19 januari 2009
*Hoe Katjang Katjang werd*
Katjang. Pinda. Een van mijn vele bijnamen. Mijn bijnaam op het web. Het IndoWeb. Charlie is Katjang voor de Indo’s op het web. Binnen de Indische gemeenschap. Ho ho, nou niet gaan overdrijven. Er zijn wat mensen binnen de indogemeenschap die op Internet rond hangt, die mij kennen als ‘Katjang’.
Katjang. Het lijkt vast alsof ik ‘Katjang’ random uit een van de paar Indische woorden die ik kende, heb gekozen. Weinig origineel. Maar nee. Achter ‘Katjang’ zit een heel verhaal. Het verhaal waarom ik me ineens zo ging interesseren voor mijn Indische achtergrond.
De bijnaam ‘Katjang’ kreeg ik in de zomervakantie van 2002, van Mark. Ik was op een leeftijd dat ik mezelf en de wereld aan het ontdekken was -ben ik overigens nog steeds hard mee bezig, maar dat ter zijde. Ik hoorde op vakantie ineens bij de ‘groten’ en niet meer bij de ‘kleinen’. Mark was een van de mensen die zich ontfermden over de ‘jonkies’ van de groten. -Tegenwoordig ben ik een ‘grote’ die zich over de ‘jonkies’ mag ontfermen, en ik kan je vertellen, die bezorgen je grijze haren als ze ineens foetsie zijn op dat grote plein met tien barren en drie enorme discotheken. Destijds vond ik dat ik dat Mark maar overdreef als ‘ie woest werd als ik niet had gezegd waar ik heen ging, “je bent m’n vader niet!”.. Nu snap ik dat wel en sta ik zelf te tieren tegen die kids, die eigenlijk geen flauw idee hebben van waar ze mee bezig zijn, “je bent m’n moeder niet!”. Maar dat ter zijde.- Ik was een jonkie. Een echt jonkie.
“Hee Katjang!” riep Mark op een dag.. Ik reageerde niet, dacht alleen maar: “hee wat grappig, da’s Maleis.” “Katjang! Charlot!” Stomverbaasd draaide ik me naar hem om. “Wat zeg je?” vroeg ik. “Katjang,” antwoordde Mark. “Bedoel je mij?” “Ja, jij bent toch een katjang! Jij bent toch een pinda?” “Bedoel je pinda als in Indisch?” vroeg ik met tot een onmetelijke hoogte stijgende verbazing. “Ja, hoe zou ik het anders bedoelen?? Ik zeg toch: katjang..” antwoordde Mark, die niet helemaal begreep waar mijn verbaasdheid vandaan kwam. “Hoe weet jij dat ik Indisch ben?” vroeg ik, terwijl ineens tot me doordrong dat iemand anders zich meer bewust was van mijn Indische afkomst dan ik zelf. “Ja hallo,” zei Mark, “je mama is toch Indisch? Of ga je me vertellen dat ze die nasi van gisteravond heeft leren maken op een Indisch kookclubje voor Nederlanders? En dat ze dat Indische uiterlijk uit de lucht is komen vallen?”
Stomverbaasd stond ik Mark aan te gapen.. Hij wist veel meer over mijn afkomst dan ik zelf. Misschien niet de geschiedenis, maar wel de gebruiken, de woordjes, de gerechten.. Ik was altijd half afwezig door de rijsttafels, waar ik helaas maar tot mijn vierde van heb kunnen genieten, van mijn oma heen gefietst.
De hele vakantie heeft Mark me Katjang genoemd en doet dat tot op de dag van vandaag nog. Het moment dat ik weer in Nederland was kroop ik achter mijn computer, googlde ‘Indisch’ en daar rolde IndoWeb uit. Ik meldde me aan -uiteraard als Katjang- en heb me ‘blauw’ gesurft. Vanaf dat moment was ik bezig met mijn Indische afkomst, achtergrond en alles wat hier bij kwam kijken.
Dus ‘Katjang’ is niet willekeurig uit mijn tien woorden tellende Indische vocabulaire gekozen, maar een bewuste keuze geweest. De bijnaam die er voor zorgde dat ik me in mijn katjang-zijn ging verdiepen.






















































Dank u Reverend Ronald Bos
en dit is ons adres, mocht u iets willen bijdragen…gastpikiran, column o.i.d. 🙂 wij houden ons aanbevolen.
Gek eigenlijk, ik vraag me af of men vandaag de dag nog iemand ‘katjang’zou kunnen noemen. Mijn goede moeder is haar hele leven lang ‘Katjang’ genoemd en heeft dat nooit erg gevonden. Werd ook niet opgevat als racisme, net zo min als wij over ‘de Turk’ spraken als we het over Raymond hadden. Complimenten overigens voor deze web-side – het is gewoon een beetje ‘thuiskomen’!
Hallo Katjang,
Een leuk verhaal. Ik heb mijn Indische afkomst heel lang verdrongen nadat ik in Nederland ben gekomen. Pas toen ik 50 dreigde te worden ben ik me er in gaan verdiepen, ik ben dan ook naar mijn geboortestad Bandoeng gegaan om daar mijn 50ste verjaardag te vieren. Tekenend was dat al mijn vrienden er waren, in totaal: 0, omdat ik geen Indische vrienden heb/had.
Ik ben sindsdien ook me meer gaan verdiepen in het Indische leven, ik werk nu bijvoorbeeld als vrijwilliger bij het Indisch Familie archief. Ook ben ik meerdere malen in Indonesie terug geweest en heb een cursus Bahasa Indonesia gevolgd, waardoor ik als ik daar ben met mensen in hun eigen taal kan praten. Indisch zijn is een prachtig iets, je maakt namelijk deel uit van een cultuur die meer in zich heeft dan alleen maar de spruitjescultuur van Holland.