Geef mij maar nasi goreng

Indische verhalen:
“We kwamen aan op 12 december 1957” vertelt Frank. “Vroeg in de morgen werd onze boot, de Johan van Oldenbarneveldt, de haven van IJmuiden binnengeloodst. Het eerste dat ik van Nederland zag, was de naargeestige verlichting van natriumlampen. Op de oever reed een man op een fiets zwoegend tegen de wind in. In koor werd er geroepen: Wij gaan niet van boord. Het is veel te koud.”

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

1 Response to Geef mij maar nasi goreng

  1. Jan A. Somers schreef:

    Ja, als je als jonge jongen zo begint wordt het niks. Waar is hier het zo geroemde aanpassingsvermogen van de Indo? Waar is de drang tot kennismaken met je nieuwe wereld?
    citaat: “”weg van de stank van de petroleumkachel,” Ik had in de jaren vijftig ook zo’n petroleumkacheltje op mijn studentenkamertje. De waterdamp condenseerde volop op de ramen, en bevroor in de grote kieren. Daarmee werd de zaak winddicht. Mijn meisje (nu mijn vrouw), kookte op dat kacheltje macaroniprut, lekker! Als we langs dat huis fietsen wijzen we nog naar boven. Daar begon onze carrière. Wat waren we arm. Zaterdag naar de markt de laatste groente en fruit kopen, goedkoop. Wat hebben we toch een prachtige geschiedenis achter de rug. Ja, soms is het veel te koud, maar in Indië/Indonesië soms veel te warm. Niet druk over maken, dan wordt het nog veel kouder/warmer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *