‘Niets Indisch aan’

Geplaatst op 28 mei 2010 door Boeroeng

DEN HAAG – “Er zijn geen Indische invloeden in de woonhuisarchitectuur in Den Haag. “Dit is de conclusie van het onderzoek dat Eeke Crabbendam ( 62) na 39 jaar weer heeft opgepakt en haar een bul in de Kunstgeschiedenis opleverde aan de Universiteit Leiden. Ze wilde onderzoeken of de Indiëgangers, die zich vanaf 1850 in Den Haag kwamen vestigen, Indische sporen hebben nagelaten in de architectuur van woonhuizen in de hofstad. “Ik ben verzot op de Indische cultuur.”

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

3 Responses to ‘Niets Indisch aan’

  1. Boeroeng schreef:
    9 juni 2010 om 12:45

    Blijkbaar heeft iemand de schrijfster op de vingers getikt ?
    Dit soort ‘fouten’ blijf je tegenkomen…
    Ook over 10 jaar… over 30 jaar… over 100 jaar.
    Mensen hebben onvoldoende kennis van dit stukje geschiedenis en vullen de leemtes op met aannames.
    Ik vermoed dat in dit geval de schrijfster dacht zoiets van :
    Het zijn indo’s…. die waren geen Nederlanders .. die mag je zo niet noemen…
    Indo’s strijden al 500 jaar voor erkenning en bijna 400 jaar voor erkenning als Nederlands te zijn..
    Het laatste artikel noemt 80.000 repatrianten tussen 1919 en 1939.. Ik vind het wel interessant te weten hoeveel van hen indo was.
    En hoe liggen die verhoudingen zo tussen 1800 en 1919 ?
    Lees hier het Haags Nieuwsblad pagina 8 van 4 juni

    Beantwoorden
  2. Ph. Schornack van der Waag schreef:
    9 juni 2010 om 12:00

    Vervolg op mijn reactie van vorige week:
    In het Haags Nieuwsblad van vrijdag 4 juni verscheen hetzelfde artikel, nu met de benamingen (oud-)Indigangers en Indische verlofgangers.
    Goed gedaan, Haags Nieuwsblad!

    Beantwoorden
  3. Ph. Schornack van der Waag schreef:
    2 juni 2010 om 15:22

    Bij het lezen van het artikel ‘Er zijn geen Indische invloeden in de woonhuisarchitectuur in Den Haag’ vroeg ik me af of journaliste Tanje Verkaik mevrouw Crabbendam wel correct citeert.
    Lees mee en huiver:
    (…) dat zijn de buurten waar de Indirs het meest naartoe trokken (…)
    Een wijk voor zeer gefortuneerde Indirs, vlakbij het ministerie voor Kolonin (Plein). Daar werkten bijna alle Indirs.
    Indirs wilden alleen op zandgrond wonen omdat ze als de dood waren voor malaria.
    En zo gaat het nog een paar keer door.
    Nooit geweten dat zich zoveel inwoners van INDIA in Den Haag vestigden.
    Ik kan me namelijk nauwelijks voorstellen dat mevrouw Crabbendam in haar onderzoek de benaming INDIRS heeft gebruikt.
    Of zou Tanje Verkaik met Indirs misschien toch INDISCHE NEDERLANDERS bedoelen?
    Voor zover je degenen die dergelijke optrekjes lieten verrijzen, Indische Nederlanders kunt noemen, en niet gewoon KOLONIALEN (maar het verschil tussen deze twee benamingen uitleggen zal wel een hopeloze zaak zijn).
    Van de cultuur uit Indi / Indonesi heeft Tanja Verkaik ook geen kaas gegeten als ze het verderop in het artikel heeft over een huis met glas-in-lood met WAYONG poppen.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *