Reis naar Japan vol oorlogsherinneringen

Op de tiendaagse reis door Japan vorig jaar werden we echt vertroeteld, zegt Jonas Muskitta. Een mooi hotel. Een eerste klas vlucht. Alles was geregeld. Tijdens een ontvangst op het miniserie van Buitenlandse zaken in Tokio, kwam een oudere soldaat van in de tachtig op Muskitta af. Waar komen jullie vandaan?, vroeg hij. Toen Muskitta, als enige gekleurde van het gezelschap vertelde van Ambon, begon de man de traditional Manisee te zingen in het Maleis. Hij was kampofficier geweest. Je beul? Dat had gekund. Ik koester geen wrok.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

51 Responses to Reis naar Japan vol oorlogsherinneringen

  1. Robert schreef:

    Je hoeft geen religie te hebben om te weten dat er een Afterlife is.

  2. ALLE religieen dat not gereevueerd zijn, is allang verjaard en net als een medicijn juist vergif voor de mensenheid is geworden Zo al de moordende Christenen en naam van hun goddienst in Noord en Zuid-Amarika en Australie en nu de Mohammdaanen terroristen in de hele wereld.De wereld vergaat volgens hun geloof maar de mens zal op andere planeten blijven bestaat .Gelukkig zonded goddienst meer.

  3. Harry schreef:

    Martin: Wat is Het is gewoon niet netjes Harry?

  4. Roy schreef:

    Harry en Martin, baas boven baas!!!!
    De n weet het nog beter dan de ander. Het einde van deze discussie is nog lang niet in zicht.Ach het mot maar!!!!

  5. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry: De rol van het geloof tijdens WOII zoals Roos die beschrijft is in het Japanse perspectief simpelweg niet voor te stellen. Geplaatst door: Harry | woensdag 16 september 2009 om 13:59
    Harry. Context?
    – Reis naar Japan vol oorlogsherinneringen.
    – Voorstellingen en oorlogsherinneringen: De rol van het geloof (1) tijdens WOII zoals Roos die beschrijft.
    I. Het (moderne zen)boeddhisme van Japan.
    In Een nieuw voertuig voor een nieuw boeddhisme uit 2002 lezen we: De kloosters (vol gelovigen) in het negentiende-eeuwse Japan bestreden elkaar fel met legers. Een moeilijke kwestie binnen met name het moderne zenboeddhisme van Japan is ook dat verschillende grote zenmeesters gedurende de tweede wereldoorlog achter de keizer stonden en zelfs de piloten zegenden die kamikaze zouden gaan plegen. (Prof. dr P. van der Velde RUN)
    I.I. Japan. Een combinatie van nationalisme en godsdienst
    In de eenentwintigste eeuw wordt o.a. op de RUN wetenschappelijke literatuur aangereikt met de volgende inhoud: Een andere staat maakt echter een opmerkelijk debuut (in de twintigste eeuw), en wel Japan, een voorbeeld van een combinatie van nationalisme en godsdienst. (2002 Ninian Smart).
    I.I.I. Heilige oorlogen.
    Vaak wordt gesteld dat het boeddhisme bijvoorbeeld nooit heilige oorlogen zou hebben gekend, in tegenstelling tot vele andere religies. Nu hebben oorlogen vaak vele oorzaken, maar men hoeft niet diep te graven in de geschiedenis van Azi om verslagen van oorlogen te vinden die door boeddhistische monniken zijn gesanctioneerd. (P. van der Velde) De Nederlandse zenmeester prof. dr. Ton Lathouwers, zou gaarne een herbezinning op de grondslagen van het zenboeddhisme willen. We dragen een collectieve schuld. We hebben meegedaan aan het klakkeloos verheerlijken van het zenmeesterschap.[…]Bovendien zitten we hier met mensen die in Nederlands-Indi daadwerkelijk geleden hebben onder de Japanse machtshebbers. Hij gaf in Trouw aan (20030717) diep geschokt te zijn over de betrokkenheid van zijn spirituele geloofsgenoten bij de Japanse oorlogsactiviteiten. Hij lijkt rijkelijk laat met deze herbezinning te beginnen en laat wakker geschokt te zijn. Dr A.P. van der Made wist reeds in 1983 in zijn Antropologische verkenningen het volgende te melden: Zen leidt onder andere tot een volmaakte doodsverachting en is daardoor de inspiratiebron voor militaire heldendaden.
    Humpreys merkte in 1976 op dat zen in Japan tot een oorlogsgeloof is geworden. De Nederlandse geschiedenis staat bol van uitspraken met betrekking tot het zwevend boeddhisme. Ik ( Historicus prof. dr J.L. Huizinga. MECR) zou nog veel willen zeggen over Kerns beschouwingen van het Buddhisme, zijn ergernis over de monnikenbekrompenheid, over het autoriteitsgeloof, over de zwakke punten der moraal.
    Elke religie en/of spiritualiteit kan moreel ontsporen.
    I.IV. Conclusie. (zie ook mijn andere bijdragen)
    Bij het bestuderen van het ‘historische karakter’ van het boeddhisme hebben vele wetenschappers, ook aan de Japanse universiteiten, vasthoudend, laag voor laag, factoren blootgelegd en aldus boeddhisme en Zen en andere stromingen in haar eenmaking met het militarisme gepositioneerd.
    Roos (op basis van de vermelde literatuur) beschrijft (Harry): Het boeddhistisch gedachtegoed kan geassocieerd worden met heilige oorlogen die door boeddhisten zijn gesanctioneerd. Met in de eenentwintigste eeuw een van de vele oorlogsherinneringen: Een moeilijke kwestie binnen met name het moderne zenboeddhisme van Japan is ook dat verschillende grote zenmeesters gedurende de tweede wereldoorlog achter de keizer stonden en zelfs de piloten zegenden die kamikaze zouden gaan plegen. (Een nieuw voertuig voor een nieuw boeddhisme. 2002 Prof. dr. Paul van der Velde: hindoesme/boeddhisme van de Faculteit der religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit, Nijmegen.)
    1 Dat de wereld in essentie een spirituele plaats is, blijft de algemene culturele overtuiging in Japan, aldus Chris Jones. De directeur van het Centre for Asia-Pacific Studies aan de Universiteit van Kent

  6. Martin E. C. Roos schreef:

    Wat is Het is gewoon niet netjes Harry?
    Schappelijk weten overtuigt door een beroep te doen op bewijs, door argumenten gebaseerd op logisch en mathematisch redeneren, of door gegevens zo goed mogelijk te interpreteren. Als nieuw bewijs in tegenspraak is met bestaande opvattingen dan worden de oude verlaten.

  7. Harry schreef:

    Niemand zal ontkennen, ook de Japanners niet*, dat mensen hebben geleden en er veel ellende was tijdens de Japanse bezetting. Het gaat om een juist (be)oordeling. Mensen die werkelijk hebben geleden en het slachtoffer zijn geweest hebben alle recht om zich daar ongenuanceerd over uit te laten. Het valt me dan des te meer op wanneer mensen die getuigen zijn van die gebeurtenissen en het een en ander aan den lijve hebben ondervonden, dat juist niet doen; ze geven er een evenwichtig oordeel over, zonder enige overdrijving of fantasie verhalen. Rookmaker, bijvoorbeeld, in zijn Tolk achter het prikkeldraad.
    De verhalen die je noemt/citeert kan je ook vertellen over de Nederlandse koloniale periode. Maar dan met andere poppetjes. Het verhaal zal hetzelfde zijn: mensen die andere mensen misbruiken, martelen, doden en onderdrukken. Dat verhaal is zo oud als de mensheid zelf en niet gebonden aan cultuur of volk. Homo homini lupus est, zeiden de oude Romeinen al.
    Als de generatie die de Japanse tijd niet heeft meegemaakt zouden we in staat moeten zijn om meer afstand te nemen van die gebeurtenissen en tot een meer objectief oordeel te komen dat in samenhang is met alles wat er voor en in die tijd gebeurd is.
    *)uit de Far Eastern Economic Review, 10 augustus 2000.
    Van dhr. Itaru Umezu, toenertijd Consul-General van Japan in Hong Kong en ook gepubliceerd op de site van het Gaimusho Ministerie voor buitenlandse zaken van Japan.
    These apologies were irrefutably expressed, in particular in Prime Minister Tomiichi Murayama’s official statement in 1995, which was based on a cabinet decision and which has subsequently been upheld by successive prime ministers, including Prime Minister Yoshiro Mori. Mr. Murayama said that Japan “through its colonial rule and aggression, caused tremendous damage and suffering to the people of many countries, particularly to those of Asian nations. In the hope that no such mistake be made in the future, I regard, in a spirit of humility, these irrefutable facts of history, and express here once again my feelings of deep remorse and state my heartfelt apology.”
    =========
    Martin:
    Naast een wereldlijke regering was er de keizerlijke almacht, waaraan het leger exclusieve loyaliteit verschuldigd was.

  8. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry. “…in feite is het grond voor ernstige twijfel aan de manier waarop jij (Martin) citaten gebruikt.”
    Integriteit? Harry, blijf geloven.
    met wortel en tak bestreden
    En van het voorheen met wortel en tak bestreden christendom werd opgestoken dat volledige loyaliteit aan het hogere makkelijker te bereiken was als men in n god geloofde. De keizer, inmiddels verhuisd van Kyoto naar de tot `Tokio’ omgedoopte stad Edo, zou daarvan de belichaming worden. (Maarten Schinkel. Een land in beton gegoten. NRC. 20030815 Boeken. p. 23)
    “In Inventing Japan geeft de journalist, schrijver en Japan-kenner Ian Buruma de politieke geschiedenis van het land weer over een periode die loopt vanaf Perry’s aankomst tot de Olympische Spelen in 1964 in Tokio. Het boek omspant daarmee de twee perioden van grote omwentelingen die Japan doormaakte. Bij de eerste, de Meiji-restauratie, werd het oude Shogunaat in 1868 vervangen door een politiek systeem waarin de keizer (voorheen een zuiver decoratieve figuur) in het brandpunt van de macht werd geplaatst.
    Buruma schetst hoe Japan, na eeuwen van isolatie, in het Westen de ingredinten vond van wat daarna pas als typisch Japans zou gaan gelden. Gezanten en geleerden keken naar de Franse en de Amerikaanse staatsinrichting, maar kozen uiteindelijk het Pruisische model, waarin van volkssoevereiniteit geen sprake was. De Europese rechtvaardiging van het kolonialisme, inclusief de bijbehorende superioriteit van het eigen volk, vielen in vruchtbare aarde. En van het voorheen met wortel en tak bestreden christendom werd opgestoken dat volledige loyaliteit aan het hogere makkelijker te bereiken was als men in n god geloofde. De keizer, inmiddels verhuisd van Kyoto naar de tot `Tokio’ omgedoopte stad Edo, zou daarvan de belichaming worden. Naast een wereldlijke regering was er de keizerlijke almacht, waaraan het leger exclusieve loyaliteit verschuldigd was. Het leger diende zich niet met politiek bemoeien maar, schrijft Buruma, er zat een weeffout in het systeem. Als `een van de meest invloedrijke documenten in de recente Japanse geschiedenis’ haalt hij het Voorschrift voor Soldaten en Matrozen aan dat in 1882 door de keizer werd aangereikt aan de troepen, die het uit hun hoofd moesten leren. ,,Wij zijn Uw Hoogste bevelhebber. Onze verhouding tot U zal de intiemste zijn, omdat wij op U rekenen als Onze ledematen, en U naar Ons opkijkt als Uw hoofd.”
    Deze identificatie van nationalisme met militarisme heeft zijn oorsprong in de samurai-cultuur achter de Meiji-restauratie, maar de nieuwe staatsinrichting zorgde er ook voor dat de scheiding tussen leger en politiek onhoudbaar bleek. `Als de soldaat enkel loyaal kon zijn aan de goddelijke monarch’, aldus Buruma, `was het kennelijk legitiem om te rebelleren tegen burgerlijke leiders die de keizerlijke wil leken te negeren’. Die houding dreef het ontembare militarisme achter Japans expansie vanaf de jaren dertig.” (Maarten Schinkel. Een land in beton gegoten. NRC. 20030815 Boeken. p. 23)
    Maarten Schinkel schreef in 2003: “Wie de problemen van het huidige Japan wil verklaren, kan dan ook beter zoeken naar continuteit dan naar verandering.”

  9. Martin E. C. Roos schreef:

    2009. (Een persoonlijk verhaal van Hilly Hogestijn-Vrijburg over haar leven als buitenkamper op 15 augustus 2009 in het WF(CC) te Den Haag.)

  10. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry: [] gaat er dan doodgemoedereerd van uit dat hetzelfde op de Japanners van toepassing is.
    Harry: curieus doodgemoederd (1) Neen: hetzelfde, honger. Weliswaar geen Hongerwinter maar een Hongerzomer in 1944/1945!
    Actueel. In de eenentwintigste eeuw gepubliceerd.
    Ik zie wel enkele overeenkomsten: Naar Duitsch model.
    I. Raciale tegenstellingen.
    I.I. Japanse nadruk op rasverschillen.
    Het waren de Japanners die de Indo-Europeanen expliciet tot een aparte juridische categorie maakten. Door de Japanse nadruk op rasverschillen werd iedere etnische groep zich nog meer dan in de vooroorlogse tijd bewust van de eigen nationaliteit en loyaliteit en werden de raciale tegenstellingen nog eens verscherpt. ( Hans Meijer. In Indi geworteld. 2004. p. 204)
    I.I.I. Dwangarbeid.
    In october 1943 begonnen de Japanners op het Javaanse platteland met het rekruteren van miljoenen economische soldaten, ofwel romushas, die moesten werken aan onder meer de aanleg van vliegvelden, wegen en spoorlijnen en in kolenmijnen. Hun arbeidsomstandigheden waaren daarbij vaak buitengewoon slecht en het optreden van Japanse opzichters bijzonder hard. Honderdduizenden van hen stierven aan ondervoeding, ziekte en uitputting. ( H.W. van Doel. Afscheid van Indi. 2002. p.70)
    I.IV. Naar Duitsch model.
    Het viel verder ook Van der Plas (directeur van Binnenlands Bestuur) op dat vooral de jeugd Jaren volgepompt met propaganda. Naar Duitsch model in machtswellust opgevoed’ (H.W. van Doel. p. 90)
    I.V. Werkkampen.
    Uit irritatie en frustratie over de geringe Indo-Europese volgzaamheid (2) werden werkkampen of strafinrichtingen opgezet door de Japanners. Een van de beruchtste werkkampen betrof de koffie- en rubberonderneming Soember Gesing, ten zuiden van Dampit (Oost-Java), waar sinds october 1944 in vier lichtingen bijna 3oo jongens (Indos, slachtoffers van grootscheepse disciplineringcampagnes) uit Malang (ik ben vlak bij Malang Modjokerto geboren) verbleven. Menig jongere zou daar aan de mishandelingen en ontberingen bezwijken. Om een voorbeeld te stellen zouden dertien jongens (Indos) in de leeftijd van zestien tot eenentwintig zelfs onthoofd worden vanwege veronderstelde subversieve activiteiten. Het aantal Indo-Europeanen op vrije voeten nam – na october 1944 – steeds meer af. (Hans Meijer. p. 234, 235)
    1 De rijstproductie was halverwege 1945 nog slechts twee derde van de vooroorlogse. In Batavia stierven de mensen als ratten. (Hans Meijer. p. 235)
    2 De Jappen kwamen zeker eens in de maand, onaangekondigd, ons huis binnenvallen om ieder vertrek te inspecteren naar in hun ogen ongewenste voorwerpen en activiteiten, zoals bijvoorbeeld schoolonderwijs, hetgeen streng verboden was. Achmed, mijn goede speelkameraadje tijdens de Japanse bezetting, zat op een gegeven moment in een boom naast ons huis met een geweer met de bedoeling, zeer zeker gendoctrineerd door de Japanse en Indonesische jeugdorganisaties, mij en anderen van de familie dood te schieten. ( Een persoonlijk verhaal van Hilly Hogestijn-Vrijburg over haar leven als buitenkamper op 15 augustus in het WF(CC) te Den Haag.

  11. Harry schreef:

    Harry. (2009!) De pseudoreligieze pijlers.
    Keizer (en de zogenaamde unieke Japanse) harmonie waren de pseudoreligieze pijlers waarop de unificatie van de nieuwe staat (het Japan van de twintigste eeuw tot en met 1945) rustte. Karel van Wolferen. NRC 20090926.

  12. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry. Heb je hier ook een ‘curieus’ antwoord op?
    Ik citeer: Het vreemde is dat ik (Rudy Kousbroek in NRC 19910830) wel een paar dingen zou weten – bijvoorbeeld het feit dat de mensen (Indos en Totoks in de Japanse kampen van Dr. D. van Velden) om mij heen doodgingen aan malaria omdat er bijna geen kinine werd verstrekt, terwijl later bleek dat het Japanse leger hele goedangs vol kinine had.

  13. Martin E. C. Roos schreef:

    Met Peter van de Broeks conclusie op een andere site mbt ‘de kampen’ ga ik volledig mee ook in deze ‘lopende discussie’: Ik vind de redenering van Harry Sihan curieus en weinig wetenschappelijk. Als slotconclusie neem ik wederom de woorden van Peter die mij eveneens aanspreken: Het is voor mij iets te vaag. En stel in het vervolg aan je eigen bronnen dezelfde criteria als aan de anderen. Het is mij wat te slordig.

  14. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry. Het is zo dat (Zen)Buddhisten zich leenden voor de oorlogsinspanning en propaganda van het leger.
    I. Via een keten van boeddhistische tempels. (1989. K. G. van Wolferen. Japan de onzichtbare drijfveren van een wereldmacht.)
    I.I. De verheerlijking van oorlogsinspanning en propaganda van het leger en van een dood-in-het-leven-houding.
    Onder de vele Japanse versies van religieus-filosofische import vanuit China, bleek het Zenboeddhisme uitermate geschikt bij het versterken van de ethiek van de onderdanigheid. Dit boeddhisme is volkomen amoreel en verheerlijkt een anti-intellectuele benadering van het leven die verondersteld wordt tot superieure vermogens van waarnemingen te leiden. [] de eerste belangrijke propagandist van wat zou uitgroeien tot de Tokugawa-ideologie was een samurai en Zenmonnik genaamd Shosan Suzuki (1579-1665). Via een keten van tempels en als priv-adviseur van lagere samurai verspreidde hij het denkbeeld dat gebruik van intellect om tot een oordeel te komen de bron is van alle kwaad en in het bijzonder van politieke subversie. Zijn invloed was voelbaar op een niveau waar het nieuwe bestuursapparaat het leven van de gewone burger raakte. Zacht uitgedrukt koesterde Shosun Suzuki geen respect voor het individu. Voor hem is het menselijk lichaam niets dan een zak vol slijm, tranen, urine en uitwerpselen die hoe dan ook niet aan het individu behoort maar aan de heer aan wiens generositeit hij zijn leven dankt. Wat het lichaam ook mocht bevatten, in ieder geval geen individuele persoonlijkheid. De verheerlijking van een dood-in-het-leven-houding behield haar invloed op de ideologie van het Japans-zijn tot ten minste 1945. (pagina 332, 333)
    [] Japan, een voorbeeld van een combinatie van nationalisme en godsdienst. (pag. 616. 2003 Godsdiensten van de Wereld. Ninian Smart)

  15. Martin E. C. Roos schreef:

    Negenentwintig september 2007 | Door: ANP
    TOKIO (ANP) – Ruim 100.000 Japanners hebben zaterdag op Okinawa gedemonstreerd tegen een regeringsbesluit om alle verwijzingen naar gedwongen zelfmoorden op het eiland aan het eind van de Tweede Wereldoorlog uit de schoolboekjes te schrappen. Dat meldde het persbureau Kyodo.
    Bij de 83 dagen durende Slag om Okinawa kwamen meer dan 200.000 mensen om. Van de 190.000 doden aan Japanse zijde bestond de helft uit burgers. Velen kwamen om door de Amerikaanse bombardementen. Maar het Japanse leger dwong burgers massaal tot zelfmoord in plaats van zich over te geven aan de Amerikaanse strijdkrachten. Volgens conservatieve historici benamen de mensen zich het leven op vrijwillige basis.

  16. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry. (2009!) De pseudoreligieze pijlers. Oei. pseudoreligieze = pseudoreligieuze.

  17. Martin E. C. Roos schreef:

    I. De ideologie van de Japanse (economische ) controle tijdens de bezettingsjaren.
    De Japanse bezetter rekruteerde krachtige Javaanse criminelen als lokale politiechefs en daarnaast – in 1944 en 1945 – waren de Japanners zeer actief om criminele groeperingen te rekruteren. Deze groepen werden nog beruchter na 15 augustus 1945. Het Japanse leger verwachte in 1944 al een invasie van de geallieerden op Java.
    Tegelijkertijd werd de fysieke economische infrastructuur van Java: het wegennet, de spoorwegen en de irrigatiewerken verwaarloosd en bezittingen (o.a. particuliere huizen) beheerd en geroofd (1) door de Japanners. De voornoemde infrastructuur was in de barre bezettingsjaren essentieel voor de cultivatie (productie) en vervoer van voedsel voor de bevolking van de Indische archipel. Met gevolg van de verwaarlozing o.a. een extreme prijsopdrijving van rijst en een groot rijstgebrek in en buiten de kampen. (1991 Robert Cribb. Gangsters and revolutonaries)
    1.Ruim zestig jaar is de Indische Gemeenschap (in Nederland meer dan een miljoen mensen) in discussie met betrekking tot “Oorlogschade, roof en rechtsherstel in het voormalige Nederlands Indi” door de Japanse boedhisten/shintobeoefenaars met de Nederlandse regeringen. Dit leidde uiteindelijk dat vanuit de Overheid via het Ministerie van VWS een opdracht werd verstrekt aan het NIOD om de Indische Zaak (perkara’s) te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek zijn vervat in het rapport “Oorlogsschade, roof en rechtsherstel in Indonesi 1942-1957, (mei 2006), Dr. P. Keppy” . Verbijsterend waren de uitkomsten, die de regering nadrukkelijk zelfs van bewuste nalatigheid, falend wordt verweten, en zelfs van bewuste dwaling .

  18. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry. 2003. Niet alleen lezen en overschrijven ook uit het hoofd leren en opnemen!
    I. Ian Buruma. Wij zijn Uw Hoogste bevelhebber.
    I.I. De keizerlijke almacht.
    Ian Buruma schetst in 2003 (noot) hoe in Japan naast een wereldlijke regering er de keizerlijke almacht (1) was, waaraan het leger exclusieve loyaliteit verschuldigd was. Ik citeer Ian Buruma: “Als ‘een van de meest invloedrijke documenten in de recente Japanse geschiedenis’ haalt hij het Voorschrift voor Soldaten en Matrozen aan dat in 1882 door de keizer werd aangereikt aan de troepen, die het uit hun hoofd moesten leren. ,,Wij zijn Uw Hoogste bevelhebber. Onze verhouding tot U zal de intiemste zijn, omdat wij op U rekenen als Onze ledematen, en U naar Ons opkijkt als Uw hoofd.”
    Noot. Inventing Japan, 1853-1964. Random House Modern Library. De Nederlandse vertaling, `De uitvinding van Japan’, verscheen in september 2003 bij De Bezige Bij.
    1 Van het voorheen met wortel en tak bestreden christendom werd opgestoken dat volledige loyaliteit aan het hogere makkelijker te bereiken was als men in n god geloofde. De keizer, inmiddels verhuisd van Kyoto naar de tot `Tokio’ omgedoopte stad Edo, zou de belichaming worden van de almacht. (NRC. 20030815)

  19. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry. (2009!) De pseudoreligieze pijlers.
    Keizer (en de zogenaamde unieke Japanse) harmonie waren de pseudoreligieze pijlers waarop de unificatie van de nieuwe staat (het Japan van de twintigste eeuw tot en met 1945) rustte. Karel van Wolferen. NRC 20090926.

  20. Harry schreef:

    Correctie:
    de zin ” Alsof het feit dat ze een koloniale grootmacht is geworden i.p.v. zich te laten koloniseren, zoals het een niet-blanke natie in die tijd betaamt.” moet zijn
    ” Alsof het feit dat ze een koloniale grootmacht is geworden i.p.v. zich te laten koloniseren, zoals het een niet-blanke natie in die tijd betaamt, een doodzonde is”

  21. Harry schreef:

    Ik ga er van uit dat er iets fout ging met het inplakken van de tekst waardoor de auteur en werken niet zijn meegekomen. Alleen jammer dat je dat niet nadien hebt hersteld. Maar ik ben er vrijwel zeker van dat je jouw uitlatingen over de shinto boeddhistische samenzwering om de wereld te onderwerpen en de samenwerking tussen het Boeddhisme en de militairen in Japan baseert op de werken van Brian Victoria Zen at War en Zen War Stories.
    Hoewel hij geprezen wordt voor zijn bijdrage in het denken over dit aspect van het Boeddhisme (o.a. door Daniel A. Metraux, A Critical Analysis of Brian Victoria’s Perspectives on Modern Japanese Buddhist History ) is mijn fundamentele bezwaar dat er te veel vanuit een Westers perspectief hiernaar gekeken wordt. Een perspectief die niet geheel vrij is van vooroordelen leunend tegen racisme. Het is niet zo zeer dat ik de feiten ontken, maar dat ik de interpretatie daarvan in twijfel trek. Er wordt b.v. met een grote vanzelfsprekend vanuit gegaan dat Japan zich altijd en overal moet verantwoorden voor haar expansie drift. Alsof het feit dat ze een koloniale grootmacht is geworden i.p.v. zich te laten koloniseren, zoals het een niet-blanke natie in die tijd betaamt. Ik zeg niet dat die expansie drift en de daarmee samenhangende oorlogen goed zijn; ik vraag me alleen af waarom men dat Japan bij voortduring blijft verwijten en men de andere optie waarmee zij zich geconfronteerd, onderwerping aan de koloniale machten, niet mee weegt in de beoordeling van het Japanse imperialisme.
    Maar zelfs Metraux had een kritische noot te kraken:
    One potential problem with Victoria’s work is that his focus is quite narrow. He provides convincing evidence to damn the cooperation between Japanese militarists and Zen and other Buddhist leaders in the 1930s and 1940s. He is on less satisfactory ground, however, when he criticizes the likes of Makiguchi Tsunesaburo, the prewar founder of the Soka Gakkai. Further, Victoria’s overall work would be more credible if he were to examine the work of other non-Japanese Buddhists.
    En on less satisfactory ground is nog vrij mild. Een andere criticus van Victoria, Dayle M. Bethel, stelt dat it becomes clear that he (Dr. Victioria) violated a cardinal principle of scholarly research by quoting passages from Makiguchis writings out of context, and in doing so interpreted the original text to mean the exact opposite of Makiguchis meaning. (Bethel, Dayle M. “Two Views of Tsunesaburo Makiguchi’s Attitude toward Japanese Militarism and Education,” (The Journal of Oriental Studies (vol. 12, 2003), p.205).
    en
    To suggest, as Dr. Victoria does, that Makiguchis sole aim in education was to create fodder for the Japanese militaristssuicidal battles is a gross misinterpretation of what Makiguchi wrote and what he stood for.
    Dit is een doodzonde in academica die je geloofwaardigheid en integriteit ernstig aantast zo niet onderuit haalt.
    In zijn kritiek op Victorias Engaged Buddhism: A Skeleton in the Closet? stelt Koichi Miyata van Soka University ook vast dat Victoria buiten de context citeert om een vals beeld te geven en betrapt hem bovendien op een (al dan niet bewuste) vertaal fout en het verstrekken van verkeerde informatie.
    Turning to my first point: Victoria quotes a passage from Makiguchi’s 1903 work Jinsei Chirigaku (The Geography of Human Life), in which Makiguchi notes that Russia was engaged in a policy of expansionism in the search for year-round harbors. Victoria asserts that this world view was identical to that of the government of Japan, a view used to justify the Russo-Japanese War (1904-1905), then the annexation of the Korean peninsula (1910) and the founding of the puppet state of Manchukuo (1932). Victoria’s assertion, and his implicit criticism of Makiguchi, simplistically links analysis of the global situation with the policies taken in response to that. Makiguchi was merely voicing what was then the accepted understanding of the geopolitical motives for Russia’s expansionist policies, a view held not only by the Japanese government, but shared by the British, with whom Japan had formed the Anglo-Japanese Alliance. Certainly I know of no scholar of political geography who rejects this commonsense view in favor of one that Russia posed no danger. If we were to extend Victoria’s argument, the logical conclusion would be to find not only Makiguchi but everyone who studies political geography guilty of complicity with Japanese aggression.
    Secondly, Victoria quotes an extract from Makiguchi’s book Kyodoka Kenkyu (A Study of Folk Culture), in which Makiguchi notes that the state plays an important role in the lives of citizens. From this, Victoria draws the conclusion that as the Japan moved closer to war, Makiguchi adopted the view that education should be “in service to the state”. (Victoria states that Makiguchi added this section for the 1933 revised edition of the book. This is incorrect, as it appears in the first edition published in 1912.)
    “The august virtue of His Majesty the Emperor is manifested in the security and happiness of the people, through the organs of his civil and military officials. Should these be deficient in some way, the people can petition him through the Diet or other bodies. In light of this, who is there, apart from His Majesty, the Emperor himself, to whom we should reverently pray?” (“Pray” is Victoria’s translation; “beseech” is probably more accurate in this context.)
    Kortom, ik denk dat er aan Victoria als bron genoeg bezwaren kleven om hem met grote scepsis te benaderen. Persoonlijk,vind ik het feit dat hij ooit een missionaris was op een evangelisatie missie in Japan suspect en boet hij daardoor, wat mij betreft, sowieso al stevig in aan geloofwaardigheid.

  22. Harry schreef:

    Boeddhisten hebben oorlog gevoerd, maar niet in de naam van het geloof of om het geloof te verspreiden. De zgn. vechtmonnikken van Japan waren niet bepaald gelovig of deden wat ze deden uit religieuze redenen.
    (Masaharu Anesaki, History of Japanese Religion, With Special Reference to the Social and Moral Life of the Nation, London, 1930. p. 139)
    Er is in het Boeddhisme niet een doctrine, of een waarheid uit naam waarvan men oorlog kan gaan voeren. Het gaat hier te ver om een verhandeling (of verwijzing) te geven over al de verschillende stromingen en sektes in het heden en verleden van het Boeddhisme. Voor de genteresseerde verwijs ik naar het internet. Wikipedia is geen slecht begin.
    Om aan te geven dat er verschillende aspecten en inzichten zijn, hier een tweetal citaten m.b.t. het schrijven van Martin Roos:
    Mahayana Buddhism: The Doctrinal Foundations Paul Williams, 1989
    n.54
    Petzold 1977: 92 ff.; Welch 1972: 281, 284, and nn. 74-3
    But the multiple dismemberments, hideous tortures and executions ordered by Anala are really of illusory beings, a collective hallucinations conjured up by the Bodhisattva king Anala using his skill-in-means in order to terrify people into virtuous behaviour. Although the people of his realm ar particularly vicious, really Anala harms no one. [] The good Buddhist Boddhisattva king just appears out of his skill to harm others, when that strategy is the only one calculated to bring about the desired beneficial results. But this approach to violence may be in certain tension with Mahayana ideas that all things, and therefore all people, are finally really illusions. Thus, as the Susthitamatipariprccha Sutra puts it, there is really no killing at all, and no unfavourable karmic result from killing. That is how an advanced Bodhisattva, who sees things correctly, perceives them (see Chang 1983:66-7). For a perceptive discussson of a range of Buddhist attitudes to kingship and punishment, with invariable violence that kingship seem to entail, see Zimmermann 2006 [] Candrakirti, for example, seems to have considered that kingship all but inevitably entails violence incompatible with Buddhist moral principles. But it was always important for Buddhists to keep the support of kings if at all possible. []
    Sheng Yen, Douglas Gildow, Orthodox Chinese Buddhism: A Contemporary Chan Master’s Answers to Common Question, 2007
    King Yama (yama raja; ynlu wng[]) In popular Chinese belief a king and judge of the dead who dispenses punishments to the recently deceased while they reside in a transitional, purgatory-like netherworld awaiting their next rebirth. According to orthodox Buddhism, a netherworld of this kind does not exist.

  23. Harry schreef:

    Sorry, ik vergat mijn naam bij de vorige posting.
    Martin, als je een bron geeft, vermeld dan tenminste een titel en een auteur. Met de naam van een uitgever en een jaartal kunnen we niet zo veel. Voor Itagaki Seishiro hoef je niet zo ver te gaan: wikipedia geeft je een goed overzicht van zijn biografie plus bronnen. Het voordeel van de 21ste eeuw. En in die beschrijving staat nergens dat hij commandant geweest is in Indi. Voor de zekerheid en via een oud studiegenoot toch maar in de archieven van het keizerlijk Japanse leger gesnuffeld (the library of the National Diet rol 164) – leve het digitale tijdperk – en ook daar geen vermelding van enige verantwoordelijkheid in Indi.
    Overigens Class A war criminial betekent dat hij beschuldigd werd voor crimes against peace. Dat is nogal breed. Overigens heette het niet Tokyo War Crimes Tribunal ( Fu Manchu?) maar The International Military Tribunal for the Far East. Tegen dit gerechtshof is nogal wat kritiek geuit. Opvallend is de uitspraak van een van de rechters:
    Pal’s dissenting opinion also raised substantive objections: he found that the entire prosecution case, that there was a conspiracy to commit an act of aggressive war, which would include the brutalization and subjugation of conquered nations, weak. About the Rape of Nanking in particular, he said, after acknowledging the brutality of the incident ( and that the “evidence was overwhelming” that “atrocities were perpetrated by the members of the Japanese armed forces against the civilian population… and prisoners of war”), that there was nothing to show that it was the “product of government policy”, and thus that the officials of the Japanese government were directly responsible. Indeed, he said, there is “no evidence, testimonial or circumstantial, concomitant, prospectant, restrospectant, that would in any way lead to the inference that the government in any way permitted the commission of such offenses.”
    In any case, he added, conspiracy to wage aggressive war was not illegal in 1937, or at any point since.
    “The Tokyo Judgment and the Rape of Nanking”, by Timothy Brook, The Journal of Asian Studies, August 2001.

  24. Anoniem schreef:

    De particuliere bevindingen, zoals je ze noemt, Martin, zijn niet van mij maar van autoriteiten op het gebied van Japan, de Japanse cultuur en Japanse geschiedenis. Bovendien zijn niet particulier maar openbaar. Hun kijk op die geschiedenis en cultuur is een wereld van verschil met het beeld van jouw insekten verzamelenden god-keizer en zijn vileine shinto/boeddhistische priesters. Dit op zich is al een indicatie dat wat ik heb geschreven over de Japanse keizer, het Japanse perspectief op, en de rol van religie in de Japanse samenleving niet iets is wat ik verzonnen heb, maar dat het een weergave is van de consensus in de academische wereld van de Japonica en aanpalende kennisgebieden.
    1.
    De rol en positie van de Japanse keizer
    Erkende autoriteiten op het gebied van de Japanse cultuur en geschiedenis zijn het er over eens dat de rol van de Japanse keizer van oudsher een symbolisch en ceremonile is geweest en nog is. Over zijn goddelijkheid bestaat in het Westen veel misverstand. De eerbiedwaardige Amerikaanse japanoloog Edwin O. Reischauer zegt daarover het volgende:
    The early Japanese, awed by both the menacing and beneficent aspects of nature, thought of the various natural phenomena as spirits or deities, which they worshipped under the name of kami. Thus they paid reverence to waterfalls, mountains, great trees, unusual rocks, even pestiferous vermin, as well as their own progenitors, which they often identified with natural phenomena, as in the case of the Sun Goddess. Emperors and other humans who inspired awe easily entered the category of kami. Thus the so-called divinity of the Japanese imperial line was a far cry from what divinity came to mean in the West.
    – John K. Fairbank, Edwin O. Reischauer, Albert M. Craig, East Asia, Tradition and Transformation, London, 1975, p.332
    Jef Last die beschouwd kan worden als een belangrijk kenner van het Verre Oosten en o.a. sinologie studeerde in Leiden, zag het zo:
    Zij hadden echter niet het recht hun stamboom af te leiden van de goden, wanneer men tenminste het woord kami met god wil vertalen. In werkelijkheid betekent de term oorspronkelijk namelijk superieur, en werd zij in de oudste legendes gebruikt voor alle wezens en dingen waaraan men meende dat zij dragers waren van superieure kwaliteiten.
    De goddelijke keizer was dus in werkelijkheid, evenals bij ons, een superieur wezen, een keizer bij de gratie Gods, en de voorname afstamming der adelsgeslachten behoorde bij hun standing.
    De legenden waarop de goddelijke afstamming van de keizer berust, zijn Shinto-legenden, maar dit Shinto is niets anders dan het animisme dat wij in de gehele Polynesische-Indonesische archipel terugvinden[]: een verering van de geesten der bronnen, der bergen, der bomen en der dieren van het land waar men leeft, en een voorvaderendienst, die alle gestorvenen beschouwt als superieure, goddelijke geesten.
    – Jef Last, De tweede dageraad van Japan, Amsterdam, 1966, p.14
    En Richard Storry, historicus en gespecialiseerd in Japan, vult aan:
    Mythology, stressing the descent from the sun goddess, made the holder of the throne sacrosanct. Being sacrosanct he was considered immaculate. But to be really immaculate he had to be, politically speaking, emasculated. For to exercise power involves action that may or may not win approval. Passivity alone avoids all criticism. Thus the monarch was, and is, regarded as being above the clouds[]
    – Richard Storry, A History of Modern Japan, Harmondsworth, 1970, p.35
    Het moge duidelijk zijn dat het godsbegrip in Japan van een heel andere orde is dan wat wij er in het Westen onder verstaan.
    2. De macht in Japan
    De macht in Japan was en is een ongemakkelijk compromis tussen verschillende belangengroepen. Zgn. leiders zijn veelal niet meer dan decoratie.
    Ian Buruma, studeerde Chinese en Japanse letteren in Leiden, beschreef zijn kijk op Things Japanese na een zeven jarig verblijf in Japan in Ian Buruma, Behind the Mask, New York, 1984 schreef hij over leiders in Japan:
    p.151
    The nominal head, whether a company director or the emperor himself, is usually a powerless symbol, a kind of talisman, an ikon on the wall, a vacuum like the empty chamber in the holiest part of a Shinto shrine.
    Karel van Wolferen, decennia lang correspondent voor NRC handelsblad in het land van de rijzende zon verklaart over de Japanse machtstructuur:
    Om te beginnen is er de illusie dat Japan een soevereine staat is als alle andere, een staat met centrale bestuursorganen die weten wat goed is voor het land en die ook de eindverantwoordelijkheid kunnen dragen voor de nationale besluitvorming. Het is een bijna onuitroeibaar misverstand. []
    Het heeft eeuwenlang berust op een evenwicht tussen semi-autonome groepen die de macht deelden. Tot de machtigste groepen behoren tegenwoordig bepaalde ministerile functionarissen, enkele politieke groeperingen en groepjes bureaucraten-ondernemers.
    []Natuurlijk, er is een hirarchie, beter gezegd: een complex van elkaar overlappende hirarchien. Maar wat ontbreekt, is een top; het is een afgeknotte piramide. Er is geen hoogste instantie met ultieme beleidsbepalende zeggenschap.[]
    – K.G. van Wolferen, Japan, De onzichtbare drijfveren van een wereldmacht, Amsterdam, 1989, p.19 (vert. van The Enigma of Japanese Power)
    Er is geen ruimte voor een absoluut heerser in Japan en de historische figuren die te boek staan als machtige leiders zijn eerder goede onderhandelaars of manipulators dan machtshebbers naar Westerse snit. Over een van de genoemde historische figuren, Toyotomi Hideyoshi, schreef Storry (Richard Storry, op. Cit. p. 49):
    []He consolidated his grip on the warrior class with a mixture of firmness and diplomacy[]
    Maar hij en iedere machthebber voor en na hem in Japan was en is zijn plaats nooit zeker. Een manier om die positie te beschermen was in de woorden van Storry:
    [] the cleverness with which Hideyoshi rearranged the map of feudal Japan, alloting fiefs in such manner that potentially dangerous daimyo were checkmated by reliable supporters of his own[] (Richard Storry, op. cit. p.49)
    Hirohito als een Japans versie van Hitler is oorlogspropaganda en een verzinsel in de stijl van dr. Fu Manchu. Bix, die Showa keizer verantwoordelijk houdt, voor de Japanse agressie tijdens WWII, zoekt in ieder geval die verantwoordelijkheid niet in een vermeende absolute macht van een insekten verzamelende god-keizer gesteund door perfide shinto buddhisten. Want hij schrijft:
    On the other hand, Hirohito knew how deeply divided his army, navy, and the Konoe cabinet were about fundamental strategy for implementing the decisions of the liaison conference. He was troubled by the disunity, strife, and vying for leadership among the different bureaucratic organs and overseas military units wishing to carry out the advance south.
    (Herbert P. Bix, Hirohito And The Making of Modern Japan, New York 2000, p. 378)
    Een dergelijke situatie is in Hitler Duitsland ondenkbaar. Het had Europa veel ellende bespaart als de Wehrmacht ook maar de helft van de Japanse eigenzinnigheid had getoond.
    En Storry verhaalt van het incident in 1929 waarbij officieren van het weerspannige Kwangtung leger in China de Chinese krijgsheer Chang Tso-lin vermoordden ter inleiding van een geplande coup d tat. De stad Mukden en mogelijk het zuid Mansjoerije zou dan bezet worden. De toenmalige premier Tanaka die het complot ontdekte wilde samen met de keizer (In fact the emperor was profoundly disturbed[]) de betreffende officieren straffen. Maar de legerleiding verzette zich hiertegen en kreeg zijn zin. De officieren gingen vrijuit. (Storry, op. cit. P.176). Dat is een totaal andere verhouding dan Hitler had met zijn generale staf.
    De ervaringen van generaal Yamashita Tomoyuki, die met een relatief kleine en slecht uitgeruste legermacht een superieure Britse overmacht op de knien dwong in Singapore, onderstrepen het gebrek aan absolute machtsverhoudingen in Japan.
    John Deane Potter heeft hem tijdens zijn proces ontmoet en geinterviewd. Vervolgens heeft hij een beknopte biografie geschreven over de generaal met medewerking van de laatste)
    p.128
    The Navy, which always made a feature of cooperating as little as possible with Japanese generals, completely ignored Yamashitas withdrawal plans
    p.82
    in spite of the unexpected success of his first landing, Yamashita was having more problems with the Imperial Guards. []
    p.83
    If the Japanese had been faced with a more resolute enemy, Nishimuras (commanding officer of the Imperial Guards – Harry) disobedience might easily have led to the defeat of the invaders.
    p.87
    This atrocity, equally upsetting to both commanders, was the type of behavior which Yamashita dreaded increasingly as his troops became drunk with easy victory. Throughout the campaign, he kept sending notes to, and conferring with, his political officers about the education of our troops.
    p.91
    In the middle of the rejoicing, he made this note:
    Some of our men dont know how to treat British officers, and their behavior seems impolite to me. I have given instructions that they must be more polite to surrendered officers. As all the world knows, few Japanese took notice of these orders.
    (John Deane Potter, The Life and Death of a Japanese General, New York, 1962)
    Het proces werd overigens door opperrechter Murphy van de Supreme Court destijds een gelegaliseerde lynching genoemd.
    Het verwijt aan het adres van Hirohito door Bix, maar ook die van vele Japanners, is eigenlijk niet dat hij de oorlog heeft veroorzaakt of bevolen, maar omdat hij niets, of in ieder geval te weinig heeft gedaan om het tegen te houden. En dat terwijl hij meer ruimte had omdat te doen dan zijn vader en grootvader hadden. (Van Wolferen, op.cit. p.530).
    Het verwijt is m.i. niet terecht, omdat het eigenlijk verwijt is dat hij geen sterk karakter, democratische gezindheid en vooruitziende blik had. Hem wordt feitelijk verweten dat hij niet in staat was zijn achtergrond en opvoeding te ontgroeien.
    3.
    Religie in Japan
    Machtshebbers in Japan hebben altijd ideologie en religie ondergeschikt gemaakt aan hun eigen doeleinden. Religie in Japan heeft niet die normerende en dominerende rol als zoals in het Westen. En ook nooit gehad:
    Ian Buruma, op., cit.:
    p.13
    Moreover Buddhism and Confucianism with their strong emphasis on ethics and morality were useful tools to keep the masses under control. The seventh-century rulers of Japan deemed Buddhism excellent for protecting the state. ( zijn bron: Sir George Sansom, Japan, A Short Cultural History, London, 1952, p311)
    en over het Japanse perspectief op religie, c.q. dogma:
    p.14
    This might be due to the Japanese lack of concern for ideology or dogma. Instead great importance is attached to externals, to the attitudes proper to assume on each occasion, because appearance is more important than being. (Louis Frederic, Japan, Art and Civilization, London, 1971,p.210)
    en
    p.15
    Censorship and other forms of control were based on the official morality, which was not an internalized religious morality, but included anything that supported the power of the state; the power of the state was the official morality.( zijn bron: Louis Frederic, op. cit., p.210)
    Hij geeft ook aan hoe beperkt de rol is die religie speelt en speelde in de Japanse samenleving. Daar waar het in het Westen een sterke sanctionerende functie heeft is het in Japan een ontoereikend instrument in dat opzicht:
    p.223
    This not to say that Japanese rulers and their officialdom have not tried to clamp down on, or at least limit too much play. But unlike governments in the Christian West, they never had an overriding religious system to use as a proper clamp. Japanese rulers did not even have the Mandate of Heaven, which Chinese emperors needed to justify their rule. Instead they had force and a set of self-serving rules, mostly based on Confucianism, which they imposed on the populace through sumptuary laws and other, only partly successful measures.
    Dat religie niet de motivator was voor de Japanse krijgerskaste, maar een intrument, of wapen, zo men wilt, was in oude tijden al duidelijk;
    []The Japanese feudal warrior, though he might worship the god of war and pray devoutly to Buddhist deities, was not inspired by crusading zeal. He did not go into battle wearing a holy relic, invoking the angels and the saints, but cried out in a loud voice his name and his pedigree[] (G.B. Sansom, op. cit. P292)
    en
    []
    p.372
    In fact, the warriors as a whole seem to have drawn special spiritual and psychological strength of character, firmness of will, and imperviousness to suffering on which they prided themselves.
    Het ontbreken van een onafhankelijke en invloedrijke geestelijke macht in Japan is een indicatie van
    John K. Fairbank, Edwin O. Reischauer, Albert M. Craig , op. cit.,p.406
    The Tokugawa, in fact, adopted the ancient Chinese theory that there were four natural classes which in descending order were:1) the warrior-bureaucrats, in place of the scholar-bureaucrats of China; 2) the peasants or primary producers; 3) the artisans or secondary producers; and 4) the merchants whose contribution to society was least valued.
    De originele religie van Japan, Shinto, in de woorden van Reischauer:
    p.332
    Nature worship and its associated uji cults came in later times to be called Shinto, the Way of the Gods, to distinguish it from Buddhism. It was not, however, an organized religion, but rather a loos conglomeration of cults and attitudes . It had no organized philosophy or even a clear moral code, except for a concept of ritual purity.
    Het is zo dat (Zen)Buddhisten zich leenden voor de oorlogsinspanning en propaganda van het leger. Net zo als er geestelijken in Europa waren die zich lieten meeslepen in nationalistische manifestaties of oorlogsinspanningen. Denk maar aan het zegenen door RK priesters van het wapentuig. In Japan is daar echter een nuance verschil; het geloof werd altijd ingezet als instrument ten dienste van machthebbers (Van Wolferen, op.cit. p.414 – 415). Hoewel Japan eeuwen van oorlog heeft gekend, was daar geen religieus genspireerd conflict bij. Het ging altijd om macht. Zelfs de vechtmonnikken en kluizenaars (Yama bushi) grepen niet naar de wapen in naam van een waarheid.
    Anesaki in zijn History of Japanese Religion beschreef ze:
    They were, as a rule, men of lower caste representing the crude side of religion, and they exercised a great influence upon the people by appealing directly to vulgar ideas and superstitions.
    Masaharu Anesaki, History of Japanese Religion, With Special Reference to the Social and Moral Life of the Nation, London, 1930. p. 139
    Uiteindelijk werden de grote Boeddhistische centra bij Kyoto door Nobunaga van de kaart geveegd omdat hij ze als een bedreiging voor hem zelf en het land zag.
    (Masaharu Anesaki, op. cit. p.233)
    Met betrekking tot de informatie over de Japanse strijdkrachten in het verleden, dat is te halen uit de Library of the National Diet, The Selected Archives of the Japanese Army, Navy and other Gourverment Agencies,1868-1945. Rol 164. (microfiches)
    Het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat de vakgroep Cultuur en talen van Japan, daartoe toegang kan krijgen, dan wel verschaffen.
    Of anders is Frank, Richard B, Downfall: The End of the Imperial Japanese Empire. New York (1999) een begin.
    Aanbevolen literatuur hoe de Tokugawa het Confucianisme en geloof hebben gebruikt in het handhaven van hun macht:
    W.J. Boot, The Adoption and Adaptation of Neo-Confucianism in japan:
    The Role of Fujiwara Seika and Hayashi Razan, Leiden, 1983
    “The Religious Background of the Deification of Tokugawa Ieyasu,” in: Rethinking Japan, Vol. II: Social Sciences, Ideology & Thought, Sandgate (Kent) 1990, pp. 331-337
    Martin zie hier de klokken n de klepels.
    Martin
    – O ja. De CPC had de kennis dat de Japanse keizer een fervent insectenverzamelaar was. (2006 NIOD. P. Keppy)
    Ik heb alleen jouw verklaring. Dat is helaas onvoldoende overtuigend. Nu is er wel een gerucht dat hij ze graag at. Misschien wordt dat bedoeld?

  25. Martin E. C. Roos schreef:

    (Harry) Itagaki Seishiro: a god and a Buddha.
    Harry zegt op zijn gezag en gebaseerd op zijn particuliere bevinding: Itagaki Seishiro kan dus nooit verantwoordelijk zijn geweest voor wat dan ook in Nederlands Indi. Harry geeft wederom geen bron!
    Itagaki Seishiro: een Class A war criminal aldus gepositioneerd door het Tokyo War Crimes Tribunal. Hij werd in 1948 opgehangen. Zijn verantwoordelijkheid voor de gevangenenkampen en troostmeisjes op Java, Sumatra, Maleisi en Borneo alwaar troepen onder zijn commando zowel militaire en burger gevangenen terroriseerden vinden we terug in wetenschappelijke literatuur ( RoutledgeCurzon 2003.) (1). We lezen ook Itagaki was one of those primarily responsible for conducting a war that caused the deaths of upwards of ten million Chinese.
    Itagaki Seishiro had velerlei functies: o.a. oorlogsminister, membership on the Supreme War Councel en commander in Singapore. Deze Itagaki met een lange militaire carrire was verantwoordelijk voor de gevangenenkampen en troostmeisjes op Java, Sumatra, Maleisi en Borneo alwaar troepen onder zijn commando zowel militaire en burger gevangenen terroriseerden. (2003)
    De origine van Itagaki claim dat het Japanse boeddhisme een zeer speciale rol zou gaan spelen in de komende tijd van werkelijke vrede ligt in zijn interpretatie van de Lotus Sutra. (Hashimoto Fumio. e.a. – Tsuji Masanobu to Shichi-nin no So -Tokyo: Snashu-sha, 1980.
    Itagaki gaf ons op 22 november 1948 (voor zijn ophanging) o.a. het volgende mee: [] I will become a god and a Buddha, one with eternal truth, one with nature itself. [] The secular world is empty and vain. The Buddha alone is Truth. (Hanayama Shinso 1982)
    1 RoutledgeCurzon. It also presents materials on modern intellectual historical studies.

  26. Martin E. C. Roos schreef:

    II. Conclusie.
    Bij het bestuderen van het historische karakter van het boeddhisme hebben vele wetenschappers, ook aan de Japanse universiteiten, vasthoudend, laag voor laag, factoren blootgelegd en aldus boeddhisme en Zen en andere stromingen in haar eenmaking met het militarisme gepositioneerd.
    Het boeddhistisch gedachtegoed kan geassocieerd worden met heilige oorlogen die door boeddhisten zijn gesanctioneerd.
    O ja. De CPC had de kennis dat de Japanse keizer een fervent insectenverzamelaar was. (2006 NIOD. P. Keppy)

  27. Martin E. C. Roos schreef:

    I.I.I. Bloeddorstige boeddhisten en het sanctioneren van heilige oorlogen – niet alleen in Japan -.(1)
    Letterlijk geciteerd. Het boeddhistisch gedachtegoed wordt doorgaans geassocieerd met vredigheid, met tolerantie, vegetarisme en respect voor alles wat leeft of heeft geleefd…..]”
    “In de geschiedenis van het boeddhisme in Azi komt men veel feiten tegen die nogal tegen deze over het algemeen positieve beeldvorming ingaan.
    Vaak wordt gesteld dat het boeddhisme bijvoorbeeld nooit heilige oorlogen zou hebben gekend, in tegenstelling tot vele andere religies. Nu hebben oorlogen vaak vele oorzaken, maar men hoeft niet diep te graven in de geschiedenis van Azi om verslagen van oorlogen te vinden die door boeddhistische monniken zijn gesanctioneerd. De zoektocht naar relieken van de Boeddha kon bijvoorbeeld een legitimering zijn voor een oorlog.
    Een voorbeeld is koning Anuwrahta van Pagan in Myanmar (Birma) die in 1057 A.D. de havenstad Thaton aanviel om in het bezit te komen van de canonieke Paligeschriften, die koning Manuha van Thaton hem niet wilde afstaan. Anuwrahta was bekeerd tot het Theravada Boeddhisme en hij roeide alle andere vormen van Boeddhisme in zijn rijk niet al te zachtzinnig uit.
    Tibetaanse kloosters hadden in bepaalde perioden enorme legers ter beschikking en de vijfde dalai lama bestreed in de zeventiende eeuw met succes andere hoge lama’s. De Shabdrung bijvoorbeeld moest uitwijken naar Bhutan omdat de vijfde dalai lama hem verjoeg uit centraal Tibet. De beschermgod Mahakala zou de Shabdrung naar Bhutan hebben geleid door voor hem te verschijnen in de vorm van een zwarte raaf.
    In Sri Lanka kwam het voor dat een boeddhistische koning het belangrijkste reliek van de Boeddha dat op Sri Lanka wordt vereerd op de top van zijn lans plaatste en daarmee ten strijde trok tegen de Tamil-vorsten. Ironisch genoeg betrof dit reliek naar alle waarschijnlijkheid een tand van de Boeddha. En de tanden van de Boeddha zijn juist zo heilig omdat zij als eerste de vreedzame boodschap van de Boeddha hebben gehoord, nog voordat de klanken de oren van een mens zouden bereiken.
    De kloosters in het negentiende-eeuwse Japan bestreden elkaar fel met legers. Een moeilijke kwestie binnen met name het moderne zenboeddhisme van Japan is ook dat verschillende grote zenmeesters gedurende de tweede wereldoorlog achter de keizer stonden en zelfs de piloten zegenden die kamikaze zouden gaan plegen. (Een nieuw voertuig voor een nieuw boeddhisme. 2002 Prof. dr. Paul van der Velde: hindoesme/boeddhisme van de Faculteit der religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit, Nijmegen.)
    1 Dat de wereld in essentie een spirituele plaats is, blijft de algemene culturele overtuiging in Japan, aldus Chris Jones. De directeur van het Centre for Asia-Pacific Studies aan de Universiteit van Kent

  28. Martin E. C. Roos schreef:

    I. Heilige oorlog.
    I.I. Het ondergeschikt zijn van het boeddhisme aan de staat.
    Een aantal Mahayana sutras (verzen), – Mahayana van origine India omstreeks de derde eeuw v.C.-, benadrukken de rol van boeddhisme als beschermer van de staat. Deze sutras werden bijzonder verwelkomd in Japan (Edo periode) en het aspect: beschermer van de staat door het boeddhisme, werd er zelfs uitvergroot. Later in de geschiedenis zocht het boeddhisme, om zich te beschermen, naar wegen tot nog grotere onderwerping aan de staat. Er werd sterke oppositie gevoerd en geweld gebruikt tegen elke groep en beweging die bijdroeg aan bedreiging van het nationalisme gebaseerd op het keizerlijk systeem en militaire expansie. De oorlogen die Japan heeft gevoerd, waren niets meer dan imperialistische oorlogen. Juist prof. dr. D.T. Suzuki beschouwde deze agressieve oorlogen in Azi als religieuze praktijk. Suzuki rechtvaardigde in de naam van boeddhisme, het straffen en aanvallen van China als een handeling om humaniteit te bevorderen. (Religion under Japanese Fascism. 1975. Ichika Hakugen. Rinzai Zen-priester en wetenschapper)

  29. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry. Ik zie bij je particuliere bevindingen geen enkel jaartal of bron.
    “Het moge duidelijk zijn dat de academische wereld (Harry)” de laatste jaren: meerdere bronnen ter beschikking heeft en meer informatie kan verstrekken middels eigentijdse informatieverwerking en publicaties.

  30. Harry schreef:

    Martin
    [..]Juist hier lezen we o.a. over Anala een koning in het oude India. In de Gandavyuha sutra lezen we: Anala is singled out for praise because he is said to have made killing into a divine service in order to reform people through punishment. Mahayana Buddism. Paul William (1989)[…]
    Wat is de context? De tekst op zich niets. Als ik uit het verhaal van Lot en zijn dochters het gedeelte citeer waarin hij masturbeerde en de verleiding van zijn eigen dochter probeert te weerstaan, dan kan je daar ook een aanbeveling tot incest van maken.
    Het moge duidelijk zijn dat de academische wereld… nogmaals een citaat uit een academische discussie. Lees hem ditmaal. Discusieert wat makkelijker:
    “I would agree with John that there is evidence for this view in certain
    Mahayana literature. However, I think we need to be very cautious before
    > drawing normative conclusions from it. In the first place, this strand is
    clearly a minority one: texts like the Upaya-kausalya-sutra stand out
    because they are so EXCEPTIONAL. Second, it, and sources like it, tend to be
    muddled, far-fetched, and often contradict themselves. The U-K sutra, for
    example, which seems to suggest in one place that it may be legitimate to
    kill people, earlier insists that bodhisattvas should keep the precepts …”

  31. Harry schreef:

    Martin maandag 21 september 2009 om 14:09
    Reeds geplaatst!
    We beginnen te putten uit een ruim voorzien bron.
    Zenmeester Harada Sogaku. Hij schonk zijn Japanse shinto/(zen)boeddhistische leerlingen thee. En hij gaf zijn leerlingen in 1939 als volgt les: “Als je het commando krijgt om te marcheren: stamp, stamp. Krijg je de order om te schieten: pang, pang. Zo openbaart zich de hoogste wijsheid van de Verlichting. De eenheid van zen en oorlog waarover ik spreek, reikt tot de verste verten van de heilige oorlog die nu aan de gang is.” (2006) Geplaatst door: Martin E. C. Roos | vrijdag 18 september 2009 om 8:46
    Mijn reactie van zaterdag 19 september 2009 om 22:47:
    []Het feit dat er monniken, aanhangers zijn die het Japanse nationalisme uitdroegen zegt niets over Zen zelf, maar alles over de mensen die het nationalisme steunden en de toenmalige machtsstructuren die de steun niet zelden afdwongen. Het lijkt me nogal ver gaan om het Rooms Katholieke geloof verantwoordelijk te stellen voor zoiets als de holocaust enkel omdat veel priesters Hitler steunden en het Vaticaan de andere kant op keek.[]
    Martin
    []Harry als je een tekst of literatuur aanreikt zou je dan een datum (jaartal) willen geven. Inmiddels heb ik mogen begrijpen dat je literatuur tussen 1950 en 1996 te plaatsen valt.[]
    Wat is daarvan het nut in dit geval? Er is geen sprake van een bibliografie, maar een informeel antwoord op een – naar ik aanneem informele vraag. Noch gaat het hier om citaten of verwijzingen naar een specifieke plek in een tekst. (Wat in het geval van jouw sutra lijstje wel het geval is). Het zijn nog steeds standaard werken voor Japanologie en was in mijn tijd verplicht leesvoer voor de 1e jaars. Overigens heb je het verkeerd begrepen want Satows werk werd in 1921 gepubliceerd en Fukuzawa in ergens in de 19e eeuw. Ik heb het idee dat je denkt dat alles wat voor 2000 is gepubliceerd niet de moeite waard is. Alsof wat recentelijk gepubliceerd is het beste zou zijn. Dat is een nogal bekrompen visie. Nieuw is niet het equivalent van goed. Wat de reclames ook mogen beweren.
    Martin zaterdag 19 september 2009 om 22:47 (herhaling van vrijdag 18 september 2009 om 8:15)
    Itagaki Seishiro (1885-1948). Hij was spiritueel en genteresseerd in Zen en gebruikte dezelfde omgekeerde beweging. Op latere leeftijd trad er bij generaal Itaguki verandering op en werd hij trouw aan de Nichiren school, de meest openlijke nationalistische van de Japanse traditionele boeddhistische sektes. Deze Itagaki met een lange militaire carrire was verantwoordelijk voor de gevangenenkampen en troostmeisjes op Java, Sumatra, Maleisi en Borneo alwaar troepen onder zijn commando zowel militaire en burger gevangenen terroriseerden.(2003)
    Mijn reactie zaterdag 19 september 2009 om 22:47:
    Generaal Itagaki Seishiro heeft een groot deel van zijn carrire in China doorgebracht. Vanwege zijn debacle tegen de Soviet troepen werd hij naar het Chosen leger in Korea overgeplaatst. Tegen het eind van de oorlog werd dat leger gepromoveerd tot het 17e leger in Singapore en Maleisi en hij de commandant daarvan. In die functie heeft hij zich overgegeven aan Montbatten. Hij werd verantwoordelijk gehouden voor o.a. de slechte behandeling van POWs en in 1948 na veroordeling opgehangen. Hij is ook veroordeeld voor zaken als het voeren van een agressie oorlog. Iets waarvan enkele van de IMTFE rechters hem had vrijgesproken. Hij is misschien in de buurt van Indi geweest maar de band daarmee, laat staan enige verantwoordelijkheid voor wat zich in dat gebied afspeelde, zie ik niet.Ik geloof niet dat zijn Nichiren achtergrond, mocht hij die gehand hebben, hem in staat stelde om zich te klonen om zich aan allerlei wreedheden te buiten te gaan in ons Indie terwijl hij het bevel voerde over een leger in Singapore.
    Aanvullend (21 september)
    In Indi zat het 16e en het 25e landleger en 2e zuidelijke vloot. De bevelhebbers van het 16e leger waren:
    Van 6-11-1942 tot 9-11-1942 generaal Inamura Hitoshi
    Van 9-11-1942 tot 7-4-1945 Luitenant generaal Harada Kumakichi
    Van 7-4-1945 tot september 1945 Nagano Yuichiro
    De bevelhebbers van het 25ste landleger waren:
    28-6-1941 tot 6-11-1941 luitenant generaal Iida Shojiro
    6-11-1941 tot 1-7-1942 luitenant generaal Yamashita Tomoyuki
    1-7-1942 tot 8-4-1943 luitenant generaal Saito Yaheita
    8-4-1943 tot 15-8-1945 luitenant generaal Tanabe Moritake
    De bevelhebber van de 2e vloot vanaf 1943 was Vice Admiral Gunichi Mikawa.
    Sumatra viel onder het 25ste landleger, Java en Madura onder het 16e landleger en Borneo en het oosten onder de marine.
    Itagaki Seishiro kan dus nooit verantwoordelijk zijn geweest voor wat dan ook in Nederlands Indi.
    Martin
    []”Het moge duidelijk zijn dat de academische wereld (Harry)” de laatste jaren: meerdere bronnen ter beschikking heeft en meer informatie kan verstrekken middels eigentijdse informatieverwerking en publicaties.[]
    Ongetwijfeld. Maar het gaat niet zo zeer om meer en/of betere informatieverwerking, het gaat om perceptie en inzicht. We hebben aan de ene kant de stelling dat religie in de vorm van het Japanse Boeddhisme de oorlog steunde en zelfs wettigde en aan de andere kant de stelling dat gezien het karakter en uitgangspunten een wettiging van oorlog door het Boeddhisme niet kan.
    In het geval van Japan worden in deze twee aspecten niet meegewogen: het verschil tussen de Japanse en de westerse opvatting van religie. En de manier waarop Japanse machthebbers in het verleden en het heden ideologien en religies hebben gebruikt om hun macht te legitimeren. Japan kent i.t.t. het westen geen geestelijkheid als machtsgroep die machtshebbers tegengas kan geven.
    In de Japanse perceptie is dogma niet zaligmakend en een god of goden niet almachtig. Het Boeddhisme is gebruikt om de macht van de adellijke clans te helpen vestigen, het confucianisme om de macht van de Tokugawa shoguns te ondersteunen en het staats Shinto is gecreerd om de nieuwe rol van de keizer als staatshoofd te legitimeren. M.a.w. religie/ideologie is een pion in het spel van de Japanse machtsverdeling en niet een inspirator.
    Japan kent noch heeft ze gekend een onafhankelijke geestelijke macht. De rol van religie en/of ideologie als moraliserende en normerende kracht is beperkt in Japan. Dat men vanuit een westers perspectief religie in Japan een grotere rol toedicht dan ze werkelijk heeft dan is het m.i. projectie.
    Met als conclusie: in hedendaags Nederland. De Nederlandse zenmeester prof. dr. Ton Lathouwers, zou gaarne een herbezinning op de grondslagen van het zenboeddhisme willen. We dragen een collectieve schuld. We hebben meegedaan aan het klakkeloos verheerlijken van het zenmeesterschap.[…] Bovendien zitten we hier met mensen die in Nederlands-Indi daadwerkelijk geleden hebben onder de Japanse machtshebbers. Hij gaf in 2003 in dagblad Trouw aan (20030717) diep geschokt te zijn over de betrokkenheid van zijn spirituele geloofsgenoten bij de Japanse oorlogsactiviteiten.’
    Ik kan niet anders dan Ton Lathouwers adviseren zich te verdiepen in de Japanse cultuur en geschiedenis aan de vakgroep Cultuur en talen van Japan te Leiden. Wellicht dat hij zijn horizon wat kan verbreden. Het is ook raadzaam om de Nederlandse koloniale geschiedenis met een objectieve blik te bekijken en die te vergelijken met de activiteiten van de Japanners in Indi. Ik zou hem dan met name willen wijzen op zaken als de Atjeh oorlog, de Sumatraanse tabaksplantages, de behandeling van de inlandse dwangarbeiders, Boven Digoel en de zgn. politionele acties. Voorts denk ik dat de geschiedenis van Suriname en de slaven aldaar interessant kunnen zijn.
    Martin
    []Heb ik je al niet eerder een keer uitgenodigd om instantinties zoals NIOD (Keppy) te bezoeken? Alwaar actuele kennis en – verwerking te bestuderen val[]
    Heb ik jou toen niet geantwoord dat ik een nogal druk bezet man ben die me niet makkelijk vrij kan maken voor dit soort activiteiten? Maar ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag waarom Keppys uitspraak over het insekten verzamelen van de keizer serieus genomen moet worden?

  32. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry: Gandavyuha sutra […]Weinig met oorlog te maken. Geplaatst door: Harry | zondag 20 september 2009 om 15:25
    Weinig?
    Juist hier lezen we o.a. over Anala een koning in het oude India. In de Gandavyuha sutra lezen we: Anala is singled out for praise because he is said to have made killing into a divine service in order to reform people through punishment. Mahayana Buddism. Paul William (1989)
    “Het moge duidelijk zijn dat de academische wereld………(Harry)”

  33. Martin E. C. Roos schreef:

    Heilige oorlog en ‘de betrokkenheid.’
    Reeds geplaatst!
    We beginnen te putten uit een ruim voorzien bron.
    Zenmeester Harada Sogaku. Hij schonk zijn Japanse shinto/(zen)boeddhistische leerlingen thee. En hij gaf zijn leerlingen in 1939 als volgt les: “Als je het commando krijgt om te marcheren: stamp, stamp. Krijg je de order om te schieten: pang, pang. Zo openbaart zich de hoogste wijsheid van de Verlichting. De eenheid van zen en oorlog waarover ik spreek, reikt tot de verste verten van de heilige oorlog die nu aan de gang is.” (2006) Geplaatst door: Martin E. C. Roos | vrijdag 18 september 2009 om 8:46
    Harry als je een tekst of literatuur aanreikt zou je dan een datum (jaartal) willen geven. Inmiddels heb ik mogen begrijpen dat je literatuur tussen 1950 en 1996 te plaatsen valt.
    Itagaki Seishiro (1885-1948). Hij was spiritueel en genteresseerd in Zen en gebruikte dezelfde omgekeerde beweging. Op latere leeftijd trad er bij generaal Itaguki verandering op en werd hij trouw aan de Nichiren school, de meest openlijke nationalistische van de Japanse traditionele boeddhistische sektes. Deze Itagaki met een lange militaire carrire was verantwoordelijk voor de gevangenenkampen en troostmeisjes op Java, Sumatra, Maleisi en Borneo alwaar troepen onder zijn commando zowel militaire en burger gevangenen terroriseerden.(2003)
    “Het moge duidelijk zijn dat de academische wereld (Harry)” de laatste jaren: meerdere bronnen ter beschikking heeft en meer informatie kan verstrekken middels eigentijdse informatieverwerking en publicaties.
    Met als conclusie: in hedendaags Nederland. De Nederlandse zenmeester prof. dr. Ton Lathouwers, zou gaarne een herbezinning op de grondslagen van het zenboeddhisme willen. We dragen een collectieve schuld. We hebben meegedaan aan het klakkeloos verheerlijken van het zenmeesterschap.[…] Bovendien zitten we hier met mensen die in Nederlands-Indi daadwerkelijk geleden hebben onder de Japanse machtshebbers. Hij gaf in 2003 in dagblad Trouw aan (20030717) diep geschokt te zijn over de betrokkenheid van zijn spirituele geloofsgenoten bij de Japanse oorlogsactiviteiten.’
    Heb ik je al niet eerder een keer uitgenodigd om instantinties zoals NIOD (Keppy) te bezoeken? Alwaar actuele kennis en – verwerking te bestuderen valt.

  34. Harry schreef:

    Ja? Maar is dat een legitimatie/sanctionering voor de oorlog. M.a.w. is het een oproep tot een “heilige oorlog”? In het licht van het onderwerp is het volgende citaat uit de discussie over de legitimatie van oorlog in Boeddhistische geschriften van belang:
    “I would agree with John that there is evidence for this view in certain
    Mahayana literature. However, I think we need to be very cautious before
    > drawing normative conclusions from it. In the first place, this strand is
    clearly a minority one: texts like the Upaya-kausalya-sutra stand out
    because they are so EXCEPTIONAL. Second, it, and sources like it, tend to be
    muddled, far-fetched, and often contradict themselves. The U-K sutra, for
    example, which seems to suggest in one place that it may be legitimate to
    kill people, earlier insists that bodhisattvas should keep the precepts …”
    Het moge duidelijk zijn dat de academische wereld er nog niet uit is.

  35. Martin E. C. Roos schreef:

    De sutra’s en geweld.
    Ik geef een voorbeeld. In de Mahaparinirvana sutra (Sanskrit) vertelt Boeddha Shakyamuni ondermeer hoe hij in een vorig leven ondermeer, in een van zijn vele vorige levens verscheidene Brahmins (Brahmins zijn tegenwoordig een minderheid in India) heeft gedood.
    De teksten die ik aanlever via deze site hebben als bron (vaak meer dan een) eigentijdse(internationale) wetenschappelijke literatuur meest zeer recent, tot en met 2008 -. Ter inzage bij elke (internationele) wetenschappelijke bibliotheek of bij mij thuis.
    “…dus niet alleen in je hand houden…”

  36. Harry schreef:

    […]Fantasie? In de eenentwintigste eeuw wordt oa. op de RUN wetenschappelijke literatuur aangereikt met de volgende inhoud: Een andere staat maakt echter een opmerkelijk debuut (in de twintigste eeuw), en wel Japan, een voorbeeld van een combinatie van nationalisme en godsdienst. (2002)[…]
    Martin de basis: wie, wat en hoe. We kunnen hier niets mee. Wie heeft dit in welke hoedanigheid en in welke context gezegd. Als je dat er bij zet is het misschien iets wat hout snijdt. Nu is het een losse flodder.
    Leuk het lijstje sutras, maar kun je ook aangeven waar in die sutras en liefst in citaat de relevantie met betrekking tot de discussie staat. Ik kan je namelijk ook een liefst van allerlei geschriften geven en zeggen dat ze mijn standpunt onderstrepen. Totaal zinloos dus. Desondanks ben ik even aan het spitten gegaan. Want ik blijf nieuwsgierig. Een snelle scan en geenszins volledige scan:
    Upaya-kaushalya beschrijft ongewone methodes om studenten tot verlichting te brengen. Je mag ze meppen of een been breken. Eigenaardig, maar geen oproep tot oorlog.
    Jen-wang-ching (in hwang kyoung in het Koreaans) werd in China, Korea en in Japan als een soort bezweringsformule ter bescherming van de natie gebruikt. Dus als het een tijdje niet had geregend gingen een paar honderd monnikken deze sutra opzeggen totdat het gaat regenen of zoiets. Niet bepaald geschikt om en oorlog te voeren
    Mahaparinirvana sutra – gaat over de zelf en nirvana. Een belangrijke term is Tathagatagarbha wat alle levende wezens zouden hebben een de reden waarom vegatarisch eten wordt aanbevolen. Ik kan geen legitimatie voor oorlog vinden. Tenzij jij het juiste gedeelte aan kan geven.
    Gandavyuha sutra laatste hoofdstuk van de Avatamsaka verhaalt over de reis van de jonge Sudhana. Bekend voor de metafoor van het oneindige. Weinig met oorlog te maken.
    Komen we bij Demiville die de moeite waard is om nader te bestuderen. Hij heeft een paar sterke punten maar maakt daarbij zelf de volgende kanttekening []documentation sans doute incomplte qui reste bien anecdotique[]. Bovendien is hierover nog een discussie gaande. Om in termen van het Amerikaanse recht te spreken: the evidence is circumstantial at best.
    “[…] wie is Keppy? En waar baseert hij zijn uitspraak op? Nog belangrijker: wat is zijn expertise c.q. autoriteit waaraan zijn uitspraak enig gewicht kan ontlenen?”
    Harry heb je weleens een boek over onze Indische geschiedenis in je hand gehad? Een boek na 1964 geschreven? D. van der Velden weet je nog?[…]
    Ja hoor Martin. Natuurlijk niet alleen in de hand gehouden. Ik heb ze zelfs gelezen en lees ze af en toe nog. Van Velden en Paul van t Veer over de Atjeh oorlog. Het vermoorde land van Jan Bouwer en zelfs Daar wrd wat groots verricht samengesteld onder leiding van Mr. W.H. van Helsdingen (curieus werk). Maar natuurlijk ook L. de Jong aangaande de Japanse bezetting en Nederlandsch-Indi onder Japansche bezetting, de verzameling essays Een ereschuld, Mr. J. Rookmaaker, Tolk achter prikkeldraad, Renville van Ide Anak Agung Gde Agung, Nihon kempei seishi van de Zenkoku Kenkyukai Rengokai. Hensan Iinkai (voor een ander perspectief), etc, etc.
    Overigens, Martin, heb je wel eens een serieus werk over Japan en de Japanse geschiedenis gelezen (dus niet alleen in je hand houden). Mijn advies: begin met G.B. Sansom, Japan, A Short Cultural History, lees dan Richard Storry, A History of Modern Japan, vervolgens East Asia, Tradition and Transformation, met name het gedeelte over Japan van Reischauer. Zeker aan te raden zijn A Diplomat in Japan van Sir Ernest Satow, The Anatomy of dependence van Takeo Doi, Behind the Mask van Ian Buruma, de autobiografie van Yukichi Fukuzawa De poorten gaan open, Van Wolferens Japan; de onzichtbare drijfveren van een wereldmacht en The Nobility of Failure, van Ivan Morris. En ga je het echt leuk vinden dan kan je als toetje nog The Age of Hirohito van Daikichi Irokawa lezen. Een absolute aanrader: Han Bing Siong, The secret of major Kido; The battle of Semarang, 15-19 October 1945. In: Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde 152 (1996), no: 3, Leiden, 382-458. Dit is een gedetailleerde beschrijving hoe Japanse troepen de geinterneerde Nederlanders hebben beschermd tegen pemuda’s. Mag ook wel eens genoemd worden.
    Als ik jou goed begrijp dan zeg je dat Japan een religieus land is zoiets als het huidige Iran, zeg maar en op basis daarvan een oorlog heeft gevoerd en dat nog wel eens een keer kan doen. De reden waarom ik dat niet serieus kan nemen is omdat het indruist tegen de bevindingen en meningen van de auteurs in mijn lijstje, wier kennis en inzicht ik aanzienlijk hoger aan sla dan die van jou n mijn eigen ervaring met Japan. Onodig te zeggen dat het laatste voor een groot deel aansluit met de literatuur.
    Als er een a-religieus land is, dan is dat wel Japan. Op China na, misschien. Hoewel er veel sektes zijn doen de meesten meer aan gezelligheidsverenigingen denken dan aan een fanatiek geloofsbelijden. Een enkel ontspoort, maar dat is een universeel fenomeen. Ik ging wel eens langs bij de Oomoto de grote origine. Klinkt heel stoer maar waar ze zich mee bezig hielden was voornamelijk calligrafie, theeceremonie en aikido. Een streven was het bevorderen van Esperanto als wereldtaal. Waar ik wat bedenkingen bij heb is shorinji kempo de Japanse variant van Shaolin kungfu. Die worden gesteund door nogal wat ultranationalistische elementen. Wat op zich paradoxaal is kungfu is immers Chinees. Wat maar weer laat zien dat zwart wit niet bestaat.
    Wat betreft Keppy, een academische titel wil nog niet zeggen dat hij gelijk heeft wat de insekten verzamelende keizer betreft. Ik ben benieuwd naar de basis van zijn uitspraak. Als het zijn uitspraak was.

  37. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry: [..]wie is Keppy? Dr. P. Keppy.
    NIOD-onderzoeker Peter Keppy deed onderzoek naar oorlogschade, roof en rechtsherstel in Indonesi (1930-1960) en is hiervoor genomineerd voor de Prijs van Wetenschap en Maatschappij. In het Teleac radioprogramma Hoe?Zo! wordt Keppy genterviewd over zijn onderzoek en de weerslag daarvan, de monografie Sporen van vernieling. Oorlogsschade, roof en rechtsherstel in Indonesi 1930-1960.
    Donderdag 21 september, radio 5, Hoe?Zo!, 20:00-21:00 uur, interview met Peter Keppy om 20:15 uur. bron
    Indisch4ever op donderdag 21 september 2006 om 10:30 | Permanente link
    Reacties
    Meer informatie over de studie van Keppy “Habis perkara? : materile oorlogsschadevergoeding, rechtsherstel en restitutie van geroofde goederen in Nederlands-Indi /Indonesi, 1940-1952” is te vinden in de Nederlandse Onderzoek Databank: http://www.onderzoekinformatie.nl/nl/oi/nod/onderzoek/OND1300073/
    Geplaatst door: Indo Inside | vrijdag 22 september 2006 om 16:18

  38. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry: “[…]het vernietegen van ongeloven. In de Kalachakra, voor Tibetaanse boeddhisten net zo belangrijk als voor christenen de Bijbel, staat dat onder meer Adam, Noach, Jezus en Mohammed tot de familie van de demonische slangen behoren, de aartsvijanden van het boeddhisme. Laat ik nou naast boeken lezen ook slangen verzamelen! Verder staat te lezen dat in het jaar 2424 een wereldoorlog plaatsvindt waarbij alle vijanden van het boeddhisme,- in onze context, misschien ook wel ongelovigen zoals ik – , worden uitgeroeid.
    Harry laten we hopen dat we in 2424 al dan niet wedergeboren mogen deelnemen aan deze oorlog: als jonge wedergeboren oorlogsgoden.Komen we elkaar dan weer tegen? Of …………

  39. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry: Ik geef toe dat het laatste (idem i.v.m. de kampen op een andere site?) volledig mijn interpretatie is van Martins schrijven. Harry Sihan neem ik aan.
    Fantasie? In de eenentwintigste eeuw wordt oa. op de RUN wetenschappelijke literatuur aangereikt met de volgende inhoud: Een andere staat maakt echter een opmerkelijk debuut (in de twintigste eeuw), en wel Japan, een voorbeeld van een combinatie van nationalisme en godsdienst. (2002)
    Sutras en geweld.
    De Upaya-kaushalya (Mahayana sutra).
    De Jen-wang-ching.
    De Mahaparinirvana sutra (het meest agressieve met gebruik van wapens – is hoofdstuk 5)
    De Gandavyuha sutra.
    Zie o.a. voor meer heilige schriftelijke basis voor boeddhistische deelname in het doden en in het oorlogsgeweld: Le Bouddhisme et la guerre (Het Boeddhisme en de oorlog) van Demiville.
    “[…] wie is Keppy? En waar baseert hij zijn uitspraak op? Nog belangrijker: wat is zijn expertise c.q. autoriteit waaraan zijn uitspraak enig gewicht kan ontlenen?”
    Harry heb je weleens een boek over onze Indische geschiedenis in je hand gehad? Een boek na 1964 geschreven? D. van der Velden weet je nog?

  40. Martin E. C. Roos schreef:

    Recent wordt op Nederlandse universiteiten onderwezen: Religie is terug van weggeweest, maar ze is niet op een vrolijke manier teruggekeerd”, prof. dr. J. Wils, hoogleraar theologische ethiek aan de Radboud Universiteit meegedeeld. Hij heeft onlangs het boek “Sacraal geweld” geschreven, waarin hij aangeeft dat geweld een eigenschap van religie in het algemeen is.

  41. Harry schreef:

    In het oude China schreef men op bamboelatjes die bijeengehouden door touwtjes een soort rolboeken vormden. Als de touwtjes braken en de latjes door elkaar raakten was het een heidens karwei om de latjes dusdanig te ordenen dat ze weer een samenhangend document vormden. Daar doen de epistels van Martin Roos mij aan denken. Het verschil is dat hoe men het ook probeert de latjes van Martin maar geen samenhang willen tonen. Iets waar Radin zich op dit weblog ook al enigszins gefrusteerd over uit liet.
    De grote belezenheid van Martin Roos kan niet anders dan indruk maken op de lezer die het geduld en tijd heeft zijn pennenvruchten te lezen. Het is alleszins begrijpelijk dat hij die belezenheid ook wil tonen aan een bewonderend lezerspubliek. Het is alleen jammer dat het tonen van die ongetwijfeld grote kennis niet volgens een patroon verloopt dat het plebs, waaronder de schrijver dezes, makkelijk kan begrijpen. Want de vele citaten en namen van, naar ik aanneem, hooggeleerde lieden hangen vaak in het luchtledige en een mogelijke stelling of argument die al die ongebreidelde eruditie moet ondersteunen, bekrachtigen, dan wel waarmerken, verdwijnt geheel in de geiser van ongetemde intellectuele oprispingen zodat de gemiddelde lezer zich af vraagt waar het eigenlijk over gaat.
    Ik wil de moeite die Martin heeft genomen om de cornucopia van zijn kennis en ervaring met het lezerspubliek te delen niet helemaal voor niets laten zijn. Ik wil proberen te begrijpen wat hij bedoelt en daar een reactie op geven.
    []Veel Japanse boeddhistische meesters stonden in de tweede wereldoorlog achter het beleid van de Japanse-god-keizer en insectenverzamelaar. Het Japanse shinto/boeddhisme en haar moorden, terreur en heilige oorlog was in de periode 1942-1945 in Nederlands Indi uiteindelijk voor een groot deel mensenwerk[]
    []Voor een degelijk en overtuigende discussie over Hirohito’s oorlogsverantwoording: zie Herbert Bix, Hirohito and the making of modern Japan pp. 439-530. Hoewel niet vergelijkbaar goed onderzocht komt Edward Behr in zijn boek: Hirohito – behind the myth, tot dezelfde conclusies.
    De in oorlogstijd Shinto-gebaseerde mythelogie portretteerde Hirohito als een ‘levende god’ (arahito-gami)………. Indo’s kennen hem via Peter Keppy: Sporen van vernieling ook als een insectenverzamelaar[]
    []Een andere boeddhist, ons allen bekend (ruim anderhalf miljoen Indische Nederlanders en hun nazaten met een band met Indi/Indonesi) was Itagaki Seishiro (1885-1948). Hij was spiritueel en genteresseerd in Zen en gebruikte dezelfde omgekeerde beweging. Op latere leeftijd trad er bij generaal Itaguki verandering op en werd hij trouw aan de Nichiren school, de meest openlijke nationalistische van de Japanse traditionele boeddhistische sektes. Deze Itagaki met een lange militaire carrire was verantwoordelijk voor de gevangenenkampen en troostmeisjes op Java, Sumatra, Maleisi en Borneo alwaar troepen onder zijn commando zowel militaire en burger gevangenen terroriseerden.[]
    Zie hier een drietal citaten uit het betoog van Martin. Hoewel ze uit verschillende delen van zijn betoog komen meende ik toch een relatie tussen de drie te zien zodat ik ze bij elkaar heb gezet ter analyse en beantwoording. Dit wellicht ter lering en een beetje vermaak.
    Het moge duidelijk zijn dat Martin en velen met hem een beeld van Japan in oorlog heeft dat is opgebouwd uit antieke oorlogspropaganda, vooroordelen en een scheut racisme. Laat ik voorop stellen dat ik niets af wil doen aan het lijden van de echte slachtoffers van het Japanse imperialisme in die periode, noch wil ik de gepleegde misdaden vergoeilijken. Ik vind wel dat ze in de juiste context en op juiste gronden, aan de hand van feiten moeten worden beoordeeld. En dat is wat volledig ontbreekt in het betoog van Martin: een feitelijke context. Maar ik kan iets over het hoofd hebben gezien, want helderheid is niet iets waar hij hoog in scoort.
    Martin heeft het over shinto/boeddhisme zonder toelichting of uitleg van de term, maar gezien het feit dat het moorden, terreur en zelfs een heilige oorlog op zijn of haar naam heeft staan is het klaarblijkelijk iets sinisters. Hij suggereert, zover ik hem kan volgen, dat er een religieuze beweging in Japan was die de oorlog had genspireerd en gesanctioneerd. Hij suggereert ook, denk ik, dat de keizer als enige de oorlog heeft veroorzaakt. Ik geef toe dat het laatste volledig mijn interpretatie is van Martins schrijven, maar aangezien hij nergens duidelijk wordt heb ik geen keus dan interpretatie.
    Bovenstaande is een een-dimensionaal beeld van die geschiedenis dat ontleend had kunnen zijn aan de Dr. Fu Manchu verhalen van Sax Rmer (pseudoniem voor Arthur Henry Sarsfield Ward) en eigenlijk net zo racistisch. Het verschil is dat de laatsten nog wel enige amusementswaarde hadden. De werkelijkheid is, zoals een ieder die kan nadenken zal beseffen, veel ingewikkelder en niet tot een simpel slechte man wil wereldoverheersing karikatuur terug te brengen. Zoals het met karikaturen gaat zijn er essentiele zaken weggelaten en geeft het een totaal verwrongen beeld van Japan en de Showa keizer. Dat is ook het mechanisme van (oorlogs)propaganda: versimpelen, liefst tot leuzes, en dingen weg laten en andere zaken overdrijven. Wat zo uit komt.
    Wat er is weggelaten is het feit dat Japan bijna gekoloniseerd werd en jarenlang als souvereine staat de extra territoriale rechten van andere landen moest dulden. In de wereld van de 19e eeuw zag ze zich geconfronteerd met de keuze om te koloniseren of een kolonie te worden. Het werkelijke verwijt dat men Japan maakt is dat het zich als enige niet blanke natie niet heeft onderworpen aan de white mens burden ideologie. Sterker nog, Japan heeft de euvele moed gehad het beeld van de superieure blanke onderuit te halen. Van alle misdaden is dat degene die voor de die-hard nipbashers het meest onvergevelijke is. En hoewel ze geen fans zijn van Japan, denken veel Aziaten er ook zo over.
    Wat ook niet verteld wordt is de rol van de keizer in de Japanse geschiedenis en met name de verandering hiervan eind 19e , begin 20ste eeuw. Die rol was van oudsher een ceremonile. De keizerlijke clan heeft sinds het begin van de Japanse geschiedenis naar de pijpen van de machthebbers moeten dansen. Aanvankelijk was het de machtige Fujiwara clan en later de militaire clans: de samurai klasse. De enkele keizer die zich een andere, meer actieve rol wilde aanmeten, werd ten behoeve van een kind uit de keizerlijke clan afgezet in het gunstigste geval, maar moord werd ook niet geschuwd. De val van het shogunaat eind 19e eeuw werd bewerkstelligd en gesanctioneerd met het motief om de keizer de macht terug te geven. In feite bleef de macht tot in de twintiger jaren van de twintigste eeuw in handen van de Chosun en Satsuma clans om, met het verscheiden van de machtige genro, te worden overgenomen door het leger en de marine.
    Het is voor de wereld, en met name voor Azi, te betreuren dat de laatsten, en met name het leger, gedomineerd werden door ultra-rechtse nationalisten. Het zijn elementen uit het leger die de ideologie van de keizer als afstammeling van de zonnegodin propageerden en uiteindelijk oplegden aan de natie. Ondanks de zwaaiende vlaggetjes en juichende mensen die we kennen uit de oude films, waren er ook velen die daar niet zo gecharmeerd van waren. Met name in de meer afgelegen streken van Japan. Zo verhaalde de bekende auteur Oe Kenzaburo over zijn grootmoeder die de spot dreef met dat hele gedoe over de keizer.
    Wat ook niet in het gegeven beeld van een sinistere sino/boeddhistische samenzwering is opgenomen zijn de diverse intriges en machtsspelletjes tussen leger, marine, de politiek en het keizerlijk huis die tot de gebeurtenissen van WWII hebben geleid. De door Martin genoemde Herbert Bix geeft daarvan een redelijk gedetailleerd verslag.
    Het werk van Herbert Bix is in zoverre opmerkelijk, dat, hoewel hij heel erg zijn best doet om de Showa keizer als verantwoordelijke voor de oorlog aan te wijzen, het boek net zo goed gebruikt kan worden om aan te tonen dat de Showa keizer niet verantwoordelijk gehouden kan worden. Bix toont een een zwakke, onzekere man die op zijn manier het leger probeert in te tomen in een situatie door of in naam van zijn grootvader geschapen, die hem nauwelijks enig middel laat om dat te doen. Bix beschrijft een opvoeding en jeugd die niet bepaald iemand tot een verlicht democraat maken om vervolgens Hirohito te verwijten dat hij de eigenschappen van een groot man mist. Het grootste verwijt is in essentie dat Hirohito dingen heeft nagelaten om de oorlog en het militarisme zouden te stoppen hoewel het onzeker is of dat enig effect zou hebben gehad als hij het had geprobeerd, maar schetst een situatie waarin een dergelijk optreden wel eens het einde van Hirohitos carrire geweest zou hebben betekend.
    Over Behr kunnen we kort zijn: de man is als fantast ontmaskerd. O.a. door wijlen professor Vos, bij leven hoogleraar Japanologie te Leiden die het boek van Behr op deskundige wijze naar de prullenmand verwees.
    Generaal Itagaki Seishiro heeft een groot deel van zijn carrire in China doorgebracht. Vanwege zijn debacle tegen de Soviet troepen werd hij naar het Chosen leger in Korea overgeplaatst. Tegen het eind van de oorlog werd dat leger gepromoveerd tot het 17e leger in Singapore en Maleisi en hij de commandant daarvan. In die functie heeft hij zich overgegeven aan Montbatten. Hij werd verantwoordelijk gehouden voor o.a. de slechte behandeling van POWs en in 1948 na veroordeling opgehangen. Hij is ook veroordeeld voor zaken als het voeren van een agressie oorlog. Iets waarvan enkele van de IMTFE rechters hem had vrijgesproken. Hij is misschien in de buurt van Indi geweest maar de band daarmee, laat staan enige verantwoordelijkheid voor wat zich in dat gebied afspeelde, zie ik niet.Ik geloof niet dat zijn Nichiren achtergrond, mocht hij die gehand hebben, hem in staat stelde om zich te klonen om zich aan allerlei wreedheden te buiten te gaan in ons Indie terwijl hij het bevel voerde over een leger in Singapore.
    Ik wil direct geloven dat Keppy Hirohito een insekten verzamelaar heeft genoemd. Ten minste ik neem aan dat hij dat gedaan heeft, gezien Martins verwijzing in deze. Maar wie is Keppy? En waar baseert hij zijn uitspraak op? Nog belangrijker: wat is zijn expertise c.q. autoriteit waaraan zijn uitspraak enig gewicht kan ontlenen?
    Dat brengt me op de gewoonte van Martin om allerlei lieden en werken er bij te halen, dan wel te citeren, zonder de relevantie van het citatie duidelijk te maken. Tussen al die geciteerde bronnen zit rijp en groen en gezien de relevantie niet duidelijk is, is dat nogal vermoeiend.
    Zo ook op het gebied van Boeddhisme. Als ik dat zo allemaal door neem dan denk ik dat Martin niet erg gecharmeerd is van Boeddhisme. Dat is zijn goed recht, natuurlijk, maar wat hij nu wil zeggen met zijn citaten is mij duister. Hij vergaart een handvol uitspraken van diverse lieden over diverse variaties van het Boeddhisme om wat aan te tonen? Dat er Boeddhisten zijn die wel in goden geloven? Dat is zo. Er is namelijk geen dogma in het Boeddhisme die dat verbiedt. Maar er zijn ook Boeddhisten die dat niet doen.
    Net als iedere religie onderging het Boeddisme veranderingen en versmolt het met lokale religies en volksgeloven. Dat is niet veel anders in b.v. de Rooms Katholieke kerk. In veel heiligen en gebruiken kan men oude goden en heidense rituelen herkennen. Het kerstfeest waarmee de geboorte van Christus wordt gevierd is een voortzetting van een oude germaanse traditie. Er is veel te zeggen voor de theorie dat de Maria figuur in feite de godin Isis is in een andere gedaante.
    Het Boeddhisme kent gelijksoortige verschijnselen. Het opmerkelijk verschil is het onderscheid tussen het Boeddhisme dat zich verbonden heeft of samen is gegaan met de verschillende volksreligies en het Boeddhisme dat intellectueel, abstract is gebleven: de zgn. Mahayana van Noordoost Azi en Theravada van voornamelijk Zuidoost Azi. Zen (Japan), Chan (China) of Seon (Korea) , zoals de verschillende Aziatische namen voor deze stroming klinken, is eigenlijk een samengaan van het mystieke Taosme en bepaalde Buddhistische stromingen. De nadruk ligt op mentale discipline en lichamelijke oefening wat het aantrekkelijk maakt voor b.v. de gevechtskunsten, maar ook voor militairen.
    Het kan een manier zijn om angsten te beheersen en te overwinnen. Is Zen daarom een oorlogsgeloof? Ik ben toch reuze benieuwd naar een document dat laat zien dat Zen ontegenzeggelijk en eenduidig oproept tot oorlog. Ik heb het niet over de vechtmonnikken of nationalistische priesters. Ik heb het over de leer. Waar staat in de Boeddhistische geschriften dat er een godheid, boddhisatva of boeddha oproept om te zwaard de leer te verspreiden? Welke sutra geeft aan dat voor het vernietigen van ongelovigen of iets dergelijks men beloond wordt in een Boeddhistisch paradijs? Ik ben niet religieus, maar als ik het moest zijn dan zou ik boeddhist worden. Al was het alleen maar omdat het niets oplegt. Het adviseert. En die plaatjes van de boeddhistische hel? Sja, waar staat in de Bijbel dat als je naar Lourdes gaat je wel eens van je kanker genezen kan worden?
    Het feit dat er monniken, aanhangers zijn die het Japanse nationalisme uitdroegen zegt niets over Zen zelf, maar alles over de mensen die het nationalisme steunden en de toenmalige machtsstructuren die de steun niet zelden afdwongen. Het lijkt me nogal ver gaan om het Rooms Katholieke geloof verantwoordelijk te stellen voor zoiets als de holocaust enkel omdat veel priesters Hitler steunden en het Vaticaan de andere kant op keek.
    Maar goed, het maakt niet uit wat ik of iemand anders zegt of schrijft, het sprookje van de insekten verzamelende god-keizer gesteund door zijn kwaadaardige shinto/boeddhistische priesters die de wereld in vuur en vlam zette en zijn horden moordend en verkrachtend los liet op onschuldigen zal nog een tijdje blijven. Het is inmiddels een onderdeel van een geloof geworden en in potentie de uitdaging voor historici en antropologen in een verre toekomst om de weg naar de feiten achter de fantasie te vinden. Tegen een geloof is geen ratio gewassen. Wellicht dat ik mijn Japanse vrienden dit sprookje als onderwerp voor een manga kan suggereren. Dat zou ironie ten top zijn: de (klein)kinderen van hen die in het sprookje van de insekten verzamelende goddelijk keizer geloven kijken dan zondagochtend bij Nickelodeon naar een manga van de wrede god-keizer die al insektenvangend met behulp van zijn door-en- door slechte shinto/boeddhisten de ondergang van de wereld beraamt. Er moet alleen nog een held zijn. Ik heb wel een idee, maar dat houd ik nog even voor me.

  42. Martin E. C. Roos schreef:

    De klepel van Harry ofhoop?
    Voor een degelijk en overtuigende discussie over Hirohito’s oorlogsverantwoording: zie Herbert Bix, Hirohito and the making of modern Japan pp. 439-530. Hoewel niet vergelijkbaar goed onderzocht komt Edward Behr in zijn boek: Hirohito – behind the myth, tot dezelfde conclusies.
    De in oorlogstijd Shinto-gebaseerde mythelogie portretteerde Hirohito als een ‘levende god’ (arahito-gami)………. Indo’s kennen hem via Peter Keppy: Sporen van vernieling ook als een insectenverzamelaar.
    In een: Een nieuw voertuig voor een nieuw boeddhisme. 2002 hoor ik de klokken luiden tijdens het lezen van: Veel Aziatische boeddhisten leven in een constante angst voor de martelingen van de hel en de straffen die met bepaalde overtredingen samenhangen. (Prof. dr P. van der Velde (boeddhist RUN-.)
    Ik geef, lijkt wel Indisch, een lang(dradig)citaat:De kloosters in het negentiende-eeuwse Japan bestreden elkaar fel met legers. Een moeilijke kwestie binnen met name het moderne zenboeddhisme van Japan is ook dat verschillende grote zenmeesters gedurende de tweede wereldoorlog achter de keizer stonden en zelfs de piloten zegenden die kamikaze zouden gaan plegen.
    Een ander positief vooroordeel dat men vaak tegenkomt, is dat het boeddhisme (1) geen hel zou kennen en geen straffende godheid. Het is inderdaad zo dat het boeddhisme god of goden niet als het ultieme ziet. De ontmoeting met het goddelijke is niet het einddoel van een wezen. In praktijk kennen boeddhisten in Azi echter talloze goddelijke of halfgoddelijke wezens. En van deze wezens is Yama, de god van de dood. Deze heeft een functie als scherprechter en aan het einde van het leven dient men in zijn rechtbank te verschijnen om door hem beoordeeld te worden. Yama is streng en hij bepaalt waar ieder wezen wordt wedergeboren, al naar gelang de daden die het heeft uitgevoerd. Er zijn allerlei werelden waarin geboorte mogelijk is, maar n daarvan is de hel, waar talloze martelingen zullen volgen. Er mag dan geen ultieme scheppergod worden erkend aan wie men verantwoording is verschuldigd, het oordeel bestaat binnen het boeddhisme wel degelijk en de wet van het karma geldt als een natuurwet: wat men heeft gedaan leidt onherroepelijk tot een resultaat. Slechte daden hebben slechte gevolgen, goede daden goede gevolgen. De verschillende afdelingen van de hel staan geregeld afgebeeld in boeddhistische tempels in Azi. Er is echter wel hoop: een leven in de hel duurt voort tot het slechte karma is uitgeraasd. Daarna sterft men in de hel en wordt men weer op een betere plek geboren.
    1 ‘De stenen van Klalasan en Kloeroek doen zien, dat in 778 en 782 een Shailendra-boeddhistische koning op Midden-Java heerste’, aldus Krom in zijn inauguratie in 1919 in Leiden over: De Sumatraansche periode der Javaansche geschiedenis. Ook ‘(pr)’koloniale cultuur.

  43. Martin E. C. Roos schreef:

    Kennis van elkaars concepten, cultuur, gedachten, teksten en gebruiken, ook op religieus en spiritueel gebied komt ons allen steeds nader.
    Voor de spiritualiteit van het Boeddhaleven is de legende van belang [..] merkt prof dr. Waaijman op in zijn ‘levenswerk’: Spiritualiteit (2003). Tevens constateert hij dat er sprake was van een veelheid van elkaar tegensprekende boeddhistische bronnen en rituelen en werd hij geconfronteerd met een omvangrijke verzameling geschriften in Sanskriet, Pali, Japans, Kharosthi-schrift, Chinese talen etc. met een daarbij horende complexe interpretatiegeschiedenis. Sommige ‘ingewijden’, (met name ondeskundige Amerikaanse en Engelse) wetenschappers, denkers, volgers – zoals Harry – of wijzen trachten oosterse legendes of rituelen of concepten of leerstellingen te voorzien van een diepere interpretatie of een magisch realistisch karakter. Gelukkig zijn er ook anderen. Zij beschouwen ze als sprookjes of als pozie of als een reusachtige verzameling smakeloze middelmatigheid en voedsel voor kinderen en gelovigen. Een autoriteit, met een voorliefde voor lingustiek en logica, John Brough (1917-1984)- in leven – professor in Sanskriet in Londen en hoofd van het Department of Languages and Cultures of India, Pakistan and Ceylon zag in zijn wetenschappelijke loopbaan [] een reusachtige verzameling smakeloze middelmatigheid van de vroomheid en dit [..]is niet alleen voorbehouden aan het boeddhisme.

  44. Martin E. C. Roos schreef:

    Harry: Het vernietigen van zelf is een concept uit de Boeddisthische filosofie dat verwijst naar de leerstelling dat het beeld dat men van zichzelf een illusie is dat vernietigd moet worden. Het lijkt me een geval van de klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt.
    Onjuist?
    De mondelinge overdracht van tradities en concepten en leerstellingen en zogenaamde (al dan niet boeddhistische) filosofien kenmerkte de (orale) cultuur van de oude Indiase beschaving. Volgens de Japanse sanskritist Yutaka Ojihara: [] is het onmogelijk dat ook maar n element van de grammatica (van Sanskriet, MECR) zonder betekenis is. We nemen met prof dr Staal een stap richting de werelden buiten de onze. In zijn Drie Bergen en zeven rivieren (2004) laat hij ons verbazen dat een aantal sanskritisten bewijs aandragen dat de Indiase taalkunde een magisch realistisch karakter heeft en dus niets met moderne wetenschap te maken kan hebben. En als zelfs de meest ruime uitleg van de woorden van voorgangers (opstellers van zogenaamde boeddhistische soetras en/of leerstellingen en/of concepten en/of regels) dat niet toestond, dan stichten ze een eigen school. De volgende verbazing in de context van klok en klepel kom ook van Staal : Dat de opstellers ervan van onjuiste veronderstellingen uitgingen

  45. Martin E. C. Roos schreef:

    iets dat verheven is en een ieder tot bewondering dwingt (Harry) of een herbezinning!
    Veel Japanse boeddhistische meesters stonden in de tweede wereldoorlog achter het beleid van de Japanse-god-keizer en insectenverzamelaar. Het Japanse shinto/boeddhisme en haar moorden, terreur en heilige oorlog was in de periode 1942-1945 in Nederlands Indi uiteindelijk voor een groot deel mensenwerk.
    We beginnen te putten uit een ruim voorzien bron.
    Zenmeester Harada Sogaku. Hij schonk zijn Japanse shinto/(zen)boeddhistische leerlingen thee. En hij gaf zijn leerlingen in 1939 als volgt les: “Als je het commando krijgt om te marcheren: stamp, stamp. Krijg je de order om te schieten: pang, pang. Zo openbaart zich de hoogste wijsheid van de Verlichting. De eenheid van zen en oorlog waarover ik spreek, reikt tot de verste verten van de heilige oorlog die nu aan de gang is.”
    We keren even terug naar hedendaags Nederland. De Nederlandse zenmeester prof. dr. Ton Lathouwers, zou gaarne een herbezinning op de grondslagen van het zenboeddhisme willen. We dragen een collectieve schuld. We hebben meegedaan aan het klakkeloos verheerlijken van het zenmeesterschap.[…] Bovendien zitten we hier met mensen die in Nederlands-Indi daadwerkelijk geleden hebben onder de Japanse machtshebbers. Hij gaf in Trouw aan (20030717) diep geschokt te zijn over de betrokkenheid van zijn spirituele geloofsgenoten bij de Japanse oorlogsactiviteiten. Hij lijkt rijkelijk laat met deze herbezinning te beginnen en laat wakker geschokt te zijn. Dr A.P. van der Made wist reeds in 1983 in zijn Antropologische verkenningen het volgende te melden: Zen leidt onder andere tot een volmaakte doodsverachting en is daardoor de inspiratiebron voor militaire heldendaden.
    Humpreys merkte in 1976 op dat zen in Japan tot een oorlogsgeloof is geworden. De Nederlandse geschiedenis staat bol van uitspraken met betrekking tot het zwevend boeddhisme. Ik ( Historicus J.L. Huizinga. MECR) zou nog veel willen zeggen over Kerns beschouwingen van het Buddhisme, zijn ergernis over de monnikenbekrompenheid, over het autoriteitsgeloof, over de zwakke punten der moraal.
    Elke religie en/of spiritualiteit kan moreel ontsporen. Herkenbaar voor ons nuchtere Hollanders al dan niet geboren in Indi/Indonesi zijn de volgende elementen uit de Japanse Zenleer die daarvoor verantwoordelijk zouden kunnen zijn: het streven naar het verlies van het zelf, de gehoorzaamheid aan de meester, het idee dat er geen verschil is tussen leven en dood en vooral de notie dat het onderscheid tussen goed en kwaad er eigenlijk niet toe doet.
    Het was prof. dr Daisetz. T. Suzuki (zenboeddhist) en zijn paranormale werkelijkheid die in 1942 met zijn omgekeerde beweging schreef dat Japan haar problemen direct zou kunnen oplossen indien alle sociale klassen een pure oorlogsgeest eenvoudig zou omarmen. Het blijft een feit dat Suzuki en zijn vele Zenleiderscollegas die het Japanse militarisme steunden, aldus handelde op basis van dat de Japanse agressie the very essence van de Boeddha dharma liet zien en zelfs enlightment.
    Een andere boeddhist, ons allen bekend (ruim anderhalf miljoen Indische Nederlanders en hun nazaten met een band met Indi/Indonesi) was Itagaki Seishiro (1885-1948). Hij was spiritueel en genteresseerd in Zen en gebruikte dezelfde omgekeerde beweging. Op latere leeftijd trad er bij generaal Itaguki verandering op en werd hij trouw aan de Nichiren school, de meest openlijke nationalistische van de Japanse traditionele boeddhistische sektes. Deze Itagaki met een lange militaire carrire was verantwoordelijk voor de gevangenenkampen en troostmeisjes op Java, Sumatra, Maleisi en Borneo alwaar troepen onder zijn commando zowel militaire en burger gevangenen terroriseerden. Het door het shintosme en zenboeddhisme gelauwerde nationalisme van het twintigste eeuwse Japan was en blijft uiterst effectief en in die zin dat een groot gedeelte van Oost-Azi onder rechtstreeks bewind kwam van Tokio: Korea, Mantsjoerije, delen van China, Zuidoost-Azi, het voormalige Birma en Malakka, Indonesi en diverse eilanden in de Stille Oceaan. Tot op zekere hoogte waren de Japanners in deze periode racistisch, lees ik in Smart: Wereldgodsdiensten (2003), hetgeen dan ook kon leiden tot hardvochtig optreden tegen degenen die aan hen waren onderworpen
    Het zogenaamde boeddhisme lijkt uiteindelijk gemakkelijk te integreren. De nieuwe boeddhistische gurus, inclusief zogenaamde lamas uit Tibet gingen en gaan graag in op zelf verzonnen spiritualiteit voor een nieuwe publiek.

  46. Harry schreef:

    correctie: Children of Hope moet zijn Children Full of Life.

  47. Harry schreef:

    Het verhaal van Martin Roos over Japan en haar geschiedenis is op vele punten pertinent onjuist. Het past eerder in en reflecteert oude oorlogspropaganda dan dat het een correcte beschrijving is historische gebeurtenissen met betrekking tot Japan en haar cultuur.
    Opvallend in de Japanse cultuur en geschiedenis is dat ideologie en religieuze dogmas in vergelijking met het westen veel minder invloed hebben op de beslissingen van machthebbers en in het denken van de mensen in het algemeen. De rol van die zaken in het handelen van de Japanse machthebbers toen en nu is anders dan men vanuit een westers perspectief zou verwachten. Voor een juist begrip is een ander perspectief nodig; namelijk dat de macht in Japan nooit in handen van een man of een instantie heeft gelegen en ligt. De macht in Japan was en is een ongemakkelijke consensus tussen verschillende groepen. Wat ze gemeen hebben is het grotere goed van de gemeenschap. In dit geval de Japanse staat. Hoe belangrijk de groep is in de Japanse cultuur kan men nu nog zien. De documentaire Children of Hope waarin een groep Japanse schoolkinderen wordt gevolgd laat dat heel goed zien. (Te zien op YouTube http://www.youtube.com/watch?v=armP8TfS9Is)
    Ideologien en religies zoals Confucianisme, Boeddhisme en zelfs het Christendom zijn meer nog dan religie en ideologie dat zijn/waren in het westen instrumenten om macht te sanctioneren. Ze hebben eerder een decoratieve functie dan dat ze geestelijke inspiratie zouden verschaffen. De rol van het geloof tijdens WOII zoals Roos die beschrijft is in het Japanse perspectief simpelweg niet voor te stellen.
    Shinto is de verzamelnaam voor verschillende vormen van animisme en natuurreligies die gemeenschappelijk de eerbied voor de natuur en natuurverschijnselen hebben. Het kent geen dogma en geen beroepspriesters. Centraal staat het concept van zuiverheid en puurheid. Het zgn staats Shinto die door nationalisten en politici werd gebruikt als rechtvaardiging voor hun handelen is een nogal gekunstelde ideologie en die weinig gemeen had met de oorspronkelijke natuurreligies van Japan. Het is eigenlijk wezensvreemd aan de laatsten.
    Het Boeddhisme leent zich niet voor rechtvaardiging van een oorlog. De aantrekkingskracht van Zen voor de hogere lagen van de bushi (samurai) is de strenge geestelijke discipline die het eist. Een discipline die hen leidt naar doodsverachting. Maar het laatste is geen onderdeel van Zen. Zen kent geen dogma waaruit machthebbers een rechtvaardiging voor hun positie kunnen halen. Er is geen god die hen sanctioneert. In Zen is de Boeddha, historisch of niet, niet belangrijk. Overigens is Zen net als Shinto, een verzamelnaam voor allerlei stromingen. Wat die gemeen hebben is dat ze een weg naar direkte verlichting (satori) zoeken. Geboden als Gij zult vind je noch in het Boeddhisme, noch in Zen. De invloed van Zen op de bushi als geheel is minimaal. In de 18e en 19e eeuw was er een soort retro beweging en werd in de romantisering van de samurai dit onderdeel van Zen gemixed met confucianistische elementen en in de pseudo-leer van Bushido gegoten. Het is dit dat door nationalisten en bepaalde groepen in de strijdkrachten werd geperverteerd in hun ideologie van een glorieus Japan.
    Het Japanse nationalisme uit het verleden moet beschouwd worden in samenhang met het opkomende nationalisme van eind 19e en begin 20e eeuw. Veel naties hebben zich in die tijd uitgevonden of zich een nationale mythologie aangemeten. Japan was in deze niet anders en heeft elementen uit het buitenland gemporteerd en verjapaniseert. Het staats Shinto en daarmee samenhangend verering van de keizer als afstammeling van de zonnegodin zijn daar voorbeelden van. Overigens is het godsbegrip in de Japanse cultuur anders dan die wij kennen. De Japanse term is kami wat inhoudt iets dat verheven is en een ieder tot bewondering dwingt. Dat kan een god zijn, maar ook de yokozuna grootkampioen in sumo- is kami tijdens zijn ritueel. Symbool daarvoor is het witte koord met de papieren stroken in zigzag vorm die hij daarbij draagt en in shinto tempels te zien is. Het heeft een totale ander lading dan god in de westerse beschaving. Zelfs bijzonder gevormde rotsen of bomen kunnen kami = verheven zijn.
    De Japanse naoorlogse economie is gegroeid door de Koreaanse en Vietnamese oorlogen. Als er al sprake is van een bijdrage van mogelijke roofgoederen uit Indi aan de groei van die economie is die verwaarloosbaar. De invloed van het huidige Japan in de regio is mede dankzij het feit dat ze tot enkele decennia na de oorlog de rol als politie agent kreeg toebedeeld door de VS. Haar rol in de Zuidkoreaanse politiek was op de achtergrond beduidend.
    De opkomst van Japan als wereldmacht kan niet los gezien worden van het gegeven dat zij een kolonie dreigde te worden, nadat ze onder de dreiging van Amerikaanse kanonnen uit haar zelfgekozen isolement werd gedwongen in het midden van de 19e eeuw. Ook moet het gezien worden in het kader van het imperialisme wat in die tijd een aanvaard, zelfs gerechtvaardigd verschijnsel was. Japan heeft niet veel anders gedaan dan wat de andere koloniale grootmachten uit de 19e en 20e eeuw hebben gedaan. Voor de methodiek van manipulatie, gebruik van geweld en het afbakenen van de eigen invloedssfeer ten koste van de inheemse bevolking in de diverse streken heeft ze een goede leerschool met sprekende voorbeelden gehad in China en de rest van Azi toenertijd de speeltuin van de koloniale machten.
    Nog een paar opmerkingen:
    []Veel Japanse boeddhistische meesters stonden in de tweede wereldoorlog achter het beleid van de Japanse-god-keizer en insectenverzamelaar.[]
    De Japanse keizer had geen beleid. Het nationale beleid werd geformuleerd door zijn adviseurs. Tegenwoordig door de gekozen Japanse regering. Tijdens de regering van de Meiji keizer waren de adviseurs de zgn. Genro, afkomstig uit de Chosu en Satsuma clans, die als de scheppers van het moderne Japan gezien worden. In WOII waren dat de vertegenwoordigers van leger en marine.
    Men kan over zen meesters spreken, maar de term boeddistische meesters is verwarrend, zo niet misleidend. Hirohito was marine bioloog. Dat heeft niet zoveel met insecten te maken.
    []’De regio wordt nu misbruikt voor de welvaart van Japan’, aldus Shirayanagi. De opbouw van de Japanse no-oorlogse economie geschiedde mede uit opbrengst van door Japan geroofde sieraden van de Indische gemeenschap.[]
    Dit suggereert dat Shirayanagi letterlijk gezegd zou hebben dat de geroofde Indische sieraden gebruikt zijn voor de opbouw van de Japanse naoorlogse economie. Dat lijkt me sterk. Afgezien van die mogelijkheid zelf. Ik kan me niet voorstellen dat die sieraden een dusdanige waarde vertegenwoordigden dat het een substantile bijdrage aan het herstel en opbouw van de Japanse economie zou zijn geweest.
    []. Was ‘het zelf’ opofferen ten gunste van de heilige zaak niet het mooiste dat een zenbeoefenaar kon doen?[]
    Voor Zen is niets heilig laat staan dat men iets wil offeren. Het vernietigen van zelf is een concept uit de Boeddisthische filosofie dat verwijst naar de leerstelling dat het beeld dat men van zichzelf een illusie is dat vernietigd moet worden. Het lijkt me een geval van de klok horen luiden, maar niet weten waar de klepel hangt.
    Uit de reactie van Ted Hartman:
    []dit moet natuurlijk zijn: President Yukio Hatoyama[]
    Japan kent een keizer met een kabinet aan het hoofd waarvan een premier staat. Een president heeft ze nooit gehad. Of is het wishful thinking?

  48. ted hartman schreef:

    “Door Radin. Wat een opschudding toch, wakker Nederland dat eindelijk ontdekt dat Wilders een beetje Indo is (of helemaal).” Geachte hr. Roos, ik heb zowel uw reacties op Radin’s stuk over Indisch n Indo’s gelezen als op dit verhaal van oorlogs-herinneringen met of zonder wrok. Ik vind het allemaal heel interessant n goed. Alleen ben ik niet gestudeerd, wl Indisch n dus een Indo, misschien “kesassar”, maar ben en blijf een jongen uit de Mooie Gordel van Smaragd. Uw verhandeling van de Jap.cultuur en oorlogsverleden getuigt van uw belangstelling k voor de Indische Perkara. Zoals u zeker bekend, ijvert de Stichting Japanse Ereschulden (JES) samen met de Stichting Vervol-gingsslachtoffers Jappenkamp (SVJ) en het Indisch Platform (IP), in een Dialoog met de regering, voor ons rechtsherstel. In deze Site van Indisch4ever staat elke maand een rapportage van de JES-akties. U bent vrij deze demonstraties op de tweede dinsdag van elke maand, bij te wonen en daarna eveneens bij de nabespreking aanwezig te zijn. De volgende gelegenheid is op 13 Oktober. De plannen voor een dialoog met staatssecr. mw.M.(Jet)Bussemaker op de 28e Oktober worden dan nader toegelicht. Het gaat over de NIOD-rapporten die dan EINDELIJK door de regering zullen worden besproken, TENMINSTE dat HOPEN we dan! In een persconferentie wordt de afloop van die dialoog direct n het gesprek, uiteengezet! Niet alleen uw persoon is welkom, maar hoe mr (Indischen – betrokkenen) hoe beter.
    Zou u eerst op dinsdag de 13e Oktober willen komen, bij de JES-demonstratie, dan ben ik gaarne bereid u meer informatie te geven. Misschien heeft u andere kennissen die k mee willen komen, ook die zijn welkom. Want de 28e Oktober wordt de Indische gemeenschap in GROTE GETALE verwacht op het Plein, bij de Tweede Kamer en de persconferentie.

  49. Martin E. C. Roos schreef:

    Te Hartman: “…hun oorlogsverleden” en ons verleden
    Het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) constateerde enkele jaren terug dat de Nederlandse regering, die om te beginnen Japan de oorlog verklaarde in 1942, de veroorzaker van al het leed was da de Indische Gemeenschap in onze voormalige kolonie overkomen is.
    De emeritus aartsbisschop van Tokio Shirayangi wees in de negentiger jaren van de vorige eeuw op de uitspraak van de Japanse rooms-katholieke Raad voor gerechtigheid en vrede, dat de houding van Japan ten opzichte van de buurlanden inclusief onze voormalige republiek Indonesi (Nederlands Indi) en de ruim een miljoen Nederlanders met bloedbanden, sinds de Tweede Wereldoorlog in wezen dezelfde is gebleven. ‘De regio wordt nu misbruikt voor de welvaart van Japan’, aldus Shirayanagi. De opbouw van de Japanse no-oorlogse economie geschiedde mede uit opbrengst van door Japan geroofde sieraden van de Indische gemeenschap.
    Volgens de vertegenwoordiger van het Vaticaan gaat ‘de Japanse invasie door in een andere gedaante.’ Japan worstelt al decennia met de uiterst kwalijke rol die het speelde voor en in en na de Tweede Wereldoorlog. De economische stagnatie en haar naar binnen gerichte geestelijke groei van het boeddhistische/shinto Japan van nu lijkt op een herhalingsoefening. Allerlei aspecten uit het verleden blijven naar de oppervlakte komen: het shogunaat, het militair imperialisme, het afschermen van de eigen ondernemingen, rituele zelfmoorden, roof en plundering, nationalisme, shinto, (zen-)boeddhisme, gedwongen prostitutie, sekten. In de Japanse samenleving wordt de consensus afgedwongen.
    Het Japanse leger dwong meer dan 100.000 burgers massaal tot zelfmoord in plaats van zich over te geven aan de Amerikaanse strijdkrachten, o.a. tijdens de Slag om Okinawa. (Okinawa was tot de 19e eeuw een onafhankelijk koninkrijk.) Zon 500.000 buitenlandse vrouwen – Koreaanse, Chinese, Indonesische maar ook Nederlandse vrouwen in Indonesi – werden van 1931 tot 1945 tot prostitutie gedwongen.
    Tot op zekere hoogte waren de Japanners, volgens Ninian Smart (Wereldgodsdiensten 2002), in de lange oorlogsperiode racistisch – op een andere wijze dan die aan GW wordt verweten -, hetgeen dan ook kon leiden tot hardvochtig optreden tegen degenen die aan hen waren onderworpen. Japan lijkt, ook einde 2009, een voorbeeld van een combinatie van religie (shinto/(zen)boeddhisme) en nationalisme. Veel Japanse boeddhistische meesters stonden in de tweede wereldoorlog achter het beleid van de Japanse-god-keizer en insectenverzamelaar. En ze ondersteunden in woord en daad, als Japanners en boeddhisten of anderszins gelovig, het nationalisme en militarisme van de Japanse machtshebbers. De ergste collaborateurs waren juist de zenmeesters die later populair werden in het westen. Ze gaven zentrainingen aan burgers, officieren, piloten en soldaten. Ze schreven talloze brochures en boeken waarin ze zelfmoordacties toejuichten en het moorden en verkrachten verheerlijkten. Was ‘het zelf’ opofferen ten gunste van de heilige zaak niet het mooiste dat een zenbeoefenaar kon doen? Ze verzamelden enthousiast geld in voor gevechtsvliegtuigen. (Ze deden, kortom, alles waar Boeddha van zou griezelen. Hoewel? Was de niet historische Boeddha wel zo vredelievend?) Dat deden ze in de oorlog tegen Rusland, tegen China, tegen Nederland, dat bleven ze doen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands Indi. Ook in en buiten de concentratiekampen en bordelen van Nederlands Indi.
    Ruim zestig jaar is de Indische Gemeenschap (in Nederland meer dan een miljoen mensen) in discussie met betrekking tot “Oorlogschade, roof en rechtsherstel in het voormalige Nederlands Indi” door de Japanse boedhisten/shintobeoefenaars met de Nederlandse regeringen. Dit leidde uiteindelijk dat vanuit de Overheid via het Ministerie van VWS een opdracht werd verstrekt aan het NIOD om de Indische Zaak (perkara’s) te onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek zijn vervat in het rapport “Oorlogsschade, roof en rechtsherstel in Indonesi 1942-1957, (mei 2006), Dr. P. Keppy
    Dr. P Keppy: “Verbijsterend waren de uitkomsten, die de regering nadrukkelijk zelfs van bewuste nalatigheid, falend wordt verweten, en zelfs van bewuste dwaling.”
    Het NIOD constateerde ik beperk me tot twee feiten van dwaling van de Nederlandse regering.
    – Toewijzing van door Japan geroofd Indisch bezit aan Indonesi.
    – Mede tengevolge van de Nederlandse politionele acties, was geen geld beschikbaar voor compensatie van oorlogsschade en verlies van bezit.

  50. ted hartman schreef:

    CORRECTIE. In vorige reactie stond .. (Jap.)regering met Hashimoto .. , dit moet natuurlijk zijn: President Yukio Hatoyama. What is in a name. Sorry voor mistake, hierbij goedgemaakt en laten we focussen erop dat Nippon k EXCUSES zal aanbieden, na 70 JAAR zal het de HOOGSTE TIJD worden!

  51. ted hartman schreef:

    Heel goed en onvergetelijk, zo’n reis, als het niet door de Jap. media in opdracht van hun regering, let wel, voor propaganda doeleinden wordt gebruikt! Misbruikt! Want hun regering, de DIET, heeft nog NOOIT hun oorlogsverleden bekend, alleen hogere politici deden dat, en dat is NIET namens de regering, ZOALS ook de DUITSE regering het met excuses en daadwerkelijke middelen het met de slachtoffers heeft goedgemaakt. Japan doet aan DESINFORMATIE. Het is van ganser harte te HOPEN dat de nieuwe regering met Hashimoto, hun zwarte verleden enigszins nog zou kunnen GOEDMAKEN?

Laat een reactie achter op Robert Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *