St. Japanse Ereschulden

Persbericht van de Stichting Japanse Ereschulden:
Den Haag, 16 juni 2007
De Stichting Japanse Ereschulden heeft met grote verontwaardiging kennis genomen van de paginagrote advertentie in de Washington Post op donderdag jongstleden.
In deze advertentie wordt opnieuw beweerd dat er geen gedwongen seksslavernij is geweest tijdens de Japanse bezetting van Azi.
In opdracht van de Nederlandse regering werd in 1993 onderzoek gedaan in Nederlandse archieven door L. van Poelgeest naar bronnen over georganiseerde prostitutie in Nederlands Indie door Japanse militairen.
Uit dat onderzoek is gebleken dat 200 tot 300 Nederlandse vrouwen tot prostitutie werden gedwongen. [1]
De ontkenning door Japanse parlementarirs in de paginagrote advertentie, waarin zij aangeeft dat er geen sprake van dwang was, is een klap in het gezicht van hen die dit zelf hebben moeten meemaken.
Over deze en andere wreedheden die zich tijdens de Japanse bezetting in Nederlands Indi hebben voorgedaan had het Nederlandse volk en de Nederlandse Volksvertegenwoordiging weinig kennis. Men kan zich afvragen of Nederlandse regering, wanneer zij hierover beter was genformeerd, in 1951 het San Francisco Vredesverdrag zou hebben ondertekend en daardoor had afgezien van verdere claims namens haar onderdanen.
De Commissie van Deskundigen (samengesteld uit onafhankelijke juristen)van de International Labour Organisation  is tot de conclusie gekomen dat de Japanse regering excuus aan moet bieden en met de slachtoffers om de tafel gaan zitten om genoegdoening te regelen.
De Japanse regering zal uiteindelijk toch de waarheid onder ogen moeten zien om schoon schip te maken met haar verleden en eindelijk respect tonen aan de slachtoffers van haar agressieve optreden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Duitsland geeft hierbij al decennia lang een voorbeeld.
J.F. van Wagtendonk , voorzitter.

1 Een voorbeeld: In 1947 werd door de Temporaire Krijgsraad van Batavia (nu Jakarta) vonnis uitgesproken in zake de dwangprostitutie die in Semarang op Java had plaats gevonden in 1944. De aanklacht was gericht tegen 12 personen. Uitspraak werd gedaan op 22 maart 1948. De beklaagde militairen werden schuldig bevonden Nederlandse vrouwen en meisjes uit concentratiekampen tot prostitutie en andere seksuele handelingen gedwongen te hebben en veroordeeld tot doodstraf of langdurige gevangenisstraffen. Een duidelijk bewijs dat gedwongen seksslavernij in Nederlands-Indie tijdens de Japanse bezetting gedurende de Tweede Wereldoorlog heeft plaatsgevonden

Archieftopic 1Archieftopic 2

Dit bericht werd geplaatst in Stichting Japanse Ereschulden-Indisch Platform. Bookmark de permalink .

2 Responses to St. Japanse Ereschulden

  1. t.h. ong schreef:

    Wat ik voor onmogelijk houd, is, dat ondanks de uitspraak op 22 maart 1948 door de Temporaire Krijgsraad van Batavia tegen de 12 personen die schuldig werden bevonden aan dwang tot prostitutie van Nederlandse vrouwen uit gevangenkampen op Java en zijn veroordeeld, de Nederlandse Volksvertegenwoordiging geen weet kan hebben gehad van dit mensonwaardige gebeuren bij de ondertekening in 1951 van het San Francisco Vredesverdrag, met als gevolg dat claims van getroffenen konden worden genegeerd.

  2. ted hartman schreef:

    De Stichtingen: Japanse Ereschulden en Vervolgingsslachtoffers Jappenkampen gaan met de Spreekbuis van de Indische Gemeenschap, het INDISCH PLATFORM, weer met de regering in discussie. Mogelijk eerst een OPEN brief schrijven, waarvoor de Stichting Matahari (ook onder het Indisch Platform) het INITIATIEF heeft genomen en momenteel handtekeningen voor ondersteuning aan het verzamelen is. In de OPEN brief zou ook een LEVENSGROTE DUIDELIJKE passage moeten komen over de ONVERGEVELIJKE WREEDHEDEN die de Jap in bezet Java e.a. eilanden heeft begaan en die Japan NOOIT heeft bekend! Zie het volgende stuk uit het PERSBERICHT van de Japanse Ereschulden:
    Over deze en andere wreedheden die zich tijdens de Japanse bezetting in Nederlands Indi hebben voorgedaan had het Nederlandse volk en de Nederlandse Volksvertegenwoordiging weinig kennis. Men kan zich afvragen of Nederlandse regering, wanneer zij hierover beter was genformeerd, in 1951 het San Francisco Vredesverdrag zou hebben ondertekend en daardoor had afgezien van verdere claims namens haar onderdanen
    Als dat gebeurt, maakt onze Indische Gemeenschap 200 % KANS dat premier Balkenende de OPEN brief accepteert en daarnaar handelt EN ons de uiteindelijke FINALE GENOEGDOENING oplevert, ons, dat zijn de nog overlevenden van die rot-tijd!!!

Laat een reactie achter op ted hartman Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *