47e Reünie/Herdenking Dodenspoorwegen WO-II.
Zaterdag 30 augustus. Landgoed Bronbeek Velperweg 147 in Arnhem.
Dit jaar vindt op voor het 47e achtereenvolgende jaar een reünie plaats van ex-krijgsgevangenen aan de Birma-Siam Spoorweg in latere jaren uitgebreid met overlevenden van de Pakan Baroe Spoorweg. Lees verder .
-
Elke dag Indisch nieuws en wetenswaardigheden.
!
Heeft u tips, een foto, een oproep of wilt u een column/pikiran schrijven, jangan malu-malu.
indisch4ever@gmail.com
!
En ken je deze?:en
Recente reacties
- M.Lazar op Indische Soos # 18 jaar. We mogen omongkosongen
- Peter Koop op Jappenkamp Kampili
- R.L. Mertens op Sporen van Indië
- Noordin op Sporen van Indië
- Manfred van Kerckhoven op Indisch in Beeld
- Boeroeng op Indische Soos # 18 jaar. We mogen omongkosongen
- Boeroeng op I.M. John Sicco Meisenbacher
- Victor Bruins op I.M. John Sicco Meisenbacher
- R.L. Mertens op Sporen van Indië
- Boeroeng op 5 april Platformbijeenkomst Rapport Bussemaker
- Elmi op 5 april Platformbijeenkomst Rapport Bussemaker
- Leon Algra op 5 april Platformbijeenkomst Rapport Bussemaker
- A. Olive op De duistere kant van De weduwe van Indië
- A. Olive op Moluks nieuws
- Boeroeng op Moluks nieuws
Archief
- Het archief van Indisch4ever
is best wel te filmen !!
......................................
.......... Bekijk ook
de archipelsite
met honderden topics.
Zoekt en gij zult vinden. ! Categorieën
Zoeken op deze weblog
Meest recente berichten : Het gebeurde ergens in de Indonesische archipel
-
Thomson
Nassauschool Soerabaja
Depok
Wie is deze familie
Wolff
Tankbataljon Bandoeng 1939
Is de bruid Günther?
Wilde en Waldeck
Brouwer en Hagen XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXX
Kerst 1930 a/b Baloeroan naar Indië
XXXXXXXXXXXXXXBertha Lammerts van Bueren-de Wit
XXXXXXXXXX zwieten 214
Bisch
!!!!!!!!!!!Detachement Verbruiksmagazijn, Hollandia
van Hall
Smith
Emy Augustina
Detajongens
von Stietz
de Bar
Soerabayaschool ca 1953
Wie zijn dit ?
Damwijk
Klein
IJsselmuiden
van Braam
Zuiderkruis
Foto
Koster
Versteegh
Baume
Falck
Boutmy
Otto
oma Eugenie Henriette Smith
Meliezer-Andes
christelijk lyceum bandoeng
christelijk lyceum bandoeng
Saini Feekes
Mendes da Costa
Anthonijsz
Bromostraat
Wie?
Tambaksari/Soerabaja-1946
Ornek
van Dijk
.Haacke-von Liebenstein
Theuvenet
Sollaart
Berger-de Vries
Foto's gemaakt door Henrij Beingsick
Augustine Samson-Abels
Samson
Huygens
Hartman
Otto en Winsser
Marianne Gilles Hetarie
Constance en Pauline
Versteegh
Lotje Blanken
Charlotte Hooper
John Rhemrev
Schultze
W.A. Goutier
Otto-Winsser
Bastiaans
Verhoeff
Beisenherz
Stobbe
Wendt-van Namen
Harbord
Pillis-Reijneke
Nitalessy-Papilaja
Reijneke
Oertel-Damwijk
Bruidspaar te Semarang
Daniel
Krijgsman
van Dun
Ubbens en van der Spek
Kuhr
Oertel
Nijenhuis-Eschweiler
Wie ben je
Philippi-Hanssens
Tarenskeen-Anthonijsz
Hoorn-Dubbelman
Mendes da Costa
Palembang
Deze slideshow vereist JavaScript.
Mooi. Blijven herdenken en denken aan een afschuwelijke tijd.
Gewoon even goed lezen wat hier verteld wordt
en wel door wie. ”
” Zie de INDO’S .”….., en de onzin hierop volgend.
Is het niet intens treurig,dat zulke verhalen rond zwerven.
siBo
H.C.P. Giesbers is vice-voorzitter van de Stichting Herdenking Birma-Siam Spoorweg en Pakan Baroe Spoorweg (SHBSS).
Pakan Baroe Spoorweg herdenkt jaarlijks in augustus de slachtoffers van deze Dodenspoorwegen.2012
De overlevenden
Toen de spoorweg klaar was werden de krijgsgevangenen en dwangarbeiders, die het drama hadden overleefd en niet achter moesten blijven voor onderhoudswerkzaamheden, over de door hen zelf gebouwde spoorlijn teruggebracht naar de kust.
Ze passeerden daarbij alle helse plaatsen die inmiddels veelzeggende namen hadden gekregen zoals bijvoorbeeld: Choleraheuvel, Dodendal 1 en 2 en Strontkreek.
Een deel van de gevangenen was bestemd voor arbeid in mijnen en fabrieken in Japan.
De Indo’s (die donkerder van uiterlijk waren en door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien) waren hiervan vrijgesteld; zij bleven in Thailand en Birma
fbakker
aan dhrr. Bo Keller .
ik heb géén onjuistheden gelezen in wat dhr H..Giesbers
zou hebben geschreven.
Toegegeven, als ex-BS spoorwegwerker kon ik toen en ook nu niet
alles weten ,wat daar aan die 415 km lange spoorweg is gebeurd.
Daarom later heel veel over gelezen. Binnenkort te verwachte herdruk
boek over BSS,bestseller 1947,door Brits pow officier,met apart( hoofd)stuk over “they call themselves Indische jongens” .Deze man is in 1950 naar Indonesia gegaan , is zelfs meermalen door pres.soekarno
ontvangen.
30 augustus a.s. ,ben ik en ook dhr.Giesbers in Bronbeek voor de
jaarlijkse Reünie/herdenking. Goede gelegenheid voor ontmoeting ook
met andere spoorwegveteranen.
fb
Hr.f bakker.
Daarom verwachtte ik ook niet dat hij dit onderstaande plaatste.
# De Indo’s (die donkerder van uiterlijk waren en door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien) waren hiervan vrijgesteld; zij bleven in Thailand en Birma #
Zijn ”Indo’s” VRIJGESTELD van het slavenwerk in Japan na
hun slavenwerk aan de spoorbaan.
Ik had enkelen gekend en nog wel die ”donker” van uiterlijk waren
en naar Japan afgevoerd werden.
Is naar deze menselijke trekjes van de Japanners onderzoek
gedaan.
siBo
hr.Keller
het vervelende van de Japanners in die tijd was o.m.
dat je vaak niet wist wat ze bedoelden of van plan waren.
Diverse van mijn Indische vrienden zaten in Mei ’44 in andere kampen en werden wel naar Japan getransporteerd, Ik zat toen in een kamp
waar alleen de blanke pow’s in de Japan Party werden ingedeeld.
Ach, je dacht maar “apa boleh buat” en “podoh waih” alles Russische roulette toch?
fb
Hr.f bakker,
Nah nu zegt U het zelf, en dat is niet ”podoh waih”
”Diverse van mijn Indische vrienden zaten in Mei ’44 in andere kampen en werden wel naar Japan getransporteerd,”
Maar om dit op papier te zetten,dan moet je wel een grondige studie
van gemaakt hebben.
En dan,komt bij de vraag naar boven,komt ’t om hun donkere
uiterlijk of andere menselijke roerselen van siJepang.
# De Indo’s (die donkerder van uiterlijk waren en door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien) waren hiervan vrijgesteld; zij bleven in Thailand en Birma
siBo
Lees bijv het stukje van de Hr.Hakkenberg,
dat hij naar Japan werd gedirigeerd na
de voltooiing van de dodenspoorweg.
Nmi een wel duidelijk herkenbare Indischman.
En nogmaals wat is de reden dat deze ONZIN in het verhaal
onder titel en naam vermeldt wordt.
#Deze afschuw gaf hem de sterke wil zijn leven toch niet op te geven. En waarachtig, hij bleef toen in leven en zag daarna zelfs kans alle ellende van het werken aan de ‘Death Railway’ tot aan de voltooiing te overleven.
Daarna werd hij per schip vanaf Singapore op transport gesteld naar Japan om ergens te gaan werken. De ‘slaven’ moesten onder in het ruim gaan slapen. Geo herinnerde zich het torpederen van #
siBo
hr.Keller ,
ik denk dat we afdwalen . Maar zaterdag , 30 augustus ben ik in Bronbeek .U schijnt daar goed bekend te zijn zodat we mogelijk die
BS-spoorweg tentoonstelling kunnen zien en de directeur v/h Museum
kunnen spreken.
voor de Herdenking in September van de Slachtoffers van de Japanse
Zeetransporten in Bronbeek ,ben ik ook uitgenodigd . Dus ben ik daar
nogal kort achter elkaar , gelegenheid voor museum bezoek en gesprekken. Uw reactie lees ik hier dan wel. Tot ziens in Bronbeek!
fb
Hr.fbakker,
U heeft volkomen gelijk en weet redelijk de weg in Bronbeek
te vinden ook mede door mijn verblijf van enkele jaren op
het landgoed.
Verdwalen is zeer zeker uitgesloten. Weet wel van enkele
personen die hier de weg kwijt zijn geraakt.
siBo
Misschien kan ik ter gelegenheid van de komende herdenkingen op het
landgoed ”Bronbeek” U en Uw meegenomen kleinkinderen en bekenden
een beetje wegwijs maken in de Birma/Siam expositie in het Museum.
Ik heb alvast een meevaller voor u: Er zijn geen kosten aan verbonden
gedurende deze herdenkingsdagen.
Mijn route gaat over het tentoongestelde Japans prestige object,
die mooie spoorbaan dwars door moerassen, jungle, over rivieren en verdere onbegaanbare trajecten,
die U en vele andere lotgenoten hebt helpen bouwen.
Die spoorweg is nu te zien als een steriele ”VLOERLOPER”, waarop wel heel netjes zijn aangegeven
de afstanden in kilometers, stations en andere markante plaatsen.
Ook de spierwitte kruisen van de massagraven van Uw omgekomen lotgenoten zijn te zien. In werkelijkheid waren het wat gekruiste latten die door vrienden werden geplaatst om
de mishandelde en uitgeputte overledenen nog een laatste menselijk eerbetoon te geven.
Het museum vermeldt hierover niets.
Vertel Uw meegebrachte familie over de Hellfire-pas, het Dodendal
of Strontkreek, daar het Museum deze details weglaat.
Uit respect voor Japanse gevoeligheden.misschien !?
U treft 3 nu uitgeschakelde video apparaten aan, waarop voorheen een
Japanse Hooggeleerde dame hare visie over het wel en wee van de Japanse militairen naar voren brengt. De arme donders.
Wel wordt het duidelijk hoe U daar, hard werkend in de jungle, aan gereedschappen
bent gekomen. Volgens de Japanse geleerde kwam een meevoelende Japanse
commandant op het idee om uit zijn eigen karige militaire inkomen
voor U op de vrije markt gereedschappen te kopen.
Dat eten, medicijnen, behoorlijke onderkomens en dergelijke ook nodig waren voor het welzijn van de krijgsgevangen slaven, …… tsja !!
De Japanse soldaten en ingenieurs hadden zo ver van huis ook ontberingen moeten ondergaan.
Verder lopend over het spoor treft U iets verderop de helft van een uit een Japans museum geleend duur gesigneerd schilderij aan, voorstellend één voor U toen normale werkdag aan het spoor.
Indrukwekkend beeld, helaas zoals gebruikelijk in dit Museum niet voorzien van enige toelichting.
Niets over de erbarmelijke leefomstandigheden, niets over de eeuwige honger en dorst, niets over de lange werkuren, niets over de barbaarse straffen voor het geringste vergrijp. Niets ook over de duizenden doden die het Japanse prestige project heeft gekost.
Van die gruwelijke informatie zouden bezoekende Japanse
zieltjes trauma’s kunnen krijgen.
ook van bijvoorbeeld deze prenten, die uit het oog van het publiek in de Bunker van het Museum zijn opgeslagen
”Afbeelding verwijderd door afzender. Afbeelding verwijderd door afzender. gezicht op krijgsgevangenkamp aan de Birma-spoorweg”
Misschien hebben U en uw aanhang nu waarschijnlijk al door, hoe deze tentoonstelling in het RIJKSMUSEUM ”BRONBEEK”
Uw bijdrage aan het slavenwerk in beeld brengt.
Met weinig aandacht voor waar het werkelijk om zou moeten gaan:
De grove Japanse schendingen van de menselijkheid en het ongelooflijke leed onder krijgsgevangenen en Indonesische dwangarbeiders, de remoesja’s, als gevolg daarvan.
U kunt de tocht beëindigen in zaal 4, die zo is ingericht dat u Uw diepste eerbied kunt betuigen voor
het symbool van de Japanse natie, de rode bol. U krijgt ruimschoots de tijd voor uw buigingen en knievallen. De kenners kunnen er nog “Bangsai Nippon” bij mompelen.
Vindt u dat de tentoonstelling de werkelijkheid zo goed mogelijk heeft benaderd? De meningen van U en uw gezelschap worden door het Museum zeer op prijs gesteld. U kunt die vastleggen in het Gastenboek bij de uitgang.
Ik kijk hiernaar uit.
siBo
Als ik het goed begrijp richt Pak Bo zich in zijn stuk van vandaag speciaal op de oud krijgsgevangenen die aan de Birmaspoorweg hebben moeten werken en in het Bronbeek Museum gaan zien hoe daar hun vroegere werkterrein en zware leven onder Japanse laars voor het nageslacht in beeld is gebracht.
Wijlen mijn vader werkte ook aan die spoorweg, maar heeft er niet veel over verteld. Alleen wat anecdotes, zoals het verhaal dat zijn jongste broer Paul en nog een paar andere gevangenen in het gelid moesten staan om te worden afgeranseld en dat de kleine Paul bij de eerste klap die zijn buurman kreeg, “al van de luchtdruk” omviel – hahaha. Ook wilde mijn vader wel vertellen dat hij er bij was toen Wim Kan in compleet Sinterklaas tenue een voorstelling voor de krijgsgevangenen gaf.
Niettemin heb ik geprobeerd mij voor te stellen hoe het zou zijn om te worden afgebeuld in de tropenhitte, ziek, doodmoe, ondervoed, met eeuwige dorst, onder voortdurende druk van wrede bewakers, dag in, dag uit en jaar in, jaar uit. Het is mij niet gelukt.
Ik kan mij daarom best indenken dat het voor ieder museum ontzettend moeilijk is, om het bezoekende publiek te laten invoelen hoe het toen en daar was. Maar men kan wel zijn uiterste best doen om de werkelijkheid zo dicht mogelijk te benaderen.
Als niet ervaringsdeskundige heb ik 2 x de tentoonstelling bezocht, laatstelijk ergens in de lente van dit jaar. Het geheel kwam op mij steriel over en ontbeerde naar mijn smaak voldoende toelichting. Verstilde beelden, waar achter nauwelijks verband en verhaal stak.
De forse Japanse vlag die ergens een ruimte domineerde vond ik ook storend. Ik kan mij dus heel goed voorstellen hoe die mensen die het allemaal nog hebben meegemaakt, zich onder die vlag zullen voelen.
In een bepaalde ruimte zijn zaken in vitrines onder de vloer tentoon gesteld. Men moet zich bukken of diep buigen om die zaken beter te kunnen zien. Tegelijkertijd buigt men dan voor de Japanse vlag voornoemd.
Ik geloof dat Pak Bo het over die ruimte heeft (zaal 4) in de voorlaatste alinea van zijn verhaal. Aangezien ik door mijn stramme knieën rechtop ben blijven staan heb ik de knieval voor “de kokkie” niet gemaakt, maar anderen kunnen zich wel hebben gestoord aan die vreemde opstelling.
Tja …. ik heb begrepen dat achter de inrichting van die tentoonstelling nogal wat Bobo’s hebben gestaan en iets waar Bobo’s achter hebben gestaan krijg je als gewoon mens niet zo maar in beweging.
Pak Bo (NIET 2 x, dus NIET Pak BoBo) hoopt dat de bezoekende ervaringsdeskundigen – hoeveel zouden het er nu nog zijn? – hun mening over de tentoonstelling van een deel van HUN leven ongezouten zullen geven, via het gastenboek.
Ik hoop van ganser harte dat de BoBo’s van het Museum goed kunnen lezen en zich de opmerkingen van de ervaringsdeskundigen ter harte zullen nemen.
Wie weet …..
Pak Pierre
Ik wil dhr Bakker melden dat ik wel onjuistheden heb gelezen in het schrijfsel van dhr Giesbers. Afgezien van de opzienbarende woorden die de geachte Heer Bo Keller reeds heeft gemeld.
1)………….Hoewel de Commandant van de Britse Troepen geïnformeerd was over de inscheping van de Japanse invasietroepen vanaf 4 december 1941 aan de oostzijde van de Golf van Thailand, durfde hij op 7 december de beslissing tot de geplande ‘pre-emptive move’ niet aan, omdat hij vreesde dat de Japanners in een Britse aanval het excuus zouden vinden de oorlog te beginnen. ….
Een “pre-emptive strike” is een aanval die een militaire eenheid van het ene oorlogvoerende land uitvoert op een eenheid van de tegenstander, om een verwachte actie van die tegenstander te voorkomen. Dat betekent dat de term een context van OORLOGSVOERING vooronderstelt. De Britten wilde dat niet omdat de Jappen in een Britse aanval het excuus zouden vinden oorlog te beginnen. Maar de Japanse aanval zou desondanks beginnen , dus oorlog hoedanook,,,,,, Een aanval van de Britten betekent oorlog, afgezien daarvan dat de beslissing dienaangaande vanuit London moest worden gegeven, daar kan een commandant niet aan. ……M.a.w.Ik snap die redenring van dhr Giesbers niet, maar ik snap meer niet van hem.
2)…..Toen de krijgsgevangenen, genadeloos opgejaagd door de Japanse ingenieurs en bewakers toch achter raakten op het schema, rekruteerde het Japanse leger – onder valse voorwendsels – ongeveer 200.000 inwoners uit de door hen bezette gebieden die de krijgsgevangenen moesten versterken; de z.g. Romusha’s. ………………Ik dacht dat het begrip Romusha’s slaat op gevangenen van het eiland Java/Sumatra en nu betrekt dhr Giesbers het op alle Aziatische gevangenen, dat is een totaal nieuw gezichtspunt voor mij. Hij is wel erg precies waar het om het aantal spoorbielzen en gewicht van stenen aangaat maar welke naam het bruine diertje moet hebben slaat hij volledig in het duister
3)…….Een deel van de gevangenen was bestemd voor arbeid in mijnen en fabrieken in Japan. De Indo’s (die donkerder van uiterlijk waren en door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien) waren hiervan vrijgesteld; zij bleven in Thailand en Birma……………………..
Hier spreekt dhr Giesbers zich volledig tegen want even later heeft hij het over Romusha’s, donkerder van uiterlijk en dus in de ogen van de Japanners ook mede-Aziaten en die “Romusha’s werden door de Japanners behandeldzo mogelijk nog slechter ”.. warom hij die zin geschreven heeft is mij volledig duister, ik heb daar alleen donkere gedachten over
4)…….De reden dat de Nederlanders zolang in Thailand moesten blijven, hing samen met de opstand op Java. De Nederlandse regering wilde dat de militairen beschikbaar bleven om de opstand in Indië te helpen onderdrukken. Dat ging echter niet zo makkelijk, want de Engelsen wilden geen schepen ter beschikking stellen en ook niet meewerken aan de Nederlandse herovering van Indië. ………………………Hier komt een veelvuldig voorkomend Nederlands dementie-verschijnsel naar voren dat vergeten wordt dat op 17 Augustus 1945 de Republiek Indonesie werd uitgeroepen, Misschien wordt daardoor de twijfelachtige houding van de Engelsen verklaard.
Een en ander geeft reden om dieper op de zaak in te gaan. Ik kom er later op terug.
Het “vrijwillige ” werkers/arbeiders werden vaak geronseld uit de bevolkingsgroepen van de overwonnen /bezette landen.
Het is bijna “normale” gebruiken om bijna gratis werkkrachten te ronselen .
Ten tijde van Daendels had men ook plaatselijke bewoners uit de dichtbij zijnde dorpen “geronseld” om de weg van Anjer(West Java) tot Panarukan (Oost Java) aan te leggen.
Hoeveel kerkhoven had men toen moeten aanleggen voor de gestorven werkers die de rodi werken niet hadden overleefd ?
Door honger, malaria, dysentrie etc.
Toen was het bijna normaal , nu gaan we steigeren .
Pak Surya,
Volgens mij ,nu we gaan steigeren ister verschilnya .
De Kolonisators noem ze maar op mis-bruikten tbv.
hun eigen belangen de
gekoloniseerde volkeren op een schandalige wijze
1942 de Aziatische bevrijders van deze gekoloniseerde
Aziatische volkeren gebruiken de op vrijwillige basis verkregen
Aziatische vrijwilligers om één groot Azië te verwezelijken.
op een verschrikkelijk mens onterende manier.
De ene om zijn eigen zakken te spekken
en de andere om eindelijk beter van te worden.
Resultaten, bij de eerste nog steeds in goede staat
aanwezig.
en van de laatste kan ik ’t niet zeggen.
siBo
@ Pak Bo,
Moet wel verteld worden dat de Japanse (Aziatische) “broeders”in het begin als “bevrijders” werden gezien.
Dus massaal gingen de Nederlandse Onderdanen NIET Nederlanders aan het klappen geweest toen ze de intocht van de Japanse “vrienden” hadden verwelkomd .
Tot onbegrip van vele Nederlanders en Indische Nederlanders ( zie uitspraak van dhr H.B)
De vijand van onze vijand is toch onze vriend ?
Zie de 3A beweging die mislukt was.
Want de Indonesiers hebben hun eigen agenda .
Indonesia merdeka.
En niet meer de melkkoe van vreemde volkeren .
Nou we toch aan het steigeren zijn.
Wat is er bekend over deze vrijwilligers ’t waren toch
iets meer dan een paar duizend,dacht ik
Ik heb deze ”mensen” gezien en wij hebben onze
toen nog schamele kost met hun gedeeld.
wat is er van hun geworden.
Ik weet alleen dat bij Simpang Tiga een monument
van de slachtoffers van de Janyu Maru staat.
siBo
Niet alleen in het begin hoor. Bijna op het einde bogen de leiders nog als knipmessen om de onafhankelijkheid van Terauchi dankbaar in ontvangst te nemen. En zwaaiden ze daarna in Batavia massaal met de roodwitte vlaggetjes ( maar wel in ander design!).
Pak Bo
er zijn hoogstens schattingen van romusha(arbeider) die naar verre landen waren gestuurd.
Terwijl in totaal mss miljoenen zijn die op Java, Sumatra , en naar buiten gewesten waren gestuurd.
De meesten hadden het moeilijk (honger/ ziekte etc), er zijn duizenden gestorven , hoeveel precies ???
Dat weet niemand.
In Banten(West Java) hadden ze geprobeerd om te tellen, wie is terug gekomen, wie niet .
Voor wie precies wil weten over wat er met de romusha’s gebeurde ná de Japanse capitulatie (15 augustus 1945), leze het essay ‘Einde van een vergeten drama’ dat ik, Henk Hovinga, in 1996 schreef op verzoek van het NIOD. Deze studie is in eerste instantie gepubliceerd in het boek ‘Tussen Banzai en Bersiap’ (SDU uitgevers, Den Haag) ISBN 90 12 08251 X. Een herdruk verscheen in 2005 onder de titel ‘Het vergeten drama’ als slothoofdstuk van mijn boek ‘Met de Dood voor Ogen – Overleven in de strijd om Indië’. (Uitgeverij Van Wijnen, Franeker) ISBN 90 5194 278 8. Dit boek is uitverkocht, maar ik heb nog enkele, laatste exemplaren. >henk.hovinga@tiscali.nl<
Het artikel van Henk Hovinga is in het Engels online te lezen in het boek “Asian labor in the wartime Japanese Empire” dat werd samengesteld door Paul Kratoska. Zie: http://books.google.nl/books?id=-zvDJV3s6tAC&printsec=frontcover&dq=isbn:997169333X&hl=nl&sa=X&ei=l_eYUrX-AuiL0AXrgoHYDw&ved=0CDUQ6AEwAA#v=onepage&q&f=false
Misschien heeft iemand ook een boek geschreven over;
)…….Een deel van de gevangenen was bestemd voor arbeid in mijnen en fabrieken in Japan. De Indo’s (die donkerder van uiterlijk waren en door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien) waren hiervan vrijgesteld; zij bleven in Thailand en Birma
“t Moet haast wel, want waar haalt de vice-voorzitter de Hr.Giesberts Lt.Kol.vlieger bd.
de voor mij totaal nieuwe grootmoedigheid van Japan tav.deze (?) indo’s.vandaan.
siBo
” gepubliceerd in het boek ‘Tussen Banzai en Bersiap’” Klopt, vanaf p 73. Er staan overigens ook andere interessante zaken in.
Pak J.A.Somers,
Verrassing op verassing voor me , eerst een meevoelende
Japanse commandant die op de vrije markt gereedschappen
kocht voor die arme sloebers zodat het zware werk verlicht werd.
Ten tweede, dat vanuit de (hoeren) eerste trein dat over het
gereed gekomen traject reed etenswaren naar de arbeiders
werden gegooid . (uit dankbaarheid misschien!)
En nu donkere gekleurde Indo’s bespaart gebleven van de zee-
transporten- werk in de mijnen/ scheepswerven ed. plus geen
slachtoffers van de atoomaanval op Nagasaki.
Wel vreemd, dat ik van enkele nmi wel donkere Indo’s weet die
deze verschrikkingen wel aan lijve hadden ondervonden.
Zal wel door een kleurdove Nip op de verkeerde lijst geplaatst.
zijn. Klein foutje,kan gebeuren met al die overlevende aantallen.
Ik heb wel’ns gelezen van de Japanse ”telleritus”.
Hr.Somers ,bedankt voor de informatie en wederom gebleken
dat men nooit te oud is om te leren.
siBo
Dhr Atmadja: Het is bijna “normale” gebruiken om bijna gratis werkkrachten te ronselen .
Wat is normaal?
Ik denk dat we hier een zwarte bladzij in de geschiedenis van Indonesie opslaan en een gevoelige snaar raken, zoals ook naar voren komt in mijn gezoek op het internet.
Toen de autobiografe Cindy Adams ir. Sukarno direct vroeg over zijn betrokkenheid bij het ronselen van romusha’s, antwoorde hij.
“Als ik duizenden moet opofferen om miljoenen te redden, dan doe ik dat. Wij waren gewikkeld in een strijd op leven en dood. Als leider van dit land kan ik mij de luxe van gevoeligheden niet veroorloven.
Dit pleit Nederland natuurlijk niet vrij van de misdaden die zij in de kolonien gedurende hun hele bewind to 1949 heeft gepleegd, maar ik wil alleen maar aangeven dat ieder land zijn geschiedenis dient te beschrijven, zonder bemoeizucht van buitenaf. Daarbij is het niet verboden onderbouwde kritiek te gegeven.
De inzet van Romusha is in de Indonesische geschiedenisboeken tot omstreeks 1974(?) summier beschreven .
Moet voor de zekerheid de Sejarah Nasional Indonesia 6 dln nog 1x doorbladeren.
Tegenwoordig zijn er diverse site’s waar de rol van Sukarno werd bekritiseerd.
Maar dan las ik dat mijn vaak jongere landgenoten de rol van andere leiders zoals Hatta o.a vaak vergeten.
De boeman was altijd Soekarno geweest , bij de Nederlanders was hij bekend als de collaborateur.
Terwijl de meeste nationalisten uit die generatie vaak of neutraal/onverschillig of enthousiast waren over de komst van de Japanners .
Bijna de hele ambtenarij . leraren , arbeiders, scholieren, gewone mensen waren in het begin enthousiast gemaakt, tot dat ze merken dat ze belazerd werden door hun Aziatische “broeders”.
Dus als jongere generatie Indonesiers zo maar zaken schrijven zonder onderzoek te doen dan neem ik hun kwalijk , zeker als er historici dat ook beweerden.
@ Pak Jan.
Het is gewoon een feit dat de eerste lichting van Inlandse leiders, later nationalisten leiders eerst samen werken met de Nederlanders , of op zijn minst de aanwezigheid van in feite bezetters gedogen.
Omdat ze niet anders kunnen door erfenis van hun voorouders , zie de Korte Verklaring.
Behalve de adel die trouw blijven en in dienst zijn bij hun vorsten/sultan heb je ook de prijaji’s die verbonden waren als Inlandse BB met de Nederlanders.
Hun samenwerking (of is het collaboratie met de vijand =Nederlanders ?) stopte met ingang van de inval van Japan.
De meesten hadden in het begin samen gewerkt met de “broeders” uit het Oosten( 3A beweging) tot dat ze wakker werden wie de Japanners waren.
Zijn die groep/generatie nationalisten dan heuler met de vijand
( Japan ?) .
Ik denk van niet .
Dat ze tot de overgave van Japan nog steeds buigen is een feit , wil niet zeggen dat ze het graag doen.
Daarna werden sommige Japanse soldaten en mensen van de Kempetai aangevallen en gedood.
Nou … als we allemaal maar niet vergeten onze indrukken over de tentoonstelling op te schrijven in het gastenboek * na een bezoek aan Museum Bronbeek.
Pak Bo kijkt er naar uit.
Pak Pierre
* Van mij mogen die indrukken ook op I4E komen.
Pak Pierre,
Ja dat had ik ook door
Tja …. ik heb begrepen dat achter de inrichting van die tentoonstelling nogal wat Bobo’s hebben gestaan en iets waar Bobo’s achter hebben gestaan krijg je als gewoon mens niet zo maar in beweging.
Na diverse gesprekken en wat brieven waar ik nul komma nul
steun of schrijven van kreeg diende ik een rekest in bij
Hare Majesteit de koningin voor een waardiger opstelling en
tevens aan Defensie staf voor bemiddeling in deze kwesties.
Het resultaat was grandioos en over de bemiddeling niets
anders dan lof.
Helaas ,gaat museum”Bronbeek” nu verder op de hun bekende
botte toer en wel met voorbij gaan aan de gevoelens van
de inwonende en oudere mensen,door het plaatsen van objecten
gezien vanuit een pure Japanse visie.
Hierbij hoop ik,dat de Bobo’s nu ‘ns de kumpulan niet
als hun hoofd bezoek gaan zien ,maar nmi de Japanse
achter-tuin eens door te spitten.
siBo
.
Voordat we het vergeten
siBo
Jeroen Brouwers
Steeds dezelfde zon
de spoorlijn in Burma. Onder iedere
biels ligt een dode, iedere meter is doordrenkt van bloed.
In memoriam zoveel duizend, zoveel duizend.
Het gebeurde in onze dagen, in ons leven en in dat van onze ouders
bo keller, on 26 augustus 2014 at 22:48 said (onder meer):
Quote
Helaas ,gaat museum”Bronbeek” nu verder op de hun bekende
botte toer en wel met voorbij gaan aan de gevoelens van
de inwonende en oudere mensen,door het plaatsen van objecten
gezien vanuit een pure Japanse visie.
Hierbij hoop ik,dat de Bobo’s nu ‘ns de kumpulan niet
als hun hoofd bezoek gaan zien ,maar nmi de Japanse
achter-tuin eens door te spitten.
Unquote
Koerang adjar, zeg. Hoe durven ze, nadat je rekesten aan Trix en de defensiestaf een grandioos resultaat hadden?
Als de BoBo’s van Museum Bronbeek de bemiddeling van Trix en de defensiestaf blijkbaar aan hun laars lappen, wat doet je dan hopen dat ze nu ineens uit zichzelf de “Japanse achtertuin” gaan doorspitten?
Ik denk dat BoBo’s, alle BoBo’s, alleen maar naar nog belangrijkere BoBo’s luisteren. Die moet je dus zien te vinden en winnen voor je zaak.
Dit is het resultaat van mijn gedegen SWOT-analyse.
Pak Pierre
Hoe komt het toch dat als je Bobo wordt het bekende kinderliedje
“Nina Bobo” je lijflied wordt?
Huib
Surya Atmadla op 25 aug.19.32u zei oa.;
Bijna de hele ambtenarij . leraren , arbeiders, scholieren, gewone mensen waren in het begin enthousiast gemaakt, tot dat ze merken dat ze belazerd werden door hun Aziatische “broeders”.
BELAZERD,!! Bij duizenden op een verschrikkelijke wijze om-
gekomen in de gehele Archipel en daar buiten.
Levende lijken tot in Nw.Guinea aangetroffen,
de Lobang Jepang W.Sumatra niets meer bekend van de
toen daar werkende Aziatische Vrijwilligers.
Misschien worden deze ”belazerde” Indonesiërs ook
wel in Indonesië herdacht.
siBo
getroffen.
Pak Surya door wie zijn ze eigenlijk belazerd en met duizenden de dood ingejaagd?
Hun Äziatische broeders?” Siapa itu?
Huib
Misschien iets voor onze hoogedelgeleerde advocate Prof. Mr. Dr. Liesbeth Zegveld om uit te zoeken.
Van al die duizenden slachtoffers zullen er vast nog wel een hele boel nabestaanden zijn te vinden voor wie compensatie valt te vorderen, ditmaal dus van het Japanse Keizerrijk.
Iedere nabestaande Euro 20.000 (de “Rawa Gedeh Norm”) plus een Toyota, als Japan het beter wil doen dan die gierige Hollanders.
Pak Pierre
Het beginkommentaar van de geachte Heer Bo Keller heeft me aan het denken gezet en ik heb de vlucht genomen zoals sommigen beweren. Ik bedoel daar wel mee de vlucht naar voren want ik hou niet van achteruit aanvallen laat staan van achteren schoppen.
Het gaat hier om de dubieuze woorden van ene Heer Giesbers, die blijkt Vice voorzitter van de Stichting SHBSS.te zijn.. Zijn woorden zijn van een zo’n een schofferende en beschamende aard dat ik in de pen geklommen ben en heb een brief opgesteld.
Deze brief heb ik zowel aan de Stichting,als aan de website indischhistorisch.nl met afschrift aan de geachte Heer Keller gestuurd
Hierbij mijn open brief
Het artikel van dhr Giesbers verschenen op http://www.indischhistorisch.nl/
en wel onder “Oorlog en Bersiap | Birma-Siam Spoorweg en de Pakan Baroe Spoorweg. Deel 8 De tragedie van de Birma-Siam Spoorweg”
werd mij onder de aandacht gebracht van dhr Bo Keller op de blog indisch4ever.nu. Dhr Giesbers van de Stichting Herdenking Birma-Siam Spoorweg en Pakan Baroe Spoorweg (SHBSS) doet hier wel een opmerkelijke en dubbelzinnige uitspraak
citaat: Een deel van de gevangenen was bestemd voor arbeid in mijnen en fabrieken in Japan. De Indo’s (die donkerder van uiterlijk waren en door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien) waren hiervan vrijgesteld; zij bleven in Thailand en Birma.
Aangezien dhr Giesbers op empirische wijze een kleuronderscheid maakt, kan hij aangeven wat precies een Indo van donkerder uiterlijk is en wat betekent “donkerder” dan wat?? Ik ken blonde en roodharige Indischen en ben dus benieuwd hoe dhr Giesbers aan zijn door ondervinding beleefde opmerking komt.
Ik voeg daar tevens aan toe dat de Indische maatschappij een koloniale
dus per definitie een rassistische maatschappij was waarbij aan kleur dwz aan het kleurenonderscheid een onderscheidende dus superieure plaats werd toegekend. De duiding van dhr Giesbers van donkerder past precies in een neo-koloniale, dus rassistische orientering.
Maar wat mij in eerste instantie opviel en daarna ten zeerste irriteerde is de opmerking dat “de Indo’s door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien en vrijgesteld werden van een reis naar Japan ”
Aangezien dhr Giesbers aanneemt dat geen verdere uitleg nodig is, betekent de zin dat de Japanners aan de Indo’s een voorkeurspositie gaven, zij werden vrijgesteld van het vervelend en dodelijke werk in Japan i.t.t. tot hun minder donkere soortgenoten dwz de blanken.
Wat dhr Giebers hier met weinig woorden wil zeggen is dat de Indo’s dankzij de Japanners het werk aan de Birma spoorweg hebben overleeft (sic).
Ik werp daar tegenin dat ik begrepen heb van ervaringsdeskundigen dat ook donkerder van uiterlijk,dus Indo’s, naar Japan werden gestuurd.
Dhr Giesbers spreekt zichzelf ook eens tegen door in hetzelfde artikel te schrijven dat “De Romusha’s werden zo mogelijk nog slechter behandeld”. En Romusha’s waren toch ook mede-Aziaten, of heeft dhr Giebers een andere mening?
Wat mij het meeste rriteert is dat hij de nagedachtenis van wijlen mijn oom en andere Indo’s , die zelf aan de spoorweg gewerkt hebben op deze groffe en onzindelijke manier besmeurt. Mijn oom en de zijnen hebben nooit en te nimmer dankzij de Japanners het kamp en het werk aan de spoorweg overleeft. Daarentegen betekent dat wel dat hun overleden kameraden zeker hun dood aan de Japanners te danken hebben. Dhr Giesbers trekt hierbij de goeder trouw van mijn oom en zijn Indische lotgenoten aan Koningin en Vaderland in twijfel en dat vind ik een misselijke streek.
Ik verwacht zeker van een bestuurslid van de stichting (SHBSS) een afgemeten houding en dat hij zich zorgvuldig uitdrukt dat in het maatschappelijk verkeer betaamd, aangaande slachtoffers van de Birmase spoorweg. Hij veronderstelt deze personen te vertegenwoordigen , maar deze waardigheid mis ik ten enenmale bij dhr Giesbers.
Wil de stichting haar geloofwaardigheid herwinnen, dan dient zij gepaste maatregelen te nemen, om zulke faux pas in de toekomst te vermijden. Ik kan wel naar een herdenkingsbijeenkomst op 30 Augustus gaan om publiekelijk rekening en verantwoording te vragen aan dhr Giesbers, maar dat lijkt mij een ultieme maatregel.
Ik heb er vertrouwen in dat de stichting zelf haar boontjes kan doppen.
Wat dhr Giesbers betreft zou ik het volgende nog willen toevoegen, ikzelf was reserve-officier bij de Koninklijke Marine (LTZSD2KMR) .Alhoewel ik kort in dienst ben geweest (17 maanden) heb ik aan het opleidingsinstituut KIM waar ik docent was, wel het één en ander van eer meegekregen: een militair houdt de eer aan zichzelf.
Peter van den Broek
Via Pasubio 4
70017 Putignano BA Italia
vandenbroek@libero.it
“dat “de Indo’s door de Japanners als mede-Aziaten werden gezien” Volgens Sjahrir waren Indo’s landskinderen en dus welkom in Indonesië.
In de Japanse Nanyo paste Indië in de Nieuwe orde, de Gemeenschappelijke Welvaartssfeer in Groot-Oost-Azië. In afwachting van een definitieve verwijdering uit de Aziatische samenleving moesten de Europeanen in kampen worden ondergebracht. Volgens de rassenregistratie waren Indo’s belanda indo, en hoefden niet in het kamp. Wel de belanda totok en de belanda kira kira betoel.
Voor de goede verstaander:
Ik was in een discussie gewikkeld en plotseling zei mijn zoon: je bent bezig met een SWOT-analyse. Toen dacht ik, (mijn zoon zit in zijn vijfde en laatste jaar) hij heeft toch wel wat op de Bedrijfsschool van Philips in Eindhoven geleerd (vrij naar dhr Somers). Dat kan ik gezien de analyse van anderen niet zeggen
Erebegraafplaats Kanchanaburi
Vandaag de dag onderhouden Thaise tuinlieden de grote krijgsgevangenen erebegraafplaatsen van de “Commonwealth War Graves Commission” en de Nederlandse Oorlogsgravenstichting in Kanchanaburi en Chungkai. Thanbyuzayat is de rustplaats voor meer dan 3.000 geallieerde krijgsgevangenen. In Kranji in Singapore liggen nog meer doden begraven, velen slachtoffers van deze beruchte spoorweg. Onbekende geallieerde krijgsgevangenen liggen diep in het tropische oerwoud, hun graven verloren onder een weelderig groeiende vegetatie die de aanwezigheid hiervan verhullen. Allen liggen ver van hun thuisland, Australië, Groot-Brittannië, Nederland en Indonesië
En ze krijgen nooit bezoek!
Morgen wordt de op het landgoed Bronbeek de Birma-Siam
Dodenspoorweg herdacht
Nu heeft het museum ”Bronbeek een oproep geplaatst over
het verkrijgen van overlijdensberichten van ”Slachtoffers Jappenkampen”
zie i4e dd.14 aug 2014
#Het museum heeft de berichten nodig om in het Nationaal Archief
te kunnen zoeken naar de LOTGEVALLEN van de krijgs-
gevangenen in Ned.Indië tijdens de oorlog.#
Nou dat is dan een meevaller voor het Museum,op een
steenworp afstand komen de overlevenden en nabestaanden
hun dierbaren herdenken zoals al jaren gebruikelijk op deze datum
en locatie.
Uit de eerste hand kan dan het Museum de NAMEN-RANG-STB.NUMMER ,GEBOORTEPLAATS -KAMP etc verkrijgen
van 2873 overleden mannen en begraven langs de spoorbaan.
Daarbij enkele dagen hierna de herdenking op de zelfde
locatie van de ”ZEE TRANSPORTEN”ook weer gegevens
verkrijgbaar uit de eerste hand.van honderden maar nu
van (verzo…)verdronken jonge mannen.
Mocht het misschien door de heilige Zaterdag mislopen,
dan bestaat nog de mogelijkheid om het via internet ”namen
overledenen begraven langs de spoorweg Birma/Siam”
terug te halen.
Misschien ook aardig om het door het Museum vertoonde
spoorbaan ,dat er wat KAALTJES bij staat wat op te
leuken.
siBo
Dat spoorbaantje vind ik wel waarheidsgetrouw, wat is het Maerklin of Trix. Dat is het enige waarvoor ik buig, alhoewel ik de Japanse vlag met node mis.
Pak van den Broek,
Met het opleuken bedoelde ik meer de historische gegevens.
Bijv.De Japanse bordeeltrein nam in 1943 de Birmaspoorlijn
feestelijk in gebruik.
De meisjes van plezier probeerden de ondervoede dwang-
arbeiders te troosten door ze vanuit de restauratie wagon
etensresten toe te werpen.
Of de beeldengroep van drie dwangarbeiders ze zijn groezelig
hun ribben steken door hun borstkast.
Slecht een lendendoek bedekt hun naaktheid.
Oh er is toch wel één van het museum .die er iets pakkends
weet te vinden in de van alle gemakken voorziene
ondergrondse opslagbunker en nog wel op het landgoed
zelve.
siBo
fbakker, on 22 augustus 2014 at 22:36 said:
hr.Keller ,
ik denk dat we afdwalen . Maar zaterdag , 30 augustus ben ik in Bronbeek .U schijnt daar goed bekend te zijn zodat we mogelijk die
BS-spoorweg tentoonstelling kunnen zien en de directeur v/h Museum
kunnen spreken.
Op dd 30aug 2014 de Hr.F.Bakker tegengekomen met
begeleidende Dame en naar het geprojecteerde Japans
pronkstuk gebracht ”de Birma-Siam prestige spoorbaan”.
en zoals ik het heb begrepen, zijn er ook zulke voorstellingen
in Nw.Zeeland-Engeland etc. dus niets nieuws.
Of het ook uit Japanse visie of in een Riiksmuseum waar op
enkele meters verderop gedenkingen worden gehouden
en waar de op hoge leeftijd zijnde voormalige spoorslaven nu
nog dagelijks overheen dienen te lopen.
Is me niet duidelijk geworden.?
Ook kennis laten maken met de Directeur van het Museum
en tevens met een daar aanwezige Japanse dame.
Mss. dat de Hr.Bakker een reactie hier op Indisch4Ever
kan geven over zijn indrukken over het tentoongestelde
op een steenworp afstand van de Herdenking Birma-Siam.
Daarbij maar effe gehad over nmi. de vreemde gedachte gang inz.
De Indo’s (die donkerder van uiterlijk waren en door de Japanners
als mede-Aziaten werden gezien) waren hiervan vrijgesteld;
zij bleven in Thailand en Birma……………………..
Bij het ”Gastenboek Bronbeek” was er waarschijnlijk geen
schrijfhoutje aanwezig .
siBo
‘Op Dood Spoor’ + DVD met TV-film [Het Drama Van De Pakan Baroe-Spoorweg 1943-1945] – Henk Hovinga – ISBN 9789051943641 – Bol.com €12,50
[CITAAT] ‘Op dood spoor vertelt het oorlogsverhaal dat mijn vader altijd heeft verzwegen. Zonder Henk Hovinga’s baanbrekende speurwerk zou ik nooit iets over mijn vaders torpedering (van de Junyo Maru) en over zijn dwangarbeid aan de Pakan Baroe-spoorweg in Sumatra te weten zijn gekomen. Door dit indrukwekkende boek heb ik zijn woede beter leren begrijpen.’ (Adriaan van Dis) [EINDE citaat]
e.m.
Pakan Baroe spoorweg bestaat niet meer.