‘Tussen elke twee bielzen een dode’

verkouterenVolkskrant via IAF:
Ludwig van Kouteren (90) pakt zijn portefeuille en frommelt wat tussen losse papiertjes en pasjes. ‘Hier is het’, zegt hij opgelucht. Hij houdt een mouwembleem omhoog met de beeltenis van een  aanvallende olifant. ‘Gadjah Merah, de rode olifant.’ Alleen militairen van het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL) die als dwangarbeider hadden gewerkt  aan de Birmaspoorlijn, mochten het embleem dragen. Van Kouteren was één van hen.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

2 Responses to ‘Tussen elke twee bielzen een dode’

  1. H.H. Boldingh schreef:

    Mijn vader KNIL -militair is ook geïnterneerd geweest bij de Birmaspoorlijn. Na zijn bevrijding is hij ingedeeld bij de GAJAH MERAH die in Thailand werd gevormd door Australië. Is met de GAJAH MERAH uitgezonden naar Bali met de Bali -Lombok Brigade deze werd Zwarte Demonen Brigade genoemd nav. hun onderscheiding De kop van een Zwarte Demoon. Hierna is hij naar Palembang uitgezonden met de Y-brigade. Heeft de beide Politionele acties meegemaakt en is in 1950 als Militair moeten terugkeren ivm de Onafhankelijkheid van Indonesië. Is in 1994 overleden wij denken aan een Indietrama.

    • RLMertens schreef:

      HHBoldingh.’….overleden aan een Indië trauma?’ (Of drama?) Dit moet toch verschrikkelijk zijn. Deze constatering over je vader te moeten neer/onderschrijven. Na al die jaren van zijn bestaan, getekend door oorlog en ontberingen. En waarschijnlijk ook door teleurstelling en verbitterdheid.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *