Lezing: De grote repatriëring – Indische immigratie
De lezing op woensdagavond 1 oktober is in Wijkcentrum Overdie, Van Maerlantstraat 8-10 in Alkmaar. Inloop is om 19.30 uur, start lezing is om 20.00 uur. Leden van de HVA hebben (natuurlijk) gratis toegang.
Niet-leden van de HVA kunnen op de avond van de lezing bij de ingang van de zaal voor € 5.00 een kaartje kopen. Bron: Historische Vereniging Alkmaar






















































Mischung German- Jewish.
Tijdens hun lezing over Indische immigratie vertellen Susan Patty en Erwin Pieters over de ‘repatriëring’, de ontvangst in Nederland en de komst van hun familie in Alkmaar.
Het is een legitieme vraag of hun ervaringen wel zo representatief zijn voor de Indische immigratie. Het perspectief van waaruit zij over hun ervaringen spreken is immers van groot belang.
Neem bijvoorbeeld de drie hoofdpersonen uit de derde generatie in de film “Tussen Wal en Schip”. De jongste van dit trio, de Benjamin, komt uit een familie die plantages had in Sumatra e, de familie reisje al in 1946 naar Nederland af. Hoewel zijn verhaal ontroerend klinkt, is wanneer men de data, feiten en cijfers bekijkt, zijn verhaal natuurlijk niet representatief.
Helaas ontbreekt in de film informatie over hun afkomst, waardoor een verantwoorde waardering van hun verhaal onmogelijk wordt gemaakt.
Onderzoek toont aan dat niet alleen a) de maatschappelijke positie van de (voor)ouders in de kolonie een rol speelde, maar ook b) het tijdstip van aankomst in Nederland belangrijk is. Daarnaast spelen andere factoren een bepalende rol:
1. Tot welke ‘generatie’ men gedenkt te behoren.
2. De afkomst van de ouders: beide ouders Indo of een combinatie van Indo en Nederlands.
3. Hun eigen maatschappelijke positie.
Voor een goed begrip zou iedereen bij zo’n presentatie of op een blog als Indisch4ever deze informatie kunnen verstrekken. Dan weten we waarover Indo’s, zoals Susan Patty en Erwin Pieters praten en wordt hun persoonlijke verhaal in een verantwoord historisch kader van de Indische immigratie begrijpelijk.
N.B. ik heb mijn reacties op I4E naar de Historische Vereniging Alkmaar HVA gestuurd en wacht op antwoord.
Het antwoord van de HVA aan de heer Van den Broek:
Beste heer Peter van den Broek,
Hartelijk dank voor uw mail met uw uitgebreide reactie op onze lezing over Indische Immigratie. Een reactie die u ook al op de website van “Indisch4ever” heeft geplaatst en waarin u aangeeft een aantal essentiële onderdelen van de Indische immigratie te missen. Dat een antwoord van de HVA even op zich heeft laten wachten komt door mijn vakantie die deze week pas is geëindigd.
De Historische Vereniging Alkmaar werd in 1925 opgericht en heeft als doel het beschermen en voor het nageslacht bewaren van de historische schoonheid van Alkmaar en omgeving en het aanmoedigen van de studie van en het verspreiden van kennis over de plaatselijke geschiedenis.
De nadruk van onze vereniging ligt hoofdzakelijk op de plaatselijke geschiedenis met de verhalen van de inwoners. En dus niet op de landelijke geschiedenis en zeker niet op historische onderzoek naar een complexe realiteit van de Indische migratiebeweging met diverse mythen en misverstanden.
De lezing bij de Historische Vereniging Alkmaar is het persoonlijke verhaal van Erwin Pieters en Susan Patty. Zij vertellen het verhaal van de immigratie van hun Alkmaarse families. Het is hun persoonlijke verhaal met alle kleuring en nuances vanuit hun eigen ervaring. Het is geenszins de intentie om hun ervaringen in een verantwoord historisch kader te kunnen plaatsen. Zoals u zelf ook al aangeeft dat de verhalen van de 3 personages uit de film “Tussen Wal en Schip” niet representatief zijn, zo geldt dat ook voor het verhaal van onze sprekers Erwin Pieters en Susan Patty.
Met vriendelijke groet,
Henk de Kruik, secretaris HVA
Het is belangrijk om bij een persoonlijk verhaal over de “Indische immigratie” van het voormalig Nederlands-Indië/ nu Indonesië naar Nederland, het historisch kader aan te bieden en wel om verschillende redenen:
🌍
Het historisch kader biedt de context om de persoonlijke ervaringen en beslissingen van Susan Patty en Erwin Pieters te begrijpen. Zonder kennis van de historische achtergrond, zoals de dekolonisatieoorlog of Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog, de soevereiniteitsoverdracht in 1949, de politieke en sociale onrust in de nieuwe Republik Indonesia lijken de keuzes van deze twee Alkmaarders als Nederlandse immigranten los te staan van de realiteit.
Het kader helpt Alkmaarders te begrijpen waarom een groep Indo’s koos te blijven en het Indonesisch staatsburger (Warga Negara) aanvaardde en een groep Indo’s gedwongen werd te vertrekken.
Het kader verklaart de complexiteit van hun identiteit en hun positie in Nederland, in Alkmaar als “Indische Nederlanders” of Indo’s.
Het historisch kader laat zien dat de Indische immigratie geen simpele verhuizing of zgn Repatriëring was, maar een direct gevolg van de overgang van koloniaal bezit , Nederlands-Indie, naar een onafhankelijke staat Indonesia
Dit kader toont de invloed van de koloniale geschiedenis op het leven van Indo’s, zoals het verlies van hun geboorteland, de culturele ontworteling en de moeizame integratie/aanpassing in Nederland.
Door hun persoonlijke verhaal in het historische kader te plaatsen, wordt het een deel van de collectieve geschiedenis en helpt het om de zichtbaarheid van de Indische gemeenschap in Alkmaar en haar geschiedenis te vergroten.
Veel van deze geschiedenis is lange tijd onderbelicht of verzwegen geweest in de Nederlandse geschiedschrijving en het publieke debat.
Hun persoonlijke verhaal met een historisch anker draagt bij aan bewustwording en herdenking.
Het stelt jongere generaties in staat om de omvang en de betekenis van deze immigratie, die meer dan 200.000 Indo’s trof, beter te plaatsen.
Kortom, het historisch kader is de lens waardoor het persoonlijke verhaal van Erwin Pieters en Susan Patty niet alleen wordt verteld, maar ook begrepen, erkend en gewaardeerd kan worden als een integraal onderdeel van de Nederlandse geschiedenis.
Doe toch niet zo gewichtig man. Alsof elke (kleine) Indo die iets over zichzelf vertelt eerst een historische schets moet kunnen maken. Een geschiedverhaal is nog altijd de optelsom van heel veel kleine verhalen.. Eenieder is vrij dat kleine verhaal te vertellen zonder interessandoenerij.
Gerard schreef 1 oktober 2025 om 14:14: “Doe toch niet zo gewichtig man”.
Daar ben ik het helemaal mee eens. Waarom die wijsneuzerij met weinig nieuwswaarde? Meneer De Kruik heeft de moeite genomen om uit te leggen dat zijn verhaal in historisch Alkmaarse context is geschreven en dat is een dank-je-welletje waard.
Ik had nooit gedacht dat HVA iets anders zou kunnen betekenen dan Handels Vereniging Amsterdam met veel cultuur ondernemingen in NOI en later een enkele suikerfabriek In Wonji, Ethiopië.
In de negentiger jaren v.d.v.e. toch nog geruisloos failliet gegaan.
Correctie:…deze redenering vergezocht is…. dient te zijn: …..deze redenering ver gezocht is……
Nu ook toch bezig ben.
De lezing over de “Indische immigratie” lijkt een aantal belangrijke historische nuances te missen. De gepresenteerde feiten verdienen een kritische herziening.
1) De lezing stelt dat de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië, de Proklamasi van 17 augustus 1945 wel te verstaan, de directe aanleiding was voor de immigratie. Dit is onjuist. Uit onderzoek blijkt dat de eerste migratiegolf 1946-1947 voornamelijk uit Europeanen bestond ,zgn ‘Totoks’, die uit Japanse interneringskampen kwamen en met betaald recuperatieverlof naar Nederland vertrokken. Het is niet verrassend dat slechts 30% van hen terugkeerde naar Nederlands-Indie/Indonesie..
Het is cruciaal dat de lezing het fundamentele verschil tussen Europeanen en Indo-Europeanen, mensen van gemengde Euro-Aziatische of Indo-Europese afkomst, helder en correct uiteenzet, aangezien hun motieven en migratiemomenten significant verschilden.
2) De grootste groep Indische Nederlanders, de Indo-Europeanen, immigreerde niet na 1951, maar al na de Souvereiniteitsoverdracht in december 1949. Deze groep van Indische Nederlanders wachtte aanvankelijk de politieke ontwikkelingen af en koos in de optieperiode ervoor om het Nederlandse staatsburgerschap te behouden. Dit is een vaak over het hoofd geziene nuance.
Het is essentieel om te benadrukken dat deze groep de bui afwachtten en jarenlang in onzekerheid leefde voordat de definitieve keuze werd gemaakt om naar Nederland te vertrekken, wat duidelijk blijkt uit de paspoortaanvragen in het Indisch Oud-paspoortarchief 1950-1959.Daaruit blijkt dat een paspoortaanvraag, toch een reisdocument, in 1950-1951 werd ingediend en aanvragers en hun gezin pas jaren later naar Nederland afreisden
3) De Indruk uit de lezing wordt gewekt dat Indo-Europeanen voornamelijk om economische redenen migreerden, maar doet geen recht aan de complexe situatie. De kwestie van Nederlands Nieuw-Guinea speelde een cruciale rol. Vanaf 5 december 1957, Zwarte Sinterklaas, toen president Soekarno alle Nederlanders als staatsgevaarlijk bestempelde, werd het leven voor Indische Nederlanders in Indonesië extreem moeilijk. Deze politieke en sociale druk was een minstens zo belangrijke, zo niet belangrijkere, drijfveer dan economische overwegingen.
4) In de lezing wordt helemaal geen aandacht geschonken aan de meer dan 50.000 Indo-Europeanen die na aankomst in Nederland doormigreerden naar landen zoals de VS, Canada en Australie. Toch wel een flater.
De lezing toont aan dat de geschiedenis van de Indische immigratie nog steeds omgeven is door mythes en misverstanden. Het ontbreekt tot op heden aan gedegen, kwantitatief onderzoek dat de nuances en de complexe realiteit van deze migratiebeweging adequaat in kaart brengt.
https://www.google.com/search?q=met+zwarte+sinterklaas+uit+het+land+gezet&rlz=1C1WHAR_enNL1151NL1151&oq=met+zwarte+sinterklaas+uit+het+land+gezet&gs_lcrp=EgZjaHJvbWUyBggAEEUYOTIHCAEQIRigAdIBCjQ1NjM5ajBqMTWoAgiwAgHxBVjzAo02lo7s&sourceid=chrome&ie=UTF-8
Ons gezin hehoorde in elk geval tot de groep Zwarte Sinterklaas 5 dec. 1957 die werden gedwongen het land te verlaten. Wij waren geen vluchtelingen maar werden het land uitgezet.
De term “Gemengdbloedigen” in de link roept associaties op met de beruchte rassenwetten van Neurenberg uit 1935. Deze wetten gaven de term een sinistere betekenis, aangezien ze o.a. mensen classificeerden als ‘Mischlinge’ (gemengdbloedigen). Een classificatie die de basis vormde voor systematische discriminatie, uitsluiting en vervolging door het naziregime.
Dit maakt “Gemengdbloedigen” in essentie een rechts-extremistisch en racistisch begrip dat met grote voorzichtigheid moet worden gebruikt. Om misverstanden en historische onwetendheid te voorkomen, is het aan te bevelen dat dergelijke termen worden vermeden, zeker door groepen die historisch met deze problematiek te maken hebben gehad, zoals Indo-Europeanen.
Het is opvallend dat een organisatie zoals de Historische Vereniging Alkmaar HVA dit begrip gebruikt. Men zou van een dergelijke vereniging een grotere mate van historische sensitiviteit mogen verwachten. Dit roept de vraag op of er sprake is van onwetendheid of een gebrek aan actieve herinnering.
De kritiek dat deze redenering vergezocht is, miskent de historische context. De term “gemengdbloedigen” is geen onschuldig”biologisch” begrip, maar een product van een ideologie die mensen classificeerde en dehumaniseerde.
Gemengdbloedigen zijn mensen die een bloedtransfusie hebben gekregen.
A.Olive
Familieleden van mij hadden een ketjap fabriek, ik lustte ketjap graag, en ik had altijd al gedacht dat ik een gemengdbloedige was. 50% bloed en 50% ketjap.
Robert schreef 21 september 2025 om 20:16: “…. ik een gemengdbloedige was. 50% bloed en 50% ketjap”.
Klopt, soms 100 %. Op de School met den Bijbel in Semarang waar ik stichtelijk lager onderwijs genoot, werd na schooltijd vaak een stevig robbertje gevochten. Als er eentje een bloedneus opliep, zeiden de omstanders: “Waaah .. loear kétjap”.
Antwoordt de dommen naar hun domheid niet.
De “ideale soldaat” van nazi-Duitsland was een Mischling.
Waaruit bestond die Mischung?