Een nieuwe serie korte verhalen uit het toetsenbord van Ferry.
De vele reacties op zijn VerreWonderingen waren voor hem aanleiding in zijn verhalenmap te duiken.
Het resultaat zijn vijf verhalen die de komende weken zullen worden gepubliceerd onder de titel EigenZinnig Indisch.
De hoofdonderwijzer van de lagere school wist het zeker. Dit jongetje kon het beste naar de ambachtsschool gaan. Hij kende hem al een paar jaar en de test wees ook uit dat zijn intelligentie op het niveau van de ambachtsschool lag.
Het was een aardige bescheiden jongen, altijd luisterend naar wat anderen te melden hadden. Nimmer zichzelf opdringend. Dat had hij van zijn moeder, een lieve, hartelijke en intelligente Indische dame. Haar intelligentie was net als die van haar zoon verdekt opgesteld achter een haag van bescheidenheid.
Hoe anders was zijn vader, een extraverte joviale man. Breed grijnzend als hij iets “stouts” had uitgekraamd. Een Indische beroepsmilitair uit de oude school. Recht door zee en altijd klaar om anderen te helpen. Hij kreeg bijna een hartverlamming toen hij het advies van de hoofdonderwijzer hoorde.
Ik was er niet bij maar het moet ongeveer zo zijn gegaan.
De vader: “Mijn zoon naar de ambachtsschool? Over mijn lijk. Wat denkt u wel.”
De hoofdonderwijzer herhaalde al zijn bedenkingen. Het was aan dovemansoren gericht.
“Jullie denken toch niet dat ik mijn eigen kind niet ken? Waar zaten jullie ogen en oren al die jaren?”.
De sergeant majoor sprak hem aan alsof het een 19-jarige dienstplichtige was.
“De Mulo, mijn zoon gaat tenminste naar de Mulo. Heeft u dat begrepen?”
De hoofdonderwijzer sputterde nog wat tegen dat het dan zijn eigen verantwoordelijkheid was als het mis ging want de Mulo was echt te hoog gegrepen voor deze jongen, vond hij.
“Interesseert mij niet. Ik zorg wel dat hij de Mulo afmaakt!”.
De sergeant majoor liep grommend de kamer van de hoofdonderwijzer uit.
De aanmelding op de Mulo verliep zonder problemen. Er werd even gewezen op de extra aandacht en hulp die de jongen waarschijnlijk nodig zou hebben op school én thuis.
“Geen enkel probleem”, zei de miltair. “Ik zal hem alle hulp geven en hem ook achter de vodden zitten als hij niet hard genoeg werkt.”
De jaren op de Mulo verliepen probleemloos en de school adviseerde een beroepsopleiding voor de jongen of misschien zelfs direct een baan te zoeken. De geschiedenis van de lagere school leek zich te herhalen.
“Mijn zoon heeft meer in zijn mars! Hij gaat naar de HBS!”. De vader liep grommend de kamer uit van de Mulo directeur.
De inmiddels tot adjudant bevorderde militair zag het al voor zich: De diploma uitreiking van de HBS.
Vader en zoon togen naar het Sint Joris Lyceum in Eindhoven en de jongen werd ingeschreven. De volgende etappe begon. Vier jaar later had de jongen het HBS-B diploma op zak. Een ernstige ziekte had hem een jaar extra gekost. Maar nu was het zover, het was zijn beurt. Tot nu toe had zijn vader hem van school naar school gesleept. Nu wilde hij zelf zijn toekomst bepalen. Hij besloot te gaan studeren aan de Universiteit van Nijmegen. Acht jaar later behaalde hij zijn doctoraal Natuurkunde. Het had sneller gekund als de ernstige ziekte niet weer de kop had opgestoken. Maar zijn opmars kon wel een stootje hebben. De ambachtschoolkandidaat was nu “weledelgeleerd” in een van de moeilijkste exacte vakken.
De slopende ziekte bleef hem echter achtervolgen en in 2004 overleed hij op 54 jarige leeftijd. De kerk was afgeladen vol. Zijn vrouw en dochter en honderden mensen, familie, vrienden, collega’s en leerlingen namen afscheid van bescheiden, sympathieke en zeer intelligente Jeff.
Zijn lange mars was ten einde.
auteur: F.G. Geuther © 2015
Die verhalen heb ik zelf gehoor en gezien bij vele Indische/Ambonese vrienden (de zgn 2de generatie)
Dezelfde lot hadden waarschijnlijk de nieuwe lichting Nederlanders zoals Turken, Marokanen etc ook meegemaakt.
Nu zie je veel dokters , specialisten , juristen uit die bevolkingsgroep.
Een mooi verhaal. Ik geloof best, dat zoiets voorkwam bij Indische mensen (en nu de “nieuwe Nederlanders”, zoals Turken etc.). Maar zelf heb ik een andere ervaring. Mijn zus moest perse van de hoofdonderwijzer naar het Gymnasium. En dat was ook het geval bij mijn zonen. De toenmalige HBS – die zich toentertijd aan het splitsen was in havo en vwo – was te gemakkelijk voor hen. Neen, zij moesten – anders was het zonde – naar het Gymnasium toe. De hoofdonderwijzer, de toets, alles wees erop. En het is – inderdaad – goed gekomen. Nooit problemen gehad.
De ervaringen van de oude migranten uit N.O.I waren verschillend, was afhankelijk van hun maatschappelijke level in NOI ( opleiding/vorming en pangkat ) en wanneer ze kwamen( globaal in 6 golven).
In het begin had men met hun “Indische”diploma’s gewoon toegang bij een Nederlandse school .
Hun Indische diploma was immers concordant.
De latere migranten hebben vaak problemen met de erkenning van hun diploma’s en moesten lagere banen accepteren .Dat had gevolgen voor hun kinderen , waar ze gaan wonen, met wie ze gaan spelen etc , dus ook hun schoolkeuze.
Ze zijn als het ware aan het “Verhollandsen” , bijna de zelfde proces als verinlandschen in NOI.
Vaak waren het de happy few ( ma’af , een beetje overdreven ) die kon geruisloos inburgeren en geaccepteerd worden door de Hollanders .
Veel van de kinderen zijn potentiele Huishoud school of LTS ( omstreeks 1965) leerlingen.
Terwijl ze in feite behoorlijk pinter zijn .
Dat was ook de reden dat er altijd gezegd worden dat je je best moet doen , beter zijn dan de londo.
En de boodschap is goed overgekomen, de 3de gen. zijn goed gestudeerd, bachelor/master dit of bach/mast. dat.
Een Indische onderwijzeres heeft nooit alleen een onderwijsakte, maar een hoofdakte. En bij de verwijzing naar een ander Indisch familielid gaat het duidelijk om een doctor, of een professor. Het lijken soms wel Duitse toestanden. Als je niet Herr Doktor bent, ben je niks. Ik maak nu hetzelfde mee bij onze thuiszorg die uit Iran komt. Kinderen die worden opgejut.
Ik ken ook een vriendje die werd getoetst voor Gymnasium, zélf vond hij het niks….maar de onderwijzer was zéér overtuigend dat hij het aan kon!!
Dramatisch dat het in de 1e jaar al was te merken dat de lat veels te hoog lag voor dat jochie en hij heeft nog 2 jaar mulo gedaan om alsnog voor de ambacht school had gekozen……en vele jaren later heeft hij op zijn vak- diploma’s een eigen zaak opgericht !!! Prima toch?? En zo kan het ook….
Dat zijn de mensen met de gouden handjes. Alleen krijgen ze nooit goud in die handjes.
Vroeger was er de Rijks Psychologische Dienst die kandidaten zogenaamd toetste voor diverse functies. Ik noem het de Rijks Psychopaten Dienst omdat ze velen hebben afgekeurd voor functies die ze best wel aankonden. Het was een rottige organiisatie!
Maar bij de keuring voor de militaire dienst waren er meerderen die doelbewust op een S5 aanstuurden!
Dit verhaal heeft mij getroffen. Triest dat de hoofd persoon maar zo’n kort leven heeft gehad.
