIL. Zal wel een gelijkenis zijn, die op toeval berust. Maar goed, wat mij betreft toch typisch Indische trekken, goedmoedig kijkende ogen en humor rond de wel zeer volle lippen. Indo-Afrikaan?

    Maar die neus …… Excuseert u mij, ik moet het toch even kwijt, die doet me ook na grondige studie denken aan een besneden penis met toebehoren. Cremeriaans grapje zeker, net als de rode kleur van het portret.

    Tenslotte over die “Indonesische” spijtoptantenvriendjes die Cremer Jr. in het pension Maleis leerden praten: Wij weten allemaal dat de meeste Nederlanders het onderscheid tussen “Indonesisch” en “Indisch” niet weten te maken. Het zij dan ook de jeugdige Jan Cremer vergeven dat hij in de fout is gegaan.

    Dat de vriendjes onderling Maleis zouden hebben gesproken zou ook nog wel eens kunnen. Een paar mogelijke redenen: 1) De vriendjes wilden tegenover Jan indruk maken 2) De vriendjes hadden iets te vertellen wat Jan niets aanging 3) De voertaal van de vriendjes was inderdaad Maleis; ik heb een spijtoptantengezin gekend waarvan de 4 kindertjes bij aankomst in NL, begin zestiger jaren v.d.v.e., uitsluitend Maleis of BI spraken. Ze hadden een Javaanse moeder (die overigens wel Nederlands sprak), hadden ergens buiten Java gewoond en uitsluitend Indonesisch onderwijs genoten.

    Pak Pierre

    • Ferry Geuther zegt:

      Pierre, een uitgebreide interpretatie! Dank daarvoor. Het mooie van kunst is dat iedereen zijn eigen beeld ervan kan hebben. Opmerkelijk dat jij iemand kende die op dit portret lijkt, misschien was hem dat wel (wishful thinking). Het rood zou ook gebruikt kunnen zijn omdat JC, toen 16 jaar, geen geld had voor dure verf en die kleur nog had liggen.

      • Pierre de la Croix zegt:

        “Opmerkelijk dat jij iemand kende die op dit portret lijkt …..”.

        Tja …. in de tijd dat ik HM’s wapenrok droeg stikte het nog van de KNIL-mannetjes in de krijgsmacht. Zo was er een andere Indische sergeant satoe die wel erg leek op de Japanse keizer. Dat vond niet alleen ik. De man was ook voor de dienstplichtigen “sergeant Hirohito”.

        Pak Pierre

  14. ellen zegt:

    Ik weet niet wat u bedoelt, Boeroeng. Volgens deze site is het Korps Mariniers (behorend bij het KNIL) erg actief geweest in Atjeh vanaf 1873-1874, tot aan de uiteindelijke pacificatie in 1906. Waarschijnlijk heeft Jan Cremer senior (geb. in 1877) rond 1896 deelgenomen aan de – gewelddadige – Derde Atjeh-oorlog (1884-18896). Hij was toentertijd zo’n 19 jaar oud, en misschien wel roekeloos jong.

    Enkele passages uit de website.
    http://www.breurhenket.com/atjeh.htm

    Het arbeidsterrein van het Korps Mariniers lag voornamelijk in Nederlands Oost-lndië. Daar werden ontelbare acties en landingen uitgevoerd in de strijd die gevoerd werd om de Archipel gaandeweg onder Nederlands gezag te plaatsen. De acties culmineerden in de expedities naar Atjeh in 1873 en 1874, die de jarenlange oorlog tegen de Sultan van dit gebied inluidden. Een eenheid mariniers van ongeveer 660 man vormde de derde en vierde compagnie van het ‘Tweede Bataillon Infanterie’ van het Indische leger, het zogenoemde keurbataljon. Tot aan de uiteindelijke pacificatie van de Archipel in 1908 bleven de mariniers actief.

    Toch luidde het jaar 1896 een ommekeer in de oorlog in. Een belangrijke factor hierin was dat een speciale militaire eenheid in het leven was geroepen, die in de rest van de oorlog een doorslaggevende rol zou spelen: het ‘Korps Marechaussee te voet’. Deze eenheid was op 20 april 1890 opgericht, op voorstel van Mohammed Arif, een Atjehse hoofddjaksa (officier van justitie) bij de rechtbank in Kota Radja. Mohammed Arif had de toenmalige militaire gouverneur van Atjeh, generaal Van Teijn, en zijn chef-staf, een zekere kapitein J.B. van Heutsz, aangeraden een aantal kleine mobiele detachementen te vormen uit mannen die dapper genoeg waren om bewust de confrontatie met de Atjehers op te zoeken en met hun eigen wapens te bestrijden: de contra-guerrilla als antwoord op de guerrilla. In eerste opzet telde het korps één divisie van twaalf brigades, elk bestaande uit 20 manschappen. In 1897 volgde uitbreiding tot twee, in 1988 tot vijf divisies, samen 1.200 man. De manschappen kenden elkaar goed, er heerste een sterk esprit de corps. Aanvankelijk was het korps een enigszins vreemde mengvorm van politieagenten en commando’s. De helft van de manschappen bestond uit Ambonezen, de andere helft uit Javanen, de leiding bestond uit Inheemse en Afrikaanse onderofficieren en Europese officieren. Het korps, dat onder leiding stond van kapitein G.G.J. Notten, kwam voor het eerst in actie in oktober 1890. Notten zorgde ervoor dat het een echte elitegroep werd, de soldaten werden intensief getraind. Ze waren bewapend met de korte karabijn (in plaats van de onhandige en lange achterladende Beaumont-geweren), de klewang (een korte, naar de punt breed uitlopende sabel) en de rentjong (de Atjehse kris). Ze waren licht gekleed (o.a. met een tropenhoed in plaats van de ongeschikte helm) en waren voorzien van vivres voor slechts drie of vier dagen, ze waren volledig self-supporting. Ze maakten geen of weinig gebruik van kettingberen (dwangarbeiders, vaak ingezet als dragers).

    • Jan A. Somers zegt:

      “was het korps een enigszins vreemde mengvorm van politieagenten en commando’s. Ja, een mengvorm, nee, niet vreemd. Het Korps Marechaussee is een legeronderdeel met o.a. militaire politietaken. In de eerste plaats natuurlijk binnen het leger. Bij onze colonnes naar de oefengebieden in Duitsland werden we door de marechaussee begeleid. En werden bijvoorbeeld kruispunten voor ons open gehouden. En bij door militairen gepleegde misdrijven wordt ook de Marechaussee ingeschakeld. Maar daarnaast ook desgewenst ter ondersteuning van de politie, met wat zwaarder materieel dan de politie heeft. Ik dacht voor het laatste gedaan bij het huwelijk en inhuldiging van Prinses Beatrix. En daarnaast ook de grensbewaking. Dat zie je bijvoorbeeld op Schiphol. Commando-taken hebben ze niet (meer). Hoort traditioneel tot de bereden korpsen. Dat zie je ook op Prinsjesdag.

    • Boeroeng zegt:

      Ik weet van niks Ellen, ik zag een tekstje staan op een website en daar kun van afleiden dat het korps mariniers niet actief was in 1894-1897 te Atjeh.

  15. van den Broek zegt:

    @ Ferry Geuten
    Jan Cremer gebruikt voor zijn jeugdportret ook het rood voor het gezicht. In de Cobra beweging werd wel vaker rood voor gezichten gebruik, zie ook Karel Appel.

    Malevitsj heeft een zwart vierkant gemaakt, Yves Klein een monochroom blauw en Jackson Pollock een wit schilderij. Ik kan me niet indenken dat dat zo was bij gebrek aan andere kleuren. Dat van Malevitsj was wel indrukwekkend en dat voor zijn tijd, ik dacht 1915

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.