Sama Nimma: voorgoed verbonden met de stad
Indische gemeenschap Nijmegen herdenkt en kijkt verder
Verslag: Peter van Riel Beeld: Kartini Slaats
Nijmegen- 17 augustus. In de vroege zondagochtend klinken bij de Paak Vinyl Bar aan de Bloemerstraat bij wijze van spreken nog de laatste ‘dance’ klanken van Sama Nimma, het festival dat Indisch Nijmegen goed in beeld bracht. Het gamelanconcert van een ensemble o.l.v. Sinta Wullur in de Stevenskerk was toen al voorbij, ook het ontroerende optreden van Ernst Jansz in de bibliotheek.
Op het Mariënburgplein worden de tafels, kramen en podia opgeruimd waar misschien wel de langste rijsttafel van de stad of de regio heeft plaatsgevonden. Plukjes mensen praten nog even na bij LUX waar die avond films over Indonesië draaiden. “Wat me het meest aansprak was de mix van mensen hier op het plein waarvan sommigen voor het eerst kennisnamen van de achtergronden van de Indische gemeenschap”, zegt een Nijmeegse mevrouw. “Iedereen was niet alleen welkom, maar je voelde ook duidelijk die gastvrijheid”, voegt ze glimlachend toe.
Met een kleurrijk en vooral inhoudelijk sterk programma in een bijzondere samenwerking van gemeente, PION en tal van organisaties werd het herdenkingsjaar ’80 Jaar vrijheid’ afgesloten. Er was genoeg te doen, voor beginners en gevorderden. Voor kinderen was er de voorstelling ‘Patsboem’ waar spelenderwijs de koloniale geschiedenis werd verteld. Ontdekken van je Indische wortels kon bij ‘Tracing your Roots’ in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Mooie lezingen waren er in het Regionaal Archief (RAN), waar ook enkele Indische Nijmegenaren een eigen vitrine in mochten richten met hun verhaal. Voor oud-wethouder Wim Hompe was het “de eerste keer dat ik publiekelijk vertel van mijn Indische familieverleden”. Dat kon allemaal op Sama Nimma: het persoonlijke, het kleine, verbinden met de grote wereldgeschiedenis. Want toen de Nijmeegse Rolero’s (hoe Indisch wil je het hebben?) nog een keer ‘Ramona’ zongen begonnen op het Verhalenplein een paar serieuze onderdelen: een gesprek met schrijvers Lara Nuberg en Ernst Jansz over de ‘beste’ Indische boeken die zij hebben gelezen. Daarna een debat over het thema ‘De toekomst van vrijheid’ met Burgemeester Bruls, Joenoes Polnaija, Daaf Verjans, Mathilde Rosa en Simon Mamahit.
Nasi van het Rode Kruis

En wie nog niet genoeg had van verdieping kon een paar fraaie lezingen met beeld in het RAN bijwonen, onder meer over slavernij in de Oost. “Ik kan niet kiezen!” riep iemand in vertwijfeling. En dat klopt; het viel niet mee om, ondanks het handige blokkenschema (in een prachtige vormgeving), alles te zien, mee te maken, dan loop je kans iets missen. Dat zou zo maar eens de Molukse tatoeagekraam kunnen zijn, of de spoedcursus line dancing op het plein, misschien wel de drumfanfare met Glenn Miller-repertoire, het Indisch familieportret in het kerkje, de mini-pasar, de genealogie-voorlichting of de expositie in de gangen van RAN en bibliotheek. Het was spreekwoordelijk een fear of missing out. Waar iedereen in elk geval enthousiast over was: de ‘nasi bungkus’ met ruim 200 deelnemers op het plein, verzorgt door Salas uit Elst. Dit rijstpakketje symboliseert de eenvoudige maaltijd die de krijgsgevangenen in Nederlands-Indië kort na de bevrijding op 15 augustus 1945 kregen uitgereikt door het Rode Kruis. Want daarmee begon dit tweedaagse evenement; met de Indië-herdenking van het einde van WO2 in Azië, in een volle St. Stevenskerk. De teksten van de sprekers in de kerk staan binnenkort online. Tenslotte, om de woorden van wethouder Cilia Daemen te citeren: “Deze twee dagen blijven vanaf nu onlosmakelijk verbonden met 4 en 5 mei”.






















































Voor mijn gevoel moet het elk jaar worden georganiseerd.
Gerrie Overweg .