Het is identiek als wat (wijlen) mijn vader, eveneens een adjudant Knil, voor mij/ons heeft gedaan. Meteen na de oorlog (zonder scholing tijdens de Jappentijd) te Soerabaja, zorgde hij, dat wij na schooltijd (op het heetst van de middag) bijscholing kregen van ene juffrouw. De lagere school toen, werd omgetoverd in 8 halfjaarlijkse klassen; zgn. herstelklassen. In januari 1950 arriveerden wij in Nederland, Noordwijk a/zee en werd ik als 8e hersteljaar leerling,(14 jr.oud!) in de 6e klas geplaatst. De rijen klasbanken werden ingedeeld in; middelbare scholen met in de voorste banken; HBS/Gymn.leelingen, Ambachtschool en Huishoudschool. Woedend reageerde hij tegen de meester, toen hij begreep dat ik in de rij Ambachtschool zat; ‘wij zijn geen inlanders….. !’ En ik werd in de rij middelbare scholen(achterste bank) geplaatst. Na de Mulo, inmiddels 18 jr.oud, wilde ik naar de HTS, maar werd voor de militaire dienstplicht opgeroepen. Pa, inmiddels gepensioneerd had bij zijn uit uitdiensttreding een oorkonde gekregen, ondertekend door ZKH prins Bernhard; -op hem een beroep te mogen doen bij eventuele problemen in de maatschappij- zocht toenadering tot de prins. Hij belde via het postkantoor (toen had niemand nog een telefoon!) Soestdijk en vroeg de wachtcommandant om een afspraak de prins te mogen spreken. Voor een dringende zaak, verwijzend naar zijn oorkonde. De wacht commandant, denkend aan een grapje(?) zei laconiek; kom maar langs en noemde een datum. De bewuste dag reisde pa met trein en bus naar Soestdijk en melde zich bij de wachtcommandant, deze was totaal onkundig over het voorgaande. Hij mocht in de wachtkamer plaats nemen en de adjudant van de prins werd geïnformeerd. Na een klein uurtje wachten vloog de deur van de wachtkamer open en tot verbazing van de wachtcommandant werd mijn vader op collegiale hartelijke wijze door deze ex.Knil hoofdofficier begroet. Hij kende mijn vader nog uit de Pakanbaroe Jappenkamp. Ik kon mijn HTS studie afmaken. Met dank aan Pa! (met een hoofdletter)
Beste RLMertens,
Hartelijk dank voor uw verhaal. Een goed voorbeeld van “Waar een wil is, is een weg”.
Bovendien ook vermakelijk hoe de afspraak tot stand gekomen is via de wachtcommandant. Plus het scheutje geluk dat je ook moet hebben, in dit geval de oud-KNIL lotgenoot van uw Pa.
Ferry
@FGeuther. Dank voor uw reactie. Terug denkend ( 60 jaar geleden); hoe is het mogelijk om op zo’n idee te komen…. en deze actie te ondernemen. Een voorbeeld hoe wanhoop en geluk op hetzelfde moment elkaar ontmoeten. En een juiste (voor mij) beslissing nam.
Met groet
Er waren heus meer Vaders ,oa. IK,die
het gehele ”schooladvies” als een lachertje
aan hun katok lapten.
Er zijn veel harde woorden gevallen , en je
stond er toen alleen voor.
Kom maar ff. aanwaaien om het uitmuntend
resultaat nu te zien.
Een trotse Pa
siBo
Mij bovenvermelde anekdote is eigenlijk een ode aan al die vaders/ en moeders. Die generatie ouders, die ons naar Holland bracht. Zich zelf wegcijferend om ons een toekomst te bieden. Zij kregen alles over zich heen. Het koude/kille ontvangst; bij sollicitatie naar een baan, die veelal lager van nivo was als voorheen. Met een kleding en meubel voorschot, die afbetaald moesten etc. Maar zij sloegen zich door heen en hebben ons, hun kinderen, de enige juiste weg gewezen; slagen!
Juist nu realiseer mij nog meer, als bijna tachtiger, wat zij hebben ondervonden. Mijn saluut aan hen!
@RLMertens
Helemaal mee eens!
Deel 5 van deze “EigenZinnig Indisch” verhalen heeft dit als thema.
Vrijdagavond 10 april wordt het geplaatst.
Met vriendelijke groet,
Ferry
Nog een “wapenfeit” van de sergeant majoor.
Bescheidenheid is een deugd én een handicap. Die eigenschap leek een groot obstakel te worden voor mijn vader’s bevordering tot officier van speciale diensten begin jaren zestig. Zijn goede vriend én tegenpool, de extraverte sergeant majoor uit het verhaal, heeft toen de kwaliteiten van Pa onder de aandacht gebracht van de beoordelingscommissie. Hoe hij dat deed weet ik niet maar het had wel succes!