Indise kersverhaaltje

Indise kersverhaaltje

Lang, lang heleden, er leef een fèn, hij heef vééééééél poen. Maar akelighe fèn, kassar en pelit. Zijn naam si Boetje. Als je was kasian of lapar, jammer dan, hij ghef nèks.. kurang adjar, di fen!

Maar hoed, hij had 1 beste vriend, si Nono, al sudah mati, dus si Boetje hij blijf alleen achter met zijn dagangan, zijn business. Hij huur een fèn voor de rotklusjes en is streng en niet reghvaardig. Deze fèn, si Bobbie, hij is arm, rijd in een grobak en zijn huis kayak kandang rombeng. Kasian hoor. Zijn zoontje, si Fentje, krempeng en sakit, dus si Bobbie hij moet veel poen verdienen om de rèkkening-rèkkening te bayar.

Toen, op kersavond, si Boetje haat naar huis. Heen selamatan met nasi kuning maar hij eet een kommetje soto, is lekker goedkoop. Plots hij hoor kledèng…kledèng. Duh sèh, wie daar? Dan: de deur haat open en hij ziet de momok van si Nono met bal aan zijn poot geketend. Hoe ken, wat doe jij hier? Si Nono zeg: ‘awas jij, als jij blijf dezelfde fèn jij word net als ik, voor altijd momok. Daarom deze nah er komen 3 momoks mampir bij jou’. Si Boetje moet lahhen, hahaha, hij heloof niet en haat lekker maffen.

En ja hoor, middernah daar behinn het gelazer. Duh seh.. een béééééldige nona manis staat aan zijn bed en neem hem mee naar kersnah tempoe doeloe. Wah..Boetje kijk zijn ogen uit, hij heloof niet, nee ehh niet!! Daar is Boetje als kleine fen, kasian, helemaal alleen. Niemand heef om hem maar hij wil niet huilen. Niet, cekal dese. Maar van binnen only the lonely..

kerstklok1

Dan 2e keer hij word wakker van krrrr…krrrr.. Hij open één mata en ziet een nenèk op een schommelstoel. Ze seh: ‘ajoh Boetje, ik ben tante Pop, mee komen jij! Hij flieh door de luhh en komt aan in de rombeng van si Bobbie. Aduh, hij heloof niet, zo dingin daar. Geen kahhel die lui, geen kadootjes en een beetje bubur in de pan. Hij kijk naar si Fentje die rammeltt als een zak botjes zo krempeng. Loh, waar de rijsttafel? Dan hij haat naar zijn permilie. Die hebben een kumpulan, hij ziet lemper, pastei, tjendol, tafel vól. En ze praten over die hierige Boetje. Hij wil naar huis, aduh, dit is niet leuk meer.

3e keer, opnieuw een momok; naas zijn bed staat een lelijke fèn, zo lelijk ken eihenlijk niet seggen. Zijn haar kebulet, zijn smoel ompong. Si Boetje heef die fèn een lel maar ken niet. Oja is momok.

Hij haat mee naar een party. Die lui daar laghen-laghen en feesten hahaha, Boetje is dood. Loh..hoe ken, ik ben hier hij denk. Niet.. je bent in de future seg de momok. Iedereen wil jou snel vergeten akelige fèn! Dan ze haan naar Kembang Kuning. Si Boetje ziet een graf helemaal in de hoek ver weg van alles.

Zo kasian..hij kijk en kijk weer, zijn mata melottot. Dan hij haat janken, apa itu, is zijn eigen graf. Hoe ken? Hij val bijna in katzwijm. Dan hij word wakker, waduh, hij is helemaal blij. Hij niet mati, was maar mimpiyan, een droom. Hij rent meteen naar de toko en bestel nasi kuning, lemper., risolles voor tig personen. Daarna hij koop een kahhel en een trein en gaat naar de rombeng van Bobbie. Hier hij seg…voor jou. Merry Christmas en happy end. Al.

Zie je lui, als je heb veel poen, niet op zitten, ya. Voor je het weet klop de momok bij jou aan. Dus: alles membagi onder de armen (liefs onder mijn armen, hahaha).

Selamat, si jengot

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

52 Responses to Indise kersverhaaltje

  1. bo keller schreef:

    apa ini.
    copa cabana en djankriks mengirik!
    sibo

  2. Huib schreef:

    Pak E.M.

    In 1950 tot 1952 was ik ook al in Amsterdam, eerst in hotel Fleissig in de Warmoesstraat bakweg zo’n 10 maanden en daarna een kontraktpension op de Stadhouderskade 104, vlak bij de Amstel bierbrouwerij.
    In die tijd hadden we volgens mij nog geen gewone radio maar wel een distributie radio. Bovendien was ik 12 tot 14 jaar oud in die periode en
    nog niet geinteresseerd in wat later popmuziek is gaan heten. Teener-
    muziek.
    Nee toen waren de kermissen in Amsterdam voor mij heel spannend. Het hele jaar door had je er wel een, telkens in een andere wijk. En ik verdiende al wat centjes bij de dikke ober wanneer ik hielp de tafels af te ruimen en door boodschapjes te doen voor de dames van plezier in de St. Anna Dwarsstraat en het Oudekerksplein. Ook als hulpje bij het opbouwen van sommige kermisattracties.
    In die tijd kon je voor zo’n 15 cent met de tram heel Amsterdam doorkruisen en bovendien had ik op een gegeven moment rolschaatsen
    en daarmee kon je vanaf het centrum helemaal tot zuid schaatsen waar mijn HBS was.
    Als BB met R toen al een hit was moet me dat dus zijn ontgaan. Maar jaren later moet hij dan zijn werkelijke doorbraak op de radio hebben gemaakt toen heel Nederland dat liedje hoorde. En dus ik ook.

    Er is me een lichtje gaan branden over La Cubana. Ik denk dat die op het Leidseplein geweest is, laten we zeggen aan de kant van het Americain. En inderdaad herinner ik me nu wel vaag Max Woisky op de gevel te hebben zien prijken. Welke periode weet ik niet. Aan de andere kant had je het befaamde restaurant De Boerderij en de disco Lucky Star schuin tegenover een nachtclub waar de naam me nu niet te binnen schiet, maar waar we later wel vaak genoeg kwamen evenals in Lucky Star en Sherezade.

    Ook de armere Hollandse gezinnen in Amsterdam kenden naast snert of erwtensoep ook bruine bonensoep met spek en worst, maar dan zonder rijst . Rijst maakten ze pap van met suiker en melk.

    In Juli/Aug. 1952 liet mijn moeder me weer terug komen naar Indonesie en vertok ik met de m.s. Oranje op veertienjarige leeftijd weer terug naar de heimat. En daar hadden we weer andere avonturen.

    Ook een weekend halus dan selamat allemaal.

  3. Huib schreef:

    Pak Pierre,

    Even terug komen op die arlogies .

    Ik weet zeker dat Pak E.M. hierover ook weer licht in de duisternis kan laten schijnen met zijn virtuositeit om de public media te bespelen.
    Ik moet het doen uit de blote kepala, gelukkig nog wel spaarzaam behaard. maar toen in de vijftiger jaren, zeg v.a. 1954 waren mijn vriendjes en ik uitbondig uitgedost met Elvis Presley kuiven en bakkebaarden en niet met Woiski krullenkoppies. Het was volop Rock’n Roll wat Around the Clock sloeg en de meiden hadden zwierige petty coats en pumps. Om nog beter te kunnen Rocken. En vooral over de heup ermee. De vijftiger jaren begonnen in Bandoeng met Jive zeg maar de voorloper van Elvis, Bill Haley, Chubby Checker iets later en so going on.

    De Amsterdamse tuinsteden als Osdorperveld, Slotermeer, Osdorper Banne, Geuzenveld, Slotervaart werden al volop bevolkt met Indo families uit de kontraktpensions verlost. Het was bijna overal party time en fuiven onder de teeners uit de tuinsteden. En ook in Minerva werden
    Rock’n Roll party’s gegeven.

    De terreinen waar later o.m. de Bijlmer en Buitenveldert en ook het nieuwe Schiphol werden opgebouwd werden eind 50-er begin 60-er jaren nog volop opgespoten, o.a. door mijn schoonvader die bij De Ballast Mij werkte. Rond deze tijd kwamen ook de eerste wasmachines zgn. langzaamwassers op de markt en in de flats werden de lavetten (een soort douche bakken of waskuipen) geleverd met zo’n wasmachine vin.

    Uitzondering op de regel was de nachtclub Sherezade, waar vriendje Boudewijn helemaal verkikkerd was op de knappe toen jonge Rita Reys en Wessel Ilcken haar toenmalige man en bandleider. Pim Jacobs speelde ook al in die band. Daar werd ik nog wel eens door hem naar toe gesleept. Want naast de banale Rock jeugd had je de kakkers, de jazz liefhebbers. Die kroeg La Cubana heb ik nooit van gehoord in die tijd.

    De OudeZijds was waar het allemaal gebeurde voor de zeeman. The Red Light District, incl. Warmoesstraat, OudeKerksplein, Zeedijk, Binnen Bantammerstraat en de Jodenbreestraat tot aan het Waterlooplein. Maar op de Oudezijds was wel uitgeverij Diligentia gevestigd midden in de warme buurt.
    De NieuweZijds v.a. het C.S. tot aan de Dam was ook niet helemaal kosjer, maar vanaf de Dam naar de Herengracht, zeg maar vanaf de Postzegeltjesmarkt Had je idd Trouw, Telegraaf, Bibliotheek, etc.

    De Zeevaartschool was op de Overtoom. Veel Indische jongens studeerden er voor machinist/scheeps WTK en Stuurman. Mijn broertje
    deed dat in Vlissingen. Dan had je natuurlijk nog het matrozen opleidingsschip Pollux.

    Die paplepel stond idd niet alleen in de Jordaan in de breipot maar ook in Kattenburg, de Pijp, maar ook in Slotermeer en Geuzenveld, etc.

    • Pierre de la Croix schreef:

      Nou … dan moet de wijze Pak Eppeson maar het Salomo’s oordeel uitspreken over de chronologie der dingen.

      Eén ding wil ik, neen MOET ik rechtzetten: Op de Overtoom was de “machinistenschool” gevestigd. Die leidde niet op voor stuurman. Ik meen dat de school deftig heette “Kweekschool voor Scheepswerktuigkundigen”. Ik had er een paar vriendjes op zitten, onder wie Erland Soesman, ook een Indische jongen.

      Dan waren in Amsterdam in die tijd twee zeevaartscholen die stuurlieden opleidden. Eentje met een lange traditie, ik meen dat er ook marine officieren werden opgeleid voordat het KIM in Den Helder werd opgericht. Dat was de Kweekschool voor de Zeevaart (KvZ) aan de Prins Hendrikkade, de elite school, met internaat. Het militaire verleden van de school was aan alle kanten zichtbaar, niet zo zeer omdat de leerlingen uniformen droegen, meerdere zeevaartscholen kenden “uniformplicht”, maar omdat zij militairement dwars door de binnenstad werden “afgemarcheerd” naar het zwembad aan de Heiligeweg.

      Mijn grootvader van moeder’s zijde haalde op de KvZ eind 19de eeuw nog zijn “2de rang”. Op zijn diploma (nog in mijn bezit) staat o.m. dat die rang hem de bevoegdheid gaf om als stuurman te varen op schepen, aangedreven door “stoom”, een nieuwigheid in zijn tijd.

      Dan was er als nomor 2 de niet zo deftige zeevaartschool achter de PH-kade, aan de Foeliedwarsstraat als ik mij goed herinner. Daar kon je stuurman worden óf marconist, oftewel deftig “radio-officier ter koopvaardij”.

      Pak Pierre

      • eppeson marawasin schreef:

        Dag meneer De la Croix, als La Cubana van Max Woiski Sr. in uw herinnering was gevestigd aan de Nieuwezijds Voorburgwal kan het dan mogelijk ook de Leidsestraat zijn geweest? Zijn grote hit ‘B.B. met R. dat is bruine bonen met rijst’ dateert uit 1950. La Cubana was heel populair; niet alleen onder het kleine contingent Surinaamse studenten maar ook bij de Nederlandse incrowd.

        -Mie karie joe kong njang na mie oso tiede
        -Mie karie joe kong njang na mie oso tiede
        -Mie ne go njang likbana, masoesa if krankoeng
        -Ma samjo djie fong njang, dai moes arkie boeng
        =REFREIN: “B.B. met R. dat is bruine bonen met rijst” (4x opscheppen).

        Ik (e.m.) verstond altijd: Beebee met Erda is Bruine Bonen met Rijst …

        Overigens wordt beweerd dat B.B. met R. op z’n lekkerst is met Zeeuwse spekreepjes en Zeeuwse uien. Zoon, Max Jr. had in de zestiger jaren v.d.v.e.;) twee grote hits met ‘Oh Nederland, liever rijst met kouseband’*** en ‘Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw’.

        Een voorbeeld van zo’n mooie vrouw is ook een B.B. waar de Barneveldse broers Ferry en Victor Kaihatu onder hun artiestennaam The Emeralds over zingen: http://www.youtube.com/watch?v=MEP8bRaCk_k

        ***door gelukzoekers ge’her’redigeerd tot: ‘Oh Nederland, geef me WW à contant’

        ‘Rock around the clock’ van Bill Haley werd weliswaar al in 1954 opgenomen, en was een jaar later ook al te horen in de film Blackboard Jungle -met prachtige rollen van Glenn Ford en de toen nog jonge Sidney Poitier- maar Bill Haley en zijn Kometen met hun ‘Rock around the clock’ gingen pas in 1956 viral, toen de film met ‘ze seem neem’ werd uitgebracht.

        Elvis Presley werd 1956 landelijk beroemd. Nam z’n eerste LP op (werd goud) en had dat jaar zijn eerste TV-optreden. In 1957 brak Elvis internationaal door met de hitsingle en de film met ‘ze seem neem’ “Jailhouse Rock”.

        Ten besluite, een volkswijsheid uit de westelijke Bijlmer: ‘Kleine wasjes, grote wasjes, stop ze in je wasmasjien. Laat maar lekker draaien, steeds weer in die wasmasjien.’

        Selamat weekend semoea allemaal …

        e.m.

      • Huib schreef:

        Pak Pierre,

        Ik zal en moet je ook gelijk geven dat die school op de Overtoom uitsluitend voor opleiding WTK geweest is. Die andere zeevaartscholen
        zijn me niet zo bekend om de eenvoudige reden dat er geen kontjo’s van me op gezeten hebben. Die marineschool op de PH kade weer wel.

        Geef de keizer wat des keizers is.

    • Pierre de la Croix schreef:

      Doeh … volgens mij heeft Pak Eppeson een onuitputtelijk archief over van alles en nog wat, in alle talen en dialecten van de wereld.

      En dat niet alleen … hij volgt ieder schrijvertje op de voet en weet subiet het meest toepasselijke stukje info of entertainment bij een topic of reactie te toveren.

      Boeroeng moet hem maar voor 10 jaar “vastleggen”. Anders loopt hij full time over naar de concurrentie.

      Geen geld? Krautfunding toch … oh neen, dat zeggen de Duitsers. Ik bedoel natuurlijk “crowd funding”, de nieuwe kreet voor rondgaan met een hele grote pet.

      Pak Pierre

      • Jan A. Somers schreef:

        Moet je wel mee oppassen: In menige APV staat dat je niet mag bedelen. Net zo iets als fout parkeren, maar dat had Boeroeng vergeten in zijn jaaroverzicht.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Tja … die bedelmonniken van vroeger waren dus eigenlijk ook al met Crowd funding bezig. De beloning voor de investeerders: Geen boek maar een plekje in de hemel. Toen was er nog geen hemel op aarde.

        Gordon zegt dat het nieuwe bedelen in China “cloud funding” heet. Geen idee wat die wolken er mee te maken hebben, maar Gordon weet altijd beter.

        Tja … dat fout parkeren in Delft bij het zieltogende Noesantara, daar begon het Boeroengjaar toch mee. Zes januari twintig dertien. Die datum moet toch nog in ieder’s geheugen zijn gegrift.

        Pak Pierre

      • eppeson marawasin schreef:

        @Pak Pierre de la Croix, op 27 december 2013 om 21:07 zei: /…/Gordon zegt dat het nieuwe bedelen in China “cloud funding” heet. Geen idee wat die wolken er mee te maken hebben, maar Gordon weet altijd beter.@

        — Misschien gebruikt Gordon wel de ‘verkeerde’ deodorant, nr. 39cfuk:
        http://www.youtube.com/watch?v=uxtoti1qbz0

        e.m.

      • eppeson marawasin schreef:

        @Pak Pierre de la Croix, op 27 december 2013 om 21:07 zei:/…/Tja … dat fout parkeren in Delft bij het zieltogende Noesantara, daar begon het Boeroengjaar toch mee. Zes januari twintig dertien. Die datum moet toch nog in ieder’s geheugen zijn gegrift.@

        — Dag meneer De la Croix, is dat die foto op I4E van Ibu Nelly, dat u als het ware met gebogen hoofd voor de politierechter staat after pleading not guilty?

        Selamat Tahun Baru!

        e.m.

  4. eppeson marawasin schreef:

    Op het breukvlak van “Indisch” en “Petjok”, klinkt: http://www.youtube.com/watch?v=Y7dTcYaCi6A

    Zie ook: https://indisch4ever.nu/2012/10/29/wahrweb/

    En als het goed is bijvoorbeeld ook Doornroosje en Sneeuwitje door Marijke Merckens op:

    http://www.wahrweb.org/_songs/windisch1/indexnl11.php?nl (als niet goed, negeer the finger;)

    e.m.

  5. Huib schreef:

    Pak Surya,
    Die kleine groene erwtjes die je bedoelt zouden ook kappertjes kunnen zijn. Naturel, dus niet ingemaakt in zuur of zo.

  6. Huib schreef:

    Pak Surya,

    Ik herinner me van vroeger de Indische huzaren salade heel goed. De moeders van mijn vriendjes konden het erg lekker klaar maken. Bij ons thuis in Bandoeng werd het altijd door boe kokki gemaakt op aanwijzingen van mijn moeder. Als je jarig was mocht je kiezen wat je wou eten.
    De meeste kinderen kozen Europees eten en dan ging moeder zelf in de dapoer om dat klaar te maken. Eigenlijk had ze het te druk met les geven. Wij vonden dat heerlijk. Quality time.

    Trouwens ook bruine bonensoep met rijst is een befaamd Indisch gerecht waar de Indische moeders wonderen mee verrichtten in de jaren 50 en 60 in Holland, toen er niet zoveel belandja geld was maar wel altijd veel mee-eters.

    De Hollandse huzaren salade is ook lekker, maar toch anders dan de Indische. Wat precies anders kan ik niet uitleggen. Het is de Indische touch, tangan dingin, zal ik maar zeggen. Of is het ketoembar/djintan?

    Maar de Indische/Indonesische salade Gado Gado zoals op het filmpje
    uitgelegd zou ìk zelfs kunnen maken.

    Soendanees is natuurlijk ook petjil en lotèk. Karedok ken ik eigenlijk niet en die bittere katjang idjo kan ik me jammer genoeg ook niet voor de geest halen.

    Hoe het zij, ideeën genoeg voor derde kerstdag.

    • Jan A. Somers schreef:

      “Bruine bonen met rijst” Dat was toch Max ????

      • Huib schreef:

        Ja die zong er later over. Maar ik heb het in het byzonder over de jaren vóór 1960 toen er nog nauwelijks Surinamers in Amsterdam te vinden waren. Laat staan wasmachines.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Effe betweterig de arlodji’s gelijk zetten: Volgens mij was Bee-bee-met-R een hit uit de vijftiger jaren van Max Woisky. Hij speelde toen met zijn bandje in een kroegje aan de Nieuwe* Zijds, niet ver van het CS, dat volgens mij nu nog als kroeg (of café) bestaat. Heette Cubana of zoiets.

        Ik zat rond de zelfde tijd, midden vijftiger jaren dus, in A’dam op de zeevaartschool. Kroeglopen was er niet bij – koerang doeit – maar we gluurden wel eens naar binnen.

        Surinamers die je toen in die buurten zag waren vaak zeelieden in dienst van de KNSM, die lijndiensten onderhield met de toen nog kolonie Suriname en het Caribisch gebied.

        Pak Pierre

        * Ik weet nooit zeker wat wat is, Oude of Nieuwezijds Voorburgwal. Ik bedoel dus de “nette” Zijds, destijds Fleetstreet van Amsterdam, de krantenallée waar o.m. het Handelsblad was gevestigd, ik geloof ook Het Parool en De Telegraaf. Dus niet de “Zijds” waar de bloempjes voor de ramen staan (stonden).

        PP

      • Paul Vermaes schreef:

        @Pak Pierre…Dus niet de “Zijds” waar de bloempjes voor de ramen staan… (sta me toe deze tekst aan te vullen)… en de Amsterdamse humor nooit verloren gaat, zolang de lepel in de brijpot staat…

      • Pierre de la Croix schreef:

        @ Pak Vermaes. Die aanvullende tekst sloeg meer op de Jordaan, nu bevolkt door Yuppenvolk zo heb ik begrepen.

        Weg Johnny, weg Tante Leen, weg gezellig aggenebbish kroegie. Wie nog sappig Jordaans wil horen moet zijn oor te luisteren leggen in en rond de binnenstad van Almere. Net als Petjok zal ook het unieke Amsterdamse dialect verloren gaan, zelfs al zou de lepel in de brijpot blijven staan.

        Hoewel ……. brijpot? Welk jong gezin heeft er nog eentje?

        Pak Pierre

  7. Surya Atmadja schreef:

    @ Pak Huib.
    Is het Indische salade , soms ook Salada Belanda genoemd ? .

    Het is mijn inziens geen Huzarensalada , want ister met verse ananas , en de saus met mosterd erbij .
    Froeher maakte mijn moeder bij feesten, selametan vaak die Indische salade.
    Hier een recept van Salada Belanda , van internet gejat.
    http://www.resepkomplit.com/resep-huzarrensla-resep-masakan-warisan-belanda.html
    Sundanese salade is karedok , al dan niet met leuntjadie bittere kleine groene spul die op fijne doperwten er uit zien.

  8. eppeson marawasin schreef:

    Johan Fabricius; zet ‘SPROOKJES OP Z’N INDISCH’ in het zoekvenster van Google of YouTube.

    e.m.

    • eppeson marawasin schreef:

      e.m.

      • Huib schreef:

        Pak E.M.

        Ik weet nou wat we op 3e kerstdag gaan eten: Indonesian Salad!
        So gampang en hoed uitgelehed por deze Indo kesasar.

      • Paul Vermaes schreef:

        @e.m.: Als je de taal van de voordracht “Gado Gado-tennistoernooi” beluistert, dan denk je wat een slimme taalkunstenaar die dit verhaal heeft geFabriciuseerd. Dit is Indisch en als Johan dat wil, mag het ook Petjoh heten.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Op het breukvlak van “Indisch” en “Petjok”, denk ik, dat tennisverhaal. Klinkt heel authentiek. Ik heb velen gekend die zo spraken. Soms altijd, soms alleen in besloten familiekring, het laatste gold vooral diegenen die in de witte wereld een hoge pangkat hadden bereikt.

        Mijn “Oom Barend van de BPM” was zo eentje. Self made man die na de oorlog “in de staf” werd opgenomen en aldus recht kreeg op jaarlijks Europees verlof (per Constellation) en recht op volledige vergoeding van de kosten van onderwijs en verblijf voor zijn kinderen in Nederland. Voor de oorlog vrijwel ondenkbaar bij een Shell company als de BPM voor een Indische jongen, bovendien een Indo met MULO sadja.

        In gezelschap van zijn Shell collega’s sprak Oom Barend deftig. In familiekring ging hij helemaal los en kon net zo smakelijk verhalen vertellen als die meneer op de CD over de tenniswedstrijd. Over zijn jeugd, zijn krijgsgevangenschap, zijn leven bij de BPM onder totok bazen, de jacht, de toestand in de wereld. Had ik toen maar een bandrecorder en een microfoon en de drang om alles te preserveren ….

        Oom Barend stierf onverwacht aan een hartaanval, op weg terug van de begrafenis van zijn oudere broer Kootje. Samen naar de eeuwige jachtvelden, achter de tjèlèngs aan.

        Pak Pierre

      • Jan A. Somers schreef:

        Ik denk niet dat HET petjoh bestaat. Net zomin als dat in België Vlaams bestaat. Elk dorp, heeft zijn eigen Vlaams. En volgens mijn meisje, en die kan het weten, brengt iedereen daar zijn eigen accenten in. Soms wordt zelfs op de Vlaamse televisie ondertiteld. Ik heb eens op een congres in Luik mijn koptelefoon op ‘Nederlands’ gezet. Snel doorgeschakeld naar ‘Engels’.

      • Huib schreef:

        Doeh….Kerstmorgen kan niet meer stuk met deze aandoenlijke Indo tennisverslaggever op de nuchtere maag. Bedankt Pak E.M.

      • Surya Atmadja schreef:

        Als men de gado gado tennistoernooi beluistert hoor je duidelijk dat het Indisch Nederlands is (met Nederlandse gramattica) met veel typisch Indische woorden en “Inlandse” leenwoorden en met duidelijk logat (accent ) .
        M.a.w voldoet aan de kenmerken van Petjoh .
        Hier kan men concluderen dat er 2 soorten Petjoh zijn , met echte ingredienten om tot een nieuwe taal te groeien en de eenvoudige( tjampoer adoek) Petjoh omdat de sprekers niet de Nederlandse taal en de Maleis beheersen(de 2 uitersten) .

        Want wie gaat toen maen tennis , Pak P kan vertellen over wie de meeste spelers waren die bij de tennisbanen bij Gang Kolmus in Semarang spelen.

      • Pierre de la Croix schreef:

        @ Pak Surya.

        Wah … Pak P. was maar een katjong toen. De straat was zijn speelterrein, het enige “geïnstitutionaliseerde” verzetje was de padvinderij, de protestantse (perot sètan) natuurlijk.

        Eerst welp, eindrang “gids”, het hoogst haalbare. Daarna (vanaf mijn 12de) nog een jaartje padverslinder. Hopman was een OVW-er van de Stoottroepen. Zal dus voor sommigen ook wel oorlogsmisdadiger zijn geweest, maar voor ons een verdomd fijne vent, die zijn vrije tijd voor ons opofferde. Maar misschien ook niet alleen voor ons. Hij huwde later de hopvrouw van de padverslindsters.

        Ik kwam wel vaak in Gang Kolmus. Daar woonde mijn toen beste vriendje Ferry Albinus. Hij werd later onderofficier bij de commando’s, de groene baretten. De “touwbaan” in Roosendaal zal voor hem telor ketjil zijn geweest. Wij hadden al zoiets geïmproviseerd in zijn tuin.

        Ik kende maar één tennisser en dat was Bob Matulessy, de man van mijn schooljuf uit de 5de klas, zoals ik al eerder heb geschreven een Kolmus van huis uit. Thuis werd met ontzag over Bob gesproken, want hij was tenniskampioen. Maar ik heb nooit geweten waarvan: Gang Kolmus, heel Semarang, Midden Java, nog meer ….

        De vader van mijn Chinese schoolvriendjes Robbie en Ronnie Lau had achter zijn huis in Petèrongan – niet ver van Gang Kolmus – een paar privé tennisbanen. Ik mocht er wel eens nontonnen, maar tot een spelletje is het nooit gekomen.

        Pak Pierre

  9. Kembang schreef:

    Ik vind de petjoh verhalen heerlijk om te lezen….ik lig dan vaak dubbel
    van het lachen…..
    Jammer……er zijn maar weinig Indo’s die het kunnen schrijven…..ik heb er één gekend die helaas is overleden….

    • Mas Rob schreef:

      Petjoh zou je niet moet lezen, maar hóren.. Nog even en komende generaties lezen petjoh zonder zich een idee te kunnen vormen hoe dat eigenlijk klonk.

      Petjoh was de taal van de straat – vergelijkbaar met de tegenwoordige straattaal: expressief, de taal van de stoere jongens (spraken meisjes eigenlijk petjoh?), afgekeurd als vulgair door de goegemeente. (Voor de tegenwoordige straattaal in de grote steden: http://www.stoerejongenzzz.nl/ik-was-zo-kleppie-ik-kon-niet-meer-wakka-straattaal-zinnen/ )

      Petjoh was ongeschreven en hoogst veranderlijk over tijd en plaats. De straattaal van Batavia klonk anders dan die van Surabaya. Eigenlijk zou je met opnameapparatuur langs moeten gaan bij de snel slinkende groep ouderen die opgroeiden in Nederlands-Indië van voor de oorlog om vast te leggen van straks niet meer zal worden herinnerd…

      • Surya Atmadja schreef:

        Mas Rob, op 24 december 2013 om 21:37 zei:
        Petjoh zou je niet moet lezen, maar hóren..
        ———————————————————–
        Itoe kelop (met stomme e)
        Indisch Nederlands , met djedar djedoer en veel leenwoorden.

        Het had te maken met de toegang tot onderwijs , m.a.w isterwel oeang of niet.
        De lager onderwijsscholen verschillen in soort en kwaliteit., uitgedrukt in “klassen”.,de Eerste Europese school, de tweede Hollands Inlandseschool
        Vanwege het hoge schoolgeld maar ook vanwege de eis dat men het Nederlands moest beheersen .
        Wanneer een ouder zich aanmelde bij een eerste school , werd hij door het kepala skola ongemerkt getaxeerd op het gebruikt van de Nederlandse taal .
        Viel die te laag uit , dan kon deze nog altijd zeggen dat er dat er jammer genoeg geen plaats meer was. Maar wellicht wel op een andere school , en dat was dan meestal geen eerste school*
        De particuliere scholen handhaven dezelfde norm , maar dan nog veel strakker.

        Ouders die die weinig of geen schoolgeld konden betalen , worden verwezen naar de 2de, 3de t/m 7de of 8ste scholen (in de grote steden).
        De echte Petjoh sprekende kinderen kwamen meestal daar terecht.
        (R.Cress)

      • Pierre de la Croix schreef:

        Ik ben het helemaal eens met Mas Rob.

        Er is al zoveel gezegd en geschreven over “petjok”. In het kader van de plannetjes die nu worden gesmeed onder dit topic mag ik, als een (niet dé) vertegenwoordiger van de generasi satoe-setengah die door Pak Lemon is voorgedragen voor de functie van “petjokinstructeur”, misschien wat van mijn eigen waarnemingen en ervaringen toevoegen.

        Ik leefde in Semarang in een typisch Indische gemeenschap, van mijn geboorte tot mijn 14de jaar. Daarna groeide ik op in Den Haag, ondergedompeld in de Indische gemeenschap aldaar, toen nog gedomineerd door de 1ste generatie Indische “gerepatrieerden”, tot mijn 18de jaar. Vervolgens ging ik naar zee, maar daarover gaat dit verhaaltje niet.

        Ik stam uit een middenklasse Indisch gezin. Vader schoolmeester, moeder onderwijzeres, mijn eveneens Indo stiefvader werkte “in de handel” zoals dat heette. Wij woonden in Semarang niet in het chique Tjandi, het heuvelterrein, maar in de benedenstad in een gemengde buurt met grotendeels Indo Europese families, niet arm en niet rijk. Middenklasse dus weer.

        Thuis sprak ik Nederlands, daar lette mijn moeder wel op. Natuurlijk ook op school (die “met den Bijbel”), daar letten de onderwijzers en onderwijzeressen op. Op straat, ver weg van het wakend oor van mijn opvoeders, sprak ik al naar gelang de situatie Nederlands, Javaans, Pasar Maleis en …. “petjok” of wat daarvoor moest doorgaan. Alles natuurlijk op een niveau dat bij mijn leeftijd hoorde, dus beslist niet over hoogdravende zaken.

        Het “petjok” sprak ik voornamelijk buiten school met andere Indische jongetjes uit aanpalende buurten, die de volwassenen in mijn omgeving als “minder goed” kwalificeerden en waar ik mij dus liever niet moest vertonen. Ik sprak het – inderdaad – om stoer te doen, mee te tellen; het gros van de alfajongens, de grote vechtersbazen, sprak “petjok”.

        Een observatie van nu: Was het “petjok” dat zij spraken en dat ik met hen sprak? Mijn moeder en andere volwassenen uit haar omgeving noemden zelden het woord, maar spraken eerder over “hij/zij spreekt djedarrr-djedorrr” of “hij/zij spreekt zo Indisch”.

        Nah itoe, het eerste probleem: Maakte de 1ste generatie onderscheid tussen “Indisch spreken” en “djedarrr-djedorr” enerzijds en “petjok” anderzijds, en zo ja, waar lag de grens?

        Terugblikkend en denkend met de wijsheid van nu meen ik, dat “Indisch spreken” Nederlands spreken was met een zwaar Maleis, c.q. in Semarang Javaanse tongval, maar dan toch nog ook voor een totok goed verstaanbaar.

        “Petjok” is n.m.m Nederlands dat heel erg doorspekt is met inheemse woorden (maar wat is “heel erg”?) en dat ook inheems is qua zinsbouw. Als ik de film terugdraai moet ik wel “petjok” hebben gesproken met de hoger beschreven boeaja’s uit de aanpalende buurten. Als ik wat zinnetjes uit mijn geheugen oproep dan kom ik op zo’n 60 tot 70 % % al dan niet krom Nederlands en de rest dus Maleis of Javaans.

        Het is mij niet opgevallen dat Indomeisjes minder petjok spraken dan jongens, maar ik kan mij niet voorstellen dat de meisjes uit buurten waar “petjok” onder Indo’s verkeerstaal was, iets anders zouden hebben gesproken. Ik herinner mij wel dat mijn moeder vaker tegen mijn zuster uitviel dan tegen mij als zij taal bezigde die volgens haar niet hoorde, onder de toevoeging “je lijkt wel een kampongmeid”. Voor een meisje werd het kennelijk erger gevonden als zij niet “netjes” sprak dan voor een jongen.

        Voor zover ik weet was de algemene opinie over het bezigen van “petjok” onder de “gegoede” Indo middenklasse en daarboven in overeenstemming met die bij mij thuis. Het is ook op deze site al vaker geschreven: Wie iets wilde worden in het koloniale Indië moest tenminste keurig Nederlands spreken. Men kan daar ach en wee over roepen, het was gewoon de realiteit, het was “normaal”.

        Het was wel zo dat ook in het Nederlands van de beter gesitueerde Indo’s Maleise, Javaanse, Soendanese, etc. woorden, afhankelijk van de streek werden gebruikt. Indische mannen onder elkaar konden daar nog een schepje bovenop doen, ook in Nederland, maar echt “petjok” werd het bij mijn weten nooit.

        “Petjok” was en bleef ook in Nederland de taal van de “kampongindo” waar je beter niet mee kon worden geassocieerd. Tot Tante Lien de taal verhief tot “Indisch cultuurgoed” . Voor de goede orde: Ik noem het woord “kampongindo” zonder waardeoordeel en boze bijbedoelingen. Ook een amateur (taal)historicus moet zich aan de feiten houden en die niet mooier maken dan ze zijn.

        Pak Lemon heeft dus voorgesteld de “Satoe-Setengahs” aan te stellen als taalcoach “Petjok”. Dat zou een hele omschakeling voor mij worden, op mijn oude dag. Sedert 4 jaar probeer ik als onbezoldigd vrijwilliger allochtonen oftewel “anderstaligen” keurig Nederlands bij te brengen.

        Maar goed …. Als Pak Lemon zijn zin krijgt zal de wereld het dus nog kunnen beleven dat binnen afzienbare tijd de eerste Marokkanen, Turken, Syriërs, Somali’s, Iraqi, Koerden, Wit-Russen, Russen, Polen, Kazachs zich in het Petjok verstaanbaar kunnen maken.

        Pak Pierre

      • Huib schreef:

        Pak Pierre,

        Toen mijn moeder weer een beetje opgekrabbeld was na alle oorlogs-en bersiap ellende die ze met haar jonge kinderen moest doorstaan, zeg maar in 1946/47, begon ze aan huis een partikuliere School met de Bijbel. Ze was nl. afkomstig uit Semarang en daar opgeleid als onderwijzeres.
        Er moest nl wel brood of liever gezegd nassi op tafel komen voor haar kroost. Het gouvernement maakte kennelijk totaal geen haast met uitkeren van het KNIL weduwen-en wezen pensioen waar we recht op hadden.

        Ik was toen zo’n 8/9 jaar oud en ging voor het eerst met mijn 1 jaar oudere en 1 jaar jongere zusjes op blote voeten naar de St. Jozef school in Bandoeng. In het begin nog in tjelana monjet. Kon dus totaal niet lezen of schrijven in de 1e klas met mijn jongere zus. Op school kregen we op een gegeven moment havermout pap en schoenen.

        En blijkbaar sprak ik tjedarrr-tjedoerrr.
        Maar ze heeft er sindsdien altijd streng op toegezien dat ik niet op blote
        voeten liep en, geen straat taal sprak of Petjoh en ook absoluut niets meer “van de straat at”, vooral geen ijs lilin. Dus deze jongen valt af als petjoh coach.

        Bij mijn oudste zus was ze nog strenger, die moest altijd een hoed op, en niet in de zon, want ze mocht vooral niet te bruin worden.
        Voor wie het interesseert zie de foto van het stel (moeder en dochter op de Dam) op de site van Nusantara. Daarop ontdekte ik trouwens ook een foto van mijn vader van voor de oorlog met mijn persoontje als baby op de arm. Dat heb je er nou van als neefjes websites gaan bouwen.

        Aan mij was toch niets te verliezen, want ik was sowieso al zo donker als de nacht door al die voorafgaande jaren op zwerftocht in de brandende zon door sawahs en kampongs op zoek naar iets eetbaars.

        En natuurlijk die Javaanse oma. Alhoewel mijn opa Frans van moeders kant was ook behoorlijk donker zo te zien op die oude foto die ik van hem heb, uitgedost als politiecommissaris van Semarang.

        Zal hem bij gelegenheid eens opsturen naar Pak Boeroeng. Mss. ziet hij er brood in om het te plaatsen.

        Nu rest me nog een stichtelijk woord voor de verdere kerstviering:

        Ik wens allen een vreedzame kerst en wellicht ook lekker vreetzaam.

  10. Boeroeng schreef:

    Ik ken dit niet, Zo schrijven. Ik ben te jong en te verhollandst.
    Je moet opgegroeid zijn in Indië, om deze stijl aan te voelen, de woorden en klanken te kennen , ongedwongen te kunnen gebruiken.
    Zijn er lezers die dit aandurven ?
    Met een ander verhaaltje?
    Reinaert de vos, de vier heemskinderen, roelantslied ( met die hoorn)
    Elk kantjilverhaal ?
    http://www.beleven.org/verhaal/kantjil_en_de_tijger

    • P.Lemon schreef:

      @Boeroeng “Zijn er lezers die dit aandurven ?”

      Misschien eerst inventariseren wat er al is ? Die verhalen worden dan oefenstof om het petjoh niveau te benaderen of te behalen. Uit de generatie satuh/setengah halen we de docenten/instructeurs voor de ‘leerlingen’. Overdracht kan schriftelijk (huiswerk) of via de social media bv. Kumpulans 1 of meerdere keren per jaar en een lezing of voordrachtswedstrijd met de ‘Petjoh -beker’.
      E.e.a. wel/niet overlaten aan de bestaande indische culturele verenigingen???

      Voorbeeld:

      VERHALEN VERTELD IN PETJOH
      te vinden op : http://indische-indo-gedichten.i8.com/petjoh.html

      *Si Dogol en Si Tollol
      *Pettong en Maantje
      verhaal van Pettong en Maantje is “Steurtjestaal”.
      Het is een voordracht die eigenlijk langzaam moet worden opgelezen
      Daar waar het rijmen niet is doorgezet ontstaan ‘rustpauzes’ die (voor een indo en steurtje) komisch werken;

      *Sneeuwwitje en de seven dwergen

      • Surya Atmadja schreef:

        Tjoba pertellen perschil pan dogol en tollol itoe apa ?

        In het Petjoh werden Maleise woorden of uitdrukkingen vaak woord voor woord vertaal in het Nederlands . (R.Cress)

        Aangezien de Orang Betawi veel Maleise (van bhs Melayu) en vele Inlandse , Chinese /Arabische etc leenwoorden gebruiken kunnen veel Indische Betawinesen na een opfrissing cursus Petjoh spreken.(OmSid)

      • P.Lemon schreef:

        Pak SA @De verschilen en de nuances:
        dogol = onnozel
        tolol = dwaas
        bodoh, dungu, tolol, goblok (slang), geblek (slang), bego (slang) = dom

        En dan hebben we het maar over 1 woord/kwalificatie, dat geeft aan dat men het niet zo 1,2,3 onder de knie zal hebben.

      • Pierre de la Croix schreef:

        En dan hadden we in Semarang ook nog “gendeng” (met 2 stomme “e’s”) voor hetzelfde.

        Pak Pierre

  11. P.Lemon schreef:

    Uit: Petjoh van Richard Cress :
    In Indië woonde en werkte in feite slechts een handjevol Europeanen en Indo-Europeanen te midden van vele andere volkeren – Soendanezen, Javanen, Molukkers, Chinezen, Arabieren – met elk hun eigen taal, hun eigen varianten en leenwoorden en met het Maleis als lingua franca. En behalve Nederlanders waren er heel vroeger Portugezen, Engelsen en Fransen te vinden die ook elk hun bijdrage geleverd hebben aan de taal en de woordenschat van Indische mensen.
    In deze smeltkroes ontwikkelden Indische Nederlanders hun eigen taalgebruik, waarbij het Nederlands steeds de grondvorm bleef. enz.
    Soedah, jammer ja , want “De omstandigheden waarin de taal gedijen kon, zijn niet meer aanwezig. Indië is niet meer, is al …jaar verleden tijd.

    • Pierre de la Croix schreef:

      Kasian, het is voorbij. Het is al zo vaak gezegd.

      Maar …. net zo als er nog steeds idealistische diehards zijn die het Esperanto beoefenen, zo zouden de idealisten onder de Indo’s zich kunnen verenigen in een Genootschap “tot behoud van het Petjok”.

      Dat levert bovendien baantjes op (voorzitter, secretaris, penningmeester, lobbyist, adviseurs, redactie voor het maandelijkse periodiekje, deskundigen voor de commissies). Jaarlijks een congres voor Petjoksprekers van over de hele wereld.

      Liefhebbers moeten zich haasten, de laatste originele Petjoksprekers (dus niet de Tante Liens en Risoleses van deze wereld) staan op het punt van uitsterven.

      Pak Pierre

      • Paul Vermaes schreef:

        @Pak Pierre “…diehards die het Esperanto beoefenen…”

        Esperanto is nog steeds erg praktisch in de wereld van vertaalmachines. Het wordt gebruikt als een tussentaal. Elke brontaal wordt eerst vertaald naar Esperanto en vanuit dit tussenresultaat wordt verder vertaald naar de gewenste doeltaal.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Zegt de ene vertaalmachine tegen de andere: “Cu vi parolas Esperanto?”.

        Antwoordt de andere machine: “Jes, mi parolas Esperanto”.

        Alsdan is het ijs tussen de machines gebroken en weten zij dat zij met gerust hart aan het grote vertaalwerk kunnen beginnen.

        Pak Pierre

      • Surya Atmadja schreef:

        Ik deng anak Betawi ken wel ngomong Petjoh ,

      • Pierre de la Croix schreef:

        Maar dan de Bataviaanse versie.

        Pak Pierre

  12. Paul Vermaes schreef:

    @si jengot: Christmas Carol op zijn Indisch. Laat Tante Lien dit verhaaltje niet horen…

  13. Huib schreef:

    Bedankt Boeroeng voor de plaatsing van dit fraai stukje Indische folklore.

  14. Pierre de la Croix schreef:

    Wadoeh …. chuilen akoe …

    So mooiii als de verhaal van de kleine nonni met de korèk api. Sij ketekouten in de sneeuw, nieman geef haar warme soto en dan sij mati met kerstmis. Kasian toh?

    Pak Pierre

Laat een reactie achter op Huib Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *