“politionele acties”

HENGELO – In het Achterhoeks Museum 1940-1945 in Hengelo (Gelderland) wordt vandaag een tentoonstelling geopend over de Nederlandse militairen in voormalig Nederlands-Indië. Het is vandaag 64 jaar geleden dat de politionele acties begonnen. artikel.
Ad van Liempt vraagt zich in zijn column over de Politionele Acties (Historisch Nieuwsblad 2011/6) af: ‘Waarom, in ’s hemelsnaam, ging Nederland in juli 1947, twee jaar na z’n eigen bevrijding, aan de andere kant oorlog voeren?’ Ik heb daarover een theorie, die ik weliswaar niet direct met bronnen kan onderbouwen, maar die mij – hoe kan het ook anders – plausibel schijnt: Nederland wilde de schande van de militaire nederlaag in mei 1940 uitwissen. door Bas Kromhout       Politionele acties op Wiki

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

3 Responses to “politionele acties”

  1. sigeblek schreef:

    Over de dood van Mallaby werd al veel geschreven.
    Ik reageerde geamuseerd toen ik de artikel van Bas Kromhout las.
    Hoe het zo makkelijk was om daar de orde te “herstellen” met verwijzing naar Yogya.
    Het was ook makkelijk geweest , in tegenstelling met Surabaya.
    Toen hadden de Indonesiers goed gevochten , ondanks de overmacht van wapens (luchtmacht/marine ) en goed getrainde Gurkha soldaten.
    Als klein land en relatief arm kon Nederland niet permitteren om duizenden kilometers verder oorlogje te gaan spelen.

  2. Jan Somers schreef:

    “Zelfs de Engelsen die beter bewapend en getraind zijn kunnen Surabaya niet lang bezetten.” Klopt niets van.
    Op 25 oktober landden 4000 man onder brigade-generaal A.W.S. Mallaby in Soerabaja. Deze landing was door de PRI geaccepteerd nadat de republikeinse leiders in Batavia op de hoogte waren gesteld en de Britten hadden uitgelegd slechts te willen zorgen voor de evacuatie van de geïnterneerden, de Europese vrouwen en kinderen, en de Japanse militairen (voor zover niet vermoord in de Boeboetangevangenis). Een groot probleem hierbij was dat duizenden jongeren uit het gewone kampongvolk, werkloos, brodeloos, bendes die zich in leven moesten houden met plundering, niet in toom konden worden gehouden door de pemoeda’s en het stadsbestuur. Bovendien waren deze bendes ook redelijk goed bewapend vanuit de Japanse arsenalen. Ook had de PRI niet alle pemoedagroepen in de hand.
    Vanwege de bescherming van de kampen waarin de vrouwen en kinderen werden ondergebracht, en de bescherming van de evacuatietransporten, moesten de Brits-Indische militairen sterk verspreid opereren. 4000 man in zo’n grote stad is dan niet veel, op ieder moment kan je dan slechts beschikken over effectief zo’n 1000 man. De door generaal-majoor D.C.Hawthorn ingeroepen bemiddeling door Soekarno, Hatta en Sjarifoedin leidde wel tot een wapenstilstand, maar na hun vertrek laaiden de gevechten weer op. Na de grote moord op het laatste Goebengtransport werden de militairen teruggetrokken naar de haven, de kampen (waarin ook mijn moeder en mijn zus) bleven nu onbeschermd. Hierbij laaiden de gevechten weer op, ondanks bemiddelingspogingen van het stadsbestuur en pemoedaleiders. Bij gevechten rond het Internatiogebouw op het Willemsplein probeerde een delegatie van Indonesiërs en Britten, na overleg tussen bestuurders, pemoedaleiders en Britten, de gemoederen tot bedaren te brengen. In een colonne van zeven auto’s, door Soedirman ter beschikking gesteld met Indonesische chauffeurs, zaten Dr.Soegiri en generaal Mallaby voorop de motorkap, met een witte vlag. Ter plaatse aangekomen bleek de opgewonden massa niet meer in de hand te houden, noch door de Indonesische leiders, noch door de aanwezige pemoedagroepen. In de ontstane chaos werd Mallaby doodgeschoten. Dit was voor de Britten het sein tot hardere actie. Op 10 november, na afloop van een ultimatum, begonnen landingen van de 5e Brits-Indische divisie en begon de slag om Soerabaja.
    Deze slag duurde ruim drie weken, na ongeveer twee weken konden we (bevrijd uit de Werfstraatgevangenis, en werkzaam bij het Rode Kruis) beginnen met lijken opsporen en bergen. Na die drie weken was de hele stad rustig en veilig. Met de ambulances, bestuurd door Sikh’s konden wij overal komen. Na het vertrek van de Brits-Indiërs half maart 1946 namen wij de ambulances over. Geen problemen! Alleen waren er ‘s-nachts onderweg controles. Wij konden zelfs beginnen met wekelijks poliklinieken buiten de demarcatielijnen die nu door de Nederlandse mariniers in stand werden gehouden. Heel in de verte, rond Sidoardjo hoorden we soms nog wel schieten, maar dat was ver buiten de stad.
    Het verwondert mij nog steeds dat de Brits-Indische troepen zich zo goed hebben ingezet. Voor hun was de oorlog voorbij, zij wilden alleen maar naar huis, en moesten nu met zware verliezen vechten in een land dat hun eigenlijk niet interesseerde.

  3. sigeblek schreef:

    Moet toch een beetje glimlachen toen ik de theorie van Bas Kromhout las .
    Kan me niet voorstellen dat Nederland op militair gebied uiteindelijk kan winnen.
    Zelfs de Engelsen die beter bewapend en getraind zijn kunnen Surabaya niet lang bezeten.
    Bas Kromhout vergeet ook te vermelden hoe de goed bewapend de Indonesiers waren tijdens de Irian Barat conflict.
    Ondanks de debacle met de R.I Macan Tutul zijn de Indonesiers verder bereid om een hoge prijs te betalen .

Laat een reactie achter op sigeblek Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *