Bert Paasman over slavernij

bert paasmanTrouw:
“Dat noem ik de vergeten slavernij. Naar die kolonie, vooral naar Java, zijn in totaal zo’n 600.000 mensen als slaven gebracht. Zij waren afkomstig uit India, Ceylon, Celebes, en Bali. Uiteindelijk zijn zij volledig geassimileerd. Hun nakomelingen hebben niet meer dat bewustzijn van slaven en zijn niet aan hun huidskleur te herkennen. Dat we daar minder van af weten komt ook doordat zij vaak milder werden behandeld dan in het westen. Zij waren huis-tuin-en-keukenslaven. We herkennen ze als de latere bedienden kokkie en de baboe. Maar de mensen die in de havens terecht kwamen, hadden het net zo zwaar als degenen op die op de plantages werkten.”

werkgroep caraibischeletteren:
Relaties tussen witte mannen en donkere slavinnen kwamen veelvuldig voor en werden geaccepteerd. De slavinnen moesten Nederlands leren en Protestant worden als ze gingen trouwen. Omgekeerd was een verhouding tussen een witte vrouw en een donkere slaaf uit den boze. Voor de slaaf in kwestie restte de doodstraf als de relatie aan het licht kwam.

En dit, bijna niks over slaven, een recensie van een nieuw boek over de VOC op historiek,net :
Bij uitgeverij Walburg Pers verschijnt begin september het boek De VOC. Een multinational onder zeil, 1602-1799. In dit boek wordt een panoramisch beeld geschetst van de nog altijd veelbesproken Verenigde Oost-Indische Compagnie. Naar aanleiding van de verschijning van het boek schreef historicus Jan J.B. Kuipers voor Historiek onderstaand achtergrondverhaal.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

18 reacties op Bert Paasman over slavernij

  1. Loekie zegt:

    Dat artikel uit Trouw dateert van en jaar geleden, maar los daarvan: zie ook deze site:

    http://www.kb.nl/dossiers/geschiedenis/afschaffing-slavernij-1863

    “Oost-Indië
    In Nederlands Oost-Indië werden nauwelijks Afrikanen aangevoerd. De VOC maakte vooral gebruik van (plaatselijk) reeds aanwezige slaven die van de inlandse vorsten werden gekocht. Er was geen noodzaak voor de aanvoer van grote aantallen slaven. Het merendeel van de door de VOC ingekochte producten werd met lokale werkkrachten verbouwd of gefabriceerd.”

  2. P.Lemon zegt:

    Citaat: ‘ Ook vandaag nog worden, vooral in de derdewereldlanden, mensen in feitelijke slavernij gehouden; in deze business gaan er miljarden euro’s om. Helaas bestaat ook in West-Europa, zelfs in Nederland, nog een vorm van slavernij en mensenhandel. Die betreft vooral de gedwongen prostitutie van ontvoerde of onder valse voorwendselen naar het Westen gelokte Oost-Europese, Aziatische en Afrikaanse vrouwen.’

    Een recent uitgebrachte film laat zien hoe ‘beestachtig’ we met elkaar om kunnen gaan…

    ” Met 12 Years a Slave laat de Britse, in Amsterdam woonachtige regisseur Steve McQueen je voelen wat het betekent om als slaaf te worden verhandeld.

    In 12 Years a Slave wordt het onderwerp slavernij briljant teruggebracht tot een enkelvoudig personage.In deze film is slavernij de hoofdrolspeler. Met alle vernedering die erbij hoort, inclusief striemende zweepslagen.

    Hard verhaal, realistisch verfilmd, naar de werkelijkheid getekend. Want in 1841 werd de vrije zwarte timmerman en violist Solomon Northup in Washington bedwelmd en door premiejagers als slaaf naar de markt in New Orleans gezonden. Hij was bepaald niet de enige. Daarna wachtte Northup twaalf jaar lang een hels bestaan, als lijfeigene van wisselende plantagehouders.”
    http://www.elsevier.nl/Cultuur–Televisie/nieuws/2014/2/12-Years-a-Slave-epische-film-die-de-Oscars-zal-beheersen-1467601W/

  3. Surya Atmadja zegt:

    “Zij waren huis-tuin-en-keukenslaven. We herkennen ze als de latere bedienden kokkie en de baboe.”
    ================================================
    Ma’af ,dese niet kloppen .
    Er is groot verschil (siang malam =dag en nacht) tussen bediende en slaaf .
    Op Java heb je geen Javaanse slaven .
    Huisbediendes , zoals djongos, (tukang)kebon, de baboes (djahit, tjoetjie , seterika (strijken) , masak (koken later kokie genoemd) , de huis katjoeng zijn vrije Inlanders .
    Er is ook verschil tussen baboe dalam ( haar werkterein is in de hoofdgebouw) en huishoudster.

    Een Inlandse slaaf/slavin of pandelingen zijn de eigendom van de eigenaar, kan verkocht worden, zelfs de kinderen van de slavin met de toean besar kon men verkopen.
    Een soort Uncle Tom toestanden, alleen in den Oosten.

    • Anoniem zegt:

      @Pak .S. A. Huisbediendes of Slaven? Paasman beweert nl dat die geimporteerde slaven er toch eerst wel waren , maar ze volledig zijn opgegaan in de locale bevolking door assimilatie . Mogelijk waren hun eerste generaties wel de voorlopers van de later in dienst genomen (dus in loondienst) baboes, djongossen, kokkie ’s enz.

    • Jan A. Somers zegt:

      Er is inderdaad geen relatie tussen vroegere slaven en de huisbedienden. Die laatsten had je in Nederland gewoon ook. Veel Duitse meisjes, maar ook Zeeuws ‘boerinnetje’. Een vroegere studiegenoot van mij werd er op aangekeken dat hij geen dienstmeisje had. Dat hoorde bij je stand.
      Waar in bijvoorbeeld Amerika slaven gewoon werktuig waren, waren slaven in de VOC-tijd, en in Indië, meer een luxe-artikel waarmee je kunt pronken.

  4. Anoniem zegt:

    @anoniem Was PLEMON. (Ingetikt op een ander apparaat)

    • Jan A. Somers zegt:

      Ik heb nooit geweten dat baboe Soep (daar heb je dat mens weer) een afstammeling van slaven zou zijn. Ik denk niet dat ze daar een trauma van had overgehouden. Integendeel, terugkijkend was ik zelf zo een beetje haar slaaf.

      • PLemon zegt:

        @JA Somers. .”was ik zelf zo’n beetje haar slaaf”
        Wie weet was ze onderhuids wel die afstammeling van deze voorlopersgeneratie(s) en was dit haar pay-back 🙂

  5. ellen zegt:

    http://tongtongfair.nl/gesproken-woord/reconstructie-van-slavenlevens-nederlands-oost-indie/

    Reggie Baaij is bezig te schrijven aan een boek over de slavernij in de Oost-Indische regio. Ja, dezelfde auteur die onze Indische oren verwonderd deed klapperen m.b.t. onthullingen over de weggestopte njai of oermoeder. Ik heb de lezing van Reggie Baaij gevolgd op de afgelopen pasar malam (TTF) afgelopen zomer. Heel interessant.

    Waarschijnlijk doet Reggie Baaij goed verslag van wat zich allemaal had afgespeeld in de Oost.

    Al vóór de komst van de Europeanen kwam in Oost-Indië onder verschillende lokale volkeren onderlinge slavernij voor. Op Java kwam slavernij eigenlijk niet voor. Pas in navolging van de Europeanen hielden sommige Javaanse hoofden slaven. Op Sumatra daarentegen was slavernij wel sterk verbreid hoewel er ook verscheidene volkeren waren waar de slavernij niet voorkwam. Op Celebes (het huidige Sulawesi) kende de Minahasa, Midden-Celebes en in Zuid-Celebes de Makassaren en Boeginezen slavernij. In de Molukken en de Kleine Soenda eilanden kwam bijna overal slavernij voor. Op Borneo veel minder. Men kon slaaf worden als gevolg van krijgsgevangenschap, mensenroof of verkoop. Men werd soms vrijwillig slaaf, bijvoorbeeld ten gevolge van hongersnood of door huwelijk. Over het algemeen werden de slaven goed behandeld. Vooral op Sumatra werden zij vaak als lid van de familie beschouwd. Wel stonden zij minder in aanzien. Het werk dat zij deden was voornamelijk landarbeid en in de huishouding. Afzonderlijk wonende slaven hadden veel vrije tijd; als zij in het huis van de meester woonden hadden zij minder vrije tijd.
    De Verenigde Oost-Indische Compagnie speelde geen rol in de transatlantische slavenhandel. Toch maakte de VOC wel gebruik van slaven (vaak lijfeigenen genoemd) en voerde zij slaventransporten uit. Uit Afrika werden maar een relatief beperkt aantal slaven naar Oost-Indië getransporteerd. Tot ca 1700 had de VOC weinig plantages, alleen op de Molukken had de VOC plantages (“tuinen”) van nootmuskaatbomen maar daar werden geen slaven ingezet. Voor de latere koffieplantages op Java gebruikte men ook geen slaven omdat de lokale bevolking bepaalde hoeveelheden koffie moest leveren (Cultuurstelsel). De lokale bevolking op Java kende het gebruik van slaven niet. Alleen in Batavia waren slaven die van elders uit Oost-Indië en van India (Voor-Indie) kwamen. Behalve in Batavia had de VOC ook slaven in de Kaap en andere gebiedsdelen.
    (Bron: VOC-site)

    In de VOC-tijd was het Cultuurstelsel met de herendiensten wel een vorm van verkapte slavernij.

    • Jan A. Somers zegt:

      “onze Indische oren verwonderd deed klapperen m.b.t. onthullingen over de weggestopte njai of oermoeder” ‘Onze’? Ik word er weer met mijn neus op gedrukt dat de meeste Indische oren al dood zijn en ‘onze’ behoren tot de ‘jongelui’. In mijn familiestamboom van moederskant zijn er tenminste twee Nederlandse voorvaderen die met Indonesische voormoederen leefden. O.a. mijn opa en oma. Mijn jongste kleindochter is vernoemd naar de Indonesische moeder (Warisa) van een tante van me. Ik was het lievelingsneefje van die tante.

      • ellen zegt:

        Beste heer Somers. Ik ben van de tweede generatie. En wat ik heb geschreven over de klapperende Indische oren, is natuurlijk niet op een ieder van de eerste generatie van toepassing. Maar er was een tijd in mijn jonge jaren dat er op het kantoor (ministerie) waar ik werkte mijn – veel oudere – Indische collega’s stellig beweerden dat “zij geen enkel druppel Indonesisch bloed bezaten”. Neen, “het was Portugees of Italiaans bloed” dat hun dat (donkere, exotische) uiterlijk gaf. En dat, terwijl voordien thuis mijn inwonende oma (dochter van een Indische vader en een Inlandse of Indonesische moeder) altijd in sarong en kebaja op de bank zat (ze droeg nooit een Europese jurk). Dan ga je wel – in verwarring gebracht – nadenken en twijfelen wat er nu zo verkeerd was aan je Indische afkomst. Een beetje meer historische kennis is voor elke generatie een zegen.

        • bo keller zegt:

          Mevrouw ellen,
          Ook ik had vele jaren met oudere Indo militairen en
          burgers samen gewerkt ± een paar honderd,dacht ik.
          Hier in Nederland.,ook nog met hun gezinnen.
          En het sterke verhaal wat U hoorde van deze ”mensen \”
          heb ik nog nooit gehoord.
          Nog sterker ik ben daar geboren en groot gebracht en
          laat me ’t daar nou ook nooit wat van weten..
          Een beetje negatief zoals het bij me overkomt.
          En zoals U het zegt;Een beetje meer historische kennis is voor elke generatie een zegen.
          Maar wel met meer bewijzen komen en niet in het
          luchtledige gaan zwaaien.
          siBo

        • Jan A. Somers zegt:

          In de geschiedenis was inderdaad niet alles zo fris. Even een beetje kort door de bocht: Vóór de Japanse bezetting probeerde iedereen zoveel mogelijk totok voorouders te hebben. Bij de Japanse rassenregistratie werden zoveel mogelijk Indonesische voorouders uit de hoge hoed getoverd. 🙂 Een beetje overdreven hoor, maar toch… In ons gezin was mijn vader krijgsgevangen, mijn moeder belanda indo (hoefde dus niet in het kamp) en de drie kinderen belanda kira kira betoel (moesten dus wel in het kamp). Ik vond het zielig voor mijn moeder alleen te zijn. Ik verloor dus mijn pedaftaran en ging met een zeer donkere buurvrouw (tante) een nieuwe halen: belanda indo. Later bleek kamp ingeruild te kunnen worden voor Kenpeitai. Maar dat was met de kennis van toen niet te voorzien.

  6. Surya Atmadja zegt:

    Pak Jan
    Als baboe Soep(–ijah = je hebt van die traditionele javaanse/madurese of sundanese namen) een nakomeling van een “Javaan”is kan ze nooit een slaaf zijn .
    Soe- (een prefix ? betekent namelijk mooi) ,Soe-mirah = Mooie Mirah, een soort edelsteen.
    Uit buitengewesten komen wel slaven/slavinnen , bekend waren de Balinese slavinnen .

    Paasman is ook een beetje vaag met zijn vergelijkingen.
    “Maar de mensen die in de havens terecht kwamen, hadden het net zo zwaar als degenen op die op de plantages werkten.”
    ———————————————————————————
    Lho , voor zo ver ik weet (gezien en gelezen ) hebben de haven koelies behoorlijk zwaar , zelfs in de 21ste eeuw.
    Kijk maar naar de haven van Sunda Kelapa Jakarta , waar ze balen rijst, suiker , cement, hout etc moeten lossen ,de zgn stukgoed sector..
    Voor mss 70.000 rupiah per dag (of iets meer) , exclusief uang makan en transport .
    Ze kennen daar UMH ( wettelijk minimum dagloon) en sinds kort een soort ziekenfonds voor basisverzorging)

    Zie die kleine pezige Indonesiers zwoegen.
    Mijn zeun probeerde een stuk jati(?) hout op zijn schouder te sjouwen , met behulp van zijn landgenoten.
    Kasian pak zegt zo’n kleine mannetje tegen mij , terwijl mijn zeun is bijna 2x langer en groter .

    Na een paar meter , het is zwaar pap, hoe kunnen ze dat de hele dag doen ?.
    Mijn antwoord is kort , anders hebben ze niet te eten, geen schoolgeld voor hun kinderen.

    Nou dan is de werksituatie van baboe of djongos in de plantages of villa van de toean besar vele malen lichter en beter .

    Ook nu , is de werksituatie van een PRT(Pembantu Rumah Tangga), ja ja je mag niet meer djongos of baboe zeggen , is vele malen lichter, aangenamer dan de werkomstandigheden van een havenkoelie, pardon van een Buruh Pelabuhan.
    De thee plukster of anderen die in een rubber-koffie plantage werken hebben ook een “lekkere” leven , werken in de natuur, op je eigen “tempo”.
    Lekker vroeg beginnen(dus vroeg naar huis) , lunchen in de vrije natuur . Soms luisteren ze naar de geluiden van de suling.
    Alleen bij de tabaksplantage(Deli) waren er andere verhalen.
    De oude generatie personeel van mijn ouders en hun oudere broers/zusters, mijn opa/oma etc werken echt relax .
    Wel zijn ze bijna de hele dag (om de beurt) oproepbaar, of standby .

    • bo keller zegt:

      Hierbij moet ik U en een ieder teleurstellen over de
      slaven in Nederlands-Indië .
      De naam alleen veranderde en dat mag nmi. best
      weleens een keer uitgezocht worden.
      De tot vele JAREN veroordeelde misdadigers ”de Kettingbeer’,’
      die tot in de oorlog nog ingezet werden bij diverse
      bedrijven van het Nederlands-Indisch Gouvernement.
      oa. Hand/spandiensten in gevechts omstandigheden,
      ook met onvoldoende uitrusting tewerkgesteld bijv. in
      de steenkolenmijnen op Sumatra.
      Duizenden stierven in de krijg,die niet de hunne was.
      Hun inzet was onwettig en onmenselijk.
      Java kon nog in troepen- nog in dwangarbeiders
      bijhouden wat Noord-Sumatra verslond.
      siBo

    • Jan A. Somers zegt:

      ” Soep(–ijah ” Ja, zo heette zij. Zij had hoge verwachtingen van haar dochtertje. Die moest naar school, en met ons Nederlands spreken.

  7. Huib zegt:

    Pak Surya

    In 1956 heb ik in Rotterdam nog vakantiewerk in de haven gedaan.

    Je werd geronseld bij het Centraal Station en in busjes naar Hardinxveld-Giessendam gereden.

    Moest daar zakken basalt van ca. 50 kg opladen. Op mijn nek op en neer de steile loopplank op.als jongen van 18 jaar.

    In de haven van Semarang heb ik later de koelie’s bezig gezien met lossen op hun nek van zware balken of boomstammen vermoedelijk van hardhout. Die zullen ook wel minstens 50 kg gewogen hebben.

    Huib

  8. Surya Atmadja zegt:

    Voor Pak Huib

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.