Terima kasih, oudjes. Jullie hebben het goed gedaan

gastpikirans
Pak Pierre schreef een reactie in het topic Hoe ik in Nederland terechtkwam wat ons opviel.  ‘ We willen het publiceren als gastpikirans,’ zeiden we… ‘je mag wat bijschaven’.  Zo gezegd, zo gedaan.

Indrukwekkende levensgeschiedenis van Manda en Nies Saleh – Hartman en zo herkenbaar voor velen die TOEN GINDS zaten, met name in de periode die volgde op “Pearl Harbor”: De korte strijd tegen “de Jap”, de bezetting en daarmee de “Umwertung aller Werte”, bersiap, de laatste stuiptrekkingen van de kolonie, de officiële souvereiniteitsoverdracht (al weer 63 jaar geleden) en wat daarna volgde, de pesterijen en vernederingen en tenslotte de grote exodus van alles wat Boeng Karno liever niet in huis wilde hebben.
Plotseling schoot mij in dat verband de kreet “ethnic cleansing” te binnen, in Nederland pas een begrip geworden ten tijde van de Balkanoorlog van de negentiger jaren v.d.v.e. Was Boeng daar eigenlijk ook niet mee bezig? Hij wilde een eenheidsstaat en kon in de vorming daarvan geen vreemde en storende elementen gebruiken, i.c. niet de Belanda en Belanda Indo die zich maar moeilijk zouden kunnen schikken in de nieuwe verhoudingen. Bovendien zou het creëren van een gemeenschappelijke vijand het gewenste gevoel van eenheid onder zijn eigen bangsa alleen maar versterken. De showprocessen tegen de heren Jungschläger en Schmidt, later in de vijftiger jaren, waren daarvan een tragisch voorbeeld.

pierrehanenIk was 12, 13 jaar, zat op de Concordante (Nederlandstalige) HBS in Semarang. Net als Hansje Saleh had ik kippen en vooral hanen, die niet geslacht mochten worden. Hier een foto uit die tijd met mijn lievelingshanen Castor en Pollux, geduchte vechters.

.

Ik was groot voor mijn leeftijd en werd mogelijk daardoor voor ouder aangezien. Per sepèda op weg naar school werd ik – als Indische jongen – regelmatig gesikat (gesneden) door jonge mannen van de Tentara Peladjar (TP), “veteranen” die middelbaar onderwijs volgden in het gebouw waar eerder onze HBS was gevestigd, zodanig dat ik met fiets en al in de slokan of berm terecht kwam. Regelmatig werden wij voor onze school door de TP opgewacht, voor een partijtje “krojok”. Ons huis werd een keertje belegerd door schreeuwende kampongbewoners, het dak bekogeld met stenen, onder kreten als “patènie wahé” (maak ze maar dood) ogenschijnlijk om  niets.

Mijn moeder en stiefvader kwamen in die tijd vaak op zondag bijeen met andere witte en Indische Nederlanders om “de toestand” te bespreken. Als rondhangende bengel ving ik dan flarden van gesprekken op. Wegwezen was voor de meesten duidelijk, maar waarheen en wanneer? Australië? Daar was de “colour bar”, die Wendy Saleh in haar verhaal geloof ik ook noemt. Nederland? Tja …. de heren van het Nederlandse commissariaat in Semarang waren niet enthousiast. “Blijven jullie maar hier, het is toch ook jullie land?”. Oom Jules, oudere broer van mijn stiefvader, opperde de Nieuw Hebriden. Daar kon je een stukje land kopen en jagen. Nieuw Guinea misschien, dat was toch Nederlands? “Daar word je opgevreten door de Papoea’s”, zei oom Jules, die als notaris gezag had. Ik ben blij dat ik in die periode niet volwassen was en de zorgen van “de grote mensen” niet hoefde te dragen.

Voor mij en mijn zusje van 17 hakten “de grote mensen” in 1952 toch maar de knoop door. “Jullie gaan naar Holland, naar je vader”. Mijn vader was anderhalf jaar tevoren al met zijn nieuwe gezinnetje vertrokken. En zo geschiedde. Twee minderjarige kinderen met de “Zuiderkruis” mee, voorzien van een “boordpa”, die verantwoordelijk was voor hun doen en laten tijdens de lange reis. Dat moest van de rederij. We hadden pas een week voor de reis met de boordpa en zijn gezin kennis gemaakt. Overigens een aardige, doodgoede man die zich niet veel om ons bekommerde, maar ik geloof dat wij hem ook geen aanleiding hebben gegeven  om zich te bekommeren.

Mijn moeder en stiefvader zouden pas in 1956 volgen. Heel veel nare ervaringen rijker, financieel berooid. Mijn stiefvader, kind van Java, nooit eerder in Nederland geweest, heb ik bij de kolenkachel zien wegkwijnen. Hij zat bijna IN die kachel, altijd in pyama, het huiscolbertje waaraan hij zo gewend was, kettingrokend, als het effe kon Benson & Hedges of State Express 555, zijn lievelingsmerken. Als ik van een zeereis met acc ijnsvrije blikjes van die merken thuis kwam was hij de koning te rijk.

“Waarom trekt u niet iets warms aan Oom, een dikke trui bij voorbeeld”? Hij zei niets, trok zijn ene been nog hoger op zodat zijn knie zijn kin raakte. Zijn stil verzet tegen wat hem was overkomen. Meer dan 45  jaar gewerkt voor dezelfde handelsfirma. Direct van de lagere school begonnen en opgeklommen tot “procuratiehouder”, een behoorlijke pangkat voor een Indo “in de handel”. Hij had bij de inval van de Japanners zijn leven gewaagd als lid van een demolitieploeg die de goedangs (pakhuizen) in de Semarangse haven in brand moest steken.  In de oorlog bezweken zijn enige zoon   aan de Birmaspoorweg, pas 19 jaar oud en zijn vrouw, bij gebrek aan medicijnen . Tijdens de Bersiap werd hij met vele anderen in een cel in de Boeloegevangenis opgesloten en is hij van nabij getuige geweest van de lafhartige moord op (70?) gevangen genomen Japanners, gemitrailleerd door de tralies van hun cel (zou mevrouw Zegveld dat weten?). Hij was op verzoek van zijn bazen in Amsterdam tot het laatst in Semarang gebleven en vervolgens door hen afgescheept met een lijfrente van 60 gulden per maand voor hemzelf  en zestig gulden voor mijn moeder.

Tja …… hoe wij in Nederland terecht kwamen en waarom.

Over hoe het ons daarna  is vergaan is veel geschreven. Ieder individueel verhaal heeft zijn eigen accenten.  Volgens Bartjens spoelden “door omstandigheden” 300 tot 400.000 ontheemden uit Indonesië in Nederland aan. Een Nederland dat zelf nog het naoorlogse puin aan het ruimen was. Een Nederland dat buiten de grote steden zelf nog wereldvreemd was en dientengevolge hollandocentrisch en xenofobisch was ingesteld. Een Nederland waar woningnood heerste. Een Nederland dat volstrekt onvoorbereid was om zo’n grote stroom vluchtelingen – want dat waren wij eigenlijk – binnen een tijdsbestek van zo’n 10 jaar op te vangen. 

Bezien in het licht van die heersende situatie is mijn conclusie  dat beide partijen, Nederland en de Indische nieuwkomers, het over het geheel genomen heel goed met elkaar hebben gerooid. Er was in die opbouwperiode volop werkgelegenheid en de nieuwkomers hebben de mouwen opgestroopt en zijn aan het werk gegaan. Anderen trokken door  om elders  een nieuw bestaan op te bouwen.  Indië verloren, doch rampspoed niet geboren.

Wat mij betreft vooral hulde aan de eerste generatie van volwassenen die ondanks hun traumatische  oorlogservaringen en bittere naoorlogse tegenslagen niet bij de pakken heeft willen neerzitten en zo de weg heeft bereid naar een goede toekomst voor volgende generaties.

TERIMA  KASIH OUDJES, JULLIE HEBBEN HET GOED GEDAAN.

Pak Pierre

Dit bericht werd geplaatst in Gast Pikirans. Bookmark de permalink .

18 Responses to Terima kasih, oudjes. Jullie hebben het goed gedaan

  1. hansvschaik schreef:

    Beste Surya, Luns was voor de autochtone Hollander een staatsman, maar niet voor mijn ouders en familie, die vonden dat hij de “overzeese” landgenoten in de steek heeft gelaten.
    (Hij droeg graag zijn steek, een soort punt hoed, dus typerend voor het in de “steek” laten).
    Mijn ouders en tantes, oma waren niet te spreken over Luns.

    • Pierre de la Croix schreef:

      Luns was in zijn soort “heel bekwaam”, maar bovendien heel ijdel. Dientengevolge verloor hij wel eens de realiteit uit het oog, c.q. zijn invloed in de wereld.

      Voor zover ik weet werd binnen de Indische wereld, eerste generatie, verschillend over Luns gedacht, maar in meerderheid toch positief, wegens zijn houding in de Nieuw Guinea kwestie.

      Pak Pierre

      P.S. Voor zijn verblijf in de tropen had Luns een bijzondere steek, de zogenaamde “zonnesteek”, die wel eens kon leiden tot tropenkolder.

      • hansvschaik schreef:

        Pak Pierre, binnen mijn familie en (Indische/Indo) vrienden en kennissenkring van de eerste generatie (en dat waren er heel veel) werd er niet positief gedacht over (K)Luns !
        Inderdaad had Luns kennelijk doorlopend de “zonnesteek”.
        Sorry dat ik zo negatief reageer op Luns, maar ja als je alleen negatieve steekhoudende opmerkingen van je ouders en de rest hoor, dan ga je dat geloven.
        De loze beloften van Luns werden even zo snel gedaan en weer ongedaan gemaakt. Luns hield zijn eigen belang altijd voorop.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Pak Van Schaik: Ik voel me niet beledigd hoor!

        De loze beloften van Luns gingen linea recta de steekpan in. Deksel erop. Lekas, nanti baoe (Gelis, mengkoh mamboe).

        Pak Pierre

  2. Surya Atmadja schreef:

    “De Boeng moet, naar mijn bescheiden mening, in zijn verhouding tot Nederland vooral op zoek zijn geweest naar “erkenning”. Die erkenning kreeg hij op het hoogtepunt van zijn macht van de hele wereld, maar nimmer van Nederland”
    ————————————————————————————
    In een artikel van Lambert Giebels over Soekarno staat:
    “Toen Luns na al die jaren van vijandschap in 1964 een officieel bezoek aan Indonesië bracht gaf Soekarno hem voor de Nederlandse regering een dringende verzoek mee: hij wilde aan Nederland een staatsbezoek brengen. Blijkens de ministerraadnotulen zat het kabinet ermee in zijn maag. Luns vond als uitvlucht dat niet hij of het kabinet, maar de koningin het laatste woord had.”

    Had Nederland andere houding gehad jegens Soekarno (Indoneiers) dan zal het mss een soort hartelijke relatiezijn zoals Uk-Canada of UK-Australia.
    Maar ya , de feiten liggen anders.
    Nasib ? Nasi sudah menjadi bubur .

    • Pierre de la Croix schreef:

      @ Pak Surya: Dank u voor de ondersteuning van mijn theorie.

      Nasi sudah menjadi bubur, oftewel in goed Nederlands “gedane zaken nemen geen keer”.

      Rest ons dan het motto: “Doe wel en zie niet om”.

      Pak Pierre

      • hansvschaik schreef:

        Lekas, nanti baoe (Gelis, mengkoh mamboe).
        Vind ik een goede opmerking, Pak Pierre !

  3. Pierre de la Croix schreef:

    In reactie op alle reacties (waarvoor veel dank) op mijn schrijfsel dat Boeroeng en Nelly tot vrijstaande “Pikiran” hebben willen verheffen nog dit:

    1. Dat schrijfsel is niet bedoeld als aanklacht tegen wie of wat dan ook. Aangestoken door het relaas van mevrouw Wendy Saleh vond ik dat ik mijn eigen ervaringen en kijk op de gebeurtenissen van toen ook best eens op papier zou kunnen zetten, “to whom it may concern”. Een mooie vingeroefening voor het magnum opus over mijn leven dat ik misschien ooit (D.V.) over mijn leven zal schrijven, voor de kring van nieuwsgierige intimi.

    2. Ik heb al eerder beweerd dat ik niets heb met de staat Indonesië, maar alles met het huidige grondgebied van die staat, voornamelijk Java en van dat eiland voornamelijk Semarang, de stad waar ik ben geboren en tot mijn 14de jaar een “blote-voeten-jeugd” heb gesleten, dwars door de ups and downs van de ouderlijke scheiding, Japanse bezetting, bersiap en van de woelige tijd daarna.

    3. Zo ook kan ik tegen de Indonesische vader des vaderlands, Boeng Karno, neutraal aankijken. In mijn ogen was hij lang niet dom, anders was hij als “inlander” van de Soerabajaanse HBS afgedonderd en had hij zijn ingenieursdiploma aan de Bandoengse TH niet gehaald.

    Diep in mijn hart geloof ik dat hij, als zovele andere intellectuele en adellijke Indonesiërs, aanvankelijk Nederland en de Nederlanders niet heeft gehaat en dat hij zich zelfs tot op grote hoogte heeft vereenzelvigd met alles wat Nederlands was.

    De Boeng moet, naar mijn bescheiden mening, in zijn verhouding tot Nederland vooral op zoek zijn geweest naar “erkenning”. Die erkenning kreeg hij op het hoogtepunt van zijn macht van de hele wereld, maar nimmer van Nederland. Eens moet hij in een toespraak tot zijn volk over de Nederlandse houding jegens hem hebben gezegd: “Akoe di kentoeti …..” wat zoveel betekent als “ze hebben me behandeld als Jan-met-de-korte-achternaam”. Had Nederland, nadat de strijd was gestreden, de Boeng met alle égards behandeld zoals de Britten dat hadden gedaan met de leiders, oud vrijheidsstrijders, van hun vrijgekomen kolonieën, dan was de geschiedenis misschien anders verlopen en was ook “Irian Barat” niet die issue geworden die de Boeng ervan had gemaakt. Maar Nederland had de Boeng van meet af aan tot verpersoonlijking van de duivel gemaakt en kon met goed fatsoen niet terug.

    4. Ik heb mij vaak afgevraagd hoe het mij zou zijn vergaan als er geen Pearl Harbour was geweest en geen Japanse bezetting van Nederlands Indië, die weer de opmaat vormde voor de abrupte en bloedige scheiding tussen Nederland en haar kolonie in Azië. Hoogst waarschijnlijk zou ik in het land zijn gebleven; c.q. was er geen dringende reden geweest voor een grote uittocht. Was ik er beter af geweest, gelukkiger? Niemand die het kan zeggen.

    Feit is dat ik in mijn nieuwe “thuisbasis” Nederland een leven lang – tot nu toe – in grote welvaart en vrede heb mogen leven en dat ik alle kansen heb gehad om mij te ontplooien, iets wat alleen al statistisch gezien in Indonesië niet of niet in dezelfde mate mogelijk zou zijn geweest.

    De balans opmakend kan ik dan ook niet anders dan – net als Pak Eppeson – concluderen dat het voor mij goed is geweest zo, dat ik niet moet klagen en dat ik vooral ook niets of niemand excuus moet vragen voor het feit dat ik HIER zit en NIET DAAR.

    De karmische wetten van oorzaak en gevolg volgend kan ik niet anders dan mijn (stief)ouders dankbaar zijn dat ze de beslissingen namen die ze voor mij hebben genomen.

    Howgh!

    Pak Pierre

    • Jan A. Somers schreef:

      Mijn ‘thuisbasis’ Nederland is mij ook goed bevallen. Maar daarnaast acht ik de staat Indonesië hoog. Ik ben dan ook staatkundig afgestudeerd. Mensen van mijn leeftijd hebben iets bijzonders meegemaakt wat niet iedereen kan navertellen: De geboorte van een staat! En u weet, elke geboorte kent weeën! Dat hoort er ook bij.

      • Pierre de la Croix schreef:

        Tja Pak Somers, misschien wordt het in een volgend leven (if any) anders, maar ik heb mij altijd gelukkig geprezen dat ik als mannetje ben geboren, waardoor ik wel in militaire dienst moest doch verschoond ben gebleven van barensweeën.

        Die weeën moeten inderdaad heel erg zijn, ik kan mij daarbij overigens wel iets voorstellen. Toen ik eens een niersteenaanval kreeg (dankzij koemis koetjing al jaren niet meer) zei een vrouw die het kon weten dat de pijn die ik leed in hevigheid niet onderdeed voor die van een bevalling.

        Terug naar de geboorteweeën van de jonge staat Indonesia. Ik ben ook in de staatkunde niet zo geleerd als u. Vergeef mij dan volgende vragen:

        1. Er is, gerekend naar onze westerse maatstaven op de staat Indonesia nogal wat aan te merken. Wat doet u die staat zo hoog achten?

        2. Zijn er criteria aan de hand waarvan kan worden gemeten of en wanneer een jonge staat uit de barensweeën, kindertijd, puberteit, adolescentie tot volle wasdom is gekomen?

        3. Als de ad 2 genoemde criteria er zijn, hoe ver is gemeten naar die criteria Indonesia op de weg naar volwassenheid, 63 jaar na de officiële geboorte en ruim 67 jaar na de zelf gekozen geboortedatum?

        Deze vragen stel ik sans rancune jegens Indonesia. Ik heb al vaker geschreven dat ik naar die staat kijk als naar iedere andere staat, jong of oud. Dat ik toevallig op het huidige grondgebied van die staat ben geboren speelt voor mij geen rol.

        Ik ben ook niet uit op polemiek, alleen maar zeer benieuwd naar uw antwoorden waarvan ik verwacht te kunnen leren.

        Pak Pierre

    • siLaki schreef:

      Indrukwekkende rehabilitatie van Soekarno die zich voelde als een miskende indo die naar erkenning zocht.

  4. Surya Atmadja schreef:

    In het algemeen kan ik als buitenstaander( Indonesier) zeggen dat de oudjes een goede keuze hadden gemaakt om weg te gaan.
    Onafhankelijk van de verschillende redenen zoals minder kansen in de nieuwe Inddonesia ( het verliezen van bepaalde voorrechtspositie) , concurrentie van de opkomende goed geleide Indonesiers en de foute politiek van Den Haag .
    Als Den Haag ( o.a Luns) de West Irian kwestie goed had afgesloten dan zouden de Nederlanders door de Nederlands-Indonesische Unie (Nederland kreeg bevoorrechte economische positie voor Nederlandse bedrijven ) , de warga negara geworden Ind.Nederlanders , zelfs de nieuwe stroom Nederlandse migranten na 1950 ook goede toekomst kunnen hebben in Indonesia.
    Om alles wat fout ging in de schoenen van Soekarno of Indonesiers te schuiven vind ik te eenzijdig.

    En veel van de nakomelingen van de ex warga negara hebben ook hun plaats kunnen vinden in Indonesia na 1957 .
    Die eten ook eerst tempe , tahu en kangkung zoals die tientallen miljoenen Indonesiers.

    Dat niet alle ex Ind.Nederlanders goed terecht gekomen zijn ( zoals die kleine groep van Max of Halin) staat buiten kijf, hun situatie is ook niet makkelijk , maar niet echt bijzonder in een land waar tientallen miljoen landgenoten(Indonesiers) in bijna dezelfde situatie verkeren.

    Ik heb echt respect voor die oudjes omdat ze vaak echt “van onderen” weer moeten beginnen.
    Dat heb ik gezien bij een paar oude collegas’s / vrienden van mijn ouders.
    In de nieuwe Indonesia ( de meesten zijn geboren omstreeks 1915) hebben ze goede banen , lopen ze goed gekleed als Europeanen.
    In Nederland lopen ze in een blauwe overall , in fabrieken .
    Hun kennis, ervaring en diploma’s zijn minder waard geworden.

  5. George de la Croix schreef:

    Mooi beschreven ome Pierre…

    De reactie van “dan aten wij nu nog tempe en kangkoeng” kan ik iets minder waarderen.

    Mijn beide grootvaders werden na’49 WNI…..
    Mijn opa de la Croix liep al tegen de 70 en voelde zich te oud om nog een keer een nieuw bestaan op te bouwen in Nederland.
    Mijn andere opa was pas 31. Hij had een Nederlandse grootvader die sneuvelde in Ambarawa kamp7.

    Mijn opa zag zijn oudere zusters en broers naar Nederland vertrekken, maar zijn javaanse moeder kreeg om de een of andere reden geen toestemming. Reden voor mijn opa om ook WNI te worden,…………hij wilde geen deel uitmaken van een land waar zijn Javaanse moeder minder waard was dan een hond……en bleef dus in Java…..al dan niet tempe en kangkoeng etend…

    Mijn ouders zijn pas in de jaren 60 als spijtoptanten hier gekomen……als Indonesiers…..
    Wij kinderen hebben als puber het onze ouders vaak ” kwalijk” genomen dat we onze kangkoeng / tempe etende grootouders daardoor nooit echt gekend hebben…..
    Nu zijn wij alleen maar trots op zowel mijn grootouders als mijn ouders dat zij ook een sprong in het diepe hebben durven te maken voor een onbekende toekomst….

    Alhoewel…….soms ben ik wel jaloers op mijn kangkoeng en tempe etenden neven en nichten daar opa Java….vind het namelijk lekker en vind er niks minderwaardigs aan.

    GdlC

  6. eppeson marawasin schreef:

    Mijn Ambonese vader en 4000 andere KNIL-militairen werden door de Nederlandse regering van alles en nog wat beloofd voor moed, trouw en verleende diensten aan God en de koningin. Een tijdelijk verblijf van zes maanden in het land van Multatuli was nog het minst.

    Ir Soekarno beloofde de latere Indonesiërs alleen maar ‘Indonesia van Sabang tot Merauke’. Nee, je kunt van alles over de eerste president van Indonesië beweren, maar hersens had hij! Of hij ze sluw of slim gebruikte, daar mag een ieder een eigen oordeel over hebben. Maar ik kan me heel wel voorstellen dat veel Indonesiërs hun eerste president als een held zien en als zodanig bewonderen. Ik zong vroeger op de lagere school in West-Souburg en Middelburg op Walcheren in Zeeland, als Ambonees jongetje liedjes over Piet Hein, Koppelstok*** en Michiel de Ruyter.

    Mijn Ambonese ouders hebben na mei 1951 nooit meer een voet op hun geboortegrond gezet. Toch kon mijn vader als KNIL-militair met respect spreken over de Sumatraan generaal Abdul Harris Nasoetion. En over de Ambonese ex-KNIL’ers, die president Soekarno meehielpen Ambon op de RMS te veroveren, waaronder de latere generaal-majoor Jozef Muskita, zei vader dat ze als soldaten deden wat ze was opgedragen. Of hij het op prijs stelde?

    Dat Hare Majesteit de Koningin hem in de kou heeft laten staan en dat hij moest leven met de gebroken belofte van de Nederlandse regering vond hij vele malen erger. Nu ligt hij royaal begraven in dat ‘koude’ kikkerlandje aan de Noordzee.

    En ik …? Ja, ik ben blij waar ik nu zit. In het land van de Partij voor de Dieren en de PVV van Geert Wilders, en waar Koninklijke Besluiten door de regering worden genomen.

    ***In naam van Oranje, doe open de poort!

    e..m.

    • Pierre de la Croix schreef:

      @ Pak Eppeson: ***In naam van Oranje, doe open de poort!

      Op de LS met den Bijbel in Semarang zongen wij uit volle borst uit “Kun je nog zingen, zing dan mee”. Zo ook het Liedje van Koppelstok. Er kwam voor ons Indische, Chinese, Ambonese, Timorese, Javaanse, etc. kindertjes een strofe in voor die wij volstrekt niet begrepen maar waarover we niets dorsten te vragen.

      Wij zongen:

      “Het is het bevel van Lumey op menirrrr ….”.

      Loh …. siapa ietoe Pak Lumey naik menirrrr????

      Dezelfde verwarring als bij het Sinterklaasliedje “Zie de boelan schijnt door de bomen …” bij de regel “Makkers staakt uw wild geraas”.

      Dat werd zoals te verwachten “Makkers staakt uw wild grrraaasss”. Alang-alang dus, maar niemand wist waarom dat moest worden gestaakt ………

      Pak Pierre

  7. Anoniem schreef:

    Pak Pierre, Ben je niet blij waar je nu zit? Soekarno? Dat was een goede vent. Als hij geen ethnic cleansing had gepleegd aten wij nu nog tempe en kangkoeng. Die hersenloze smeerlap heeft ons bevrijd zonder het zelf te weten.
    Alleen als je weet hoe hersens werken moet je ze gebruiken.
    Cap.

  8. hansvschaik schreef:

    Met Pak Pierre zeg ik ook:
    TERIMA KASIH OUDJES, JULLIE HEBBEN HET GOED GEDAAN.

    Helaas zijn mijn ouders reeds overleden (1986 en 2000), ik kan ze nu alleen postuum bedanken.

Laat een reactie achter op Pierre de la Croix Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *