Katjang was in 2006 in Japan met een schooluitwisselingprogram en schreef ons daarover. Nu is haar bespiegeling:…. ‘ Typisch Nederlands ‘
6 november 2008
*Typisch Nederlands*
Hmmm.. Wat is typisch Nederlands?
Ik ben opgevoed tussen twee culturen: mijn moeder is Indische, mijn vader Nederlands.
Ik kwalificeer mezelf dan met trots als derde generatie Indo, Pinda, Katjang, Blauwe. “Oh, dat zou je niet zeggen” -nee dat klopt. “Je bent Nederlands toch?” “Nee, Indisch.”
Die trots komt denk voort uit het feit dat mijn opvoeding vooral positief gekleurd was door de Indische cultuur. De vraag of een Indische cultuur bestaat houdt ons Indo’s maar al te hard bezig, maar ik ga er nu voor het gemak even vanuit dat ie bestaat -of dat hij in elk geval gebezigd wordt, wat het ook moge zijn.
Typisch Nederlandse dingen kwam ik tegen bij mijn Nederlandse familie en vrienden. Met die Nederlandse familie had ik nooit zoveel, ik ken ze niet, en zeker als klein kind begreep ik niet waarom mijn oma altijd zo weinig eten in huis had. Dan heb ik het over de na-een-koekje-gaat-de-trommel-dicht-taferelen en de “we gaan zo eten” met doordringende blik-opmerkingen. Zo gaat dat bij mijn vriendinnen en Nederlandse familie thuis, maar niet bij mijn Indische familie of mijn Turkse collega’s. Iets anders echt Nederlands is dat ongelooflijke aardse en die nuchterheid. Dat vind ik iets positiefs en iets negatiefs, ik denk dat iedereen dat anders ervaart.
Wat ik altijd een beetje sneu vind is het uitdragen van onze “typisch Nederlandse dingen”: tulpen, Sinterklaas en patat. Tulpen en de Sint komen uit Turkije, patat uit Belgi.
Zeik ik nu de Nederlandse ‘cultuur’ af? Ja, in weze wel. Mag ik wel zeggen dat ik tussen twee culturen ben opgegroeid? Mijn vader mag zich inmiddels een volledig gentegreerde Indo noemen, want als je een tjabbie rawiet eet zonder een spier te vertrekken verdien je respect. Maar als ik in het buitenland ben, ben ik ook wel trots om te kunnen zeggen dat ik uit Nederland kom. Ik ben tenslotte het product van het kolonialisme (Balkenendes VOC-mentaliteit om over grenzen te durven kijken), en als die Hollanders dat nooit hadden uitgevonden, was ik hier niet geweest. En we zijn hier ook zo lekker ruimdenkend, tenminste, dat waren we altijd over een heleboel dingen. We gedogen wiet, legaliseren de prostitutie, het homohuwelijk. We zijn nog steeds ruimdenkend, maar het wordt minder.
Het voorbeeld wat hierbij hoort is de vraag die mij altijd in het verkeerde keelgat schiet: “Huh, maar waarom doe je mee aan Ramadan dan?! Je bent toch geen moslim en Nederlands?” Maar waarom is het in een multiculti-samenleving dan zo raar dat een Nederlands uitziend meisje aan Ramadan doet? Ja, daar moet nog even aan gewerkt worden, angst voor het onbekende?






















































Weet je Katjang,
Jammer dat ik jouw relaas nu pas lees vanwege mijn buitenlands verblijf….maar toen ik 1954 (gedwongen)in Nederland moest wonen zijn mij dingen opgevallen die me nu nog steeds helder bijstaan.
Ik vond(en vind dat nog steeds)het vreemd dat mijn landgenoten (mede-repatrianten) altijd zo onderdanig deden wanneer ze in contact kwamen met de plaatselijke inwoners. Terwijl ze, voor het merendeel, beter en correcter Nederlands spraken dan die betreffende inwoners. Als er bijvoorbeeld werd gevraagd of we wel wisten wat aardappelen waren, werd door de Indo meestal verlegen gegrinnikt en bijna onverstaanbaar geantwoord: “Jawel ach, maar kleiner als die van jullie natuurlijk”.
Als er aan mij gevraagd werd of ik “daar” in een stenen huis had gewoond,dan antwoordde ik steevast en cynisch: “Nee wij woonden in een boomhut net als Tarzan. En we moesten vaak met tijgers vechten”. En…. dan werd ik vol bewondering bekeken.
M.a.w. de Indo heeft het ook veel aan zichzelf te danken dat er zo’n beeld over ons is ontstaan. En dat heeft dus niets te maken met dat de Nederlander op ons neer keek of kijkt. Sterker nog zij waren(misschien nu wat meer)niet eens bekend met onze cultuur of land van herkomst. En daar is maar 1 schuldige voor aan te wijzen: De Nederlandse Overheid, Toen en ook Nu nog steeds. Dus dat van die “koekjes trommel” is grote onzin en “stoken in een goed huwelijk”. Om te scoren, uitgevonden door een voormalige bankmedewerkster die door haar huwelijk plotseling Prinses is geworden. En dat “de gordijnen altijd open staan”(ook haar stokpaardje) bij de Belanda wil naar mijn mening alleen maar zeggen “Kijk, we hebben niets te verbergen”. Iets wat haar vader niet kan zeggen. En ik ook niet kan zeggen, van de andere rassen die hier nu wonen…..want die hebben denk ik dan toch wel erg veel te verbergen.
Bij de doorsnee nederlander en zeker in het zuiden,staat de deur altijd open voor “een lekker bakje koffie” met of zonder koekje. Ik kan mij nog steeds herinneren dat bij ons in Soerabaja alle deuren en ramen ieder dag open stonden en die gingen alleen ’s nachts dicht (rampokkers).
Ik heb inmiddels veel landen bezocht, maar heb daar weinig “dagelijks openstaande koekjestrommels” aangetroffen, maar wel veel openstaande ramen en deuren, afhankelijk van de plaatselijke bouwstijlen en dus niet de gewoontes. En verder ben ik het eens dat mensen hun geloof moeten kunnen belijden, maar wel zonder dat zij daarmee de cultuur van het land waarin ze wonen ontregelen.Als ik in Bali een tempel betreed bedek ik ook mijn lichaam, op de eerste plaats uit eerbied voor de gelovigen aldaar.
Integenstelling tot ons land, waar de nederlander moet gedogen dat vrouwen gemaskerd op straat moeten kunnen lopen terwijl er wetten zijn die dat eigenlijk niet toestaan.
Ik heb in Indonesie-Soerabaja(mijn geboorteland en overwegend Mohammedaans)nog nooit gemaskerde vrouwen zien rondlopen.
En ook niet in Egypte enz.
Waar ik tenslotte eigenlijk mee wil zeggen, dat je een klacht over iets of iemand altijd gericht moet doen en vooral nooit generaliseren. En zeker zo’n onderwerp waar jij, vermoed ik, te jong voor bent om dat eigenlijk helemaal te kunnen bevatten.
Dus als je echt iets wil veranderen, richt je dan tot de overheid en niet tot de bevolking.
Wij konden ook niet tegen de Indonesier zeggen dat zij moeten veranderen zodat wij konden blijven. Iets wat zij best graag hadden gewild en wat ik heb opgemerkt bij mijn bezoeken aan mijn geboorteland.