Indisch in Beeld

sibajak

13 november 1958 .. het is vandaag 50 jaar geleden dat Marcel Vodegel met de Sibajak de haven van Rotterdam binnenvoer . Gefeliciteerd Marcel en de anderen !!
Het schip vertrok op 6 oktober uit Melbourne en pikte de meeste passagiers op te Tandjong Priok

20081113vodegelsibajak1

Marcel stuurde foto’s van die reis in en vond zo ongeveer 10 medepassagiers terug. Misschien vind hij nog meer mensen met deze nieuwe foto’s  ?
Marcel zit middenboven.

20081113vodegelsibajak3..20081113vodegelsibajak2

Dit bericht werd geplaatst in Indisch in Beeld. Bookmark de permalink .

49 Responses to Indisch in Beeld

  1. ellen schreef:

    Eigenlijk heel triest, deze foto’s. Deze oudere Indo;s (mijn oma was toentertijd 65 jaar) werden opgevangen op een zaal waar zij alleen een eigen bed en een eigen kast hadden. Sommigen hadden hun schamele koffer onder het bed geschoven. Zij heeft toch nog zo’n anderhalf jaar in dat pension gewoond (onbekend is, of dat op deze manier was). Daarna kwam zij weer bij ons in huis wonen (waar zij wel een eigen kamer had). Toch klaagde mijn oma nooit. Ik weet niet of en hoe de oudjes de bootreis en de opvang terug hebben (moeten/kunnen) betalen. En kregen zij AOW? Misschien dat een historicus/auteur zoiets kan uitzoeken.

    • Pierre de la Croix schreef:

      @ Ellen: “Eigenlijk heel triest, deze foto’s ….. enz.”

      Tja ….. vooral die oudjes hadden al wat voor hun kiezen gehad. Vooroorlogse economische crisis, oorlog, bezettingstijd, bersiap, bedreigende situatie daarna. Maar …. ze waren daardoor niet gauw ontmoedigd, hun incasseringsvermogen was enorm. Dat heeft hun overeind gehouden en de moed gegeven door te gaan en niet te zeuren.

      Overigens was in die vijftiger jaren v.d.v.e. woningnood alom. Ook buiten de contractpensions hokte men noodgedwongen bij elkaar, ook de totoks. Pas in de zestiger jaren kwam schoorvoetend de welvaart op gang. De eerste volwassen Indo’s trots op hun brommertjes, in Den Haag liefst NSU (dat was dus nog voor de Puch periode, later in de sixties), vervolgens de eersten op scooters. Een goede kennis van mijn vader en stiefmoeder, oud oorlogsvlieger, kwam op een gegeven moment zijn nieuwe Messerschmitt (of was het Goggomobil?) voorrijden. Zo’n ding op 3 wielen, waar je van boven in moest komen, net als in de cockpit van een jager. De kennis was nogal fors gebouwd en kreeg zijn grote lichaam maar met moeite in het voertuig, dat hij lacherig zijn “handneukertje” noemde. Ruw volk, die oorlogsvliegers.

      @ Ellen: “En kregen zij AOW? Misschien dat een historicus/auteur zoiets kan uitzoeken”.

      Ik ben geen van beiden, maar ik doe een poging. De AOW werd dacht ik in 1957 ingevoerd. Het was een volksverzekering, d.w.z. een verzekering waar iedere inwoner aan moest deelnemen. Voor de AOW (Algemene Ouderdomswet) gold deelnameplicht vanaf het 15de jaar tot het 65ste, dan had men recht op pensioen. Wie vanaf het 15de tot het 65ste (tijdvak van 50 jaar) AOW had opgebouwd, kreeg bij het bereiken van het 65ste jaar volledig AOW pensioen, wie niet volledig had opgebouwd kreeg 2 % (1/50) van het pensioen gekort voor ieder jaar dat men niet had deelgenomen.

      Het zalige voor vele “repatrianten” die ouder waren dan 15 toen ze in Nederland aankwamen was, dat men de voor volledige opbouw “gemiste” jaren cadeau kreeg. Iedere repatriant die na 1957 65 jaar werd, kon dus in aanmerking komen voor volledige AOW. Een zegen voor velen die op oudere leeftijd vrijwel berooid uit de Oost kwamen. Zo beroerd was die andijvielucht dan ook weer niet. Premier Drees kreeg de credits voor de AOW, maar het was in feite zijn minister van Sociale Zaken Suurhof die hard aan de invoering van deze wet had getrokken.

      Pak Pierre

      • ellen schreef:

        Dank, Pak Pierre, voor de interessante informatie. Ik heb bewondering voor onze (eerste generatie) Indo’s. Iedereen zou in eigen familie het levensverhaal moeten opschrijven (desnoods met behulp van een ghostwriter). Alles wat er aan geschiedenis wordt vastgelegd, gaat niet, nooit verloren, immers. Dat is cultuur. Boeroeng heeft gelijk: de Indische websites waarop veel is en wordt vastgelegd (o.a. aan historie), dat is (een stuk van) de Indische cultuur.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Ik ben het met je eens dat iedereen zijn levensverhaal moet opschrijven, al was het alleen maar voor de eigen toeroenans. Ik doe dat ook een beetje (en ongevraagd) op I4E, to whom it may concern.

        Van de eerste generatie die dat niet heeft gedaan zal er nog maar weinig over zijn. Geen nood, zoals Pak Somers geloof ik ook al onder een ander topic schreef is veel over die tijd te boek gesteld, met beeldmateriaal. Dus … wie zoekt, die zal vinden.

        Tenslotte over nog iets wat mij is opgevallen van die ene foto aan boord van de “Sibajak” anno 1958, in de eetzaal. De eerste “culture shock” hadden de gefotografeerden aan tafel achter de rug en die moet aangenaam zijn geweest: Bediend worden door blanke djongossen. Wijn nog wel. Captain’s dinner?

        Ik reisde in 1952 met de “Zuiderkruis” naar Nederland, op welk schip het bedienend personeel nog geheel Madoerees was, dus echte “djongos kapal” aan tafel en voor de hut. De verbazing over de witte koelies en djongossen kwam pas later, in Nederland, met andere verbazingen.

        Pak Pierre

      • Huib schreef:

        Pak Pierre

        Vergeet je de Kreidler niet? En er was ook een Italiaan. Naam vergeten. Belangrijk met name voor de Indische djago’s die zich zo’n ding al rond 1955 konden permitteren , want toen ik in dat jaar in Ned. terug kwam reed mijn leeftijdgenoot met wiens moeder ik de eerst keer naar Nederland trok in 1950 al op zo’n Italiaans ding. Met mij op de buddy seat scheurde hij zelfs over de Vijzelgracht en reed bij het passeren van een paar fietsers een fietser van de sokken. Lagen we met z’n drieedn met schaafwonden op de ellebogen op het het asfalt.

        Ik ben nooit meer bij die doodrijder achterop gaan zitten. Lesje geleerd.

        Wat die AOW betreft, is er toch iets bij me afgetrokken herinner ik me, omdat ik die 50 jaar In Nederland woonachtig blijkbaar niet kon waarmaken.

      • Pierre de la Croix schreef:

        De Kreidler hoorde als ik mij niet vergis met b.v. Zündap tot de “buikschuivertjes” waarop de brave oudere oppassende Indo niet gezien wilde worden. Onder hen was de NSU, althans in Den Haag, zeer populair, want gold als degelijjk en beschaafd.

        Ikzelf had mij in de zomer van 1955 met mijn zelf verdiende geld, de opbrengst van de verkoop van mijn fiets en hockeyschaatsen een Italiaanse brommer aangeschaft waarvan nog niemand had gehoord, een “Paperino”. Die bleek achteraf een rotding net als de Fyra, maar ja … ik was toen al eigenwijs en wilde buiten model spullen. Met die Paperino toch nog wezen kamperen tot in Kopenhagen.

        Tja … ik weet zo niet wat er met je AOW-rechten kan zijn gebeurd. Je bent geloof ik ook van 1938. Je werd dus 15 in 1953 en als je toen nog in Indonesia zat ging je vanaf die leeftijd een breuk oplopen van 2 % per jaar. Als jij (of je ouders) je bij aankomst in Nederland op moment X in 1957 of daarna ergens als inwoner had/hadden ingeschreven, dan zouden de verloren jaren je als “cadeaujaren” zijn geschonken en zou je nu al 10 jaartjes volle AOW moeten “genieten”. Ben je er voor je 65ste even tussenuit geweest zonder je deelname aan de AOW op vrijwillige basis te hebben voortgezet?

        Voor mijn moeder en stiefvader, geboren in respectievelijk 1898 en 1897, die vrijwel berooid in NL aankwamen en moesten rondkomen van een heel bescheiden lijfrente, was de invoering van de AOW in ieder geval een zegen, ze hadden heel wat jaartjes “cadeau” gekregen.

        Pak Pierre

  2. bo keller schreef:

    Zo ook voor mij,deze bootreizen naar Patria waren voor mij
    totaal blanco verhalen.
    Wel de militaire repatrianten verzorgd en uit gezwaaid te Batavia
    maar daarna niets meer over hun reis vernomen.
    Wel de hartelijke ontvangst en de verspreiding van de
    families in het in gehele land na aankomst .
    Mijn eigen aankomst hierheen was een goed verzorgde reis
    per vliegtuig en daarna m’n legering in een paardenstal
    op de Bult te Oldebroek.
    Voor mij dus ook meer foto’s en hier op I4E plaatsen.
    siBo

    .

    • Jan A. Somers schreef:

      Ik denk dat ik die paardenstal ook ken. Bij schietoefeningen op de Knobbel moest ook in bivak worden geleefd. Ook in de winter! In de sneeuw. Maar soms werd het te wild, konden we slapen in loodsen. Met benamingen als Nova Zembla en Sibrië. (dacht ik).

      • Pierre de la Croix schreef:

        Nova Zembla en Siberië. Dat waren in de koude oorlog namen om ons angst aan te jagen.

        “Als je niet dapper doorvecht en de Rus wint, dan kom je daar terecht, in de ijskoude Goelag”. Niemand wilde dat natuurlijk.

        En zie … het heeft geholpen. Wij hielden stand aan de Elbe en de Rus kwam niet. Nu hoeft Wladimir Wladimirowich alleen maar te dreigen om de gaskraan dicht te draaien en we bedienen hem op zijn wenken. In Sotsji doen wij dat Koninklijk en Maximaal.

        Pak Pierre

      • Jan A. Somers schreef:

        Zo ingewikkeld was het nou ook weer niet. Het waren oude houten tochtige loodsen waarin mocht worden geslapen bij vanaf (ik dacht) – 10. Zonder verwarming. Misschien om te wennen aan Russische toestanden? Als we Rusland zouden hebben veroverd tot in de Oeral. (of als krijgsgevangene?)

      • eppeson marawasin schreef:

        Kom daar tegenwoordig maar eens om …

        BALEN
        Als je maandenlang soldaat bent
        En de dienst wel uit je hoofd kent,
        Dan is er iets verkeerd
        Als je dit nooit hebt geleerd.

        Refrein:
        Balen, balen
        Dat is het lied van Jan Soldaat,
        Balen, balen
        Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat
        Balen, balen
        Maar dat bedoelt hij niet zo kwaad,
        Want als het er om gaat
        Jan Soldaat, Jan Soldaat
        Wie staat er dan paraat……
        Jantje Soldaat.

        Ook al kun je exerceren
        Saloueren en marcheren,
        Soldaat ben je pas echt
        Als je steeds hartgrondig zegt:

        Refrein

        e.m.

  3. ellen schreef:

    Mijn oma, (Wilhelmina) Mien Boom-Anderson (geb. 1893), weduwe, is eind 1958 in haar eentje met de Sibajak naar Nederland gekomen. (Zij had in haar Tarotkaarten – toentertijd tot ons ongeloof – een grote zeereis gezien). Een boot eerder, want mijn vader ging met zijn gezin een maand later naar Nederland met de Johan van Oldenbarnevelt. Ik vond de bootreis heerlijk. Mijn vader had voor zijn gezin een vierpersoonshut weten te regelen. Zelf sliep hij met anderen op een grote zaal. Ik heb nog een paar foto’s van mijn oma op de boot (in de eetzaal), bij aankomst in Holland bij de bus, en in het pension in Hengelo. Mijn oma is een Indo-vrouw. Zij had een inlandse moeder, en zij was altijd gekleed in sarong en kebaja (met konde), ook in Nederland. Mijn oma ziet er op de foto’s ontheemd uit. Zij heeft haar verdere leven haar geboortegrond Java heel erg gemist. Zij en mijn moeder waren altijd onafscheidelijk. Oma heeft altijd bij ons ingewoond (zowel in Indie als in Nederland).

    • Boeroeng schreef:

      Dag Ellen,

      Wil je de foto van je oma bij je reactie voegen ?
      Dat kan… stuur de foto naar ons indisch4ever@gmail.com

      Boeroeng, moderator

    • Ellen schreef:

      Hierbij de foto’s van mijn oma. Misschien ook leuk voor Jayne Bakker,
      die o.a. over de Sibajak aan het schrijven is. Mijn oma is het vrouwtje
      in sarong en kebaja (met konde). Zo ging zij altijd gekleed, ook in
      Nederland. Ik heb haar zelf nooit in een Europese jurk gezien.

      Vriendelijke groet, Ellen.

      ellen1 ellen2 ellen3

      • Pierre de la Croix schreef:

        Niet alleen voor Jayne Bakker leuk. Voor mij ook, alhoewel ik hier niemand (her)ken. Zo was het geweest, die enorme volksverhuizing.

        Operatie Noah, alleen met één soort diertje in de arken, de “Indische repatriant” (op de wetenschappelijke Latijnse naam kan ik niet komen).

        Wat mij betreft meer foto’s op I4E uit privé albums. Van de bootreis, van de opvang, van het settlen. Beelden spreken voor zich.

        Pak Pierre

      • Jayne Bakker schreef:

        Dankjewel Ellen. Prachtige foto’s die mijn beeld toch duidelijker maken. Toevallig heb ik deze week foto’s gezien van een Indische jongen die op zijn 18de in zijn eentje naar Nederland kwam in 1953. Hij had een klein cameraatje bij zich en had enkele foto’s van hoe de jeugd zich op het dek vermaakte met het spotten van enorme bruinvissen en Jan van Gents op jacht naar een maaltje. Ik zal eens vragen of hij die foto’s eventueel ook hier zou willen delen. Ook mooi dat je oma vasthield aan haar kleding. Mijn moeder heeft inderdaad verteld dat bij de Straat van Gibraltar (vanaf daar voer de Sibajak steeds meer de kou in) grijze trainingspakken werden gedistribueerd, maar dat er toch oudere Indische dames waren die daar vriendelijk voor bedankten en hun sarong en kebaja consequent in ere hielden. Zo ook jouw oma. Onvoorstelbaar. Die omschakeling van de Tropen naar hier. Bovendien ver in het najaar. En dan nooit klagen …. een voorbeeld voor veel verwende westerlingen van nu (waaronder helaas ikzelf. Reden waarom ik De Stralen van de Zon, Sinar Surya, heb geschreven. Als eerbetoon aan mijn moeder die ik ook nooit heb horen klagen, net zo min als haar moeder, mijn oma. En in wezen zal mijn boek een eerbetoon aan iedereen zijn die deze reis, die onvoorstelbare omwenteling, na eerst twee oorlogen achter elkaar – de door de Staat der Nederlanden zo diplomatiek genoemde politionele acties waren natuurlijk gewoon de oorlog van Nederland tegen Indonesië, de Bersiap en de revolutie, in zijn of haar leven heeft meegemaakt. Nogmaals dank voor je foto’s. Iedereen hier dank voor het delen. Ik denk dat het heel belangrijk is om niets van de verhalen, de lessen van onze voorouders verloren te laten gaan.

  4. Jayne Bakker schreef:

    Mijn moeder, Janneke Dahler, was 16 jaar en kwam, waarschijnlijk op de door u bedoelde reis (eind oktober, begin november 1958) met de SS Sibajak naar Nederland. Dit voorjaar komt mijn boek, De Stralen van de Zon, Sinar Surya, uit. Het verhaal speelt zich af het laatste etmaal op de boot, tijdens het wachten op toestemming om de haven van Rotterdam binnen te varen. De weersomstandigheden waren zo slecht dat er gewacht moest worden. Ik kan de foto’s helaas niet openen, maar ik ben natuurlijk erg benieuwd. Ook naar alle herinneringen. Mijn moeder herinnert zich het indrukwekkende zeemansgraf inderdaad ook.

    Binnenkort ga ik de laatste puntjes op de i zetten ongeveer op de plek waar het verhaal zich afspeelt, tijdens de researchmogelijkheid die het Loodswezen Nederland mij biedt. Dus alle informatie die ik nog zou kunnen verwerken is meer dan welkom. Bij voorbaat dank!

    • Pierre de la Croix schreef:

      @ Jayne Bakker: “Ook naar alle herinneringen. Mijn moeder herinnert zich het indrukwekkende zeemansgraf inderdaad ook”.

      Apa itoe? Mijn belangstelling is gewekt. Heeft zich op die laatste dag van de reis, Hoek van Holland in zicht, loods al aan boord, nog iets bijzonders voorgedaan en zo ja wat? Welk zeemansgraf wordt bedoeld en wat was daarvan te zien?

      Pak Pierre

      • Jayne Bakker schreef:

        @Pak Pierre: ik heb mijn moeder naar eventuele details van haar herinneringen m.b.t. dat zeemansgraf gevraagd. Bert Slors noemde het in zijn reactie (zie boven de mijne) en ik refereerde daaraan. Ik weet wel dat het schip de laatste dag stil heeft gelegen omdat wegens de slechte weersomstandigheden geen toestemming werd gegeven om de haven binnen te varen.

      • Pierre de la Croix schreef:

        @ Jayne Bakker,

        Mijn nieuwsgierigheid over dat “zeemansgraf”, dat dus ergens op de Noordzee vlak bij de Nieuwe Waterweg moet hebben gelegen, was gewekt omdat ik zelf in de vijftiger en zestiger jaren v.d.v.e. menig keer als beroepszeeman de Nieuwe Waterweg ben binnen gevaren maar never, ook niet van de heel oude rotten, over een zeemansgraf in die wateren heb gehoord.

        Als ik de tekst van Bert Slors nalees, dan zou hij misschien kunnen hebben bedoeld dat iemand tijdens betreffende reis aan boord is overleden en een zeemansgraf heeft gekregen, dus met een een-twee-drie- in-Godsnaam overboord werd gezet. Het “indrukwekkend” zou dan niet slaan op een bestaand zeemansgraf, maar op de gebeurtenis van het aan de zee toevertrouwen van het lichaam.

        Overigens kan ik mij weer niet voorstellen dat iemand die op zee, doch met het zicht op de haven stierf, een zeemansgraf kreeg. In zo’n geval zou het stoffelijk overschot zijn meegenomen en aan land gebracht.

        We moeten dus nog even in het duister blijven tasten.

        Mijn overgrootmoeder mocht als kapiteinsvrouw meereizen (2de helft 19de eeuw!) en stierf aan boord aan de een of andere vreselijke ziekte in de Caribische Zee, in de buurt van het eiland St. Thomas. Het schip liep de haven binnen en het stoffelijk overschot van mijn overgrootmoeder werd van boord gedragen door matrozen van een Brits oorlogsschip dat daar toevallig lag. “Hormat” van de Britse commandant aan mijn overgrootvader, kapitein Ulrich Bonjer uit Emden.

        Ik stam van moeders zijde af van een zeemansfamilie uit Emden. Oudooms van mij zijn op Malta en in Hong Kong begraven. Op zee gestorven maar geen zeemansgraf gehad.

        Pak Pierre

      • Jayne Bakker schreef:

        @ Pak Pierre: Sorry voor de onduidelijkheid. Mijn verhaal speelt zich af vlak voor de kust. Het zeemansgraf dat mijn moeder zich herinnert was toen de Sibajak nog ergens in de warme regionen voer. Dat zal inderdaad op volle zee zijn geweest. Ik wacht haar antwoord af. Maar zou u mij misschien kunnen omschrijven hoe het is om vanaf zee de Nieuwe Waterweg in te varen? Hoop dat binnenkort zelf te kunnen ervaren omdat ik met een loods mee mag in het kader van research, maar alle informatie (zeker van een deskundig zeeman) is meer dan welkom. Alvast bedankt!

      • Pierre de la Croix schreef:

        Gèf nèks, Jayne. Je verhaal heeft mij weer even teruggebracht naar zee en oude tijden, dat is ook wat waard. The old man and the sea ……

        Jammer dat je niet zo’n 35 jaar geleden met je onderzoek bezig was. Mijn zusje was toen secretaresse van het Hoofd Loodswezen. Zij had je vast VIP behandeling kunnen bezorgen.

        De hoofden van toen waren allemaal oud marine officieren, tegenwoordig kan je ook als gemeen Loods, als regel voortgekomen uit de koopvaardij, het allerhoogste bereiken. Als je nergens tegenaan botst, tenminste.

        Tja … hoe was het om vanuit zee de Nieuwe Waterweg binnen te varen? “Gewoon” zou ik zeggen, “niets bijzonders”. We kwamen meestal uit het zuiden, voeren door Het Kanaal, dan koers grofweg NNO en op het juiste moment “rechtsaf” voor de Waterweg. Vanuit zee gezien is Nederland op die plek zo plat als een dubbeltje, dus “kustlijn” nagenoeg tidak ada, maar natuurlijk wel vuurtorens, lichtschepen, bakens en boeien om je op te oriënteren.

        Maar ik spreek van een halve eeuw geleden. Nu is er rond de Waterweg nogal wat “bijgebouwd” en zijn de schepen vele malen groter geworden. Een moderne tanker of containerschip moet bij Het Kanaal al beginnen af te remmen om niet uit de bocht te vliegen bij de Waterweg en de loods komt dacht ik al veel eerder, c.q. veel verder uit de kust, aan boord dan vroeger.

        Misschien zou u ter voorbereiding op uw tocht eens kunnen bellen met de Koninklijke Redersvereniging, alwaar voormalig minister van Verkeer & Waterstaat, Tineke Netelenbos (alias Tineke Tolpoort in haar ministerstijd) voorzitter is, met het verzoek om eens te mogen praten met een kapitein (of een paar kapiteins) met verlof van een van haar leden, over de moderne manier van binnenlopen met satellietnavigatie, enz.

        Tenslotte schiet mij een uitdrukking te binnen van mijn grootvader, ook kapitein en later havenmeester in N.O.I., als een dominee of pastoor bij een stervende kwam:

        “De loods komt aan boord”.

        Pak Pierre

      • eppeson marawasin schreef:

        @Pak Pierre de la Croix, op 16 januari 2014 om 15:24 zei: /…/Tja … hoe was het om vanuit zee de Nieuwe Waterweg binnen te varen? “Gewoon” zou ik zeggen, “niets bijzonders”. We kwamen meestal uit het zuiden, voeren door Het Kanaal, dan koers grofweg NNO en op het juiste moment “rechtsaf” voor de Waterweg. Vanuit zee gezien is Nederland op die plek zo plat als een dubbeltje, dus “kustlijn” nagenoeg tidak ada, maar natuurlijk wel vuurtorens, lichtschepen, bakens en boeien om je op te oriënteren.@

        — Dag meneer De la Croix, hoe anders verging het de schrijver Bas Veth op diens maiden- en tevens laatste trip naar den Oost bij het naderen en aanschouwen van Padang (in beeld). Dat hij later, terug in Holland minder lovend op zijn verblijf terugblikte vergeten we hierbij gemakshalve.

        [CITAAT] De verbazende weelde van een tropen-natuur! Men valt er zoo vol in als men van uit zee op Padang aanstoomt. Voor den westerling is ’t machtige, grootsche van een aequatoriaal zonnelandschap verbijsterend, bedwelmend. De gloed van het Oosten zet westersche harten in vlammend vuur!

        Dort wollen wir niedersinken,
        Unter dem Palmenbaum,
        Und Ruhe and Liebe trinken,
        Und traumen seligen Traum .

        De verbeelding toovert. Waar zijn we? Hebben we niet in de eerste droomen van ons bewustzijn gezien, wat we nu zien? Voelt onze Urgeist zijn oorsprong? Ik weet nog zoo goed welk groot sentiment ik had in 1879 bij het turen, op de voorplecht van de boot naar het eerste schijnsel van Insulinde, bij het langzaam duidelijk worden van ’t gebergte, bij ’t naderen van de kust, bij ’t aan wal stappen, bij ’t aanschouwen van Padang.

        Ik zie het alles weer gebeuren .

        — ,,De rug-lijnen van ’t Barissan-gebergte, dat als een zacht-blauwig waas rijst boven de verre, donkerblauwe zee, zijn zoo kuisch, zoo teer, zoo even, hier en daar wegsmeltend in zware glanswolken met gulden randen, nu eens stijgend, fier van geloof, tot wat de menschen een berg noemen, dan eens deinend als de zee en weer nijgend vol liefde en wijding.
        — Geen fel licht en dus ook geen scherpe contouren; de adel van de lijnen wordt niet ontheiligd . De lucht is zwak nevelig en het zonnelicht zwaar doch rustig.
        — Alleen in de tropen toont een gebergte zóó, van zee uit. Het is alsof die lijnen droomen en de bergen droombeelden zijn. Men voelt l’immensité, die hier is in lieflijke majesteit. En langzamerhand lijkt ’t u als droomt ge zelf weg en leeft ge niet meer dat ruwe leven der werkelijkheid: óók zoo te mogen weglijnen als die bergruggen, zoo kuisch, zoo teer, zoo even, wordt zoet verlangen in u. Zelden, zelden wil de menschenziel zóó samenvloeien met de natuur.
        — Die eilandjes vóór Padang ! Dicht-groene palmbosschen, door fel-gelen strandrand gescheiden van de bekoorlijke diepblauwe zee. En een klein hutje, verscholen in de schaduw van de overbuigende palmblâren. En een schuitje, klein, met vlerkjes links en rechts, om licht te dobberen op de golven drijft, voortgestuwd met pagaaien, bewogen door naakte, bruine armen, op den immensen oceaan.
        — En die groene, groene kust! Van den hoogsten top tot in zee nets dan dicht, vol groen; woud-groen – donker en glanzend; weiden-groen – zacht en licht. Hier en daar op een bergrand een boom, hooger dan de andere boomen, uitstekend en daarom zoo eenzaam . Geen blad beweegt. De zeewind slaapt al. Roerloos als ’t meest roerlooze van wat leeft.
        — En lange schaduwen over het spiegelgladde zeevlak onder den wal, waartegen de deining van den Indischen Oceaan bruisend breekt, wit-schuimend, hoog-opspattend.
        — En we ankeren achter Poeloe-Pisang en een klein stoombootje brengt ons, vóór ’t vallen van den avond, langs den Apenberg, in de Padang-rivier.
        — Welk een heerlijke avond-zonneschijn langs den steilen bergoever rechts en hoe zoet verscholen ligt Padang links onder het eeuwige groen.
        — Bij ’t steigertje baden een paar karbouwen, boeddhistisch rustig kijkend, den kop enkel boven water. En kleurig gekleede inlanders verdringen zich bij den steiger. We nemen een rijtuigje en laten ons, terwijl de zon ondergaat, nog gauw door Padang rijden. Wij krijgen den indruk dat Padang is een woud van palmen.
        — En den eersten nacht in Insulinde slapen wij in met een groote illusie van de Indische natuur.” [EINDE citaat]

        http://nl.wikipedia.org/wiki/Bas_Veth_(schrijver)

        Klik om toegang te krijgen tot veth001leve01_01.pdf

        e.m.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Nou … Pak Gemoek had er wel oog voor. Prachtig beschreven. Zo was het. Schriller kan het contrast met het binnenlopen van de Nieuwe Waterweg op een winterdag in de vijftiger jaren v.d.v.e. wel niet zijn.

        Jammer voor hem dat zijn schip ankerde achter Poeloe Pisang en niet voor Poeloe Telandjang. Hij zou zich helemaal in het paradijs hebben gewaand. Genesis satoe vóór de affaire van Eva met de appel en de slang revisited.

        Dank voor de citaten en de “onderliggende stukken”.

        Oeps …. waar doet me dat nu weer aan denken.

        Dort wollen wir niedersinken,
        Unter dem Palmenbaum ….

        Tot slot, voor de lezertjes die door Bas Veth in de stemming zijn gekomen en willen weten hoe het leven in zijn tijd in Padang zelf was, misschien het boek van Justus van Maurik, “Indrukken van een totok – Indische typen en schetsen”, in mijn exemplaar van 1897, het eerste deel, pagina 1, “Te Padang”.

        Pak Pierre

      • Pierre de la Croix schreef:

        Poeloe Pisang ….. come to think of it.

        Op het Gariekse eilandje Skiathos was een populair naturistenstrand dat ook onder de inlanders van het eiland bekend stond als “Banana Beach”.

        Misschien had Veth dus toch het paradijs gezien.

        Pak Pierre

    • Boeroeng schreef:

      Dag Jayne,
      Ik heb de foto’s kunnen terugvinden.
      Wil je een emailadres van de inzender ?

      Boeroeng, moderator

      • Jayne Bakker schreef:

        Dag Boeroeng,

        Dat zou werkelijk geweldig zijn. Terimah kasih!

        Hartelijke groet,

        Jayne

  5. bert slors schreef:

    Wat is dit geweldig ik plaats een foto op deze site met de vraag of er sibajak gangers van 16 november 1958 nog wat mensen of zichtzelf herkennen komen eeneens diverse foto s tevoorschijn met verhalen die ik aan mijn kinderen en mijn kleinkinderen vertelden hoe wij hier aankwamen in rotterdam, en alles wat wat ik hun vertelden staat nu zo precies op de site ook het trieste gebeuren van de zeemans graf hoe is het mogelijk en dat na 50 jaar. tijdens de reis ging ik o.a. ook met een heel aardig en mooie meisje ze heet Esther achter naam weet ik niet meer. wie kent haar?

  6. van Bochem schreef:

    elke keer als ik de naam Sibajak tegen kom moet ik toch even kijen staan er bekenden namen bij .je weet het maar nooit onze Familie kwam ook met de Sibajak naar Holland vertrok 25 juli 1956 uit soerabaja en kwam 2 augustes 1956 aan in Roterdam

  7. Hans den hamer schreef:

    Goede morgen,MEMORIES SIBAJAK
    Na informatie van familieleden heb ik mij vergist met de datum van aankomst in Rotterdam moet zijn -Sept. 1949- Hr.Gr. Hans den Hamer Eelde.Misschien weet iemand iets over de KNIL-periode van mijn vader.
    Vraag:Welk uniform (met bijbehorende helm) heeft hij ooit gedragen In ong. 1936 is hij naar Indie vertrokken.

  8. Hans den hamer schreef:

    Goede avond, MEMORIES SIBAJAK
    Het gedicht brengt allerlei herinneringen terug.En de beelden van toen komen weer boven.Vooral de bijzondere voorvallen schieten me weer te binnen.——-voor het eerst een appel eten ,helemaal niet lekker hoor!Vreemde Hollandse spelletjes(Zeg ken jij de mosselman).Kaarten met half doorgescheurde sigarettendoosjes.Souveniers kopen van de parlevinkers in de Rode Zee.Aankomst in Rotterdam Met de bus naar Vlaardingen waar opa en oma woonden(Willem Beukelzoon straat)Vreemde indrukken verwerken.—— Misschien herinnert iemand iets meer( of foto’s) van de reis uit mijn herinnering Wij zijn nl. in sept. 1959 in Rotterdam aangekomen. Hans den Hamer Eelde. (zoon van Adri den Hamer—KNIL-militair—)

  9. R.E.Smits schreef:

    Ik ben op zoek naar de passagierslijst (3e klasse) van de ms sibajak, vertrokken op 25 december 1957 (tg.Priok) en in januari 1958 in rotterdam aangekomen. ik hoop dat iemand mij kan helpen.Alvast bedankt
    Ron

  10. Bram Ohm schreef:

    Op 18 januari 1958 kwamen als repatrianten uit Indonesi aan met de M.S. Captain Coock.
    Het was erg koud en het sneeuwde ook die bijzondere dag (“ujan kapok”) voor ons was dat heel bijzonder….ook waren onze kleding nog niet helemaal ingesteld op het koude Hollendse klimaat. Ook het eten was voor ons heel anders, dan wij gewend waren.
    Vraag: Heeft u een adres waar ik ook andere passagiers van toen, nog kan terug vinden ?
    En eventueel ook nog foto’s van toen.
    Wij werden ook door de Koningin Juliana persoonlijk ontvangen op de bood.
    Groetjes, Bram Ohm.
    Sampai bertemu lagi !

  11. Keeny van der Sluys - van Hek schreef:

    Wij zijn in januari 1958 in R’dam aangekomn met de Sibajak. Er was ook een fam. van Maanen (dacht ik) bij en nog wat waarvan ik de namen niet meer weet. OOk wij moesten met etenstijd naar een zaal waar je werd beziggehouden, maar wij gingen altijd verstoppen en zijn een keer ontdekt, dus voortaan altijd op ’t dek spelen!

  12. Henk schreef:

    Hallo Maandag,
    Volgens “botenlijst” zou je contact kunnen opnemen met: dhr van Oosten.
    surupan51@planet.nl
    mvrgr

  13. maandag schreef:

    wie heeft namen van de passagier Sibajak die in nederland zijn gekomen alleen in nov 1958 ?

  14. Heleen Jacobs-Breuer schreef:

    Hallo,
    Wat leuk om te horen dat jullie met de Sibajak naar Nederland zijn gekomen.
    Zelf ben ik ook met de Sibajak gekomen alleen niet in 1958, maar in maart 1957.
    Ik was pas 3 jaar, dus ik kan me er niets van herinneren. Alleen dat het kinderdek ge-evacueerd werd omdat er TBC was uitgebroken. Ik zelf ben geplaatst in Dekkerswald, Nijmegen, waar ik 1 1/2 jaar heb gelegen.
    Ook ik ben geboren in Surabaya.
    Wilde het jullie toch even laten weten.
    groet,
    Heleen

  15. Magda schreef:

    Goh, wat is de tijd inderdaad gevlogen….
    Ik ben als 8-jarige met mijn familie op de Sibayak naar Holland gevaren, helaas ik was
    anak kecil, kan dus niet veel herinneren wat betreft namen van kinderen op de boot.
    Wel die oefeningen met zwemvesten aan, spelletjes, plakken,knippen enz.enz ergens in een ruimte….en vooral de douche vergeet ik mijn leven niet….ik mocht gaan douchen, ik draaide de warme kraan open en vloog in een hoek van de douche en heb staan gillen van de angst…gloeiend heet was het water….wist ik vl???? Personeel met dikke handdoeken over hun arm om de kraan dicht te draaien….tja, het is anders dan in kamar mandi thuis in Surabaya toch?
    Gr. Magda

  16. Henny Levyssohn schreef:

    Bedankt Xenia,
    Een heel mooi gedicht, wij zullen het ons altijd herinneren 13-11-1958 / 13-11-2008.
    Hartelijke groet,
    Henk Levyssohn

  17. xenia merkelbach schreef:

    Dat klopt Marcel. Heb je testmail ontvangen. Charles is mijn neef. Dat klopt.
    Ik zie je volgende mail wel. doei. Xenia

  18. marcel schreef:

    Xenia,ik heb je een testmail gestuurd.
    Overigens,bij de indomuzikanten die ik ken is ook een zanger/gitarist met de naam Charles Merkelbach
    Doei.

  19. Jerry Vogelsang schreef:

    Hallo Allemaal uit die vervlogen maar leuke SIBAYAK Tijd .
    Om never nooit te vergeten.
    Leuk om die foto’s weer eens te zien zover in tijd terug geleden…/waar zijn we allemaal gebeleven…..
    Piet, Karel, Cornelis, Henk, Clark en zovele anderen die wij de Nieuw Guineers mee kennis gemaakt hadden in Singapore toen wij met onse verstekelingern aan boord kwamen.
    Helaas herinner ik mij hun namen niet allemaal.
    Nono alleen de Singer en Guitar player die ons allemaal deed lachen en genieten met zijn songs en play.
    Met Nono (een v/d verstekelingen) had ik in Dordrecht nog samen mee gewerkt en we hadden heel wat oude koeien uit de sloot gehaald , vaak vroegen we elkaar af…waar blijft de tijd….waar zijn ze gebeleven..
    Beste allemaal…50 jaar geleden was het geweest wat een tijd, veel heel veel was er gepasseerd.
    Een halve eeuw….geleden
    Nee …helemaal niet vergeten
    Sibayak forever
    Gegroet allemaal
    Jerry Vogelsang

  20. xenia merkelbach schreef:

    Of ik familie van het meisje Merkelbach uit Limburg ben? Zou kunnen. Mijn overgrootvader kwam uit Heerlen voordat hij naar Surabaya ging eind 1800. Dus dat zou kunnen, alleen ik ben de Indo Merkelbach.
    groet van je medepassagier Xenia

  21. xenia merkelbach schreef:

    hallo Marcel, ik kan het me niet herinneren dat je me een email hebt gestuurd. Kan je me nog vertellen waar het over ging? Ik ben wel benieuwd. Je medepassagier Xenia. Ik hoor dat je mijn emailadres nog hebt?

  22. marcel schreef:

    Xenia,tanx voor het gedicht,een beetje kangen naar die tijd. Aduh 50 jaar geleden sudah lama banget nih.
    Ik heb je een tijdje geleden een mail gestuurd.Niet ontvangen?
    Salam hangat voor alle sibajakgangers.
    Marcel

  23. Henny Lamping- de Jongh schreef:

    Hallo Xenia,
    Hartelijk dank voor het gedicht. Heel goed!
    Heb onlangs tel.contact gehad met Henk Levyssohn, die voor de (door Marcel) geplaatste groepsfoto’s heeft zorg gedragen.
    Marcel bedankt voor het insturen.
    Henk werd op de dag van aankomst in Rotterdam toen 20 jaar.
    Dus Henk, van harte gefeliciteerd met het bereiken van je mooie leeftijd.
    Henny.

  24. xenia merkelbach schreef:

    S oms is het de tijd om te vertrekken
    I ndonesia Raya, je tanah airku gedag zeggen
    B epakt met het hoognodige staan wij
    A an de kade van Tanjung Priok zij aan zij
    J akarta daar vandaan vertrekken wij
    A ls je dan nog even een tussenstop maakt
    K wamen wij aan in de haven van Singapore
    R eden om nog even aan wal te gaan.
    E ven later door te varen naar de Rode Zee
    I n dit geval een dode te begraven in zee
    S amen waren wij daar getuige van.
    5-tig jaar geledee vandaag, 13 november 1958
    O, o ,o een halve eeuw waarachtig!
    J a, vanaf Australi, tussenstop
    A anmeren in Jakarta, passagiers volop
    A lle hens aan dek inclusief verstekelingen
    R echte koers naar Rotterdam dingin-dingin.
    N ederland was de bestemming
    U itgerekend vandaag komt de herinnering!!
    Opgedragen aan alle passagiers van de reis die begon op 16 oktober 1958 en eindigde in ROTTERDAM op 13 november 1958, nu precies 50 jaar geleden.
    Als er bij u ook een herinnering boven komt dan hoor ik dat graag via deze site.
    Xenia Merkelbach

Laat een reactie achter op marcel Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *