‘Dankzij tien augustus zit ik hier’

Veel Nederlanders hebben geen weet van wat de Indische Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Daarover komt in december een boek uit, “Het zevende kamp”. Ren Roelofsen (70) zag de Jappenkampen van binnen en schreef over de onmenselijke daden die daar plaatsvonden.
“Het zevende kamp” is een autobiografisch verhaal van Roelofsen en zijn zuster. artikel.

Dit bericht werd geplaatst in diversen. Bookmark de permalink .

5 Responses to ‘Dankzij tien augustus zit ik hier’

  1. Anoniem schreef:

    mijn boek over het Zevende Kamp is autobiografisch. helaas heeft de journaliste er enkele foutjes in gemaakt. ik ben niet met de kinderen naar indie geweest, ik ben met een groep kinderen, de kinderen van Weleer (concentratiekampkinderen) terug geweest naar die kampen in 1999. de twee boeken die ik op de foto toon daarvan is niet dit boek van toepassing maar twee boeken die al uitgegeven zijn.

  2. Anoniem schreef:

    mijn boek over het Zevende Kamp is autobiografisch. helaas heeft de journaliste er enkele foutjes in gemaakt. ik ben niet met de kinderen naar indie geweest, ik ben met een groep kinderen, de kinderen van Weleer (concentratiekampkinderen) terug geweest naar die kampen in 1999. de twee boeken die ik op de foto toon daarvan is niet dit boek van toepassing maar twee boeken die al uitgegeven zijn.

  3. Peter van den Broek schreef:

    Hallo Ted,
    Ik kreeg via de Email jouw schrijven. Hartelijk dank voor het artikel over de reactie van Mevr. L. van Leeuwen aangaande de Indische wortels van G. Wilders .
    Mijn eerste reactie is: Mevrouw L. van Leeuwen vindt het nodig om nationalisten met blond geverfde haren naar voren te halen maar wat voor een betekenis dat heeft na 60 jaar voor haar reactie, tast ik volledig in het duister of in het zogezegde modderige water. Maar heeft U het verschil tussen Paul Wilders en zijn broer gezien? En wat valt dan op? en daar is het broertje van Paul toch om te doen, het broertje weet zich wel te verkopen.
    Waar mevr. L. van Leeuwen helemaal niet op reageert en ik reken haar dat wel aan is het conservatieve in het bijzonder het door haar aangehaalde NSB-verleden van enkele Indischen . Ik citeer uit haar eerste artikel.
    Het is opvallend hoe constant de deelname was van Indische Nederlanders aan partijvorming op basis van conservatief-nationalistische, (neo)koloniale beginselen, vergeleken met de deelname aan de progressieve beweging. De focus lag daarbij sterk op beschermen en bewaken van grenzen en op insluiten en/of buitensluiten van bevolkingsgroepen. In de jaren dertig, nog in Nederlands-Indi, sloten relatief veel Indos zich aan bij de NSB (zeventig procent van het ledenaantal). Dit was het geval vanwege het ultranationalistisch Hollandse karakter van de partij, maar ook vanwege de grote angst voor het oprukkende Indonesische nationalisme.
    De NSB had in de kolonie een ander (niet-racistisch) karakter en een andere plek dan in Nederland. De partij bood Indos de kans om zichzelf en elkaar te laten zien dat zij Hollandser dan de Hollanders wilden zijn en dat zij zich geheel identificeerden met de Nederlandse culturele erfenis en met oranje-blanje-bleu. Niet vergeten moet worden dat de koloniale elite in die tijd nagenoeg blank was. Omdat de Indische NSB een autoritair gezag voorstond, evenals het eeuwige behoud van de kolonie voor het vaderland, zagen veel Nederlanders in Indi in de partij d oplossing om de dreiging van de opstandige, islamitische inlanders te keren. Bij zijn succesvolle bezoek aan Nederlands-Indi in 1935 werd Anton Mussert zelfs tot tweemaal toe ontvangen door gouverneur-generaal De Jonge.
    Nog voor de NSB leden ging werven, had in Batavia overigens al de eerste bijeenkomst van de Nederlandsch-Indische Fascisten Organisatie plaatsgehad, onder leiding van de Indo majoor b.d. Rhemrev. Ook hij maakte zich sterk voor terugdringing van de inlandse invloed op het bestuur en herstel van de leidende rol van Nederlanders in de kolonie, maar kreeg minder aanhang!.
    Die verbinding met het NSB-verleden heeft zij nodig om G. Wilders in de hoek van de fascisten te drukken, maar tussen neus en lippen door wordt de Indo van fascistische gedachtengoed beschuldigd- Dit in tegenstelling tot Mussert, die alleen voor landverraad veroordeeld en terechtgesteld werd. Wilders dus Fascist en Mussert dus Landverrader, of is het Wilders landverrader en Mussert fascist.? Ze heeft een kans laten gaan om de Indischen te vrij waren van fascisme. Tessel Polman daarentegen heeft zijn onderzoek naar het karakter van Indische NSB wel op wetenschappelijk niveau gedaan
    Zodoende heeft Mevrouw L. van Leeuwen wel een zwart fascistisch-geblondeerd schaap uitgevonden. Ze had dat NSB verhaal ook en zeker in post-koloniale context moeten plaatsen. Dat ze dat niet doet spreekt tegen haar. Ze wordt gewoon voor een ander betjakje gespannen, politiek misbruikt. dat vind ik toch jammer en heeft ze niet alleen de Indischen in een kwaad daglicht geplaatst maar zichzelf als zodanig gediscrediteerd. Dat vind ik toch jammer voor een schrijver van “Het Indisch erfgoed”, ik blader er vaak in
    Zij wil ook een soort koloniaal debat. Maar waarom dan de broer van Paul Wilders ten tonele moet worden gevoerd is mij een schier raadsel.
    Ik citeer nog even Mevr. Van Leeuwen: Wat ik wl heb geschreven, is dat Nederland een belangrijk en collectief gedeeld perspectief op naoorlogse politieke stellingnamen en carrires ontbeert: een langetermijnperspectief waarin het echec van het afgestolen Hollandse imperium een verklarende factor kan vormen. Dat word afgestolen vind ik een mooi Hollands wordt. Maar wie heeft wie bestolen; Indonesie heeft Indie van Nederland afgepakt of Nederland heeft Indie van de Inheemsen gestolen. Als we ons nou tot de hoofdzaken beperken. Of misschien heb ik het toch verkeerd gelezen.
    Hier onder nog het gehele verhale rectie van Mevr. L. van Leeuwen
    —-Messaggio originale—-
    Da: theodoor7@kpnmail.nl
    Data: 03/12/2009 12.12
    A: “Broek van den, IndPform”
    Ogg: Nog lang stuk Lizzy van Leeuwen over blonde Wilders
    De Indische wortels van Geert Wilders
    ? Nagekomen 25112009 De Groene nr. 48
    Op 4 september schreef Lizzy van Leeuwen in De Groene Amsterdammer een essay over de politieke roots van Geert Wilders. Daarin ging het onder meer over vermeend wangedrag van Wilders? grootvader in Indonesi en over de motieven van Indo?s om zich te blonderen. De auteur van het essay ontving talloze reacties, waarop zij nu reageert.
    DOOR LIZZY VAN LEEUWEN
    BIJ DE GROTE HOEVEELHEID reacties op mijn essay over het postkoloniale tekort in Nederland, gellustreerd door een andere visie op Geert Wilders, zaten enkele opzienbarende brieven en mails.
    En daarvan had betrekking op de verschillende motieven van Indo?s om zich te blonderen. Dat er een precedent bestaat van het politieke motief om de Indo-afkomst te verbergen blijkt uit een reactie die ik kreeg uit Athens, Ohio, van de historicus prof. dr. Bill Frederick. Hij liet weten dat hij bij archiefonderzoek over de periode 1945-1950 in Oost-Java was gestuit op meldingen over gewelddadige geblondeerde Indo?s, die samen met Indonesirs opereerden. Deze geblondeerde criminelen hielden huis in de omgeving van Soerabaja in de bersiap-periode (1945-1946) en als handlangers van pemoeda?s beroofden, ontvoerden en vermoordden zij zowel Indo?s en totoks als Chinees-Indische Nederlanders. Volgens Frederick hadden zij zich aangesloten bij de bende van de beruchte en gevreesde politieke terrorist Sabaroeddin, bijgenaamd ?de Beul?, die in de regio honderden sadistische moorden op zijn geweten had, zowel op Indo?s, totoks, (vele) Indonesirs als Brits-Indische militairen. Frederick veronderstelt dat het ?racisme? dat deze geblondeerde Indo?s tentoonspreidden hen, net als hun geblondeerde haren, moest beschermen tegen het Indonesische geweld dat tegen Indo?s losbarstte tijdens de bersiap. Deze paradoxale overlevingsstrategie is zonder grote en gedetailleerde kennis van plaats en tijd onmogelijk te doorgronden. Alleen de tragiek ervan staat als een paal boven modderig water.
    WAT BETREFT DE GESCHIEDENIS van Wilders? grootvader Johan Ording stak de zaak wat anders in elkaar dan het dossier kennelijk mocht prijsgeven. Dat vele stukken als ?geheim? waren geclassificeerd en dat de afdoening op het hoogste niveau in Den Haag had plaatsgevonden had bepaalde vermoedens bij me doen rijzen, maar uit niets in de documenten bleek ? vanzelfsprekend ? dat ze deel uitmaakten van een koloniaal doofpotje.
    Toch was dat het geval. Daarover werd ik ingelicht door een familielid van de man die in 1933 een grote fraude- en corruptiezaak aan het licht bracht, de sous-chef van de afdeling Financieel Toezicht van de provincie Oost-Java de heer J. van Dijk (het familielid wil anoniem blijven). Deze Van Dijk trad, vers uit Holland, in 1931 aan als adjunct-inspecteur en als rechterhand van zijn chef Ording, die er toen al veertien tropenjaren op had zitten. Na verloop van tijd was het de 26-jarige, rechtlijnig-gereformeerde Van Dijk op gaan vallen dat Ording nooit met verlof ging ? een mogelijke indicatie van (betrokkenheid bij) frauduleuze ambtelijke praktijken. Diens plaatsvervanger zou het immers snel opmerken als er systematische onregelmatigheden in de boeken of contacten voorkwamen.
    Van Dijk, die regelmatig naar zijn ouders in Holland schreef over de wederwaardigheden in zijn werk (zonder evenwel namen te noemen), onderzocht heimelijk de gang van zaken en bracht aanvang 1933 een ?grote fraudezaak? aan het licht, die leidde tot arrestaties van ondergeschikten en het met verlof sturen van Ording, die betrokken bleek bij de affaire. Van Dijk heeft het familielid in kwestie (eveneens accountant) nog in de jaren zestig verteld over de ?malversaties? van zijn chef en de ?Augiasstal? die hij destijds had uitgemest. Hoogstwaarschijnlijk waren er ook topfunctionarissen van de provincie bij de fraude betrokken, hetgeen verklaart waarom aan de zaak geen ruchtbaarheid werd gegeven en waarom Ording geen strafontslag kreeg, maar een eervol ontslag, onderstand (financile bijstand) en later in Nederland opnieuw een betrekking bij de overheid. Minister van Kolonin Colijn was tot 1939 immers ook minister-president, wat hem de nodige armslag gaf. Ording wist als oudgediende waarschijnlijk te veel belastends over zijn meerderen om hem de volle laag van strafontslag en eventuele aangifte te kunnen geven. Of de plotselinge aankondiging, in maart 1933, van het vertrek van de gouverneur van Oost-Java G.H. de Man ? nog geen twee jaar in functie ? met deze grote fraudezaak te maken had, is mij onbekend. Aan De Mans Indische carrire kwam toen in ieder geval een eind.
    Van Dijk, die na het vertrek van Ording in diens plaats werd bevorderd tot chef van de afdeling Financieel Toezicht, was inmiddels ingeburgerd en trof zijn voorzorgsmaatregelen: hij nam geen gebak meer aan van zijn personeel tijdens verjaardagen, uit angst te worden vergiftigd. In zijn brieven valt te lezen dat het maar liefst tot eind 1939 duurde voordat de fraudezaak voor de rechter kwam en dat hij er als getuige-deskundige veel tijd mee kwijt was. Van Dijk, die weinig op had met ?Indisch boekhouden?, was intussen op nog weer andere fraudes gestuit, zoals de ?Chinezenfraude? bij de afdeling Belastingen. Over Van Dijks straffe hand van controleren bij de afdeling Financieel Toezicht van de provincie Oost-Java werden herhaaldelijk vragen gesteld in de Volksraad, het Indische (machteloze) equivalent van het parlement, gezeteld in Batavia. De bestuurlijke indeling van Java in drie provincies, een nieuw idee van Colijn, was in 1933 nog maar net doorgevoerd en kwetsbaar voor ambtelijke knoeierijen en fraude; allicht had Colijn er belang bij dat hiervan zo min mogelijk naar buiten kwam.
    VAN DE HEER Harmen Snel uit Amsterdam kwam een verzoek om uitleg over de vraag waar Wilders? fascinatie voor Isral vandaan komt. Mijn vermoeden is nog steeds dat die fascinatie grotendeels voortkomt uit zijn obsessionele behoefte positie te kiezen in disputen over territoriumkwesties (vooral als daar intimi van Wilders bij betrokken zijn). Dat blijkt ook een beetje uit de titel die ik zelf aan mijn essay had gegeven: Over de grens. De Indische roots van Geert Wilders. Harmen Snel bericht dat Wilders? Indische familie Meijer niet van joodse oorsprong was. Voor vele families is het de vraag of een niet-praktiserende familie van joodse herkomst in Nederlands-Indi na generaties nog wel joods genoemd kan worden; vele joodse families assimileerden namelijk volledig in het Indische milieu. De Indische familienaam Meijer biedt nazaten de mogelijkheid tot joodse identificatie; of dan wel of niet feitelijk sprake was van een ?echt? joodse en praktiserende voorfamilie is in dat geval niet belangrijk. In het voorgeslacht van Wilders bevinden zich overigens (andere) joodse voorouders zoals de familie Goldman.
    Geert Wilders zelf, gevraagd naar zijn reactie op mijn essay bij NU.nl, ?schaamt zich nergens voor?, begrijpt niet waarom ?die vrouw? over zijn ?overgrootouders? schrijft (hij bedoelt zijn grootouders); mijn ?gedachtekronkels? over zijn geblondeerde haar vindt hij ?diep triest? en hij begrijpt niet waarom hij een ?cultureel revanchist? wordt genoemd (hij bedoelt postkoloniaal revanchist). Hij beweert verder dat hij mijn stuk ?heel snel opzij [heeft] gelegd?. ?Maar goed, er is vrijheid van meningsuiting, dat mag allemaal.?
    TOT SLOT HET VOLGENDE. Ook in de kolommen van ettelijke stukjesschrijvers en opiniemakers is, al dan niet met de nodige gender- en kleurgerelateerde laatdunkendheid, aandacht besteed aan mijn essay over Wilders. Het heeft mij vooral verbaasd dat geen van allen (behalve Hans Beerekamp in NRC Handelsblad) stilstaat bij de conclusie van het stuk: ?Dat Wilders opzichtig opereert in een postkoloniale dimensie, zonder dat dit herkend wordt, zegt veel over hoe Nederland omgaat, en omging, met het koloniale verleden. Zwijgen, ontkennen, vergeten en de andere kant op kijken luidt sinds decennia het devies.?
    Komt dit door slecht lezen? Toch niet, lijkt me. Is het misschien wat veel gevraagd van onze dijkbewakers, onder wie H.J.A. Hofland, Bert Vuijsje en Max Pam, om openlijk toe te geven dat ze hier tientallen jaren aan voorbij zijn gegaan of dat ze de andere kant op zaten te kijken? Dat er inderdaad zoiets bestaat als een postkoloniaal-politiek tekort in Nederland ? waaraan ze al opinirend hun wekelijkse steentje hebben bijgedragen?
    ?Het succes van Wilders is niet door zijn voorouders genspireerd?, schrijft Hofland in dit blad als reactie op mijn stuk. Nee, en dat heb ik ook niet beweerd of gesuggereerd. Wat ik wl heb geschreven, is dat Nederland een belangrijk en collectief gedeeld perspectief op naoorlogse politieke stellingnamen en carrires ontbeert: een langetermijnperspectief waarin het echec van het afgestolen Hollandse imperium een verklarende factor kan vormen. Dat vele ?gewone? lezers dat met mij eens blijken te zijn maar dat de opinirende elite van haar gezond niet afweet, is een veeg teken. Of zou het toch aan slecht lezen liggen?
    Het essay van Lizzy van Leeuwen is hier na te lezen
    LIZZY VAN LEEUWEN / De Groene Amsterdammer

  4. nelly schreef:

    Hallo Ted, ik heb dit doorgemailed aan hr Roelofsen.
    xx zie je volgende week ja!

  5. ted hartman schreef:

    Geachte heer Roelofsen. Mijn reactie op uw artikel. Ik was 10 toen we werden genterneerd en over deze tijd is door kampgenoten het boek “Hoe het ons verging” samengesteld. Wat mij ook interesseert is uw moeilijke tijd n de oorlog. Ik heb een achterneef die met zijn broer en zusters de-zelfde ervaringen had en behandeld werd in het Centrum ’40-’45 in Oegstgeest. Wat ik vragen wil, is of u lid bent van een van de belangenorganisaties die onder het Indisch Platform vallen. Er is op 28 oktober l.l. een grootse Indische manifestatie in Den Haag geweest. Daar werd gepleit voor Rechts- en Eerherstel van de Indische gemeenschap. Toegezegd werd door politici dat volgend jaar hopelijk met de Herdenking op 15 augustus, eindelijk uitsluitsel zal worden gegeven. Misschien hoor ik nog van U. Met vriendelijke groet, Ted Hartman – evt. te bereiken via theodoor7@kpnmail.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *