Maandelijkse demonstratie St. Japanse Ereschulden.

Verslag Dhr Ted Hartman

Wat betreft de overige acties van de JES kan nog gezegd Ted Harrtmanworden dat de voorzitter een brief naar de informateur voor de nieuwe regering zal sturen. Met daarin het verzoek het beleid voor de Indische Erkenning, zoals reeds bekend in de voorgaande regering, te willen doen voortzetten. Hij zal benadrukken dat de voorgaande staatssecretaris mw.Bussemaker van VWS, geen duidelijke brief hierover heeft nagelaten.

Ook de tentoonstelling zal worden gerealiseerd. Van 10 tot 29 augustus a.s. in het Atrium van het Stadshuis in Den Haag en daarna op het Plein tegenover de 2e Kamer, mogelijk nog vr Prinsjesdag in september.

De 187e petitie gaat over Japans voorstel van de voorgaande premier Yukio Hatoyama voor een Oost-Aziatische Gemeenschap. JES hoopt dat zijn opvolger Naoto Kan dit initiatief doorzet met alle gunstig gevolgen. Met het oog op de toekomst en de lessen van het verleden zal Japan dan weer een eervolle plaats krijgen in de internationale politiek.

De voorzitter van JES gaat de scheidende 1e minister Yukio Hatoyama een brief schrijven, waarin hij zijn waardering uitspreekt voor genoemde visie die hij presenteerde tijdens de 16e Internationale Conferentie voor de Toekomst van Azi dd. 20 mei 2010 j.l..

Zijn Indonesische vriend Agus Soelewa heeft hij toen genoemd. Deze zal hem ongetwijfeld hebben gewezen op welke wijze het huidige Indonesi is ontstaan uit het voormalige Nederlands Oost Indi. Vele zijn de historische gebeurtenissen die de Indonesische met de Nederlandse natie verbinden, maar ook verstoorden. Beide landen hebben onnoemelijk geleden onder de Japanse bezetting en de toegebrachte verschrikkingen aan individuelen.

Men moet zich tegenwoordig afvragen waar de Hollanders zijn gebleven die de Indonesische infrastructuur hielpen op te bouwen, medische voorzieningen tot stand brachten en strijd voerden tegen Japan om de Indonesirs te beschermen. De Indische Nederlanders die er geboren en getogen waren, werden genterneerd. Zij die volgens de Japanners Indo-Europeaan waren, bleven meestal buiten de kampen, doch ook dezen gingen door een lijdensweg omdat elke Europese invloed moest worden uitgewist.

Het grootste nog steeds niet opgeloste probleem voor de Oost Aziatische Gemeenschap is dat rekening dient te worden gehouden met Japans oorlogsverleden in al die Oost-Aziatische landen die tot zon Gemeenschap zouden willen toetreden. Denk maar aan de oorlogsmisdaden begaan tegen zowel de Nederlanders als tegen de Indonesirs. Wil men instemming dan vraagt dit eerst om een juiste erkenning en genoegdoening.

In de woorden van Yukio Hatoyama behoort de Japans-Nederlandse band tot een van de langste en warmbloedigste uit de geschiedenis. In de 4 jaren van de Japanse bezetting bevroor deze band echter dermate dat ze tot op de huidige dag niet is ontdooid.

De Hollandse aard is niet alleen niet te vergeten, doch naar oplossingen te zoeken en verschillen te vereffenen. De realiteit is dat met het SanFrancisco akkoord het Japan werd toegestaan om aan haar wederopbouw te werken doch wel ten koste van de individuele slachtoffers wiens rechten conform de Haagse Conventie van 1907 verbeurd werden verklaard. Japan en zijn onderdanen hebben hier veel voordeel van gehad, maar zien tot op heden hun morele verantwoordelijkheid niet in om tot een vergelijk te komen met de slachtoffers die letterlijk alles hadden verloren.

Om terug te komen op de Oost Aziatische Gemeenschap, kan men leren van de Europese ervaringen. De Europese Gemeenschap is met vallen en opstaan tot een ware Unie gegroeid, ondanks de tegenwoordige interne economische problemen. De grootste bijdrage is geleverd door Duitslands erkenning van zijn verleden:

– Officile en niet-officile erkenning van de fouten van het Nazi-regime,

– Compensatie van de slachtoffers van het Nazi-regime in financile zin,

– Onderricht over de concentratiekampen en andere Nazi-misdaden tijdens de 2e WO.

Duitsland offert nog altijd belastinggelden op voor zijn verleden, waarmee het binnen de Europeese Gemeenschap zijn tegenwoordige morele status waar maakt.

Als Japan zijn verantwoordelijkheid voor zijn illegaal gedrag tijdens de oorlog in de Pacific erkent, brengt het zich in dezelfde positie als Duitsland bij het begin van de Europese Gemeenschap. Bovendien, als Japan de voordelen in wil zien, wanneer het zijn oorlogsmisdaden bekent, de slachtoffers en hun nabestaanden compenseert, en het Japanse volk onderricht geeft over de feiten, zou dit Japan beter in staat stellen de nodige stappen te ondernemen tot het vormen van de Oost-Aziatische Gemeenschap.

De Hollanders hebben Japan 400 jaar geleden geopend voor het Westen. In 4 jaar militaire bezetting heeft Japan al zijn zelf-respect verloren door te proberen alle Hollanders uit Azi te elimineren. De Hollanders zijn nog steeds een belangrijke handelspartner in Oost-Azi waar men hen respecteert. De Non Governmental Organization de Stichting Japanse Ereschulden kan een instrument zijn voor Japans streven naar een Oost Aziatische Gemeenschap in een voor beide partijen geschikte vorm. Het zal Japan helpen zijn goede wil wederom te tonen, evenals het Duitsland indertijd hielp good-will te laten zien, de goede wil nodig voor de ontwikkeling van de Oost Aziatische Gemeenschap.

Door het verleden niet te vergeten bij het ontwikkelen van de toekomst is het mogelijk dat men de nodige samenwerking krijgt om stap voor stap te komen tot een Oost Aziatische Gemeenschap. Konrad Adenauer en Robert Schumann deden het voor Europa, toen Adenauer Duitsland verplichtte om voor de Nazi slachtoffers te zorgen in binnen en buiten Duitsland. Niet te vergeten Willy Brandt die publiekelijk op zijn knien welgemeende spijt betuigde en excuses aanbood.

Wat betreft de overige acties van de JES kan nog gezegd worden dat de voorzitter een brief naar de informateur voor de nieuwe regering zal sturen. Met daarin het verzoek het beleid voor de Indische Erkenning, zoals reeds bekend in de voorgaande regering, te willen doen voortzetten. Hij zal benadrukken dat de voorgaande staatssecretaris mw.Bussemaker van VWS, geen duidelijke brief hierover heeft nagelaten.

Ook de tentoonstelling zal worden gerealiseerd. Van 10 tot 29 augustus a.s. in het Atrium van het Stadshuis in Den Haag en daarna op het Plein tegenover de 2e Kamer, mogelijk nog vr Prinsjesdag in september.

Nogmaals: De Hollandse aard is niet alleen niet te vergeten, doch naar oplossingen te zoeken en verschillen te vereffenen. De realiteit is dat met het SanFrancisco akkoord het Japan werd toegestaan om aan haar wederopbouw te werken doch wel ten koste van de individuele slachtoffers wiens rechten conform de Haagse Conventie van 1907 verbeurd werden verklaard. Japan en zijn onderdanen hebben hier veel voordeel van gehad, maar zien tot op heden hun morele verantwoordelijkheid niet in om tot een vergelijk te komen met de slachtoffers die letterlijk alles hadden verloren.

Het is duidelijk dat thans NEDERLAND aan zet is zijn morele verantwoordelijkheid te nemen t.a.v. zijn eigen onderdanen. Het is een misverstand te denken dat er gedemonstreerd wordt alleen om geld. Allereerst verlangt men ERKENNING, erkenning dat het SanFrancisco akkoord ten koste van de Indische slachtoffers werd getekend. Pas dan kan over een financile finale genoegdoening gesproken worden, maar vooral k over de realisering van een degelijke voorlichting in het onderwijs over die Indische jaren tussen 1940 en 1945. De Nederlanders weten nog altijd niets van deze ver-van-hun-bed geschiedenis, die nu eens eindelijk helder en duidelijk in beeld komt.

Tot zover over de petitie nr. 187 en de toelichting. Ted Hartman.

Dit bericht werd geplaatst in Stichting Japanse Ereschulden-Indisch Platform. Bookmark de permalink .

2 Responses to Maandelijkse demonstratie St. Japanse Ereschulden.

  1. Botol tolol schreef:

    Dat Nederland de Nederlanders en Molukkers uit Indi in de steek heeft gelaten komt ook even aan de orde in de documentaire “Verzet in Indi” (zie: http://www.dammasfilms.nl/?c=72)
    Mij, als 2e generatie Indo, heeft de film in ieder geval een verhelderende kijk gegeven op verhalen die ik vroeger van mijn (inmiddels overleden) vader had gehoord. Hij zat in het begin van WO-II ook in het Indische verzet en had het ternauwernood overleefd.
    Wat mij betreft is deze DVD een aanrader !

  2. Ted Hartman schreef:

    Bij het SanFrancisco vredesverdrag in 1951 deden de geallieerden afstand van alle eisen tot schadevergoeding van de Geallieerde mogendheden EN HAAR ONDERDANEN! Bij het Stikker-Yoshida accoord(1954) kregen krijgsgevangenen 264 gld.p.p. en burgergenterneerden 410 gld.p.p., BUITENKAMPERS KREGEN NIETS! ” – Erkenning dat het SanFrancisco akkoord ten koste van de Indische slachtoffers werd getekend – “.
    Door POLITIEKE ONWIL van de opeenvolgende Nederlandse regeringen is nooit een adequate oorlogsschade regeling vastgesteld. De Nederlandse regeringen hebben op basis van allerlei slimme juridische ‘GELEGENHEIDSARGUMENTEN’ hun MORELE verantwoordelijkheid proberen te ontlopen en, bewust of onbewust, op een volkomen IMMORELE wijze ONRECHT gedaan aan haar 360.000 onderdanen. 95% van de Indische Gemeenschap had alles verloren. De Wet op de Materile Oorlogsschade(WMO) in Nederland keerde in totaal 7,4 MILJARD gulden uit. MAAR DE INDISCHE GEMEENSCHAP WERD EXPLICIET UITGESLOTEN. [Gegevens uit de map Persinformatie van de Stichting het Indisch Platform (SHIP)].
    Drom de Tentoonstelling over Backpay en Oorlogsschade: “Indische Nederlanders, Na 65 jaar nog altijd kind van de rekeing.” Het laat zien hoe Nederland de Nederlanders uit Indi in de steek heeft gelaten, gediscrimineerd heeft en slecht genformeerd is door bewindslieden en beleidsmakers.
    Aan de nieuwe regering, door ons allen gekozen, vertegenwoordigers van alle Nederlanders, OOK DIE UIT INDI, de eer verantwoordelijkheid te nemen om eens eindelijk deze Indische zaak waardig en defintief af te sluiten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *