Maria Dermoût

.

INGERMAN, Helena Anthonia Maria Elisabeth, vooral bekend als Maria Dermoût (geb. Pekalongan, Nederlands-Indië 15-6-1888 – gest. Den Haag 27-6-1962), schrijfster.
Lees verder op historici.nl.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

9 Responses to Maria Dermoût

  1. eppeson marawasin schreef:

    Via JavaPost onderstaande link op 191112 doorgekregen:

    Voorwoord

    e.m.

    • Pierre de la Croix schreef:

      Het is toch maar goed dat iemand voortdurend – en vaak in nachtelijke uren – alle sites en links ter wereld afstroopt, op zoek naar het beste van het goede voor de geest van zijn Indische medemens.

      Hail to Thee, Master!

      Pak Pierre

      • eppeson marawasin schreef:

        Too much Sir, far too much! Zong Freddie Mercury van Queen niet voor het laatst ‘too much love will kill you’? 😉

        Over Master gesproken. Met de bedoeling een reactie achter te laten op ‘Het gebeurde ergens in de Indonesische archipel’, het boek ‘Meisje van het strand’ van de Indonesische schrijver/intellectueel Pramoedya Ananta Toer weer even van mijn vurenhouten Indië-boekenplankje gelicht.

        [CITAAT]
        “Wat at jij zoal in het dorp?”
        Het meisje van het strand durfde geen antwoord te geven. Ze was bang. Ze had nooit geleerd de taal te spreken die ze in de stad gebruiken. Daarom zweeg ze.
        “Maïs?”
        “Ja maïs, meester.”
        “Aten jullie dan nooit rijst?”
        “Nee, meester.”
        “Goddank eten wij hier elke dag rijst”. Dat is de wil van God. Hij zegent alles,” en ze liepen langzaam verder.
        “Dat daar zijn manggabomen, die zijn nu twee jaar oud. Ze zijn de grond ingegaan toen hier elektriciteit werd aangelegd. Er is hier niemand die eten voor zichzelf hoeft te verbouwen. Het komt als uit de milde hand van God. Hij heeft toch ook niet de wereld en de mensheid alleen voor zichzelf geschapen. Heb je nog slaap?”
        “Nee, Bendoro*.”
        “Heb je honger?”
        “Nee, Bendoro.”
        “Kom vertel eens wat.”
        Weer kon het meisje van het strand geen woord uitbrengen van angst. Ze voelde hoe haar adem in haar keel bleef steken. Waarom durfde ze nu niets te zeggen, terwijl zij er altijd zo van hield haar kip die Kuntring heette uit volle borst toe te roepen? Of haar vriendjes of ze buiten kwamen spelen, of buurman Pak** Karto wanneer zij zijn hulp nodig had bij het sjouwen van iets zwaars?
        “Als je niet wilt, hoef je niet. Ik ken de dorpen die aan het strand liggen allemaal. Tien jaar geleden ben ik ook eens in jouw dorp geweest. Het was vies en de mensen waren arm en hadden nooit van godsdienst gehoord. Onreinheid is iets verwerpelijks en is vrome mensen een doorn in het oog. Overal waar het vies en onrein is, daar worden mensen dan ook getroffen door Gods toorn en hebben niet genoeg voedsel en zijn arm.”
        “Ja, dat weet ik, Bendoro.”
        “Reinheid Mas Nganten, is iets heel belangrijks in ons geloof. Geestelijke reinheid heet dat. Begrijp je dat, Mas Nganten?”
        “Ja, Bendoro.”
        “Geestelijke reinheid brengt de mens nader tot God.”
        “Ja, Bendoro.”
        [EINDE citaat]

        *Bendoro – aanspreekvorm voor persoon van adel
        **Pak – aanspreekvorm voor man

        Toelichting:
        Een meisje van veertien wordt uitgehuwelijkt aan een rijke Javaanse edelman.
        Uit haar geliefde vissersdorp waar ze in rechtstreeks contact is met zee en het strand, verhuist ze naar de stad. Daar komt ze in een luxueuze omgeving terecht. In plaats van bevelen op te volgen leert ze die nu zelf geven. Maar tegenover haar man is en blijft haar positie er een van volstrekte onderworpenheid.

        Titel: Meisje van het strand
        Auteur: Pramoedya Ananta Toer
        ISBN 90-5226-766-9

  2. eppeson marawasin schreef:

    (Citaat) “Ze ‘wist de verschillende draden van mythen, feitelijkheid en zintuiglijke waarneming geraffineerd door elkaar heen te weven’” (einde citaat).

    Met verwijzing naar het bovenstaande citaat uit het ‘historici-artikel’ ben ik nog steeds zeer verheugd, dat Pak Pierre mij het laatste zetje gaf om het verzameld werk van Maria Dermoût aan te schaffen.

    e.m.

    • Pierre de la Croix schreef:

      Ach ja …. en Pak Pierre moest dat zetje uit zijn geheugen geven, want het boek met de m.i. prachtigste vertelling, “Spel van tifa-gongs”, had hij niet meer. Waarschijnlijk in de goedheid zijns harten ooit eens uitgeleend of in een onbezonnen bui zelfs weggegeven.

      Wie schetst mijn (ik ga maar weer in de 1ste persoon verder) geluk op het knusse Pasar Malampje in Zeist dat ik vorig weekend bezocht: Een forse antiquarische boekenstal vol met Indië/Indonesië, van een totok nota bene, nooit zelf in het paradijs geweest. Na enig zoeken het “Verzameld werk” van Maria gevonden, met als bonus daarin een opgevouwen krantenknipsel van 10 juni (!) 1988, pagina groot (oude “format”) en vermoedelijk NRC, geschreven door Kester Freriks, ter herinnering aan haar geboortedag, toen 100 jaar geleden, op 15 juni 1888, . De kop: “Tussen de bergen van Lawoe en Wilis in” (1ste regel uit “Nog pas gisteren”).

      Als ik daaruit een citaat aan dat van Pak Eppeson mag toevoegen, dan is het dit: “In elke alinea schuilt het besef van de eeuwig naderende destructie en de vluchtigheid der dingen als een geheimenis, een tussen de regels verborgen, verzwegen angst. Ze dwingt je als lezer op je hoede te zijn; ze verleidt je met weelderige beschrijvingen maar opeens flitst daar de dreiging van de dood doorheen”.

      Mooie overpeinzing voor na de kerkgang, of in plaats van ….

      Pak Pierre

Laat een reactie achter op eppeson marawasin Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *