TV documentaires Indonesia roept

Rein van Langen, opa van Hans Goedkoop

Update … bekijk aflevering 1 online

Andere Tijden: Indonesia roept! is een achtdelige documentaireserie over Nederland en Indonesië tussen 1900 en 1950 – een periode waarin de vanzelfsprekendheid van de koloniale overheersing van Nederland over ‘ons Indië’ begint te wankelen.

Dit bericht werd geplaatst in agenda - evenementen. Bookmark de permalink .

9 Responses to TV documentaires Indonesia roept

  1. Pierre de la Croix schreef:

    Soms kriebelt het mij te veel in mijn schuttersputje en voel ik mij geroepen de oude kepala boven het maaiveld uit te stekken, het risico accepterend dat zo’n beweging vijandelijk vuur aantrekt. Dat moet dan maar een keertje.

    Tjintjangen. Hans G. had de ware betekenis ervan m.i. niet zo goed begrepen (had hij het mij maar gevraagd). In mijn Kamus (zoek onder de “c”) staat alleen maar “fijn hakken”. Geen voorbeelden. Zelfs geen relatie met het bereiden van gehakt of het radjangen van groente.

    Tijdens de bersiap en daarna, raakte het woord door de hele archipel bekend als “in stukjes hakken” met een parang of kapmes en dat uitsluitend in relatie tot het wreed vermoorden van bersiapslachtoffers, over wie door geleerden al het e.e.a. is geschreven.

    Tijdens de bersiap, 2de helft 1945, was ik 7, maar het werkwoord “tjintjang” kende ik al en uitsluitend in de zo juist beschreven betekenis. Iedereen had het er over, vaak verbonden aan een concreet voorbeeld: “Die-en-die is “getjintjang”. Het werd in mijn omgeving o.m. verteld van een loerah (Indonesisch kampong- of dessa hoofd), met wie de Pemoeda’s kennelijk een pisang hadden te schillen .

    De verhalen over mensen die “getjintjang” waren zullen niet alleen in mijn woonplaats Semarang de ronde hebben gedaan. In deze ga ik dus mee met de heer Van den Broek die schrijft, dat het tjintjangen vaker moet zijn voorgekomen dan de heren Sinke en Captain in hun boek hebben genoemd. Wellicht is dat “vaker moet zijn voortgekomen” nog een understatement.

    Nu terug naar Opa van Langen, die bij het stoeien met zijn tjoe-tjoe dreigde hem te zullen tjintjangen. Hans G. trok daaruit de conclusie dat het begrip in zijn hoofd moet hebben rondgespookt door zijn militaire ervaringen. Dat kan best.

    Maar ….. veel liefhebbende vaders en opa’s in Indië dreigden op speelse wijze hun (klein)kinderen met de naarste dingen die in die tijd spraakmakend waren en werden begrepen (“pas op, vanavond komt de pontianak/poentilanak/momok jou halen”). Bangmakerij was onderdeel van de Indische opvoeding, die opa Van Langen als kind ook moet hebben ondergaan. Zo niet door zijn vader, dan wel door de baboe of de kebon, die er vrolijk aan meededen.

    “Ik zal jou tjintjangen”, uitgesproken door een liefhebbende vader of opa zou ook in die roerige tijden van bersiap en politionele actie geen andere lading kunnen hebben gehad dan het “ik zal jou krijgen” in vrediger context.

    • Mrs Victorine Warren schreef:

      aan Meneer Pierre de la Croix.. ik heb uw commentaar gelezen en ik ben t geheel met u eens.. helaas met onbegrip van woorden en gewoonten komen de fabeltjes in de hoofden en worden zaakjes dan helemaal verkeerd uitgelegd ook nog.. toevallig was de RK van Vincentius op kramat in Jakarta niet zoo ver van waar ik woonde.. EN? DAAR?wah ja ja een priester die n stelletje peloppors op heterdaad betrapte om geld uit de houten dozen te jatten die voor de RK beeldjes in de kerk waren? is niet getjientjang maar wel goed in delen gehakt.. dat ging echt de grote ronde doen en maakte tuurlijk dat velen erg voorzichtig werden waneer ze naar de kerk gingen.. men ging in groepen toen.. ik was ongeveer 6 of 7 jaar oud toen dat gebeurde..

      • Pierre de la Croix schreef:

        Tja mevrouw Warren, tjintjangen van mensen kon men met de Franse slag doen of verfijnd, langzaam, om het slachtoffer maximaal te laten lijden. Die pelopors die geld van de kerk jatten, door de pastoor werden betrapt en deze vervolgens met de Franse slag afslachtten hadden misschien haast. Elders wachtte nog een klusje, leve de vrijheidsstrijd.

        Dat het werkwoord “tjintjang” in het Indisch-Indonesisch spraakgebruik ook in minder bloedige zin voorkomt bevestigt een goede vriendin van mij met volgend citaat: “Elke keer wanneer ik in Indonesië naar de toekang pidjet ging werd mij gevraagd of ik ook getjintjangd wilde worden”. Insiders zullen weten wat daarmee precies wordt bedoeld: Massage met ook een soort happy end.

      • Mrs Victorine Warren schreef:

        u deed me grijnzen met uw antwoord.. hihi ik w e e t. nl hoe dat gedaan wordt met piedjetten..hihi

      • Pierre de la Croix schreef:

        Wat is er mooier in het leven dan een medemens doen glimlachen. Mijn avond kan niet meer stuk.

  2. ellen schreef:

    Mijn vader die Kniller was bij de technische dienst van de Indische luchtmacht heeft ook een nare ervaring gehad met enkele pemoeda’s. Als zoon van een Indo-Europese planter (deze beroepsgroep stond dicht bij de lokale bevolking) had hij sympathie voor het vrijheidsstreven van de Indonesier, maar keerde hij zich tegen de bendes die zaten te moorden en plunderen. Daarom heeft hij later deelgenomen aan de politionele acties. Hijzelf is amper ontsnapt aan het tjintjangen.
    Over Biak heeft mijn vader het volgende verhaal verteld over een incident, dat daar heeft plaatsgevonden in verband met de bersiap en de volkswoede, Mijn vader was dus vanaf januari 1947 voor een jaar gestationeerd op het eiland Biak, voormalig Nederlands Nieuw-Guinea. Als elektrotechnisch ambtenaar was hij betrokken bij de aanlegwerkzaamheden van een militair vliegveld op Biak. Onbekend is in welke maand van dat jaar dit incident zich afspeelde, Mijn moeder was zwanger van haar eerste kind. Bij de aanleg van het vliegveld waren ook Indonesische koelies werkzaam. Op een dag kwam mijn vader op inspectietocht met zijn jeep langs bij deze arbeiders, die de opdracht hadden een stuk oerwoud vrij te maken. Met kapmessen werd de beplanting weggehakt. Mijn vader was alleen, en alles leek rustig. Tijdens deze inspectie werd hij plotseling aangevallen door enkele koelies. Mijn vader zag dat een paar van deze mensen dreigend met kapmessen op hem afkwamen. Langzaam liep mijn vader achteruit naar de jeep, omdat hij daar zijn revolver had laten liggen. Hij dacht, dat hij geen kans zou maken tegen deze dreiging. Totdat hij merkte, dat de koelies verstarden, en hun opgeheven kapmessen lieten zakken. Toen mijn vader achterom keek, zag hij een groepje papoea’s die met pijl en boog, schietklaar gereed stonden tegenover de koelies. Zij hadden mijn vader behoed voor een afslachting.

    • Bung Tolol schreef:

      Ha ha ha ! Dit verhaal heeft u al eens eerder verteld ! Geeft niet vind het wel een grappige gebeurtenis .Zie die bloeddorstige koppen van die koelies al verstrakken als zij die Papoea,s ontwaren .Wat zouden die koelies gedacht hebben ? “” Oh shit heb je die orang hitam met hun pijl en boog ook weer !”” Enige conclusies mag je uit dit voorval wel trekken 1) Die koelies waren een onbetrouwbaar groepje ! Ze zijn toch hopelijk wel allemaal in de boeien gegooid ? Eenmaal in de boeien wordt er dan tegen die koelies gezegd “” We zullen ome Raymond Westerling er even bijhalen ! “” Die koelies krijgen ter plekke een hartverlamming ,waarvan Westerling natuurlijk ook weer de schuld van krijgt en hij was niet eens op Nieuw Guinea ! 2) Die Papoea,s deden niet mee aan die Bersiap ! Die Papoea,s hadden net zo,n hekel aan die Javanen als die Javanen een hekel aan hun hadden ! 3) Uw vader zal voortaan zijn revolver wel bij zich hebben gedragen ! 🥷🥷🥷

  3. vandenbroek@libero.it schreef:

    Tjintjangen is een macaber begrip, vooral tijdens de bloedige gebeurtenissen aan het begin van de Indonesische Revolusi, ook wel Bersiap periode genoemd.

    Om tjintjangen van een empirische inhoud te voorzien is het begrip tjingtjangen gekwantificeerd d.w.z. werd in een getuigenverslag tjingtjangen beschreven, dan werd dit in een database per plaats vastgelegd. De plaatsen waar de Bersiap plaatsvond, werden in eerste instantie vastgelegd volgens de opgave in het boek van Herman Bussemaker “Bersiap opstand in het paradijs”. Het aantal plaatsen werd naarmate het onderzoek vorderde uitgebreid.
    Het wekt verbazing dat de Bersiap-onderzoekers Sinke en Captain in hun boek “Het Geluid van Geweld” tot slechts 4 gevallen komen. Ik zal maar niet in detail treden maar het tjingtjangen kwam vaker voor dan men wellicht denkt, rekening houdend dat slachtoffers, merendeels mannen, veelal met slag- en/of steekwapens levend werden afgeslacht.

  4. Boeroeng schreef:

Laat een reactie achter op Bung Tolol Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *