Aanslag Gubeng transport Soerabaja
Aan het begin van de bersiap-periode in Nederlands-Indië reed op zondag 28 oktober 1945 in Soerabaja het RAPWI- of Gubeng transport, dat onder Britse militaire leiding stond, in een hinderlaag van Indonesische opstandelingen, die de wijk Gubeng belegerden.
Evacuatie Nederlanders In 3 achtereenvolgende colonnes met legertrucks werden voornamelijk Nederlandse vrouwen en kinderen geëvacueerd, die op weg waren naar veiliger gebieden. Met name het laatste transport kwam zwaar onder vuur te liggen van Indonesische pemoeda’s. Van de vrouwen en kinderen die in de vrachtwagens zaten, kwamen er 150 om. Velen raakten gewond

De kinderen Edward Krab en Frans Willem Krab kwamen om bij die aanval. Hoe ? Vastzittend in een brandend legerwagen ? Neergestoken met bamboe rucing?
Ze waren achterneefjes van mijn moeder. Hun opa Elias Krab was broer van Trijntje Krab, de oma van mijn moeder.
Ik vermoed dat mijn moeder het gezin van de broertjes nooit gekend heeft en pas in de zeventiger jaren van haar zus iets hoorde over hen. Het is nu 28 oktober 80 jaar later. Een moment om bij stil te staan..
Het persoonlijke verhaal van Henk Itzig Heine, die het overleefde. Zijn broer niet.
Een onderzoek wat er gebeurde, door Henk Itzig Heine
Een artikel van Jan Somers.
Boeroeng.























































https://ditishelmond.nl/radio/soerabaja-calling-2025-10-28-190000/
Een ooggetuige van het Goebeng-transport, de Zwitserse CIBA-directeur P.G. Schudel, heeft in 1953 in een verslag een beschrijving gegeven van de bloedige gebeurtenissen. Dit verslag is eenvoudig in te zien in het Archief van Tranen van de verguisde Pia van der Molen, documentnummer 007.
Het transport werd begeleid door ir. M. Keller, vice-consul van Zwitserland en vertegenwoordiger van het Internationale Rode Kruis (IRK). Dit kan betekenen dat het transport onder bescherming van het IRK stond. Desondanks werd het Rode Kruis-transport door Indonesiërs tot stoppen gedwongen en van alle kanten bestookt met mitrailleurs, geweren en molotovcocktails.
Gezien de wijze waarop het transport tot stoppen werd gedwongen en werd bestookt, mag niet worden uitgesloten dat niet alleen kampong bevolking maar ook Indonesische troepen of militair getrainde groepen betrokken waren bij de slachting van onschuldige vrouwen, kinderen en oudere mannen. Is hier sprake van een oorlogsmisdaad?
Itzig Heine geeft zelf aan dat hij geen toegang had tot Britse archieven. Uit nieuwsgierigheid zijn bij een bezoek aan de National Archives in Londen de dagrapporten (SitReps of Situation Reports) van de 4/5 Mahratta’s gescand, de Brits-Indische eenheid die het Goebeng-transport begeleidde.
Hieruit blijkt dat het Goebeng-transport uit 20 vrachtwagens en 3 jeeps bestond, met een lengte van minstens 200 meter.
In elke jeep zaten 4 man. Elke vrachtwagen had een chauffeur en een gewapende begeleider. In totaal ging het om 52 Brits-Indische militairen (20×2+3×4=52). Elke vrachtwagen vervoerde tussen de 15 en 20 personen, wat neerkomt op een totaal van tussen de 300 en 400 personen bij 20 vrachtwagens.
Volgens Itzig Heine waren er 93 overlevenden. Dit betekent dat het aantal doden en vermisten tussen de 207 en 307 personen lag.
Volgens de heer Somers zal het aantal slachtoffers voor altijd onbekend blijven. Dit betreft wellicht het totale aantal slachtoffers van het Goebeng-transport. Dat wil echter niet zeggen dat er geen nader onderzoek mag worden gedaan naar het aantal doden en vermisten, toch? Het is een uitdaging om te onderzoeken hoeveel slachtoffers er op zijn minst bij het Goebeng-transport vielen. Deze uitdaging wordt niet uit de weg gegaan.