Surabaya’s Hidden Treasures

Het Nederlands erfgoed in Indonesi is er slecht aan toe. Dat blijkt uit de documentaire Surabaya Hidden Treasures. Filmmaakster Tie van der Horst concentreerde zich op de bijzondere Nederlandse architectuur in Surabaya NOS audio, zie ook aan linkerkant voor meer reportages.
We nodigen u met genoegen uit voor de filmvertoning Surabayas Hidden Treasures op donderdag 10 februari Surabaya bezit veel Nederlands erfgoed uit de periode 1850 – 1950. De documentaire van Tie van de Horst belicht het verleden, het heden en de toekomst van topstukken uit de architectuur waaronder gebouwen, sluizen, bruggen en een haven. Architecten, historici, politici en gebruikers van de gebouwen geven hun visie over de betekenis en de waarde van dit erfgoed. Wordt het gered of zal het voorgoed verloren gaan?  meer info…

Dit bericht werd geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink .

6 Responses to Surabaya’s Hidden Treasures

  1. sil schreef:

    is het niet zo: je gaat pas iets missen als het er niet meer is?
    Dank je wel Jan, voor je verhaal

  2. Jan Somers schreef:

    Ik heb de film over architectuur in Surabaya niet gezien, maar mijn eigen terugzien van de vooroorlogse architectuur in Surabaya was heel plezierig. Ik wist er blindelings de weg, ook een component van cultureel erfgoed! Al in de taxi van het vliegveld naar ons hotel op Simpang: het gebouw van de dierentuin; de zusterschool van mijn zus (vm. Darmoboulevard) puntgaaf. De taxichauffeur was duidelijk genteresseerd. Mijn broederschool van de broeders uit Oudenbosch (vm. Coenboulevard) nu SMAK St Louis met een informatieve website: puntgaaf, aan de achterkant bijgebouwd geheel in stijl. Ik werd er hartelijk ontvangen! De RK kerk waar ik jarenlang misdienaar was geweest eveneens puntgaaf, de koster sleurde mij trots de hele kerk door, de doopvont waar ik ben gedoopt, de kerkelijke registers waarin ik mijzelf terug vond. Bij mijn zwerftochten veel terug gezien: het Leger des Heilsziekenhuis en het Rooms Katholieke ziekenhuis (vm Reinierszboulevard) waar ik na de slag om Soerabaja als ambulancechauffeur heb gewerkt; het prachtige gouverneurskantoor (1930), een klassiek voorbeeld van moderne functionele koloniale architectuur; de Simpangclub, de Vrijmetselaarsloge, het Oranjehotel, de ambtswoning van de resident, het gemeentehuis, de Rode Brug, kantoorgebouwen van grote ondernemingen. Het kantoorgebouw van de Werfstraatgevangenis is verbouwd, maar in de gevels zijn de originele details nog te zien. De achtermuur van die gevangenis is goed gerestaureerd, nu een monument (maar niet van ons verblijf aldaar!). Natuurlijk zijn grote winkelstraten zoals Tunjungan onherkenbaar verbouwd (net als Toko Nam), maar je kon er nog goed de weg vinden. Ook de woonhuizen in Darmo waren meestal zwaar verbouwd, maar het straatbeeld was hetzelfde gebleven, ook in de Embongs. Mijn geboortehuis in de Van den Boschstraat (nu Jalan Mojopahit) was onherkenbaar verbouwd tot eethuis, maar het straatbeeld was nauwelijks veranderd en ik werd hartelijk welkom geheten. Op de begraafplaats Kembang Kuning, waar ik vroeger als misdienaar heel vaak kwam, wist ik nog goed de weg, al was het nu wel erg vol; het monumentale graf van de eerste in Indi neergestorte piloot zag er goed verzorgd uit. Het prachtig onderhouden ereveld is natuurlijk nieuw maar heeft in Nederland nauwelijks belangstelling, zelfs binnen onze Indische bevolkingsgroep, ondanks de vele (verzamel)graven van (vaak onbekende) bersiapslachtoffers. Toch onze voorouders. Bij de nationale herdenking op 15 augustus, toch een echte Indische aangelegenheid, krijgen zij (evenals de gesneuvelde Gurkhas, onze bevrijders) geen aandacht. Na 15 augustus 1945 was de oorlog immers afgelopen en het leed geleden!?!
    Over veranderingen in andere steden weet ik niet veel. In Malang viel mij op dat hele woonwijken (en de begraafplaats Sukun) er vooroorlogs uitzagen; ook de kathedraal en de kerk aan de duidelijk herkenbare voormalige prachtige Idjenboulevard met uitzicht op de Kawi (al is die vaak malu!). In Jakarta waren het paleis op het Koningsplein, de kathedraal, de Theresiakerk, de Sumatraweg (waar ik als kleuter heb gewoond), en het VOC-stadhuis (nu Museum Kota) duidelijk in goede staat. Zo ook Sunda Kelapa, en de laboratoriumgebouwen en het monument voor de vrouw van Raffles in s-Lands Plantentuin (Kebon Raya) in Bogor. Bij die plantentuin uiteraard ook het paleis van de GG. In Bandung Hotel Homann, en de gebouwen van de Technische Universiteit.
    De bergdorpen tussen Blitar en Malang hebben zwaar geleden van de verschroeide aardepolitiek maar hier was nooit veel architectuur te bewonderen. In Batu herinner ik mij nog het landgoed van de familie Bouwman, autohandelaar in Malang, op de hoek van de weg naar Selecta, Punten en Sumber Brantas. Het was een mooi complex met behalve een grote villa ook een kerk en logeergelegenheid voor jeugdverenigingen. Verwoest, en net als heel Batu rommelig volgebouwd. Poedjon, boven op de pas, was totaal platgebrand. Mijn grootouders (en andere familie) woonden daar en mijn ouders hadden vlak voor de oorlog daar een huis gebouwd om na hun pensionering in te gaan wonen. Niets meer van terug gevonden, het nieuwe dorp was er overheen gebouwd. Ook het mooie hotel waar de Belgische kroonprins Leopold en prinses Astrid op huwelijksreis enige tijd hebben gelogeerd was verdwenen. Gelukkig was de prachtige natuurlijke architectuur nog te bewonderen: de prachtige wegen vanuit Batu en Ngantang, de omringende bergen Kawi, Dorowati, Anjasmoro en Arjoeno. En de Coban Rondo viel nog steeds met veel geraas van de hoge rotswand.
    In het kader van de verdeling van gelden uit Het Gebaar heb ik indertijd een voorstel gedaan voor het conserveren, vastleggen op microfiche of digitaliseren van registers van begraafplaatsen, kerken, dorpen e.d. Deze zijn vaak in slechte staat, in tegenstelling tot de burgerlijke registers van (grote) gemeenten. Ook dit is Indisch cultureel erfgoed en bron voor studie! Het zou heel goedkoop zijn uit te voeren door Indonesische en Nederlandse studenten geschiedenis. Er was bij de Indische gemeenschap geen belangstelling.

  3. Boeroeng schreef:

    Hans Vervoort heeft zich in 2006 druk gemaakt over begraafplaats Peneleh te Soerabaya.
    Hij trok aan jasjes, journalisten en politici, mailde zich suf en schreef columns.
    Door zijn toedoen kwamen er kamervragen. Maar de antwoorden waren natuurlijk flut….
    De politiek heeft geen interesse.

  4. Peter Mollet schreef:

    Ik wil er nog aan toevoegen aan het commentaar van H.W. Vos: de (koloniale doch historische!) kerkhoven o.a. in Soerabaja! Ook DAT is geschiedenis uit het verleden, van onze voorouders wel te verstaan, wat snel aan het vegeteren is vanwege o.a. (respectloos) ge- of misbruik door bewoning of (zinloze) vernieling….En niemand die zich daar druk om maakt hier in NL!

  5. sigeblek schreef:

    In mijn contacten met de Nederlanders (dus ook Indische Nederlanders) heb ik gemerkt dat ze stiekem trots zijn op hun verrichtingen in Nederlands Oost Indie.
    Vooral bij de “ouderen”, vanaf 60 ers , ze mijmerden nog steeds dat ze daar iets groots hadden verricht.
    Het is niet onbegrijpelijk , men was geconditioneerd over de hoe het daar was gegaan .
    Is ook te zien dat een hoogleraar in de Geschiedenis die later M.P van Nederland werd trots was van de verrichtingen van de VOC.
    Hij deed oproep om de V.O.C elan te laten herleven , en teveergeefs .
    Zoals wij weten waren de Zeeuwen heel erg actief tijdens de wilde vaart naar den Oosten en ik kan begrijpen dat een Zeeuwse nakomeling ook droomde van de spirit van de Compagnie van Verre en V.O.C.
    Het is voor de Indonesiers, de stadsbesturen,particuliere eigenaren bijna onmogelijk om de oude Nederlandse gebouwen te behouden.
    Vaak zijn ze in andere handen , en geld om te restaureren hebben ze niet .Onteigenen kan ook niet .
    Aan de andere kant zijn er groepen zakenmensen , eigenaren van kantoorhuizen zoals Bank Indonesia die oude Nederlandse gebouwen bezitten en in hun oude glorie brengen.
    Zie de hoofdkantoren van Bank Indonesia in de grote steden .Ook werken de Indonesiers samen met de Nederlanders die hun van advies dienen , te hopen dat de Nederlanders ook hun dompet te voorschijn willen halen.
    In Jakarta en andere grote steden met “koloniale erfenis”kan men tegenwoordig een toeristische atractie beleven , een bezoek aan de “Kota Tua”.
    Ik ken iemand die pas maar zijn warisan in de vorm van een rumah Belanda verkocht , doodzonde omdat het een erfenis uit het verleden was .
    Maar ya , die persoon wilde of droomde om naar zijn land pan erkomst terug te gaan.

  6. H.W. Vos schreef:

    De historische band tussen Nederland en voormalig Nederland-Indi heeft haar sporen achtergelaten in de stad Den Haag. Vele straatnamen, gebouwen en gedenktekens herinneren hieraan. Maar met het vergrijzen van de generatie repatrianten, dreigen helaas ook fysieke herinneringen aan Indi uit het straatbeeld te verdwijnen.
    Toen ik deze tekst las met daarbij de oproep om fotootjes te maken van die gebouwen, kon ik een gevoel van grote ergenis niet onderdrukken. Hoezo verdwijnen uit het straatbeeld? Wat is dit voor een project? Die gebouwen staan toch op een momumentenlijst? Over 100 jaar staan zij er nog steeds hoor. Maar of de Nederlandse gebouwen in Indonesie over 100 jaar er nog staan, daarover maak ik mij geen illusies. Tidak ada harapan
    Weet u wat ik denk? Wij Nederlanders – uitgezonderd ik en nog een paar anderen – zijn er niet trots op dat die koloniale gebouwen in Indonesie nog staan. Wij schamen ons over ons koloniaal verleden. Stel je voor zeg, dat je als Nederlander in Surabaya tussen al die Indonesiers je staat te vergapen aan al dat fraais die je ook nog doen herinneren aan onze verfoeilijke koloniale aanwezigheid.
    Neen, wij gaan liever in Den Haag mijmeren – en in welke andere stad ook – bij die paar gebouwtjes, over die lieflijke tijd, die Tempo Doeloe, heette dat wij toen in Indonesie waren en daar grootse dingen hebben verricht en dat het leven daar nog goed was
    Beste mensen, ik ben al lang niet meer in Surabaya geweest. Maar wanneer ik ooit het besluit neem om weer terug te gaan naar mijn geboortestad… U raadt het al, dan neem ik geen retourtje Den Haag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *